• No results found

Parapneumonische (pleurale) effusie, thoracaal empyeem, acute community acquired infectie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Parapneumonische (pleurale) effusie, thoracaal empyeem, acute community acquired infectie"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017

PARAPNEUMONISCHE (PLEURALE) EFFUSIE, THORACAAL EMPYEEM:

ACUTE, COMMUNITY ACQUIRED INFECTIE

• Klinische aspecten en commentaren o Meestal geassocieerd met pneumonie.

o Risicofactoren voor infecties door penicilline resistente stammen van Streptococcus pneumoniae: recente reizen naar een gebied met hoge endemiciteit, therapeutisch falen met een adequaat gedoseerde eerste-lijns behandeling.

o Bij patiënten met subacute of chronische parapneumonische effusie moeten tuberculose, maligniteiten, chylothorax, auto-immuun ziekten (lupus erythematosus) uitgesloten worden [tuberculine huidtest, interfe-ron gamma release assay test (IGRA), diagnostische thoracocentese of pleurale biopsie, cultuur voor my-cobacteriën, histologie, cytologie, ...). Bij patiënten met tuberculose wordt een typisch exsudaat aangetrof-fen met predominante aanwezigheid van lymfocyten, een hoge proteïne-, hoge LDH en lage glucosecon-centratie, lage pH. Empirische anti-infectieuze behandeling is bij deze patiënten niet aangewezen (behalve in geval van hoge koorts), de geschikte behandeling moet worden gekozen na een volledige diagnostische work-up.

• Betrokken pathogenen

o Streptococcus pneumoniae.

o Groep A streptokokken (Streptococcus pyogenes). o Staphylococcus aureus.

• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.

Milde of matige pathologie bij patiënten zonder risicofactoren voor infectie door penicilline resistente stammen van Streptococcus pneumoniae.

Eerste keuze: amoxicilline-clavulanaat. Alternatieven.

▲ Ceftriaxone. ▲ Cefuroxime.

Ernstige of overweldigende pathologie (tracheale intubatie vereist) of patiënten met risicofactoren voor infecties door penicilline resistente stammen van Streptococcus pneumoniae: ceftriaxone. Is bewezen dat de pathogeen clindamycine gevoelig is, dan is het aangewezen over te schakelen naar clindamycine omwille van de betere weefselpenetratie (geldt eveneens voor de sequentiële orale behande-ling).

o Standaard posologieën.

Amoxicilline-clavulanaat: (2 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q8h of (1 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q6h.

Ceftriaxone: 2 g iv q24h. Cefuroxime: 1,5 g iv q8h. Clindamycine: 600 mg iv q8h.

o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde anti-infectieuze) behandeling. Gewoonlijk wordt 14 tot 28 dagen aanbevolen.

De optimale duur varieert en is afhankelijk van de betrokken pathogeen en de doeltreffendheid van de drainage, maar werd nog niet vastgelegd via gerandomiseerde klinische studies. Sommige exper-ten behandelen tot 7 tot 10 dagen na het verdwijnen van de koorts, anderen gedurende 4 weken na de drainage.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In februari 1934ontvouwden de leider, Staf de Clercq, en zijn adjunct, Hendrik Elias, de plannen van de partij op een vertrouwelijke vergadering van sympathisanten die

Het zijn rubrieken van zeer verschillende lengte (van 7 regels tot anderhalve pagina druks) en zij bevatten in veel rekeningen posten die men elders zou verwachten: onder het

Vrijwel gelijktijdig met zijn proefschrift waarin hij de samenstelling en de werking van de Drentse Etstoel (hoge bank) en het karakter van de door hem benutte 'ordelboeken' — een

Immers, als hij zijn betoog besluit met de woorden dat wij door de historische ervaring het verleden 'volkomen kennen, omdat het verleden ons in de zelfervaring is gegeven' en

Onderzoek op een groot aantal vakgebieden, waarvan vegetatiekunde, historische geografie en toponymie de belangrijkste waren, leidt tot een gevarieerd beeld van de vroegere

De Amerikaanse on wil om ' atoomgeheimen ' te delen en de Nederlandse wens om het nucleaire onderzoeksveld voor vreedzame toepassingen te exploreren, ingegeven door wetenschappelij-

Aan de orde komen onder meer de houding van de Duitse industriewerkgevers tegenover de Europese integratie en de vaak moeizame relatie tussen opkomende Europese integratieverbanden

Aan de orde komen onder meer de houding van de Duitse industriewerkgevers tegenover de Europese integratie en de vaak moeizame relatie tussen opkomende Europese integratieverbanden