• No results found

Het overschrijdings-diagram van neerslag- en afvoerverdelingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het overschrijdings-diagram van neerslag- en afvoerverdelingen"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING NOTA no.206 d.d. 12 juli 1963

Het overschri.idings-diagram van neerslag- en afvoerverdelingen Ir. Ph.Th. Stol

BIBLIOTHEEK m HAOT

Droevenda£'lsest.eeg ia Postbus 241 6700 AE Wagenmgen

VfiSU^

CENTRALE LANDBOUWCATAL.OGUS IO8/O763/25 0000 0672 2272

(2)

p a g i n a

I . INLEIDING 1 I I . HET FLUCTÜATIEDIAGRAM 2

I I I . EET DIAGRAM VAN TWE FREQUEOTIEVERDELINGEN 6 I V . ANALYSE VAN HET OVERSCHRIJDINGS-DIAGRAM 8

V . DE BERGING IN HET OVERSCHR.-iDIAGRAM VAN AFVOER EN NEERSLAG 13

V I . LITERATUUR 15

(3)

I. INLEIDING

Een gebruikelijke en overzichtelijke methode voor het onderling vergelijken van twee series waarnemingsuitkomsten is het "tegen elkaar uitzetten" van de meetresultaten. Bekende voorbeelden van deze wijze van werken zijn: het uitzetten van waterstandsgegevens uit twee

peilbui-zen, het uitzetten van peilhoogten in waterleidingen van twee meetpunten, het uitzetten van neerslaghoeveelheden van twee regenstations enz.

Door het toepassen van deze werkwijze worden de bekende stippendia-grammen verkregen, die het midden kunnen houden tussen een "stippenwolk" en een "nauw verband0.

Voor een verdergaande analyse van het verkregen resultaat, anders dan een kwalitatieve illustratie, zal moeten worden nagegaan wat de mathematische grondslag van de bovenbeschreven werkwijze is» Deze zal eerst in het kort worden besproken»

(4)

II. HET FLUCTÜATIEDIAGÏLRT

Het kenmerkende van het "uitzetten tegen elkaar" van overeenkomstige

grootheden is het feit dat steeds gegevens worden uitgezet, die in een "bepaald opzicht iets gemeenschappelijks hebten, zoals in het voorbeeld van de waterstanden: het tijdstip van optreden. In het stippen-(fluctu-atie)-diagram komt dit tijdstip niet meer op de assen voor, doch kan "bij elke stip worden bijgeschreven en is dus in deze figuur een parameter, die uit de betrekking tussen de op de assen uitgezette variabelen is ge-ëlimineerd (figuur 1 ) .

Stel bijvoorbeeld dat de waterstand p in buis 1 een functie f. is van de tijd t, dan geldt:

P-, - ^ ( t ) (2.1)

Een tweede buis kan op een andere wijze op de seizoenbeweging reage-ren dan de eerste zodat een andere functie met de tijd wordt gevonden, bijvoorbeeld:

P2 - f2 ( t ) ( 2"2 )

Wil men nu nagaan of in het algemeen p1 « p_s dua of de waterstanden

op eenzelfde tijdstip aan elkaar gelijk zijn, dan worden mathematisch de volgende handelingen verricht (figuur 1 ) .

a. de inverse functie wordt genomen, zodat t expliciet is gemaakt»

t - f^1(p1) (2.3)

t = f~1(p2) (2.4)

b. voor gelijke tijdstippen t worden (2.3) en (2.4) tegen elkaar uit-gezet zodat de betrekking wordt verkregen:

f;

1

(p

2

) - < (

P 1

)

en dus met bijvoorbeeld p op de y-as

Po = f?

j f ;

1

(

P l

) | (2.5)

'2

x

2\

(5)

c. in het stippondiagram wordt de relatie tussen p_ en p. "beoordeeld

en in het algemeen zal een functie g worden gevonden, in symbolen

P

2

= g(p.,) (2.6)

zodat in verband met (2.5) symbolisch geldt

Het meest eenvoudige verband dat voor (2.6) kan worden

gevon-den is

P

2

» P

1

met andere woorden beide waterstandsbuizen vertonen op hetzelfde

tijdstip steeds dezelfde waterstand» zodat in verband met (2.5)

geldt

waaruit de conclusie volgt dat

f., = f

2

(2.7)

en, teruggaand naar (2.1) en (2.2)

P

1

= f(t)

P

2

- f(t)

In het algemeen zal de functie g in (2.6) niet deze eenvoudige vorm

aannemen en de relatie tussen f.. en f„ zal dan ook minder eenvoudig zijn

dan die in (2.7). Bovendien hangt het van f,, en f~ af welk functioneel

onderscheid tussen beide bestaat voor een bepaalde vorm van g.

Met p„ = ap. kan nog algemeen worden afgeleid dat

p

2

= ap. = a f ^ f ^ C p ^ j =

f

2 f 1

1 ( P

1

)

\

( 2 # 8 )

zodat

f s af

(6)

Meer gecompliceerd is p„ = g(p1) reeds als algemene lineaire

"betrek-king dus wanneer het fluctuatiediagram een rechte voorstelt die niet door de oorsprong gaat, dan namelijk is

P2 = ap1 + b

Hieruit is het al niet meer mogelijk een algemene relatie tussen f? en f1 af te leiden, aangezien a en h beide tot de operatoren van de

functie g behoren en het afzonderen van het argument (p ) volgens (2.8) niet meer algemeen mogelijk is«

De gevallen waarin van een stippenbundel of zelfs een stippenzwerm sprake is zijn terug te brengen tot het feit dat minstens êên. van de

inverse betrekkingen (2.3) of (2.4) meerwaardig is. Deze meerwaardigheid kan optreden door:

a. meerwaardigheid van (2.3) of (2.4) zelf, welke ontstaat doordat bijvoorbeeld (2.1) of (2.2) cyclische functies zijn (figuur 1 ) . b. het aanwezig zijn van een grootheid die mede het verband tussen

de variabelen vastlegt. Deze grootheid kan dan nog functioneel of toevallig veroorzaken dat bij een bepaalde y meer waarden van t kunnen optreden (figuur 2 ) .

Het eerste geval van figuur 2 kan nog als volgt worden behandeld. Stel dat y afhankelijk is van t en h, zodat

y-, = ^ ( t . h )

y2 - f2(t,h) (2.8)

De functie die t in y1 uitdrukt is slechts bij constante h de

in-verse van f zodat moet worden geschreven, bijvoorbeeld t = ^ ( y ^ h )

t = 0

2

(y

2

,h)

Na eliminatie van t door gelijkstelling volgt»

0

2

(y

2

,h) = jZ^y^h)

en in verband met (2..8)

y

2

- f

2

j ^(y^hj.hl

108/0763/25/4

(7)

zodat "bij constante y1 de functionele "betrekking wordt

y2 =4>(h)

waaruit dus volgt dat bij een constante waarde van y«., afhankelijk van de waarden van h, verschillende waarden voor y„ worden gevonden.

Bij de gebruikelijke, vaak kwalitatieve wijze van werken met fluc-tuatiediagrammen kan men het wel zonder de boven uiteengezette theorie stellen. Bij gebruik van de methode van het tegen elkaar uitzetten van twee series gegevens in meer gecompliceerde gevallen is het wel noodzake-lijk een analyse van de eigenschappen van het gevonden verband uit te voeren.

In I.C.W.-ïïota no.165 over het gebruik van frequentieverdelingen bij het afvoeronderzoek is een voorbeeld gegeven van het vergelijken van

twee frequentieverdelingen (namelijk die van de afvoer en die van de neerslag) door deze tegen elkaar uit te zetten.

De wiskundige grondslagen van deze bewerking zullen thans nader worden uiteengezet.

(8)

III.HET DIAGRAM VAN TWEE FREQUENTIEVERDELINGEN

Stel dat de cumulatieve neerslagverdeling wordt weergegeven door de functie (zie Nota no.186 pagina 2)

P(N < H) - f f(u)du - |f(u)du (3.1)

In woorden* de kans dat de (stochastische) grootheid N een waarde aan-neemt kleiner dan N is de integraal van - «> tot N van de kansdichtheids-functie f(H). De laatste gelijkheid is verantwoord door het feit dat de neerslaghoeveelheid geen negatieve waarde kan aannemen en dus

f (u)du - 0

Stel vervolgens dat de cumulatieve afvoerverdeling op analoge wijze wordt weergegeven door

P(A < A) » Fg(u)du - f g(u)du (3.2)

Vervolgens wordt de kans P geëlimineerd door gelijkstelling van

P(N < N ) = P(A < A ) (3.3) zodat ook in verband met (3.1) en (3«2)

j f(u)du = (g(u)du (3.4)

Hierin is dus f(u) de kansdichtheidsfunctie voor de neerslag en g(u) de kansdichtheidsfunctie voor de afvoer.

Het eliminatieresultaat, dat overschr.-diagram zou kunnen worden ge-noemd, levert een betrekking op tussen de variabele grootheden A en N

(figuur 3)« Deze betrekking zal thans nader worden bestudeerd.

Allereerst moet nog worden opgemerkt dat de functies (3*1) en (3»2) monotoon stijgend zijn, zodat steeds geldt

indien N2 > ^ dan Pg(N) >P1(N)

indien A„ > A. dan P „ ( A ) > P., (A)

(9)

Door eliminatie van gelijke waarden van P ontstaat weer een mono-tone, en tevens weer eenwaardige functie waarvoor

indien N > N dan jL(ir) > ^ ( N ) (figuur 3)

Bit houdt in dat het overschr»-diagram geen stippenzwerm of stippen-"bundel te zien geeft doch een "redelijk strakke curve" welke men gaarne voor nadere analyse zou willen gebruiken.

(10)

IV .ANALYSE VAN HET OVERSCHRUDINGS-DIAGRAM

Onderscheid z a l worden gemaakt t u s s e n de volgende grootheden

A, N a l s aanduiding van de afvoer, r e s p e c t i e v e l i j k n e e r s l a g , indien

deze f u n c t i o n e e l t e n opzichte van e l k a a r worden beschouwd en

gedacht wordt aan een chronologische rangschikking van

meet-u i t k o m s t e n .

A, N a l s aanduiding voor de afvoer r e s p e c t i e v e l i j k n e e r s l a g , s p e c i

-a -a l w-anneer de k -a n s v e r d e l i n g mede i n beschouwing wordt genomen

en gedacht wordt aan een rangschikking van meetuitkomsten n a a r

g r o o t t e .

A , N a l s aanduiding voor de bovengrenzen waartoe g e ï n t e g r e e r d moet

S S

worden voor h e t berekenen van de o n d e r s c h r i j d i n g s k a n s , b i j v o o r

-b e e l d P(A < A ) = p%

"Worden nu i n een f i g u u r tegen e l k a a r u i t g e z e t die waarden van A en

N waarmee aan (3»4) voldaan wordt, dan o n t s t a a t een b e t r e k k i n g t u s s e n

de bovengrenzen van de k a n s i n t e g r a l e n . Met andere woorden b i j een b e p a a l

de waarde van N wordt afgelezen welke waarde van A moet worden t o e g e

-8 S

p a s t voor h e t v e r k r i j g e n van g e l i j k e o n d e r s c h r i j d i n g s f r e q u e n t i e s ( f i g u u r 3 ) ,

De r e l a t i e d i e wordt gevonden i s dan ook deze d a t s t e e d s wordt aangegeven

d a t b i j een bepaalde neerslaghoeveelheid ff of minder een afvoer z a l

op-t r e d e n op-t e r g r o o op-t op-t e A of minder.

S t e l vervolgens d a t e r wordt gevonden over h e t gehele t r a j e c t

A =» bN + a (voor de bovengrenzen)

S S

dan kunnen de volgende h e r l e i d i n g e n p l a a t s v i n d e n

/

-bN+a

g(u)du = g(u)du

differentiatie naar de variabele bovengrens geeft [HÜTTE, pagina 127]» g(A) = g(bN + a)

zodat de grootheden A en bïï + a dezelfde kansdichtheidsfunctie hebben en dus isomoor zijn of, in formule

A ~ b N + a (4.1) IO8/0763/25/8

(11)

De uitkomst (4«1 ) houdt niet in dat een functionele relatie van

het-zelfde type aanwezig zal zijn dus in het algemeen

A / M + a (4.2)

c - 0 - 0 - 0 - 0

De betrekking tussen de "bovengrenzen mag niet voor een betrekking

tussen de oorspronkelijke variabelen in de plaats worden gesteld.

Wan-neer namelijk van twee grootheden de kansverdeling identiek is, behoeven

deze twee grootheden zelf nog niet functioneel te zijn gebonden. Een

be-kend, wat simpel voorbeeld is dat van het gooien met twee dobbelstenen.

De kansverdelingen voor steen D. en voor steen D_ zijn identiek, toch

zullen in het algemeen dezelfde uitkomsten niet gelijktijdig optreden,

zodat D«. ^ D

?

. Ook het verschijnsel van na-ijling - bijvoorbeeld de

3e worp van D„ = 1e worp van D., wat overigens met eerlijk spel niet

re-aliseerbaar is - valt in de frequentieverdeling niet te onderscheiden

van de andere gevallen, zodat indien voor de bovengrenzen geldt

D.. = D

2

(bovengrenzen)

onder andere de volgende betrekkingen tussen de uitkomsten nog mogelijk

zijn

voor elk paar uitkomsten

(B

2

) - ( J O

3e 1e

D

2

- D,

Het bovenstaande houdt verband met het feit dat in de

frequentie-beschouwingen de werkelijke volgorde waarin de waarnemingen tot stand

zijn gekomen wordt verstoord en de regelmaat van de naar grootte

gerang-schikte gegevens voor in de plaats treedt.

0 — 0 - 0 - 0 - 0

(12)

K l i n s e n van k

e n

«•

De b e t r e d i n g

t u s s e n

-~~ ,

+ a e

g e l i ^

e i à

Aor, eevonden*. >.

o n

t s t a a t ae s

geade afleiding * ° *

d e n

** .

+ i e v a n

P i n (3-4)

o n

« ae e l i m i n a t i e

Uitgaande van de

.*., i ?»*»•

p a g i n a Differentiatie naar de paramei

fVSJ nerleiding en enige

"hpiae J.«

en dus, n a verwisseling

van

M U . !•«•»•

e

" ~ ° (

4

. 5 )

1 f(ïO

6

en * ! — « * *

e t i e k t o 6

Aen rf«.»" dat met een

* nr -hiivoorTaeeld z a

l g e x a e n

£

( J ) ^ - 4 )

g ( i )

" 0

f

C O

S a o r

a l l e e n gebruik

* • « a o c e n van • • » * * \

T e r t 8

» d (4-5)

ten

v o

o x b e t È f f i ç t i o n e i - ^ ^ „„

+ a

a t ae grootheden « f t - « *

a

a

hand aan « »

e m e n

* * * .

t b e t

eveneene voor

. * ^ e r ^ g - ; \ 7

e l t ó r e l a

u e . » » ^

o n d e r r o

e , e n .

a « V u a n d l i g g e n d xs

l e

„etelcenxs

a

^ e « « T e e x d on » 3 "

f u n

-.a flat oenalve

g

n de op C r o n o l o g i s ^ e * J

-l p

v e t r e e i n g * * * * de

^

l à t

de f u n c t i o n e l e * e t r

^ = > ^ > T K

g e l d t ae

(13)

gerangschikte g e g

e v e n s

A

'

W + a

„ à worden t e r e

-à e w a a

rde van A vroxu

Voor e * e ^ r d e ~ J ^ * j £ Z Z . — n e , * •

kend,

Z0

dat A en W + »

d e z e l t k

oo -bïf + a

de ^ « r d e l i ^ n [mSEK, p a

-zodat

A-a

Vu)au = f* *W*>

de p a r a f e , A - i g t [ « « • ^ ^

« a a ^ a door d i f f e r e n t i a t i e naar de para»

g U )

" ^ * doe» nu door

ge-(A »•> verkregen doen nu

i —ïfae uitkomst van V W / -ebonden.

t r u i k

te *a*en « n * * * *

VM1 4 e

r e l a t i e xn * *

-Lderdaaa i s aus aan de ^

^

^ „ , te

n u * na t e gaan « I k ™» « ge-

+

,

g

6

A - «

+

»

of :

m e t

met

A

w + a

A

i Ml + a

aoT1 r o l

spel©», zodat

««• na-ióüngen een r o i BV

+

* ireval kunnen nog na U

i v 0 0

rt>eeld

T-

h e

t eerste geva-t voldaan aan t>i3v°

i n d i e n A ^ W

+ a +

. . . + a

A

. UJ + ^

+ M

2

0

+ in Nota no«l66.

ssoals uiteengezet xn

(14)

. A*+ indien in

h e t

spronkelijke reeksen Tineen, zoals

Van gelang i s v ^

r e l a t i e x n

he

geV

onden,

r,

D

*-T «oSlimineera w

i u

. „ .

a a

l l

e e n

_

na-Ulag, «eWim

A

. M +

A l t e r

natieve

formu-da« duidelij*« dan « t de ^ ^

t

. i l

^ deae . e r s c h w i n g » e t * '

rf

,

o a l s

die «» * * J ^ „

B

les ™den dan *

"

^

M

« i» - * • « - * " * " '

[ftrtt » . 1 6 6 ] , teneinde de spr

(15)

„ diagram tussen

neerslag-In het o v e r s c n r -

v o o r

. „

e

vatten geen

sich nog ae volgende c o m p l y ^

a l B

neerslag * ™ ^

negatieve waarde» ( * .

l

' - ° "

^ onderschrijdxngstans

dicht Mi nul gelegen rt.» • «

. - i vM.de reeksen geldt (5-1 )

wijl voor oeide

o )

, o

U

. . tussen de Mvengrensen « 1

.

s

c h r - ^

a m d e

«

l a t i e t U S

zodat in het overs

ehr-. ,_ _„„+ehr-. waarvoor

zoaax m ne*, u v o "

-eindigen i n het punt waarvoor

, . 0

_\ , «.«or dat de h e

-(figuur 4 t o t en « * 1 '

u j l

steeds het geval *

Hier doet sich dus

tet g e h e

l e trao

t ^ i n g tussen » "

^

T

«

^ 4 t o t en - J J

^ ^

l i n e a i r e functie ton * « » •

8 t o t

„ met 10 U I »

enVceXe voorheelden gegeven- » ^ t i g e curven. _

een aantal g

— ^ ~ * ^

^

^ ^ ^ ^

o p

.

A « O, doch m eindpunt ^0,u;

n e

gatieve

-

Q+

naderen naar n«* n-otreden van n«e

t r e d e n en het naaei

s o p h e t

opi.

a

a

t u i t e i n d e l i 3

K a B

de eigenschap dat u i

. . ., o is ( 5 *

1

) *

de eigens ou«.* — ,

. . ,

v

aan 0 i s K.0'

1

'

waarden geHD*

waarden geH3

K

^

a a n v d a

a g s e sommen,

v o o r hoge maarden van S goed

v o o r nws » . b5 +

b l ï

+ a

a

S

*

0

« l t e van de met h

gereduceer-j. -i = flat gedeelde -v»"

. „ hier opgevat als aa* e

e

,

t r a p o

l a t i e worden

gevon-"

l e

T t n i e t t o t afvoer Komt, *an ^ " ^ L d e n van , - X gelden

a e neerslag dat m e t

s ï 0 0 r M g e

waa

« . . indien wordt aangenomen,

to

f igaur 6 hevat geen m o g e l n d e n voor

txet geven van ^ ^

(16)

„*•*, ^ . s . . «

1 V 1

o

9

;

d

Verfasser ^ / ^ K l i n s e n Wà

h e t

^ n d e r

-( I . C .TI. w •

1

' /

J Jl

.

f

.equentieverdelxnge

r-^T ™, rmn 1962* Het S ^ .x, . i ë n- t e n .

zoek naar ax^ 4

nV

loed va» de v o o r

-Bota no.l65> ^ onderzoek naar de

a f v Q e r

.

, 1962. B e n ^ r x e n » ^

t u s s e n n

e e r s l a g

£

£

»

?

u e n t i

everdeXin

g

scur,en ( l ) . Het »

i t z e t

_

-

1

9

6

3

. O ^ - S S S - ^ '

ten van cumulat-ev

- _ 1 fi h »

-oen »<*— - ^ .

Sota no.1°

b,

>

(17)

&» de afvoer geeft. Mogelijk zou ook hier een afzonderlijke b e w e ^ ; ^

Vatt

lage en hoge N~waarden aan het l i c h t kunnen brengen of h i j v e ^

s

lende niveaux van U verschillende waarden voor a worden gevonden* ^

d e n

die wegvallen h i j een "bewerking van het t o t a l e materiaal in <1^ _,

luentieàiagrammen, zie schema figuur 6a. In formule l u i d t deze h x ^ .

A = bN + a(H)

Een eerste onderzoek naar de mogelijkheid een dergelijke s o i i

e 3

. .

to+ " i n g

x

stand te brengen i s in voorbereiding, doch opgemerkt moet woj.*«»

de ^«n. d a t

v

«rwachtingen daaromtrent n i e t hoog gespannen kunnen zijn. Dooj.

h refc

6hing brengen van de voorperiode kan reeds een goede b e s c h r i ^ - ^

de •*• ® va n

afvoer u i t neerslaggegevens worden verkregen, zoals voor de s

pV

^

Wer<

l aangetoond [Nota no. 166], bovendien l i j k t het in d i t s t a d i g

j |

0

*sn on—

et,

aci e t van meer waarde de voorgeschiedenis in de vorm van g r o x i ^

a +

^a&dsniveaux in de berekeningen op te nemen.

In d i t geval zou dan een deel van de seizoenbeweging, thans >%

eIV •

g v

° o r

*• j a a r op dezelfde wijze voorgesteld door de kalendermaand, 'word

a ï l

g e n door een hydrologische maatstaf.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo plakken we er steeds rechtsboven een gelijkzijdige driehoek aan, de ene keer met de top naar beneden, de andere keer met de top naar boven.. De zijden van de nieuw te

Percentage personen dat in de afgelopen 3 maanden voorafgaand aan het interview goederen of diensten heeft gekocht of besteld, gepercenteerd over degenen die in de 4 weken

− Als er wel elektrische energie tegen nachttarief wordt geleverd, moet het verwarmingselement alleen aan zijn wanneer de temperatuur lager is dan 80 °C. De schakeling zorgt er

However, for options with relatively short contractual lives, or that must be exercised within a short period of time after a vesting date, the BSM model may result in a value that

The Sonicare patented technology of the Sonicare Elite combined with the latest in brush head design, creates dynamic fluid action that removes plaque, reverses gingivitis

Organogram van Advies -en

Object_ID, Shape, Unique_ID, Job_ID, Ring_Feeder, Sup_DB, Sup_MS_Feeder, Sup_DS_Feeder, Sup_DS_Transformer, Cable_Material, Cable_Size, Cable_Composition, Outside_Diameter,

Een tweede waarnemer die zich verder van de heistelling bevindt dan de eerste, meet ook een aantal malen op verschillende afstanden hoeveel tijd er verloopt tussen het tijdstip dat