• No results found

Import en export van het Nederlandse agrocomplex en de impact van kringlooplandbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Import en export van het Nederlandse agrocomplex en de impact van kringlooplandbouw"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Import en export van het Nederlandse agrocomplex

en de impact van kringlooplandbouw

R. Bergevoet, G. Jukema, D. Verhoog, J. Benninga, P. van Horne, R. Hoste, L. Puister-Jansen

Mei 2019

(2)

Inhoud

1. Inleiding

3. Handelspositie Nederland

4. Een aantal voorbeelden nader bekeken

5. Waar zitten de kansen en mogelijke pijnpunten

(3)

1. Inleiding

(4)

Inzicht geven in economisch belang van import en export van het Nederlandse agrocomplex door middel van:

de belangrijkste data op gebied van import en export van het primaire, secundaire en tertiaire

landbouwproducten

illustratie van de verwevenheid en complexiteit van de import/export en binnenlandse activiteiten aan de hand van drie voorbeelden geïllustreerd: snijbloemen, eieren en ei-producten, varkensvlees

een eerste inschatting van de gevolgen van de transitie naar kringlooplandbouw.

Doel van de rapportage

(5)

Jaren 70: oliecrisis en einde Bretton Woods system van vaste wisselkoersen drukken NL-exportgroei in 2e helft jaren 80: groei handel zwakt af in tweede helft jaren 80 na beurscrash in 1987;

Jaren 90: sterke groei door voortgaande ontwikkeling van de Europese interne markt, val van de Muur (1989) en groeiende handelscontacten met Centraal en Oost-Europa;

Jaren 2000-2017: snelle groei, onder andere door uitbreiding EU; 2007-2009: problemen met Amerikaanse hypotheekmarkt luidt economische recessie in, en grote prijsstijgingen van landbouwproducten in 2008/2009 zorgt voor handelsverstoringen

Historisch overzicht handelsontwikkeling NL

(obv SITC-secties; levende dieren, voeding en tabak)

0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 70.000 1946 1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011 2016 mi lj o en e u ro Invoerwaarde Uitvoerwaarde Oliecrisis en einde Bretton Woods system van vaste wisselkoersen Val van de muur EU 25

(6)

Sinds 2000 groei vleeskuikens door productiviteitsgroei en import D vleeskuikens die in Nederland geslacht worden

Productieontwikkeling pluimveehouderij

0 200 400 600 800 1.000 1.200 1946 1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011 2016

Vlees van vleeskuikens Eieren

Productierechten

(7)

Productieontwikkeling Nederlandse zuivelproducten

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 1946 1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011 2016 Ka as en mel kp oed er M el kp ro du ct ie

Totale melkproductie Kaas Melkpoeder

Melkquotum

(8)

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000 1946 1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011 2016

Tomaten Komkommer Paprika

Productieontwikkeling glasgroenten

(9)

2. Productie van het agrofoodcomplex in Nederland

en het belang van export

(10)

Aandeel agrocomplex in Nederlandse economie

0 2 4 6 8 10 12

Aandeel toegevoegde waarde

Aandeel werkgelegenheid

1995 2000 2005 2010 2015 2016 1995 2000 2005 2010 2015 2016

(11)

Exportafhankelijkheid:

% van de waarde van de Nederlandse productie dat wordt geëxporteerd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

(12)

Aandeel agrarische export in de totale export van Nederland = ongeveer 18%

Aandeel agrarische import in de totale import van Nederland = ongeveer 15%

Het aandeel agr. in de totale handelsbalans van Nederland = 58%

Groei handelsbalans agr. in 2018 door sterker tekort aan ruwe olie en gas.

Handelsbalans betreft hier goederen en geen diensten.

Belang landbouwhandel voor Nederland

0 10 20 30 40 50 60 70 80 %

(13)

Toegevoegde waarde (factorkosten in € mrd)

11,0 13,9 15,8 15,1 17,8 18,8 8,4 8,5 7,2 9,1 9,4 9,8 3,0 3,6 3,9 4,2 5,7 6,8 6,4 7,0 8,8 11,8 12,4 12,7 2,3 2,9 2,6 3,0 3,6 3,9 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 1995 2000 2005 2010 2015 2016 Distributie Toelevering Verwerking Primaire productie Totaalcomplex, buitenlandse agrarische grondstoffen 13

(14)

Verdeling tussen deelcomplexen in alle jaren gelijk

Toegevoegde waarde naar deelcomplex

47%

14%

18%

13%

6%2%

akkerbouw glastuinbouw grondgebonden veehouderij intensieve veehouderij opengrondstuinbouw visserij jaar 1995 2000 2005 2010 2015 2016 Totaal 31,1 36,0 38,4 43,2 49,0 52,0

(15)

De totale export bedraagt € 90,3 miljard en is goed voor ruim € 41 miljard aan exportverdiensten, dit is € 45 miljard inclusief tertiaire goederen*

€ 37,8 miljard als het gaat om export van goederen van Nederlandse makelij

€ 3,25 miljard voor wederuitvoerproducten

Tertiaire landbouw

€ 3,7 miljard aan tertiaire goederen van Nederlandse makelij

€ 0,25 miljard aan tertiaire goederen wederuitvoerverdiensten

*Exportverdiensten; ofwel de exportwaarde minus de waarde van de import van goederen en diensten die nodig zijn om de goederen te exporteren en eventueel te produceren. Exportverdiensten zijn vrijwel hetzelfde begrip als de toegevoegde waarde die voortkomt uit de landbouwexport. 2018, bron: CBS, bewerking WUR

Verdiensten landbouwexport Nederland

(16)
(17)

Exportlanden landbouwgoederen

0 5 10 15 20 25 Duitsland België Verenigd Koninkrijk Frankrijk Italië Spanje Verenigde Staten China Polen Zweden miljard euro Top 10 exportlanden 72% Buurlanden (BE, D) 36% EU 78% Rest wereld 22%

(18)

Importlanden landbouwgoederen

0 2 4 6 8 10 12 Duitsland België Frankrijk Brazilië Verenigde Staten Spanje Verenigd Koninkrijk Polen Italië Ivoorkust miljard euro Top 10 importlanden 63% Buurlanden (BE, D) 33% EU 60% Rest wereld 40%

(19)

40% van de import wordt na bewerking gebruikt voor wederuitvoer

Fruit is het belangrijkste agrarische importproduct voor Nederland. Veel van dat fruit wordt ‘na bewerking’ ook weer geëxporteerd, namelijk 75%. Dit geldt ook voor:

● cacao en cacao-bereidingen ● oliehoudende zaden ● veevoer

● bereiding van groente en fruit ● groente

● sierteelt

Importproducten die Nederland qua aandeel zelf relatief veel gebruikt of die verwerkt worden:

● natuurlijke oliën en vetten ● vlees

● graan

Belangrijke importproducten van Nederland

19

0 2 4 6 8

Vlechtstoffen Plantensappen Andere producten van dierlijke oorsprong Meel, mout, zetmeel Suiker en suikerwerk Tabak en tabaksproductenLevende dieren Koffie, thee, specerijen Bereidingen van vlees en vis Vis en zeevruchten Sierteelt Groenten Overige voeding Bereidingen van graan, meel, melk Graan Bereidingen van groente en fruit Resten voedselindustrie, veevoer Oliehoudende zaden en vruchten Dranken Vlees Cacao en cacaobereidingen Overige primaire en secundaire landbouw Zuivel en eieren Natuurlijke vetten en oliën Fruit

miljard euro Invoer wederuitvoer

(20)

De belangrijkste 7 productgroepen zijn goed voor 54% van de exportwaarde

De verhouding agrarische export Nederlandse makelij/wederuitvoer = 73/27%

De verhouding overige export Nederlandse makelij/wederuitvoer = 55/45%

 Landbouw relatief meer van Nederlandse makelij

Aandeel wederuitvoer is groot bij

● fruit (77%)

● andere producten van dierlijke oorsprong (67%) ● graan (60%)

● oliehoudende zaden (55%) ● koffie/thee (46%)

● cacao (39%) exportwaarde

Belangrijke landbouw exportproducten Nederland

0 2 4 6 8 10

Vlechtstoffen Plantensappen Graan Andere producten van dierlijke oorsprong Meel, mout, zetmeel Koffie, thee, specerijen Tabak en tabaksproducten Suiker en suikerwerk Bereidingen van vlees en visLevende dieren Vis en zeevruchten Oliehoudende zaden en vruchten Overige primaire en secundaire landbouw Overige voeding Natuurlijke vetten en oliën Cacao en cacaobereidingen Resten voedselindustrie, veevoer Bereidingen van graan, meel, melk Bereidingen van groente en fruit Dranken Fruit Groenten Vlees Zuivel en eieren Sierteelt miljard euro Nederlandse makelij Weder-uitvoer

Wederuitvoer: Wederuitvoer betreft invoer van goederen van buitenlandse makelij die na aankomst in Nederland niet of nauwelijks een bewerking ondergaan en daarna weer worden doorgevoerd naar het buitenland. De goederen zijn tijdens het verblijf in Nederland (tijdelijk) eigendom van een Nederlands bedrijf (in tegenstelling tot bij quasi-doorvoer).

(21)

Tertiaire = landbouw gerelateerde goederen/niet-eetbare goederen

● Alleen goederen die direct aan landbouw te linken zijn. Drones die gebruikt worden in de landbouw zitten er bijvoorbeeld niet in omdat drones ook in andere sectoren worden gebruikt; niet te splitsen in de statistieken

● Producten met hoogwaardige Nederlandse kennis zoals veredelings- of fokmateriaal worden bij primaire landbouw ingedeeld.

Tertiaire landbouw goederen

21 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 Landbouwdrogers Stalinrichting Landbouwgereedschappen Sproeitoestellen Tractors en landbouwtrailers Gewasbeschermingsmiddelen Vaccins voor dieren Kasmaterialen Meststoffen Machines voor de voedingsmiddelenindustrie Landbouwmachines

Nederlandse makelij Weder-uitvoer

0 2 4 6 8 10 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 raming mi lja rd e uro

Duitsland Rest van EU-28 Rest van de wereld

Bron: CBS, bewerking WUR 2018, Bron: CBS, bewerking WUR

(22)
(23)

Case 1: sierteelt/snijroos

Vermeerdering < 10 bedrijven Omzet PM Productie Gemiddelde oppervlakte 2,69 ha 85 bedrijven Areaal 228 ha (2017) Geschatte productiewaarde € 249 mln. Handel Omzet PM Export Plantmat. PM Export € 960 mln. (CBS) Import Enthout PM Import € 563 mln. (CBS) 23

(24)

Snijroos: import en export naar herkomst

270 144 53 42 27 8 4

Importwaarde snijrozen naar

herkomst in € mln.

Kenia Ethiopië België Ecuador Oeganda Colombia Zambia 372 175 133 70 38 24 20 18 17 15

Exportwaarde snijrozen naar

bestemming in € mln.

Duitsland Frankrijk Verenigd Koninkrijk Polen Zweden Oostenrijk Russische Federatie Finland Zwitserland Denemarken

(25)

Prijsverloop rozen

0 20 40 60 80 100 120 140 160

jan. febr. mrt. apr. mei jun. jul. aug. sept. okt. nov. dec.

pe rc en ta ge Valentijnsdag

Bron: KWIN Glastuinbouw 2019

(26)

Snijroos: areaalontwikkeling in ha

Bron: CBS Landbouwtelling

0 100 200 300 400 500 600 700 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Afname in areaal door concurrentie van/verplaatsen

(27)

Telen zonder of met minder assimilatiebelichting

Lichtere kwaliteit en minder productie in winter: dus lagere prijs en marge

‘Koud zetten’ in de winter (geen jaarrond teelt)  marge wordt voor groot deel in winter gemaakt en je mist ‘Valentijnsdag’

Roos: uitdagingen kringlooplandbouw

(28)

Mengvoederindustrie3

Circa 100 mengvoerfabrieken

Productie pluimveevoer 3,1 mln. ton, waarvan circa 1,4 mln. ton legsector

Pakstation Circa 70 bedrijven

Consumptie voedingsmiddelen met ei (sauzen, pasta, brood, ijs etc) 800–850 mln. eieren (equivalent) Import eieren6 2900 mln stuks Herkomst vooral D, BE en PL Export eieren 6.300 mln. stuks Bestemmingen:: D, 80% Overig EU, 15% Buiten EU, 5% Import eiproducten equivalent 730 mln. eieren Herkomst eipoeder uit vooral VS en Oekraïne

Veevoer Grondstoffen Mais (25%) uit D, FR Tarwe (40%) uit D, FR, VK Soja (15%) uit ARG, BRA, VS Raapzaad (5%) uit DU, NL

Overig/premix (15%) Ouderdieren en Broederij

5 broederijen 35 tot 40 mln. kuikens

Opfok leghennen

200 bedrijven met 11,6 miljoen dieren

Mestafzet

Export, circa 45% van de mest. Naar DU en FR

Verwerking tot mestkorrel, 10 tot 20%.

Verbranden, BMC. 30 tot 40% Afzet assen binnen EU, vooral naar FR, VK en PL

Fokbedrijven Nederland, Duitsland, VS

Leghennen

860 bedrijven met 34,8 mln. leghennen productie 9.600 mln. eieren Eiproducten fabriek5 Circa 15 bedrijven Voedingsmiddelenindustrie Export eiproducten equivalent 3400 mln eieren

O.a hoogwaardig gedroogd eiwit naar Japan

Via vooral supermarkt verkoop consumptie tafeleieren

NL afzet circa 2100 mln

Food service schatting 15 à 20% NL afzet

550 mln.

(29)

Casus2: eieren en eiproducten

Duitsland, 451 Frankrijk, 22 Belgie, 76 Verenigd Koninkrijk, 75 Denemarken, 8 Rest Europa, 36 Rest Wereld, 59

Waarde export

[miljoen euro]

Duitsland, 104 Frankrijk, 16 Belgie, 66 Verenigd Koninkrijk, 2 Denemarken, 5 Rest Europa, 44 Rest Wereld, 1

Waarde import

[miljoen euro]

Eieren 65% Eiproducten 35%

Export

Eieren 80% Eiproducten 20%

Import

(30)

Case 3: varkensvlees

Duitsland, 1077 Belgie, 216 Verenigd Koninkrijk, 425 Rest Europa, 1093 China, 355 Rest Wereld, 513

Waarde export

[miljoen euro]

Duitsland, 515 Belgie, 327 Verenigd Koninkrijk, 18 Rest Europa, 256 Rest Wereld, 3

Waarde import

[miljoen euro]

Vlees 49% Verwerkt vlees 9% Worstprod ucten 4% Overige vlees-waren 3% Eetbare bijproduct en 9% Levende varkens 26%

Export

Vlees 45% Verwerkt vlees 7% Worstprod ucten 11% Overige vlees-waren 11% Eetbare bijproduc-ten 9% Levende varkens 17%

Import

(31)

Weinig/geen onderzoek naar gevolgen kringlooplandbouw

Van Berkum en Berkhout in Dolman et al. 2019*:

Mondiaal transport: beperkte gevolgen vanwege mogelijkheid tot mestexport ● mineralenbalans in evenwicht, geen reductie broeikasgassen

● governance: regelgeving op ruimtelijke ordening en kwaliteit mestproducten

Europees evenwicht: -25% export door beperking veevoerimport uit Europa

● minder mest, stikstofverliezen en broeikasemissies

● governance: teeltstimulering wel, grensbescherming geen optie

Nationaal evenwicht: forse terugloop aantal dieren en export

● milieuproblemen opgelost

● governance: alleen aanwendingsnormen en/of dierrechten effectief instrument

Ook: meerdere PPS voorstellen om gevolgen van verschillende scenario’s van kringloop te bestuderen.

*Dolman et al. (2019) De Nederlandse landbouwexport in 2018 in breder perspectief, Wageningen, Wageningen Economic Research rapportnr. 2019-001

Gevolgen kringlooplandbouw

(32)

Europese regels zijn gericht op vrij verkeer van goederen, diensten en productiefactoren op de gemeenschappelijke markt

Landsgrenzen als basis om kringlopen te sluiten? Grensregio’s geregistreerd als export maar afstand is klein: wel/geen onderdeel van kringloop?

Verschuiving van goederen naar kennisexport? Is de overblijvende productiecapaciteit voldoende groot om kennisinfrastructuur in stand te houden?

Meer inzicht nodig in alternatieven en mogelijkheden voor innovatie om belemmeringen op te heffen.

Cijfers bij CBS, Eurostat of Comtrade geven geen inzicht in kwaliteiten/keurmerken en wat nu duurzame producten zijn en welke niet.

Onvoldoende inzichten in handel van ‘halffabrikaten’ en waar een en ander voor wordt gebruikt en op wie of wat het van invloed is (Ketentransparantie zie https://vimeo.com/10717795)

Omvang kennisexport is moeilijk in te schatten: gedeelte zijn diensten, gedeelte in tertiaire productie en gedeelte in primaire en secundaire productie. Huidige manier van registreren laat niet toe om hier goed inzicht in te krijgen.

Uitdagingen bij sluiten kringlopen

(33)

Uitvoerwaarde (export): De waarde van de door ingezetenen aan het buitenland geleverde goederen volgens de statistieken van de internationale

handel. Dit is de waarde, inclusief vracht- en verzekeringskosten, tot aan de Nederlandse grens. Dit kunnen goederen zijn die in Nederland zijn

voortgebracht of vervaardigd, maar ook aanvankelijk ingevoerde goederen. Tot de uitvoer behoren ook tijdelijk uitgevoerde goederen die in opdracht van een ingezetene in het buitenland een behandeling ondergaan (passieve loonveredeling).

Quasi-doorvoer: Quasi-doorvoer betreft invoer van goederen van buitenlandse makelij die na aankomst in Nederland niet of nauwelijks een bewerking

ondergaan en daarna weer worden doorgevoerd naar het buitenland. De goederen zijn tijdens het gehele verblijf in Nederland eigendom van een buitenlands bedrijf (in tegenstelling tot bij wederuitvoer). De quasi-doorvoer is geen onderdeel van de Nederlandse cijfers over de Nederlandse handel (Bron: CBS), wel bij de Europese cijfers over de Nederlandse handel (Bron: Eurostat).

Uitvoer van goederen van Nederlandse makelij: Uitvoer van goederen van Nederlandse makelij betreft uitvoer na productie in Nederland of uitvoer

na significante bewerking van goederen van buitenlandse makelij (waarbij wordt gekeken in hoeverre de statistische goederencode van het goed al dan niet sterk is veranderd). Wederuitvoer en uitvoer van goederen van eigen makelij vormen samen de totale Nederlandse uitvoercijfers.

Wederuitvoer: Wederuitvoer betreft invoer van goederen van buitenlandse makelij die na aankomst in Nederland niet of nauwelijks een bewerking

ondergaan en daarna weer worden doorgevoerd naar het buitenland. De goederen zijn tijdens het verblijf in Nederland (tijdelijk) eigendom van een Nederlands bedrijf (in tegenstelling tot bij quasi-doorvoer).

Invoerwaarde (import): De waarde van door het buitenland aan ingezetenen geleverde goederen volgens de statistieken van de internationale handel.

Bij invoer uit EU-landen is dit de waarde van de goederen, inclusief vracht- en verzekeringskosten, tot aan de Nederlandse grens. Bij invoer uit niet-EU-landen is dit de waarde, inclusief vracht- en verzekeringskosten, tot aan de buitengrens van de Europese Unie. De invoer van goederen betreft alle goederen die voor gebruik of verbruik in het economisch vrije verkeer van Nederland zijn gebracht. Dit is het geval wanneer de invoerheffingen en nationale belastingen zijn voldaan. Tot de invoer van goederen behoren ook:

- tijdelijk ingevoerde goederen die in ons land, in opdracht van een niet-ingezetene, een behandeling ondergaan (actieve loonveredeling); - goederen uit niet-EU-landen die via een entrepot in het economisch vrije verkeer van Nederland komen;

- ingevoerde goederen die, zonder enige bewerking te hebben ondergaan, weer worden uitgevoerd (wederuitvoer).

 Overige verklaringen lees de dataverantwoording van RAPPORT 2019-001 ISBN 978-94-6343-405-8

Terminologie handelscijfers

(34)

CBS Landbouwtelling 2017

Wageningen Economic Research. www.agrimatie.nl

Nevedi. www.nevedi.nl. Data 2017

Feedprint https://www.wur.nl/nl/show/Feedprint.htm

Anevei

Voorzieningenbalans 2017. www.agrimatie.nl

Dolman et al. (2019) De Nederlandse landbouwexport in 2018 in breder perspectief, Wageningen, Wageningen Economic research rapportnr. ISBN 978-94-6343-405-8 WUR rapport 2019-001.

(35)

Meer informatie

35 Ron Bergevoet ron.bergevoet@wur.nl +31 (0)317 484 656 www.wur.nl/economic-research

Wageningen Economic Research 2019-059 Projectcode 2282300395

Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Economic Research in opdracht van en gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van het Beleidsondersteunend Onderzoek ‘Agro-economie, markt en handel’ (projectnummer BO-43-014.01-043).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de Pharmacopée bevatten broompiilen 500 of 1000 mg bromide; genoemd worden kalium-, natrium-, magnesium- en ammoniumbromide. De dagelijkse dosis gaat tot maximaal 5 S van

As children gain English language skills as their cultural capital in English kindergartens (Park, 2009), they are transformed into useful and usable human capitals with

In consideration of the economic challenges that the local government is still faced with to date, this study was set out to explore the implementation of LED

Identification of tick species currently infesting dogs, cattle, sheep and goats in different provinces of South Africa (Free State, KwaZulu-Natal, North West, Eastern Cape

Het thema Energiebesparing in de Gebouwde Omgeving is in onderstaande waardeketen gericht op de ontwikkeling van nieuwe materialen en componenten voor de energie- neutrale

Tyd ontbreek om dit verder toe te lig, maar dit is duidelik dat die aantasting van menswaardigheid 'n belangrike rol gaan speel by die uitleg en toepassing van wetgewing en

The purpose of this study was, therefore, to identify latent profiles for managers in agricultural organisations based on 14 items of the Mental Health Continuum – Short

Ten eerste word beweer dat alles veranderlik is en in wording verkeer. Dit is in foutiewe vertolking vanuit. in partikuliere uitgangspunt van onder andere die