• No results found

Ontwikkelingen rond de financiering van agrarische bedrijven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontwikkelingen rond de financiering van agrarische bedrijven"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

ONTWIKKELINGEN ROND DE FINANCIERING VAN AGRARISCHE BEDRIJVEN

Harold van der Meulen en Gabe Venema

De kapitaalbehoefte van het gemiddelde agrarische bedrijf is hoog. Op een substantieel deel van de bedrijven is de kasstroom onvoldoende om de huidige financieringslasten op te brengen. Er is daarom behoefte aan nieuwe financieringsvormen en -producten. Daarnaast verschuiven de voorwaarden van kredietverstrekking door banken in toenemende mate naar ondernemerschap en cashflowontwikkeling. De rol van de overheid is vooral nog het faciliteren van ontwikkelingen die maatschappelijke doelen dichterbij brengen.

Financiële situatie

De financiering van agrarische bedrijven gaat de laatste decennia niet altijd van een leien dakje. Sinds de jaren zeventig is in toenemende mate gebruikgemaakt van vreemd vermogen om schaalvergroting, innovaties, milieu-investeringen en productierechten te financieren. Op zich is het gezond dat bedrijven van vreemd vermogen gebruikmaken. Het gaat pas slecht indien bedrijven het benodigde bedrag niet kunnen lenen of als ze de betalingsverplichtingen structureel niet meer na kunnen komen. De totale balanswaarde per bedrijf is de afgelopen tien jaar gemiddeld met 50% gestegen tot ruim 1,5 miljoen euro. Voor perspectiefvolle over te nemen bedrijven ligt dit bedrag op een hoger niveau. Ondanks de sterke toename van het vreemd vermogen is de solvabiliteit in de meeste sectoren slechts weinig teruggelopen. Met name de toename van het eigen vermogen door de sterke herwaardering van de grond heeft hiertoe bijgedragen. Mede door de dalende marges heeft schaalvergroting niet geleid tot een evenredige toename van de gezinsinkomens op agrarische bedrijven. Een substantieel aantal agrarische gezinnen verdient relatief weinig uit het eigen bedrijf, een deel vult het inkomen aan met neveninkomsten. De spreiding in inkomens en kasstroom tussen bedrijven is en blijft zeer groot. Jaarlijks is de kasstroom op ongeveer een van de vijf bedrijven niet voldoende om de huidige financieringslasten volledig te dekken. Voor een aanzienlijk deel van de huidige land- en tuinbouwbedrijven is het toekomstperspectief dan ook niet rooskleurig. Het betreft veelal kleine(re) bedrijven met een oudere ondernemer. Onder de groep bedrijven met een matige tot slechte financiële positie bevinden zich ook jonge ondernemers met relatief moderne bedrijven, die vooral door de zware financiering van de bedrijfsovername ten opzichte van (tegenvallende) operationele resultaten in liquiditeitsproblemen komen. Hetzelfde geldt voor een aantal grotere bedrijven die een schaalvergrotingsproces hebben gerealiseerd. Dit zijn bedrijven die technisch en organisatorisch perspectief hebben, maar financieel in de problemen zitten. Gezien de bedrijfsstructuur en gezinssamenstelling is facilitering en ondersteuning vanuit bedrijfsperspectief gewenst, maar beleidsmatig gezien moeilijk te verschaffen.

Rol van de banken

Bij de kredietverstrekking door banken zijn ondernemerschap en de ontwikkeling van de cashflow in toenemende mate bepalend geworden bij de beoordeling van een forse financieringsaanvraag. Met name zekerheden en solvabiliteit hebben aan belang ingeboet. De visie op de effecten van de toekomstige omgeving op het bedrijf en de wijze waarop deze visie wordt vertaald in acties, beschreven in een ondernemingsplan, spelen een cruciale rol. De financiële instellingen zijn een steeds grotere mix aan financieringsproducten aan het ontwikkelen, passend in het raamwerk van ondernemingsactiviteiten en gezins- en bedrijfssituatie. Hierbij wordt zowel ingespeeld op marktontwikkelingen als op faciliteiten die de overheid heeft gecreëerd, zoals Tante Agaath-financiering en Groenfinanciering. Op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen fungeren banken niet als voorlopers, maar participeren ze wel volop mee in de discussies hieromtrent. Toch blijft de rentabiliteit van het financieringsproduct voor banken een zeer belangrijk uitgangspunt.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, maart 2005 pagina 2

Rol van de overheid

De directe invloed van de overheid op de financiering van de land- en tuinbouw is relatief gering. De rol van de overheid is het laatste decennium in toenemende mate verschoven van een (direct) ondersteunende naar een meer faciliterende rol om de gestelde maatschappelijke beleidsdoelen te realiseren. Daarnaast biedt de fiscale regelgeving meerdere faciliteiten die effect hebben op de financiering van agrarische bedrijven. In het onderzoek is een aantal financiële instrumenten van de overheid nader bekeken. Gezien de omvang van de verleende borgstellingen en beperkte omvang van de geleden verliezen is het Borgstellingfonds voor de landbouw (BF) al geruime tijd een efficiënt en goedkoop financieringsinstrument met een grote reikwijdte voor toch perspectiefvolle bedrijven met onvoldoende zekerheden. De overheid heeft met de Tante Agaath-regeling (TAR) en GroenAgaath-regelingen gezien de belangstelling en gemoeide bedragen in een behoefte voorzien. De investeringsaftrekinstrumenten gericht op kleinschaligheid, milieu en energie, en de willekeurige afschrijvingsmogelijkheid (VAMIL) worden binnen de agrarische sector meer dan evenredig gebruikt. De overheid ondersteunt met deze instrumenten het proces richting een duurzaam producerende sector.

Oplossingsrichtingen

De agrarische sector kan leren van de ervaringen die veel bedrijfstakken in het MKB hebben meegemaakt en de daarbij opgetreden trends op financieringsvlak. Met name nieuwe ondernemingsvormen kunnen interessante mogelijkheden bieden, gezien het schaalvergrotingsproces in de sector en daarmee ook de behoefte aan een toenemende scheiding tussen privé- en bedrijfsvermogen. Een belangrijk verschil met andere MKB-sectoren blijft het lage rendement op het kapitaal (met name in de grondgebonden veehouderij) die de sector niet direct aantrekkelijk maakt voor financiering door particulieren. De op termijn stijgende grondprijs kan hierop een aanvullende rol spelen. Het afgelopen jaar heeft onderzoek plaatsgevonden naar nieuwe mogelijkheden, zoals het ontwikkelen van een systeem van verhandelbare ontwikkelingsrechten. Dergelijke systemen kunnen de financiering van bedrijven aanzienlijk verlichten omdat burgers meebetalen aan het instandhouden van de landbouwgrond als groene ruimte. Andere oplossingen om de financiering te verlichten kunnen gelegen zijn in Grondbankconstructies, (erf)pachtconstructies, samenwerkingsvormen tussen agrariërs, samenwerkingsvormen tussen schakels binnen de keten, en op het terrein van verzekeringen. De agrarische sector heeft grote behoefte aan een consistent overheidsbeleid. Toch zal dat beleid steeds meer op hoofdlijnen (met doelvoorschriften) worden gepresenteerd en vooral een faciliterende insteek hebben. De verantwoordelijkheid wordt in toenemende mate bij de ketenpartijen gelegd om met uitvoeringsvoorstellen (nieuwe producten en processen) te komen. Het is belangrijk dat de keten als geheel nieuwe initiatieven oppakt. Krediet- en adviesinstellingen kunnen hierin nadrukkelijk een voortrekkersrol spelen.

Meer informatie:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het officiële netwerk van onbeheerde bossen kan bovendien nog worden uitge- breid als ook onbeheerde stukken van private en openbare natuurreservaten onder

Nitrogen Use Efficient (NUE) varieties can provide a partial solution to the problem through efficient N uptake and utilisation. Designing an effective breeding strategy for

Ad 1) In sommige regio's zijn aaltjes al een bekend probleem in andere regio's beginnen ze een serieus probleem te worden. Bewustwording en kennis zijn noodzakelijk om op een

Suid-Afrika se sosiohistoriese agtergrond het ’n deurslaggewende invloed op hoe AM’s en ATM’s die napraat van Swartafrikaans ervaar, interpreteer en hanteer (vgl.

The former translation seems to be complex and difficult to its users (both those who can and those who cannot read the written text) due to the following reasons: (i) its adherence

The research was intended to investigate the underlying reasons for the failure of the sustainability of LED projects in MCLM and the measures taken by the South African

This study aims to illuminate Katherine Mansfield’s understanding of self through a study of two of her short stories, “Prelude” (1918) and “At the bay” (1922) (Mansfield 1981:

HHH is a district hospital in the Cape Town Metropolitan District of the Western Cape where staff mainly speak Afrikaans or English and a large number of patients mainly