• No results found

De stand van de motorisatie in de noordelijke bouwstreek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De stand van de motorisatie in de noordelijke bouwstreek"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE STAND VIN DE MOTORISATIE IN DE NOORDELIJKE BOUWSTREEK DOOR J.A. Vollaers St.no. 34-750-15/1'58. TvM.

(2)

V O O R W O O E D

Na de laatste wereldoorlog is de motorisatie van de land-en tuinbouwbedrijvland-en snel vooruit gegaan. Bestond in 1945 het trekkerpark uit +_ 2000 trekkers, in 1950 uit 24-500 stuks, in I955 was dit aantal reeds uitgebreid tot ruim 45*000. Uit de in-ventarisatie van mei 1957 blijkt, dat het trekkerpark bestaat uit 6O.542 trekkers, Sinds december 1950 is er dus een toeneming te constateren van 144$«

In de loop van de afgelopen jaren is de motorisatie niet overal in dezelfde mate gevorderd. Aan de hand van de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek kan men nagaan in hoeverre de motorisatie in elk landbouwgebied, ja zelfs in elke gemeente heeft plaatsgevonden.

Wij hebben ons afgevraagd of het niet dienstig zou zijn om naast landelijke overzichten meer aandacht te besteden aan de stand van de motorisatie in elk gebied.

De mei-inventarisatie van 1957 biedt ons daartoe de moge-lijkheid. In deze gestencilde mededeling heeft de heer J.A.V.J.M. Vollaers een willekeurig landbouwgebied nader uitgewerkt. De keuze viel daarbij op het Groninger Hoogeland. Wanneer dergelijke publi-catie' s aan een behoefte in de praktijk blijken te voldoen zouden wij voor meerdere gebieden een dergelijk overzicht kunnen samen-stellen. Wij hopen daarmede dan bijdragen te leveren tot de kennis van de motorisatie van het landbouwbedrijf.

De Directeurs

(3)

INLEIDING;

In het onderstaande w i l l e n wij t r a c h t e n U een indruk t e geven i n hoeverre de landbouwbedrijven in d i t gebied zijn g e m o t o r i s e e r d . Zo men een bepaald landbouw-gebied w i l bezien, dan kan men bezwaarlijk s l e c h t s een bepaald onderdeel er u i t nemen, b . v . a l l e e n de bedrijven, die een t r e k k e r hebben maar men d i e n t de gehele samenhang t e beschouwen. Vandaar dat wij, alvorens de m o t o r i s a t i e op z i ch t e gaan bespreken, e e r s t onze aandacht wijden aan de d i v e r s e soorten van bedrijven.

Beschrijving van de s o o r t e n van bedrijven (afb. 1 en 2 ) . De bedrijf s g r o o t t e ;

P r a c t i s c h l a n g s de gehele Groningse Noordkust s t r e k t z i c h het gebied u i t , dat bekend s t a a t a l s de

Noordelijke Bouwstreek, gedeeltelijk ook wel het Hoge Land genoemd. In d i t gebied van ruim 44»000 ha cultuurgrond

hebben de boerderijen een gemiddelde bedrijfsgrootte van 13 ha. Deze s t r e e k s t a a t alom bekend om zijn g r o t e bedrijven, maar zo men de bedrijven gaat i n d e l e n naar bedrijf s g r o o t t e , dan v a l t het toch dadelijk op, dat 6lfc van de bodrijven k l e i n e r dan 5 ha zijn. Nu zegt men wel, dat vele k l e i n t j e s één g r o t e maken, maar in d i t geval gaat d i t toch n i e t op, want deze 6lcfo omvatten s l e c h t s 'yfc van de c u l t u u r g r o n d , zodat elk van deze bedrijven gemiddeld s l e c h t s één ha t e r beschikking s t a a t .

(4)

% Spreiding van bedrijven en cultuurgrond naar grootte klasse %

(5)

% 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Indeling cultuurgrond é / /

4

' < 5 • . t \ / \ / N • \ tuinü \-a 5 - 1 0 \ d

\ f

A

/ s r \ i n d 10-15 \ 15-20 bouwland sland \ > \ \ 20-30 \ \ \ * -30-50 ^ > 50 ha % 90 80 70 60 50 40 30 20 10 afb.2 /'

(6)

<±.

5e k l e i n e bedrijven;

Tot deze g r o e p b e h o r e n de zo j u i s t genoemde bedrijven d i e k l e i n e r zijn dan 5 h a . Zo wij deze bedrijven gaan o n d e r v e r -d e l e n n a a r -de h o o f -d b e r o e p e n van -de e i g e n a a r s , -dan z i e n wij -d a t v o o r ruim 41/^, i u s h e t g r o o t s t e d e e l , h e t bedrijven b e t r e f t van l a n d a r b e i d e r s met e e n g e m i d d e l d e bedrijf s o p p e r v l a k t e van

0 , 9 3 h a . De t u i n d e r i j e n nemen 2SP/o v o o r hun r e k e n i n g en zijn g e -m i d d e l d 1.43 ha g r o o t . Zij, d i e a l s h o o f d b e r o e p de landbouw h e b b e n , maken 13% van h e t g e h e e l u i t met een b e d r i j f s g r o o t t e van 2 , 5 3 h a . D i t zijn dus de e c h t e k l e i n e b o e r e n .

D a a r n a a s t w o r d t nog e e n s 15/t> gevormd door bedrijven, w a a r v a n de l e i d e r s a l s n i e t a g r a r i ë r s s t a a n i n g e s c h r e v e n en d i e een g e -m i d d e l d e b e d r i j f s o p p e r v l a k t e hebben van 0 , 9 9 h a .

De g r o t e r e bedrijven;

Tot deze g r o e p , d i e u i t h e t oogpunt van de m o t o r i s a t i e v a n z e l f s p r e k e n d voor deze beschouwing v e e l b e l a n g r i j k e r i s , b e -h o r e n I 2 9 6 bedrijven, d i e gezamenlijk 41»631 -ha c u l t u u r g r o n d h e b b e n , z o d a t hun g e m i d d e l d e b e d r i j f s g r o o t t e 3 2 , 1 2 ha b e d r a a g t . I n t a b e l 1 worden de bedrijven w e e r g e g e v e n d i e t o t deze g r o e p b e h o r e n . Zeer d u i d e l i j k z i e t men, d a t bij 30 ha een s c h e i d i n g s l i j n l i g t .

T a b e l 1 :; Bedrijven d i e g r o t e r zijn dan 5 ha Noordelijke B o u w s t r e e k 5 - 1 0 h a 10 - 15 ha 15 - 20 ha 20 - 30 ha 30 - 50 ha 50 ha en meer T O T A A L : Bedrijven A a n t a l 183 113 111 245 430 214 1296 % 1 4 , 1 8,7 8,6 1 8 , 9 3 3 , 2 1 6 , 5 1 0 0 , -G u l t u u r g r o n d ha 1303 I 4 I 6 I 8 I 9 6214 I68O7 I4OOO 41631 7o 3 , 1 3 , 4 4 , 5 1 5 , -4 0 , -4 3 3 , 6 1 0 0 ,

-Ongeveer de h e l f t van de bedrijven r e s s o r t e e r t n . 1 . i n e e n g r o o t t e k l a s s e van 5-30 ha en de o v e r i g e 49,l°/° Eijn g r o t e r dan 30 h a . De 652 bedrijven van de g r o e p van 5 - 3 0 ha hebben IO824 ha c u l t u u r g r o n d ( d . w . z . g e m i d d e l d l 6 , 6 0 h a ) , maar de o v e r i g e 644 bedrijven met meer dan 30 ha hebben l i e f s t

3O.8O7 ha - d i t i s J4-f° van de c u l t u u r g r o n d - en zijn g e m i d d e l d bijna d r i e m a a l zo g r o o t a l s de a n d e r e n . 1 . 4 7 , 8 3 h a . I n d i t

(7)

3.

gebied l i g t het zwaartepunt dus bij de bedrijven die g r o t e r zijn dan 30 ha.

Het grondgebruik.

Zo j u i s t hebben wij g e z i e n , dat het g r o o t s t e deel van de cultuurgrond toebehoort aan de bedrijven die g r o t e r zijn dan 30 ha, Vanzelfsprekend komt nu de vraag naar voren, hoe de i n d e l i n g van de cultuurgrond i s , dus • et grondgebruik, en of de k l e i n e r e en k l e i n e bedrijven w e l l i c h t een a f s p i e g e l i n g zijn van de g r o t e bedrijven. Vooruit kunnen wij reeds zeggen dat de i n d e l i n g van de cultuurgrond bij de k l e i n e bedrijven geheel anders i s dan bij de g r o t e bedrijven.

De k l e i n e bedrijven.

Bij een i n d e l i n g naar de hoofdberoepen z i e t men, dat de k l e i n e landbouwbedrijven overwegend weidebedrijven zijn, omdat 73,8% van hun cultuurgrond u i t g r a s l a n d b e s t a a t .

Daarnaast hebben zij voor 22,7^ bouwland en 3,5/° t u i n l a n d . ilet spreekt vanzelf, dat op de echte tuinbouwbedrijven i n deze groep een veel hoger percentage t u i n l a n d wordt aangetroffen n . 1 . 78>9/£.

Naast de tuinbouwgewassen hebben deze tuinbouwbedrijven nog 11,5/k van hun grond aangewend voor akkerbouwgewassen, "terwijl 9?6a/o door g r a s l a n d wordt ingenomen. De bedrijven van de l a n d -a r b e i d e r s k-an men beschouwen -a l s zeer gemengde bedrijven. Naast 2 2 , 3 ^ J bouwland en 30,9/^ g r a s l a n d hebben zij nog 46,8% van

hun grond aangewend voor de t e e l t van tuinbouwgewassen. Bij de groep van de n i e t - a g r a r i ' ë r s t r e f t men p r o c e n t u e e l evenveel bouwland aan a l s bij de l a n d a r b e i d e r s . Evenwel hebben deze s o o r t b e -drijven veel minder t u i n l a n d n . 1 . ll,Acfo, d i t ten gunste van de oppervlakte g r a s l a n d .

De g r o t e r e bedrijven,,

Naarmate de bedrijven g r o t e r worden, z i e t men de opper-v l a k t e bouwland toenemen. Hebben de bedrijopper-ven opper-van 5-10 ha bijna 32^ bouwland, bij die van 15-20 ha i s d i t reeds ruim 67/^? terwijl de bedrijven die g r o t e r zijn dan 50 ha bijna yCyl van hun c u l t u u r -grond a l s bouwland e x p l o i t e r e n . Bij de p r o c e n t u e l e s t i j g i n g van

de oppervlakte bouwland z i e t men aan de andere kant v a n z e l f -sprekend een d a l i n g van het beschikbare g r a s l a n d . De oppervlakte tuinbouw i s vooral van b e t e k e n i s bij de bedrijven van 5-10 ha n . 1 . 2 , 5 ^ . In a l l e andere g r o o t t e k l a s s e n i s het percentage t u i n l a n d v e e l minder dan één p r o c e n t . Toch d i e n t men n i e t te v e r g e t e n , dat d i t r e l a t i e f i s weergegeven ( i n p r o c e n t e n ) . Beziet men e c h t e r de gemiddelde o p p e r v l a k t e , die de bedrijven met tuinbouw hebben, dan c o n s t a t e e r t men, z o a l s t a b e l 2 d i t aangeeft, dat bij het g r o t e r worden van de bedrijven ook de gemiddelde oppervlakte t u i n l a n d toeneemt o Vooral i s de 3,60 ha tuinbouw op de bedrijven,

(8)

d i e g r o t e r zijn dan 50 ha o p v a l l e n d . Het z a l h i e r vermoedelijk v e e l de e l bouw van s p r u i t k o o l e , d . b e t r e f f e n . , a l s mogelijk ook de t e e l t van t u i n b o u w z a d e n . T a b e l 2. 15 - 20 ha 20 - 30 ha 30 - 50 ha 50 ha en meer Bedrijven met t u i n l a n d A a n t a l 5 10 24 13 I n 'fo van g e h e e l 4% 4/0 Gfo &/o Gem. opp. t u i n l a n d I j — ha 1,10 ha 1,80 ha 3 , 6 0 ha

Het spreekt vanzelf, dat de indeling van de cultuur-grond niet in elke gemeente hetzelfde is. Niet alleen, dat de bouwland-grasland verhouding soms geheel afwijkend is, maar ook de gewassen die op het bouwland worden geteeld. In de Noordelijke Bouwstreek vormt de graanverbouw de hoofdmoot. Men ziet dit zeer duidelijk in tabel 3. De gemeente Appingedam met zijn zware klei-grond en vandaar veel grasland wijkt af van de overige gemeenten. Ook het gedeelte met zware klei in de gemeente Middelstum,

Kantens, Loppersum en Baflo doet het percentage weiland stijgen. Het hoge percentage grasland in Warffum is deels afkomstig van de dijken en deels van de zware grond in het zuiden van deze

gemeente.

In de gemiddelde bouwplannen zit maar weinig variatie. Alleen de gemeenten Eenrum, Baflo, Usquert en Uithuizen hebben 20-^ of meer hakvruchten. In de nieuwe polders op de lichte zavel-gronden v/orden A^eei pootaardappelen verbouwd.

Tabel 3. Procentuele Indeling van de Cultuurgrond

Noordelijke Bouw s t r e e k Ulrum K l o o s t e r b u r e n Leens Eenrum B a f l o Warffum U s q u e r t U i t h u i z e n K a n t e n s M i d d e l s t u m U i t h u i z e r m e e d e n Stedum ' t Zandt Loppersum Bierum Appingedam T O T A A L ^ Bouw-l a n d 86 85 82 85 74 71 87 87 76 65 90 85 86 73 80 43 80 ! G r a s -l a n d 13 10 14 10 24 27 12 10 22 34 9 13 12 25 19 56 18 T u i n -l a n d 1 5 4 5 2 2 1 3 2 1 1 2 2 2 1 1 2 Granen 5 1 54 53 50 52 56 57 55 53 55 55 5 1 54 59 57 64 54 Bou\ P e u l -v r u c h t e n 7 7 7 5 5 6 4 4 6 6 5 7 7 7 6 11 6 v l a n d g e w a s s e n H a n d e l s -gewaasen 19 13 15 11 14 14 14 13 14 15 15 14 14 12 17 9 14 Hak-v r u c h t e n 15 18 16 25 20 15 20 21 17 13 19 19 18 15 13 12 17 O v e r i -ge 8 8 9 9 9 9 5 7 10 11 6 9 7 7 7 4 9

(9)

5-II Trekkrachtvoorziening.

Sinds twee eeuwen wordt op de landbouw "be drii ven de trekkracht geleverd door de paarden.-w Sinds de laatste tien-tallen jaren is naast de dierlijke trekkracht ook de motorische sterk naar voren gekomen» Vanzelfsprekend heeft de uitbreiding van het trekkerpark invloed gehad op de omvang van de paarden-stapel. Bestond deze in 1938 nog uit 64-04 stuks van 3 jaar en ouder, in mei 1955 "^as deze met bijna 4-Ofc teruggelopen tot 3880 stuks. Was in 1938 per paard 7«18 ha cultuurgrond beschik-baar, nu is dat met 57/''' vermeerderd en is er op elke 11.26 ha een paard.

Vooral na de laatste wereldoorlog is het trekkerpark erg uitgebreid. Zowel de moeilijkheden met de arbeidsvoorziening, als ock de economische noodzaak en ook het vertrouwd raken met de technische ontwikkeling (het inzicht, wat men met een trekker kan presteren) hebben hiertoe bijgedragen. Bij de aankoop van

een-trekker speelt vanzelfsprekend het te verrichten werk een grote rol. Kan men volstaan met een betrekkelijk lichte of is het nodig er een aan te schaffen met een groter motorvermogen ? Moet hij machines kunnen aandrijven en wat vragen deze ? Deze en vele andere vragen leidden tot een trekker van een bepaald vermogen. Dat op de wat kleinere bedrijven (20-30 ha b.v. ) in doorsnee veel minder pk ' s aangewend zouden worden dan op grotere, is niet ge-heel waar. Een klein bedrijf kan niet in verhouding met minder pk's volstaan als een groot, omdat er voor vele werkzaamheden minimum grenzen bestaan. Bovendien oefent de aanwezigheid van paarden op een bedrijf niet overal dezelfde invloed uit. Verder maakt het wel degelijk een verschil uit of men de trekker denkt

te benutten alleen voor het eigen bedrijf of ook voor anderen. Tabel 4 geeft een overzicht van de gemiddelde vermogens. De vrij hoge pk's bij de trekkers, eigendom van de coöperaties, zijn toe te schrijven aan het vele dorswerk, waarvoor deze soms vrijwel alleen worden ingeschakeld.

Tabel 4.

Gemiddelde pk per trek1 -er

Eigendom van bedrijf 26,6 pk Eigendom van combinatie _ 33,2 pk Eigendom van coöperatie 47?6 pk Eigendom van loonwerker 35?8 pk

Over de geschiedenis van het paard als trekdier in de landbouw zijn enkele artikelen verschenen in "Het Paard" van 14 en 29 februari 1952 onder de titel;

(10)

Naast cle t r e k k e r s worden in de Noordelijke Bouwstreek nog vele paarden aangehouden. Zo wij de bedrijven die k l e i n e r zijn dan 5 ha n i e t meerekenen en die van 5-10 ha ook b u i t e n beschouwing l a t e n , omdat van de 183 bedrijven in deze groep s l e c h t s 7 een

t r e k k e r hebben, dan zien wij aan de hand van t a b e l 5 dat cp de b e drijven van 1030 ha het g r o s van de bedrijven over 2 pa.arden b e -s c h i k t , terwijl bij de bedrijven, die g r o t e r zijn dan 3ö ha de mee-ste bedrijven j u i s t 4 paarden aanhouden. Vreemd i s d i t verschijnsel n i e t , wanneer men bedenkt dat op de k l e i paarden zeer vaak in span werken.

Tabel 5- Noordelijke Bouwstreek. I n d e l i n g naar het a a n t a l paarden

Aantal paarden 0 1 2 3 4 5 10 - 30 ha zonder t aantal 16 46 95 23 18 7 6 en meer 2 TOTAAL 207 rekkers $ 8 22 46 11 9 3 1 100 met trekkers aantal 8 31 168 35 19 -1 262 3 12 64 14 7 -100 30 ha en zonder trekkers aantal 2 -8 6 20 6 17 59 fo 3 -14 10 34 10 29 100 meer met trekkers aantal 3 r\ 71 93 252 81 83 585 $ _ -13 16 43 14 14 100

Vanzelfsprekend komen i n d i t gebied ook v o l l e d i g g e -motoriseerde bedrijven voor, maar d i t a a n t a l i s wat de landbouw-bedrijven b e t r e f t zeer g e r i n g . De k l e i n e landbouw-bedrijven met t r e k k e r s beneden 5 ha. hebben n a a s t de motorische t r e k k r a c h t geen paarden meer. Dit zijn hoofdzakelijk tuinbouwbedrijven (89 s t u k s ) . Van de 824 trekkerbedrijven die g r o t e r zijn dan 5 ha hebben, z o a l s t a b e l 6 aangeeft, s l e c h t s 14 trekkerbedrijven sen lege p a a r d e s t a l »

Het i s b e s t mogelijk dat zij desondanks toch nog gebruik maken van p aarde t r a c t i e .

Tabel 6. Trekkerbedrijven zonder paarden. Aantal 5 - 1 0 ha 10 - 15 ha 15 - 20 ha 2 0 - 3 0 ha 30 - 50 ha 50 ha, en meer 3 2 4 2 3 Totaal 14

(11)

7.

In het navolgende z u l l e n wij deze 14 v o l l e d i g gemotoriseerde

•bedrijven normaal betrekken bij de t r e k k e r b e drijven i n het algemeen. Wil men nagaan, in hoeverre de r n o t o r i s a t i e in een b e -p a a l d gebied ingang heeft gevonden, dan kan men d i t o-p d i v e r s e wijzen doen. A l l e r e e r s t kan men zich afvragen hoeveel bedrijven voorzien zijn van een t r e k k e r . Dit kan men a l s een zekere maat-s t a f toemaat-schouwen. Vervolgenmaat-s kan men zien op hoeveel ha één t r e k k e r aanwezig i s . Hoe k l e i n e r d i t a a n t a l i s , des t e meer i s dan de rnotorisatie voortgeschreden. Ten s l o t t e kan men z i c h dan nog afvragen, welk vermogen deze t r e k k e r s hebben en of de g r o o t t e van de bedrijven hierbij een v e r s c h i l u i t m a a k t .

In g r o t e trekken geeft t a b e l 7 d i t allemaal weer. Met de toeneming van de bedrijfsgrootte neemt het a a n t a l t r e k k e r -bedrijven ook t o e . Op de -bedrijven van 5-10 ha heeft de rnotorisatie h i e r nog geen b e t e k e n i s . Van de 1113 bedrijven die g r o t e r zijn dan 10 ha heeft ruim 7&/° een eigen t r e k k e r . De bedrijven van 10-20 ha zijn ongeveer voor een derde gemotoriseerd, ken kan v/el zeggen dat de rnotorisatie overwegend wordt t o e g e p a s t op de bedrijven die g r o t e r zijn dan 20 ha.

Beziet men de s t e r k t e van de rnotorisatie i n de beschikbare ha c u l t u u r g r o n d per t r e k k e r dan z i e t men op de bedrijven die g r o t e r zijn dan 15 ha toch geen opvallende g r o t e v e r s c h i l l e n . Het l i g t rond de 37 ha per t r e k k e r . Men kan d i t punt ook benaderen docx het motorvermogen in de beschouwing t e b e t r e k k e n . Dan z i e n we op de g r o t e r e bedrijven per ha een dalend a a n t a l motor p k ' s , n , l . op bedrijven van 10-15 ha 18 pk p e r 10 ha en op bedrijven van > 5 0 ha 8 pk p e r 10 ha. Dat met het g r o t e r worden van de bedrijven het motorvermogen van de t r e k k e r s aanmerkelijk zou toenemen, i s blijk-baar n i e t het g e v a l . Zelfs op de bedrijven die meer dan één

t r e k k e r hebben, kan men geen g r o t e v e r s c h i l l e n c o n s t a t e r e n . De k l e i n e t r e k k e r drukt het gemiddelde vermogen, zodat de bedrijven met 1 t r e k k e r wel de stijgende lijn min of meer v e r t o o n t .

24fo van de t r e k k e r b e drijven (}>2fo van het t o t a a l a a n t a l bedrijven > 30 ha) heeft meer dan één t r e k k e r . Hoofdzakelijk komt d i t voor op bedrijven die g r o t e r zijn dan 30 ha. Men hoort wel eens b e -weren dat een (de) t r e k k e r ( s ) zoveel vermogen d i e n t ( e n ) t e hebben,

dat men ongeveer 1 pk p e r ha t e r beschikking h e e f t . Dat kan w e l -l i c h t opgaan voor de g r o t e bedrijven, maar op de bedrijven, die k l e i n e r zijn dan 30 ha zal d i t toch moeilijk gaan, vanwege het

bovengenoemde minimum vermogen voor bepaalde werkzaamheden. Vooral op de k l e i n e bedrijven zal men aldus u i t g e d r u k t s t e e d s veel meer p k ' s t e r beschikking hebben. In afbeelding 3 i s het verloop van de p k ' s p e r ha '.weergegeven.

Terloops hebben wij reeds opgemerkt, dat de t r e k k r a c h t op een bedrijf zowel u i t dierlijke a l s u i t motorische kan bestaan of dikwijls u i t een combinatie van beiden. Wil men een inzicht-hebben i n de gehele t r e k k r a c h t b e z e t t i n g op de bedrijven, dan d i e n t men de beide soorten t r e k k r a c h t t o t een zodanige eenheid om t e reke-nen, dat m«n kan gaan vergelijken. Voor de dierlijke t r e k k r a c h t i s d i t geen toezwaar. Men toeschouwt elk paard a l s één t r e k k r a c h t -eenheid ( = T E ) . Bij de motorische t r e k k r a c h t i s d i t e n i g s z i n s a n d e r s . Daar wij het a a n t a l pk ' 3 weten, kan men aan de hcùid hiervan

(12)

< 5 afb. 3

5 - 1 0 10-15 15-20 20-30 30-50 > 5 0

/4/t. XfofntHpth

(13)

8. e n z r PD Z ï CD CD " 5 r o c o C D o o e n £ -( = 0 c r i c e — 1 C D — 1 zr*-i " •• C O C O I N J ~ - J c o p -c o r o C O C O e n CD p~) CD o • T i CD CD ~3 r-o — > > o _j CD C O C O "" C O c * ï CJ1 C D r r ro £ -c o C D C O --o e n C O - ~ J h O r o o , I C O CD co h O -T=~ e n C O e n -j e n e n , e n • 1 r-o C D _ i Û> — > — i •P-- f " r o C O , C D 1 — i e n n ro —-> _j C O C O CD r o C D e n e n . 1 C D _> PO _ — i C O C O

A i

en i „ i i ro i r o i CD I CO | — ' 1 e n e n , CD r> 1 < m n C D CD r + -CD CD CD C O - - J C O c o C O en CD C O C O C D i -ro C O - ^ J C O C O C O _ — r —4 O - c T ) 0> I 05 I 3 I — 0> I r + — ' I - 5 1 CO ~ o ! " 0 C O »• r. D £ -r o - - j *• r o C O *• e n C O r o * • Jl CD 1 TT I T T I CO CO O e n :! C~. ] -t=-: l +-I — ' 1 ~i 1 • ! f 1 1 1 m 1 a> 1 3 C A . r-4-ro CO CD T - l A"' - - • J r-t-l -! • I A - | CD i -s 1 « 1 1 1 1 1 1 » -t*-\ o I tu l - h l 1 1 3 1 m 1 CD 1 - s 1 r + -1 - -1 1 CD J 7 -1 7T-1 CD 1 " I « -,-„J

(14)

verder werken. Zo men de beschikbare pk's vermindert met 20$, omdat het zelden zal voorkomen, dat een trekker voor 100$ wordt benut en voor de resterende pk's telkens 7 pk-gelijk stelt

aan een trekkrachteenheid, dan kan men de totaal aanwezige trek-krachteenheden (TE's) bepalen.

In afbeelding 4 ziïa de beschikbare ha cultuurgrond per gevonden trekkrachteenheid weergegeven, terwijl afbeelding 5 de trekkracht-éénheid per ha laat zien, Deze afbeeldingen zijn ontleend aan de

gegevens van tabel 8. Tabel 8, Noordelijke B o u w s t r e e k m i n d e r dan 5 ha 5 - 10 ha 10 - 15 ha 15 - 20 h a 20 - 30 ha 30 - 50 ha 50 ha en meer TOTAAL ha p e r t r e k k r a c h t e e n h e i d p a a r d e n b e d r i j v e n 2 , 9 5 , 3 7 , 5 7 , 4 8 , 4 8,2 8,5 7 , 2 t r e k k e r b e drijven 1,9 2 , 1 3 , 2 3 , 7 4 , 7 5 , 2 5 , 8 5 , 3 t r e k k r a c h t e e n h e d e n p e r ha p a a r d en b e d r ij v e n 0 , 3 4 0 , 1 9 0 , 1 3 0 , 1 3 0 , 1 2 0 , 1 2 0 , 1 2 0 , 1 4 t r e k k e r b e drijven 0 , 5 4 0 , 4 8 0 , 3 1 0 , 2 7 0 , 2 1 0 , 1 9 0 , 1 7 0 , 1 9

Men ziet duidelijk dat de trekkerbe drijven over een ruimere

trekkrachtvoorziening beschikken. Gemiddeld scheelt het !§- ha per trekkrachteenheid.

In tabel 9 is e e n overzicht gegeven van de

trekkracht-eenheden in de diverse gemeenten. Alhoewel het opvallend is, dat er geen grote verschillen kunnen worden vastgesteld, kan men toch zien, welke gemeente in verhouding over de meeste trek-krachteenheden beschikt en welke het meest is gemotoriseerd.

In dit gebied is het de gemeente Stedum. Ongetwijfeld zal de aanwezige zware grond een hogere trekkracht vragen dan elders. Zoals wij 2'eeds hebben opgemerkt bij tabel 3 wijkt ook hier weer de gemeente Appingedsm af van de overige in dit gebied. De grote oppervlakte weiland zal hieraan wel debet zijn.

In de bovenstaande uiteenzetting zijn de gegevens ontleend aan de mei-inventarisatie 1955» Sindsdien zijn weer ruim twee jaar voorbij gegaan, doch nieuwere gegevens zijn nog niet bekend. Wel mogen wij aannemen dat ook in de Noordelijke Bouwstreek geen

halt is toegeroepen aan de motorisatie, rnaar dat deze steeds meer zal v/orden uitgebreid, nu ook op de bedrijven die ressorteren in de

(15)
(16)

Ha. per T.E T.E. n en U.OU n / n U.4U n "?n U.ZU U —' * . ^ ^ < 5 >> \ \ \ \ 5 -10 i \ \ \ \ * X 10-15 r.E. per ha bedrijf m bedrijf m - * 15-20 et paarder1 et alleen >* ^ 20-30 i en t r e k k jaarden 30-50 srs * " - • • > 5 0 ha TE. 0.60 0.40 0.20 / ' '

(17)

10

?abel 9 . T r e k k r a c h t e enheden„

Noordelijke Bouw s treek UI rum Kloosterburen Leens Eenrum Baflo Warffum Usquert Uithuizen Kantens Middelstum Stedum L opper sum Uithuizermeeden *t Zandt Bierum Appingedam T 0 T A A L 3 . lUerlijke 11,4 12,6 12,5 11,1 12,6 11,2 12,3 11,2 11,0 11,5 9,8 10,7 11,6 9,1 10,2 12,8 11,3

'ia per T.E. Motorische 8,8 9,4 8,9 10,9 i n A 9,8 10,6 10,1 9,7 11,5 8,6 10,8 8,9 11,2 11,2 18,6 10,2 Totaal 5,0 5,4 5,5 5,7 5,2 5,7 5,3 5,2 5,7 4,6 5,4 5,0 5,2 5,3 7,6 5,4 m n Dierlijke 9 8 8 9 8 9 8 9 9 9 10 9 9 10 10 8 9 per 100 ha motorische 11 11 11 9 10 10 9 10 10 9 12 9 11 9 9 5 10 Totaal 20 19 19 18 18 19 18 19 19 18 22 18 20 19 19 13 19

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de begeleiding naar een definitief bestemmingsplan worden kosten gemaakt die naar rato worden verdeeld met de initiatiefnemer.. De plankosten worden gedekt

Personen die niet volledig gerevalideerd konden worden zouden er werk krijgen, zonder een last te zijn voor het bedrijfsleven [lees: dit maakte de quota aanvaardbaar voor

’Representation of God’ wordt door Rizzuto (1979) in ob- jectrelationele termen benoemd als een intrapsychisch proces waarbij kennis, herinnerin- gen, gevoelens en ervaringen

Bij de eerste geslachtslijst in de Bijbel, in Genesis 5, wordt een strakke lijn gevolgd: van elke generatie wordt in drie regels verteld hoe de stamvader van die generatie

4 december 2018 Wiskunde speelt grote rol in ons dagelijks leven Lisa Hernandez Lucas, Tetyana Kadankova.. kunde in

‘Mijn les voor de coronacrisis zou dan ook zijn: bekijk de pandemie niet strikt vanuit de medische hoek, maar vanuit alle disciplines.. Je ziet dat er een behoefte bestaat om

Ouders rapporteren ook veel opvoedingsonzekerheid over de communicatie met hun kinderen, zeker als het gaat om beladen en taboethema’s: worden moeilijke of

Brief, van een Amsterdamsch heer, aan een heer te Rotterdam.. leend hebbende woordlyk heb afgeschreven,) in dezer voege: Myn Heer: wy hebben zeker veel benaauwdheids en