• No results found

Natuur en landschap als alternatieve landbouwtak?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Natuur en landschap als alternatieve landbouwtak?"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

NATUUR EN LANDSCHAP ALS ALTERNATIEVE LANDBOUWTAK?

Piet Rijk

Het ontwikkelen van nieuwe natuur- en landschapselementen en het onderhouden van bestaande elementen kunnen uitgroeien tot een volwaardige alternatieve bedrijfstak voor de agrarische sector. Deze kan daarmee bijdragen aan de door de overheid beoogde verbetering van de landschapskwaliteit. Voorwaarde is dat de boeren voor hun diensten een marktconforme vergoeding ontvangen en zekerheid krijgen over de continuï-teit van de betalingen. Dat concludeert het LEI op grond van een onderzoek in vier zogenaamde 'proeftuinen'. De proeftuinen bevinden zich in de gebieden het Reitdiep (Groningen), Noordoost Twente, Het Land van Wijk en Wouden (Zuid-Holland) en Zuid-Limburgse Heuvelland. Het onderzoek is uitgevoerd in op-dracht van het Ministerie van LNV.

Huidige vergoedingssysteem schiet tekort

Verbetering van de landschapskwaliteit door inschakeling van boeren en tuinders vormt één van de speer-punten van het overheidsbeleid. Dat kan alleen slagen bij een goede systematiek voor beheersvergoedingen. Uit de analyse van de proeftuinplannen kwam naar voren dat het instrumentarium van de huidige subsidieregeling onvoldoende aansluit bij de proeftuinplannen. Met betrekking tot het beheer zou maar ongeveer de helft van de plannen op natuur en landschapsgebied met het bestaande instrumentarium uitgevoerd kunnen worden. De huidige Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer lijkt dus onvoldoende ge-schikt om nieuwe natuur- en landschapselementen te ontwikkelen. Zij houdt bovendien te weinig rekening met de plaatselijke omstandigheden. Een passend vergoedingssysteem zou aan een aantal voorwaarden moeten voldoen. Deze worden in de volgende alinea's toegelicht.

Vergoedingen voor bestaande natuur

Vergoedingen voor beheer of herstel van bestaande natuur- en landschapselementen elementen moeten marktconform zijn, in die zin dat ze moeten kunnen concurreren met de opbrengsten uit agrarische activitei-ten. Bovendien moeten ze afhankelijk van de aard van de elementen aansluiten bij de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (algemeen voorkomende elementen), het Normenboek Staatsbosbeheer (specifieke elementen of taken) of berekeningen van de Provinciale Stichtingen Landschapsbeheer (streekeigen elemen-ten). Van belang is hierbij een reële vergoeding van gemaakte uren (CAO-Landbouw 2003: 20,60 euro per uur) en ingezette materialen en machines.

Vergoedingen voor nieuwe natuur

Vergoedingen voor het ontwikkelen en beheren van nieuwe natuur- en landschapselementen moeten naast een aanleg- en beheersvergoeding ook een vergoeding omvatten voor gederfd inkomen uit grondgebruik en een vergoeding voor eventueel verlies aan vermogen. Een beheersvergoeding hoeft niet gegeven te worden als de inzet van arbeid en materialen voor het beheer van natuur en landschap minder is dan van de oor-spronkelijke landbouwtak op die grond.

Inkomensvergoeding

In tabel 1 zijn de voorgestelde inkomensvergoedingen voor de onderzochte proeftuinen en bedrijfstypen weergegeven. Deze zijn gebaseerd op de gemiddelde inkomens van de afgelopen jaren. Hierin zit tevens een stimulansbonus van 20% om de overschakeling naar de nieuwe tak te bevorderen.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Tabel 1 Voorgestelde inkomensvergoedingen (euro per ha) bij natuur- en landschapsbeheer in de ver-schillende proeftuinen (incl. 20% stimulansbonus)

Bedrijfstype Doel Het Reitdiep N.O.-Twente Land van Wijk Heuvelland

en Wouden

Akkerbouw natuur (éénjarig) 1.300 1.200

Akkerbouw natuur (meerjarig) 2.550 1.600

Veehouderij natuur 1.250 1.500 1.400 1.300

Vermogensvergoeding

De waarde van grond met de bestemming natuur en landschap bedraagt ongeveer een kwart van die van grond met een landbouwkundige bestemming. Bij wijziging van het bestemmingsplan moet dus een vergoe-ding worden betaald. Deze vermogenscompensatie zou men in dertig jaar uit kunnen keren bijvoorbeeld door gebruik te maken van de regeling functieverandering binnen de Subsidieregeling Natuur of in één keer uitbetalen via het Groenfonds. Een andere mogelijkheid is een jaarlijkse vergoeding van 1,5% per jaar van de marktwaarde (vrije verkoopwaarde van de grond). Voor de onderzochte gebieden variëren deze bedragen van 330 tot 750 euro per hectare.

Een vermogensverliescompensatie is niet nodig als de grond ook na de ontwikkeling van natuur- en land-schapselementen zijn landbouwkundige bestemming in het bestemmingsplan behoudt of als een langdurig concurrerend gegarandeerd contract geboden wordt (met voldoende zekerheid en continuïteit van betalin-gen).

Omgevingsinvloeden

Voor natuur- en landschapselementen die de omgeving sterk beïnvloeden speelt soms schaduwwerking op omliggende gewassen een grote rol. Dit speelt vooral bij opgaande landschapselementen (houtwallen, sin-gels, bosjes, heggen). Aan de oostkant van het perceel wordt 25% opbrengstenderving verondersteld. Aan de zuid- en westkant is dit 50%. De totale opbrengstenderving wordt over 2 ½ keer de hoogte van het ele-ment verondersteld. Over deze m² kunnen de bijbehorende inkomensdervingen en vermogensdalingen berekend worden.

Vergoedingen voor wandelpaden

Bij een vergoedingsregeling voor wandelpaden (en trouwens ook bij die van agrarisch natuurbeheer) heeft de agrarische sector duidelijk de voorkeur voor een eenmalige reële uitkering voor bijvoorbeeld tien jaar met een 100% vergoeding voor gedane investeringen. Een mogelijk voorbeeld is om 3 euro per strekkende me-ter voor tien jaar, een eventuele extra tegemoetkoming voor éénmalige voorzieningen van maximaal 10.000 euro per bedrijf en een schadevergoedingsregeling uit te keren. Een toeslag van 1 euro per strekkende me-ter per tien jaar voor wandelpaden dichtbij recreatie- of bevolkingscentra zou kunnen worden overwogen. De vergoedingsregeling zou men ook verder regionaal in kunnen vullen.

Tot slot

In het onderzoek zijn de bouwstenen en mogelijkheden aangedragen voor agrariërs om daadwerkelijk het beheren van natuur en landschap als een volwaardige bedrijfstak te gaan ontwikkelen. Of dit ook daadwerke-lijk op grote schaal zal plaats gaan vinden is vooralsnog een politieke keuze. Bij het doorgaan hiervan spelen naast vergoedingen voor inkomen en eventueel vermogensverlies op de grond ook de continuïteit van de contracten en de betrouwbaarheid van de overheid als contractpartner een belangrijke rol. Lange termijn-contracten met veel minder administratieve handelingen hebben de voorkeur.

(3)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, augustus 2003 pagina 3

Meer informatie:

Rapport 4.03.05

Vier proeftuinen in ontwikkeling; Gebiedsanalyses, plannen, inkomens en een nieuwe

ver-goedingssys ematiek natuur en landschap

t

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De afwijking van het berekende aantal perceelshoeken (Hber) per gridcel ten opzichte van het getelde aantal p e r c e e l s - hoeken (Hgem) per gridcel in procenten van Hber uitgezet

Verschillen in gemiddelde plant- lengte, gemiddeld plantgewicht en gemiddeld aantal bloemen tussen jiffy-9 en perspot, waren niet van betekenis.. Het verschil in percentage

De waterbalans voor deelgebied Hargerpolder is door HHNK opgesteld voor de periode 2000-2010, maar het jaar 2010 is niet opgenomen in tabel 10, omdat de belasting van

In this study, the median intakes of HIV-infected and HIV-uninfected participants in rural and urban areas from the 16 food groups listed in the FAO (2011) list of food groups

Willen we in de thuiszorg dat mensen die afgelegen wonen een gelijk recht op zorg hebben, dan is het niet prudent om marktwerking toe te laten, maar niet te betalen voor reistijd

lngevolge Artikel 35 (I) van die Grondwet kan die howe van vergelykbare buitelandse hofbeslissings gebruik maak wanneer die bepalings van onder andere hoofstuk 3

soos hulle reeds twintig jare tevore in Transvaal in die Kaapkolonie gedoen het. daaroor sy misnoeEi te kenne gegee. In Rhodesia there is no necessity whatever

Any chemical o r thermal deactivation involving the support should be assumed to consist of a modification of the active surface, which changes the degree of liquid