• No results found

Onderzoek Teelt de grond uit Bloembollen in 2011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek Teelt de grond uit Bloembollen in 2011"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• BLOEMBOLLENVISIE • 21 april 2011 21 april 2011 • BLOEMBOLLENVISIE • • BLOEMBOLLENVISIE • 21 april 2011 21 april 2011 • BLOEMBOLLENVISIE • 20 • BLOEMBOLLENVISIE • 21 april 2011 21 april 2011 • BLOEMBOLLENVISIE • • BLOEMBOLLENVISIE • 21 april 2011 21 april 2011 • BLOEMBOLLENVISIE • 21

H

et jaar 2011 is het tweede onderzoeks-jaar voor het project Teelt de grond uit in de bloembollenteelt. In het onder-zoek bouwen we voort op de resultaten van 2010 en gaan we verder met het verkennen van de mogelijkheden van substraatteelt, water-teelt en volveldse water-teelt op een afgedekte onder-grond. Daarbij richt het onderzoek zich op de vraag welk substraat het best voldoet voor bloembollenteelt en wat de benodigde teelt-laagdikte is. De waterteelt vindt plaats op drij-vende bakken. Het onderzoek richt zich op het verkennen van de mogelijkheden voor hyacin-tenteelt op water. In het systeem met afgedekte ondergrond onderzoeken we de mogelijkheid om het systeem ziektevrij te houden bij jaar-lijkse teelt van hetzelfde gewas. De drie hoofd-projecten worden hier nader toegelicht in tekst en beeld.

Tekst: Stefanie de Kool Foto’s: PPO en Proeftuin Zwaagdijk

Najaar 2009 startte het project Teelt de grond uit, onder meer

in de bloembollensector. In de vorige editie van

BloembollenVi-sie werd aangegeven welke resultaten in 2010 zijn bereikt. In dit

artikel staat welke plannen dit jaar worden uitgevoerd. Tevens

geeft een van de leden van de begeleidingscommissie zijn

erva-ringen met het project.

ONDERZOEK

Resumé

In 2011 wordt het tweede jaar met proeven uitgevoerd in het kader van het project Teelt de grond uit. Op drie locaties wordt nagegaan welke alternatieve mogelijkheden er zijn voor de bloembollenteelt die niet afhankelijk is van teelt in de volle grond. In dit artikel komen de plannen voor dit jaar aan de orde.

Onderzoek Teelt de grond uit Bloembollen in 2011

Mark Vink:

‘Leerzaam om in

begelei-dingscommissie te zitten’

Het project Teelt de grond uit wordt begeleid door een begeleidingscom-missie, waarin een aantal ondernemers zit. Een van hen is Mark Vink, fi rmant van Q.J. Vink & Zonen BV uit Sint Maartens-vlotbrug. Hij vindt Teelt de grond uit een project dat de moeite waard is om te volgen. “Het project vind ik wel goed, maar roept ook de vraag op of er iets uit komt. Maar dat werd twintig jaar gele-den bij de opkomst van de nettenteelt ook geroepen. Ik zie nu wel al dingen waarvan ik denk: “Wie weet kunnen we daar in ons bedrijf op termijn ook iets mee, zoals het telen van schubben in een ander substraat. Als de groei daar-door nog sneller gaat, dan is dat alleen maar positief.”

Voor Vink is het vooral positief dat er met name jonge ondernemers in de begeleidingscommissie zitten. “Juist dat maakt het zo leerzaam. Oudere onder-nemers kunnen nog wel eens roepen dat iets toch niet lukt. Jongere onder-nemers hebben dat nog niet zo sterk. En deelname betekent ook dat ik mijn menig mag geven en waar nodig kan bijsturen.”

Mark Vink is zelf ook aan de slag gegaan met wat praktijkproeven, samen met André Conijn van Alb. Groot uit De Stol-pen. “We hebben een aantal voorjaars-bloeiers in gootjes geplant. Krokussen waren geen succes. De teeltlaag was te dun. De kraaien konden ze zo voor de voet op uit de goot pikken. En irissen lij-ken wel wat beter te gaan. Het gewas oogt nog niet zo goed als op het veld, maar dat zegt niet alles. Het is goed om die ervaringen nu op te doen. Er mag ook best wat fout gaan. Ook deze erva-ring is weer belangrijk voor het project.”

Teelt de grond uit

Het onderzoeksprogramma Teelt de grond uit ontwikkelt rendabele teeltsystemen voor de vollegrondstuinbouw (groenten, bloembollen, boomteelt, fruit en zomerbloemen & vaste planten) die voldoen aan de Europese regelgeving voor de waterkwaliteit. Uitgangspunt is dat de systemen naast een sterke emissiebeperking ook voordelen voor ondernemers opleveren (zoals een grotere arbeidseffi ciëntie, betere kwaliteit of nieuwe marktkansen) en gewaardeerd worden door de maatschappij. Onderzoekers van Wageningen UR (PPO en LEI) en Proeftuin Zwaagdijk werken in het programma nauw samen met telers, branche-organisaties en adviseurs uit de sectoren. De begeleidingscommissie voor de bloembollen bestaat uit zes bloembollentelers, twee adviseurs en vertegenwoordigers van KAVB en PT. De fi nanciers van dit onderzoek zijn het ministerie van EL&I, het Productschap Tuinbouw en diverse andere partijen.

VOLVELDSE TEELT OP EEN AFGE

DEKTE ONDERGROND BOLLEN

MEER

Op de projectlocatie Bollenmeer in de Wierin-germeer ligt een systeem met een teeltlaag van 40 cm op een laag folie. Hierin wordt de moge-lijkheid van stomen als ontsmettingsmethode onderzocht in combinatie met jaarlijks telen van hetzelfde gewas (lelie en hyacint).

PRAKTIJKPROEVEN

Twee telers doen op hun bedrijf kleinschalig ervaring op met teelt de grond uit. Zij experimenteren met teelt in goten en/of potten op enkele sub-straten met als belangrijk doel het voorkomen van Pythium. Deze praktijkproeven worden uitgevoerd met de gewassen kleinbollige iris, krokus en tulp.

WATERTEELT HYACINT

Op Proeftuin Zwaagdijk vindt onder-zoek plaats naar waterteelt van hya-cinten. De hyacinten zijn geplant in kratten die drijven in een vijver met voedingsoplossing. De bollen liggen op een krullenmat en 2 maten klei-korrels worden gebruikt als steun. De wortels van de hyacinten hangen continu in de voedingsoplossing.

Auteurs

Aan dit project werken de volgende onderzoekers mee: Peter Vreeburg en Hans Kok (PPO), Frank Kreuk en Matthijs Blind (Proeftuin Zwaagdijk)

SUBSTRAATTEELT IN BEDDEN EN GOTEN

Op het proefveld van PPO in Lisse zijn 15 substraatbedden aangelegd en negen goten. In de substraatbedden worden hyacinten en lelies geteeld, waarbij de vol-gende varianten worden getest:

· dikte van teeltlaag: 10, 20 en 30 cm

· substraat: bollenzand, grof diluviaal zand, kokos/veen, kokos/ Vulcagrow (vul-canisch gesteente) en kokos/polyfenylblokjes (“oase”)

· daarnaast is er beperkt onderzoek met goten in de grond in plaats van bed-den.

Water en voeding worden toegediend met druppelslangen. Het systeem is geschikt om te stomen.

De teelt in de verschillende substraten leverde een verschil in wortelontwikkeling op. Linkerfoto: wortelvorming op substraat kokos/vulca-grow, midden wortelontwikkeling in de vollgerond, rechts wortelontwikkeling op kokos/polyfenylblokjes.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met name organische stof, structuur, bodemleven en beworteling in de laag 10-25 cm diepte en waterhuishouding hebben in een aantal gevallen een lage score.. Op de zavelgronden

Tabel 29 (p 154) laat zien dat de groei van deze agglomeratie nu niet bepaald spectaculair kan worden genoemd, maar in ieder geval zijn Murmerwoude en Akkerwoude toch de enige

In vak 21 was slechts één plant over» die matig door knol was aangetast# Hierop afgaande sou gezegd nosten worden dat de werking van Memagon onvoldoende is geweest in deae proef#

Het ras One + One geeft in de vroege stookteelt een vroege gemiddelde bloei, tevens bleek dat bij dit ras de middelvroege en late stookteelt direct bij het begin van de oogst

In onderstaand overzicht zijn deze coëfficiënten (bodemvocht zonder Cl uitgedrukt als A-cijfer) weergegeven. Be droogrest is omgerekend in procenten gloeirest en vermeid op

Tijdens de oogst van kleinfruit en appels worden losse ar- beidskrachten aangetrokken (ca, 900 uur), ^Ofo van de appeloogst wordt op de veiling gesorteerd. De arbeidsbezetting

met de bekende termen uit de normaalvergelijkingen (4.1a).. Uitgaande van tabel 3 op pagina 6 valt gemakkelijk te verifiëren dat het voldoende is slechts de onder- ste helft van

Wat hebben taalaanbieders nodig om werkgevers goed te kunnen informe- ren over de Staatsexamens Nt2, om ervoor te zorgen dat meer cursisten een cursus doen met betrokkenheid van