• No results found

Helmut Kohls stempel op de Nederlands-Duitse betrekkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Helmut Kohls stempel op de Nederlands-Duitse betrekkingen"

Copied!
72
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Helmut Kohls stempel op de

Nederlands-Duitse betrekkingen

De Nederlandse en Duitse berichtgeving over de bezoeken van Helmut Kohl aan Nederland in de periode van 1979 tot 1998

(2)

2

Helmut Kohls stempel op de

Nederlands-Duitse betrekkingen

De Nederlandse en Duitse berichtgeving over de bezoeken van Helmut Kohl aan Nederland in de periode van 1979 tot 1998

Student: Brigitte van Manen Studentnummer: 5871875

Onderwijsinstelling: Universiteit van Amsterdam Studie: Duitslandstudies

Masterscriptie Duitslandstudies Eerste scriptiebegeleider: Dr. Hanco Jürgens Tweede scriptiebegeleider: Dr. Moritz Föllmer

Datum: december 2014 Plaats: Amsterdam

(3)

3 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding ... 4 1.1 Helmut Kohl ... 5 1.2 Kohl en de media ... 6 1.3 Nederlandse-Duitse betrekkingen ... 8 1.4 Relevantie ... 13 2 Methodologie ... 16 2.1 Kranten ... 17 2.2 Krantenartikelen ... 20 2.3 Transnationale geschiedenis ... 20

2.4 Communicatie- en taalwetenschappelijke theorieën ... 21

2.5 Stappenplan ... 22

3 Bürger fragen – Politiker antworten ... 24

4 De jaren tachtig ... 31

4.1 1982 ... 31

4.2 1987 ... 33

4.3 1987: de krantenartikelen ... 35

4.4 1989 ... 37

5 Eerste officiële bezoek na hereniging ... 40

6 Bliksembezoek 25 januari 1995 ... 46

7 Het grote contrast ... 51

7.1 Krantenartikelen ... 53 7.2 1997 ... 59 8 Conclusie ... 60 9 Literatuurlijst ... 66 Primaire bronnen ... 66 Secundaire bronnen ... 70

(4)

4

1 Inleiding

Op 22 februari 1979 nam politicus Helmut Kohl deel aan het Duitse ZDF-programma Bürger fragen, Politiker antworten.1 Dit programma werd gemaakt aan de vooravond van de allereerste Europese verkiezingen. De Christlich Demokratische Union (CDU)-leider maakte toentertijd deel uit van de oppositie in Bonn. In dit programma werd Kohl ondervraagd door een kritisch, Nederlands publiek in Den Haag. Het Nederlandse publiek was de Tweede Wereldoorlog nog lang niet vergeten en het debat werd dan ook geopend met een vrouw die

Kohl erop wees dat haar vader vermoord was door de nazi’s.2

Naarmate het debat vorderde werd de toon van het Nederlandse publiek agressiever. Het propagandabeleid van Joseph Goebbels (‘vrijheid in plaats van Bolsjewisme’) werd vergeleken met het beleid van de Bundesrepublik Deutschland. Volgens een anonieme vragensteller was het beleid van de Bondsrepubliek; ‘vrijheid in plaats van socialisme’. Deze vergelijking kwam voort uit onbegrip voor het Duitse beleid wat betreft de zogenaamde Berufsverbote. Radicale politieke elementen werden in de jaren zeventig en tachtig geweerd uit Duitse overheidsdiensten en de

Nederlandse vragenstellers vonden dit beleid onacceptabel.3 De Duitse pers vond het optreden

van het Nederlandse publiek op die 22 februari 1979 onaanvaardbaar. Het Duitse tijdschrift Der Spiegel schreef dat het Nederlandse publiek verre van aardig was en dat het meest linkse publiek over een “Abbau des liberalen Rechtsstaates”sprak.4

ZDF-redacteur Harmut Stein plaatste deze uitzending in een bredere context en sprak over het afvallige Nederland die niet

achter de Bondsrepubliek stond.5 De Nederlanders hadden in 1979 een kritische houding ten

opzichte van Kohl en zijn ‘conservatieve en antilinkse beleid’.6

1 Martijn Blekendaal, 25 jaar na de uitzending van Bürger fragen, Politiker antworten, 2004, historisch

nieuwsblad, 22 januari 2014 http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6297/25-jaar-na-de-uitzending-van-burger-fragen-politiker-antworten.html.

2 Uitzending van Andere Tijden, Woest op die Hollӓnder, aflevering van 14 mei 2009, geraadpleegd op 22

januari 2014 http://www.uitzendinggemist.nl/programmas/215-andere-tijden.

3 Ibidem. 4

Kohl Hollandais, 1979, Der Spiegel, 22 januari 2014 http://www.spiegel.de/spiegel/print/d-40350967.html.

5 Ibidem.

6 Martijn Blekendaal, 25 jaar na de uitzending van Bürger fragen, Politiker antworten, 2004, historisch

nieuwsblad, 22 januari 2014 http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6297/25-jaar-na-de-uitzending-van-burger-fragen-politiker-antworten.html.

(5)

5 1.1 Helmut Kohl

Wie is die man eigenlijk die zo negatief door een aantal Nederlanders bejegend werd? Helmut Kohl is op 3 april 1930 geboren in Ludwigshafen am Rhein. De jonge Kohl ging daar naar de Oberrealschule. Na het eindexamen vetrok hij naar Frankfurt am Main om daar rechten en geschiedenis te studeren. Zijn studie geschiedenis zette hij voort in Heidelberg waar hij vakken als politicologie, staatsrecht en publiekrecht volgde.7 Na zijn studie werd Kohl wetenschappelijk medewerker in Heidelberg en hij promoveerde daar ook. In 1947, twee jaar na de oorlog, werd Kohl op zeventienjarige leeftijd al actief in de politiek.8 Hij richtte de Junge Union op, de jongerenpartij van het CDU. In 1959 kreeg hij, op 29-jarige leeftijd, zijn eerste zetel in het parlement van de deelstaat Rijnland-Palts, waar hij in 1969 bovendien minister-president van werd. Kohl werd in 1976 aangedragen door het CDU en het Christlich-Soziale Union (CSU) om zich als lijsttrekker van de Union kandidaat te stellen voor het bondskanselierschap van West-Duitsland. Ondanks dat Kohl bij de verkiezingen de meerderheid van de stemmen kreeg, kwam hij niet in de regering. De Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) met Helmut Schmidt en de Freie Demokratische Partei (FDP)

vormden een coalitie en Kohl werd oppositieleider.9 Als oppositieleider kwam hij in februari

1979 naar Den Haag om vragen te beantwoorden van kritische (linkse) Nederlanders. Bij de verkiezingen in 1982 werd na een strijd tussen het CDU en CSU de Beierse Franz Josef Strauß kandidaat voor het bondskanselierschap. Na een nederlaag tijdens de verkiezingen trok Strauß zich terug en Helmut Schmidt bleef kanselier. Later dat jaar diende Kohl een motie van wantrouwen tegen Schmidt in die werd aangenomen. Kohl loste Schmidt af als bondskanselier.10

Nadat Kohl het bondskanselierschap van Schmidt had overgenomen, schreef hij nieuwe verkiezingen uit. Deze verkiezingen werden op 6 maart 1983 gehouden. Kohl had, zo schreef Hans Peter Schwarz in zijn biografie over Kohl, tijdens deze verkiezingen geen tegenstander

die mogelijkerwijs zijn bondskanselierschap kon overnemen.11 Met 48,8 procent van de

stemmen voor het CDU/CSU kwam Kohl dicht in de beurt van een absolute meerderheid en

7 Karl Rudolf Korte in: Frits Boterman, Het wonder Bondsrepubliek in 20 portretten (Amsterdam 2009) aldaar

205-220.

8 Korte, Het wonder Bondsrepubliek, 205-220. 9 Ibidem.

10

Ibidem, 207.

11

(6)

6

kon hij als bondskanselier verder regeren.12 In 1987 werd Kohl herkozen, maar dit maal met

een minder grote zege dan in 1983. De FDP kon hierdoor een belangrijkere rol in het kabinet

van Kohl opeisen.13 De grote omwenteling voor Kohl vond plaats in de jaren ’89 en ’90. De

val van de muur op 9 november 1989, de presentatie van het tienpuntenplan en de uiteindelijke hereniging van Oost en West op 3 oktober 1990 deden de populariteit van Kohl goed. Uit een enquête in april 1989 bleek dat 51 procent van de Duitse bevolking geen goede mening over de kanselier had. Slechts 29 procent vond Kohl nog een goede bondskanselier. Achttien maanden later, in november 1990, was de stemming over Kohl volledig veranderd.

Toen had 53 procent van de Duitse bevolking een positieve mening over de bondskanselier.14

Kohl was de ‘Kanzler der Einheit’.15 De hereniging bracht echter meer problemen met zich mee dan gedacht. Het nagenoeg failliete oostelijk deel van Duitsland kostte het westelijk deel veel geld. Toch werd Kohl in 1994 herkozen. Volgens Schwarz kwam deze overwinning doordat Kohl een geslepen Wahlkämpfer was en in 1994 net weer alles goedmaakte wat kort daarvoor nog zo slecht ging. Ook zou geluk een rol hebben gespeeld.16 Na de verkiezingen zakte de gewonnen populariteit rondom Kohl weer in, maar had in 1995 nog eenmaal zijn laatste relatief hoge opleving, niet alleen voor de bondskanselier, maar ook voor de Unionsparteien. Kohl zag in die tijd jonge politici opkomen en besloot ook daarmee in gesprek te gaan. Volgens Schwarz ging de populariteit van de Unionsparteien in 1995 echter niet omhoog door deze samenwerking.17 In 1998 besloot Kohl zich nogmaals kandidaat te stellen voor het bondskanselierschap, maar verloor van Gerhard Schröder. Hij was de

langstzittende bondskanselier in de geschiedenis van de BRD.18

1.2 Kohl en de media

In de vorige alinea werd gesproken over de grote omwenteling in 1989 en 1990 wat betreft de populariteit van Helmut Kohl. Lars Rosumek, gespecialiseerd in media en communicatie, schreef een boek over bondskanselieren en de media. Volgens Rosumek kan het kanselierschap van Kohl onderverdeeld worden in twee fases. De eerste fase was van 1982

12 Schwarz, Helmut Kohl, 324. 13 Ibidem, 384.

14 Elisabeth Noelle-Neumann en Renate Kröcher, Allensbacher Jahrbuch der Demoskopie 1984-1992 (München

1993) 758 in: Hans Peter Schwarz, Helmut Kohl: eine politische Biographie (Munchen 2012) aldaar 491.

15 Schwarz, Helmut Kohl, 489. 16 Ibidem, 752.

17

Ibidem, 779-785.

18

(7)

7

(Kohl was toen net bondskanselier) tot de Wende in 1989. De tweede fase was na de Wende tot 1998, toen Kohl vervangen werd door Gerhard Schröder.19 In de eerste fase was Kohl volgens Rosumek doelwit van de media. Kohl werd omschreven als een onhandige, kleinburgerlijke provinciaal en had bovendien de neiging om zijn politiek in monotone monologen uit te leggen. Daarbij sprak hij met een pfälzisch accent. Kritiek op Kohl in deze eerste fase kwam vooral uit de hoek van de media die de sociaalliberale coalitie hadden

gesteund zoals Die Zeit, Der Spiegel, Süddeutsche Zeitung en de Frankfurter Rundschau.20

In de tijd dat Kohl bondskanselier was, veranderde de verhouding tussen media en politici. De afstand werd kleiner en nieuwe mediastrategieën werden ontwikkeld. Voor de jaren tachtig was het gebruikelijk om een woordvoerder van een politieke partij te laten spreken over het beleid. In de jaren dat Kohl bondskanselier was, werd het steeds gebruikelijker dat politici zelf hun politiek verklaarden. Een andere mediatactiek die voor bijvoorbeeld oud-bondskanselier Konrad Adenauer en Willy Brandt wel van toepassing was, maar niet voor

Kohl, was de strategie op basis van personalisatie. Tijdens bijvoorbeeld

verkiezingscampagnes werd een persoon naar voren geschoven. De politicus werd dan het paradepaardje van de partij. In het geval van Kohl werd deze strategie in de eerste fase niet

gehanteerd, aangezien hij in de media niet positief werd beschreven.21 Rosumek gaf

daarentegen aan dat ondanks Kohls zeer negatieve mediaprestaties, hij wel een goede kanselier was. Kohl was volgens Rosumek onafhankelijker van de media omdat hij binnen het CDU een stabiele machtsbasis creëerde.22

Kohl ontwikkelde in de eerste fase van zijn bondskanselierschap een diep wantrouwen jegens

de media. Wanneer journalisten slecht over hem schreven, beschouwde hij dat als verraad.23

Hij gaf bepaalde media een interviewboycot. De twee persvoorlichters Eduard Ackermann en Andreas Fritzenkötter onderhielden contact met de kritische media. Deze kritische media werden door Kohl de Hamburger Maffia genoemd. Dit waren kranten en weekbladen als Die Zeit, Stern en Der Spiegel. Ook met de Süddeutsche Zeitung en de Frankfurter Rundschau had Kohl een slechte relatie. De Hamburger Maffia was dan wel uitgesloten van interviews,

19

Lars Rosumek, Die Kanzler und die Medien (Frankfurt am Main 2007) 157-183, aldaar 167.

20 Rosumek, Die Kanzler und die Medien, 166-169.

21 Ibidem, 165-167. 22

Ibidem, 162.

23

(8)

8

zij werden wel voorzien van informatie. Ook werden zij begroet en Kohl wist, ondanks het interviewboycot, dat deze media belangrijk waren voor de beeldvorming over hem bij de Duitse kiezer.24

In de tweede fase van zijn bondskanselierschap transformeerde Kohl, volgens Ulrich Reitz

van het weekblad Focus, van een Medientollpatsch tot een Medienliebling.25 Waar Kohl in de

eerste fase nog bestempeld werd als kleinburgerlijk en provinciaal, werd hij in de tweede fase

authentiek genoemd.26 Sindsdien veranderde de mediastrategie rondom Kohl en werd bij hem

de strategie van personalisatie toegepast.27 De bondskanselier werd uitgenodigd door

televisieprogramma’s om bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd te analyseren.28

Hij was immers een mediafenomeen geworden.29 Zelfs de Stern schreef positief over Kohl. De media prees

hem om zijn buitenlandse beleid en hij werd een groot Europees staatsman genoemd.30

Tijdens de laatste verkiezingen in 1998 had Duitsland behoefte aan een frisse wind en de charismatische Gerhard Schröder van de SPD nam het stokje over.

1.3 Nederlandse-Duitse betrekkingen

In de periode dat Kohl werkzaam was in de politiek veranderde de relatie tussen Nederland en Duitsland. Vanaf de jaren vijftig, zo schreef Friso Wielenga in zijn boek Van vijand tot bondgenoot, verlangde de Nederlandse bevolking naar een schuldbewust Duitsland, maar ook

naar een goede gesprekspartner.31 De Duitse regering had ook een verwachtingspatroon van

de hernieuwde relatie met Nederland. Wielenga geeft aan dat de Duitse regering graag een

herziening wilde op de grenscorrecties, wat betekende dat zij land terug wilde.32 In 1949 had

het Nederlandse bestuur namelijk 69 vierkante kilometer Duits grondgebied voorlopig onder zijn hoede gekregen. In eerste instantie had toenmalige minister van Buitenlandse Zaken

10.000 vierkante kilometer geëist, maar dit was teruggeschroefd naar 69.33 Wielenga gaf aan

dat er veel onenigheid aan Nederlandse zijde was over het Duitse grondgebied dat onder

24

Rosumek, Die Kanzler und die Medien, 166.

25 Ulrich Reitz, ‘Wie Helmut Kohl sein Lebenswerk in Szene setzt’, Focus 40 (1996) 20. 26 Reitz, ‘Wie Helmut Kohl sein Lebenswerk in Szene setzt’, 20.

27 Rosumek, Die Kanzler und die Medien, 169. 28 Ibidem, 177-178.

29

Reitz, ‘Wie Helmut Kohl sein Lebenswerk in Szene setzt’, 20.

30 Rosumek, Die Kanzler und die Medien, 170.

31 Friso Wielenga, Van vijand tot bondgenoot. Nederland en Duitsland na 1945 (Amsterdam 1999) 275.

32

Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 273-274.

33

(9)

9

Nederlands bestuur viel.34 Uiteindelijk werd het geschil over het grensgebied met de ondertekening van het Algemeen Verdrag ‘opgelost’. Duitsland kreeg 94 procent van de door Nederland geannexeerde grensgebieden terug. Nederland kreeg op zijn beurt 275 miljoen Deutsche Mark aan herstelbetalingen.35

Na de Tweede Wereldoorlog was het voor Duitsland van belang dat de relaties met andere

landen, zowel binnen als buiten Europa, genormaliseerd werden.36 Volgens Wielenga gaf de

regering Adenauer prioriteit aan de landen Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten. De verhoudingen met deze landen moesten zo snel mogelijk genormaliseerd worden. Nederland had in deze periode geen prioriteit voor de Duitse regering. In 1957 werd een stap in de goede richting gezet om de bilaterale betrekkingen tussen Nederland en Duitsland te verbeteren. De Generalbereinigung werd ondertekend wat een nieuwe bondgenootschappelijke verhouding tussen Nederland en Duitsland betekende. Deze Generalbereinigung hield in dat Duitsland 125 miljoen Deutsche Mark aan Nederland moest betalen en daarmee kwam een eind aan het proces van onderhandelingen over de herstelbetalingen. In 1961 kwam een vervolg op de Generalbereinigung met het Algemeen Verdrag dat op 1 augustus 1963 zou ingaan. Volgens Wielenga was dit een noodzakelijke stap om de betrekkingen tussen Nederland en Duitsland

te normaliseren.37 Dit verdrag betekende echter niet dat de betrekkingen vanaf 1963 meteen

genormaliseerd waren. Een nieuwe fase werd daarentegen wel ingezet.38

Zes jaar nadat het Algemeen Verdrag was getekend, bracht bondspresident Gustav Heinemann een bezoek aan Nederland. Dit bezoek had een positief effect op de Nederlands-Duitse betrekkingen.39 Volgens de Duitse historicus Horst Lademacher werd het bezoek in

zowel de Nederlandse als Duitse pers een succes genoemd.40 Ook het bezoek van

bondskanselier Willy Brandt aan het monument van de Warschauer getto en de knieval die hij daar maakte, werd in Nederland positief ontvangen. Dit werd gezien als een nieuwe manier

34 Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 218.

35 Bas Kromhout, De Duitsers gaven niks cadeau, Historisch nieuwsblad, 2010, 6 juni 2014

http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/26528/de-duitsers-gaven-niks-cadeau.html.

36 Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 275. 37

Ibidem, 275-276.

38 Ibidem, 392. 39 Ibidem, 277. 40

Horst Lademacher, Zwei ungleiche Nachbarn: Wege und Wandlungen der deutsch-niederländischen Beziehungen im 19. Und 20 Jahrhundert (1990) 252.

(10)

10

van de Duitsers om met hun zwarte bladzijde uit de geschiedenis om te gaan.41 De manier waarop Brandt politiek bedreef werd in Nederland goed ontvangen. Toen Brandt in 1974 werd vervangen door Helmut Schmidt verslechterde de Nederlandse beeldvorming van Duitsland. De grootste zorgen kwamen uit Nederlandse, linkse hoek. Zij maakten zich zorgen om de inperking van de liberale, politieke cultuur in Duitsland. Hoewel het vertrouwen vanaf de jaren zeventig in Duitsland en in de Duitser relatief hoog was, waren er toch spanningen omtrent het beleid in Duitsland, vooral wat betreft de Rote Armee Fraktion en de Berufsverbote.42 Radicale politieke elementen werden in de jaren zeventig en tachtig geweerd uit Duitse overheidsdiensten.43

In 1982 deden Jürgen Hess en Wielenga onderzoek naar de berichtgeving over Duitsland in de Nederlandse pers. De auteurs schreven over een groeiende belangstelling voor Duitsland

vanaf 1975.44 Zij gaven aan dat in het jaar 1979 het beeld over Duitsland in de Nederlandse

pers ten opzichte van 1975 was verbeterd. Echter hadden de Nederlanders wel talloze

vooroordelen over de West-Duitsers. Ook heerste in Nederland angst voor een Alleingang.45

Zo gaf Jan Geert Siccama in 1979 aan dat zowel het binnenlandse als het buitenlandse beleid

van West-Duitsland heel belangrijk was voor de Nederlandse politiek.46 Wielenga beschreef

bovendien dat in 1979 twee conferenties georganiseerd werden door het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken (NGIZ). Het Duitse buitenlandse beleid nam in deze twee conferenties een belangrijke plek in.47

Ook in de jaren tachtig was het beeld over de Duitsers relatief positief. NIPO, een Nederlands opinieonderzoeksbureau, deed een onderzoek naar de Nederlandse houding ten opzichte van verschillende bevolkingen. In 1986 vond 82 procent van de ondervraagden de Duitsers vriendelijk tot heel vriendelijk. De Amerikanen scoorden hetzelfde percentage als de Duitsers op de vriendelijkheidschaal. De Franse bevolking werd slechter beoordeeld op het gebied van

41 Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 174. 42

Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 352.

43 Martijn Blekendaal, 25 jaar na de uitzending van Bürger fragen, Politiker antworten, 2004, historisch

nieuwsblad, 22 januari 2014 http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6297/25-jaar-na-de-uitzending-van-burger-fragen-politiker-antworten.html.

44 Jürgen Hess en Friso Wielenga, Duitsland in de Nederlandse pers – altijd een probleem? Drie dagbladen over

de Bondsrepubliek 1969-1980 (Den Haag 1982) 111-114.

45 Hess en Wielenga, Duitsland in de Nederlandse Pers, 111-114.

46 Jan Geert Siccama, ‘De internationale-politieke positie in Duitsland: enkele kanttekeningen’ in: Friso

Wielenga, Van vijand tot bondgenoot. Nederland en Duitsland na 1945 (Amsterdam 1999) aldaar 163.

47

(11)

11

vriendelijkheid door de Nederlandse groep van ondervraagden.48 Volgens Lademacher

leverde het bezoek van bondspresident Richard von Weiszäcker in 1985 een positieve

bijdrage aan het beeld over de Duitsers.49 Toen op 9 november 1989 de Berlijnse muur viel,

gaf 76 procent van de ondervraagde Nederlanders in een onderzoek van de Eurobarometer aan dat zij voor een Duitse hereniging waren.50

De Nederlandse politiek en dan bovenal minister-president Ruud Lubbers was in eerste instantie terughoudend over een mogelijke Duitse hereniging uit angst voor een Duitse Alleingang. Pas in januari 1990 gaf Lubbers in ‘politiek Den Haag’ zijn mening over een mogelijke hereniging van Duitsland. Voorafgaand had Lubbers zich al uitgelaten over een herenigd Duitsland bij een informele top van de Europese Gemeenschap. Lubbers stond

negatief tegenover over het zelfbeschikkingsrecht van ‘het Duitse volk’.51 Hoewel

bondskanselier Kohl deze uitlatingen ‘begreep’ zou hij dit nooit vergeten.52

Uiteindelijk steunde Lubbers het initiatief van Bush wat voor een mogelijke hereniging van Oost- en West-Duitsland kon zorgen. Voorwaarde hiervoor was wel inbedding van Duitsland in de

Noord-Atlantische Vredesorganisatie (NAVO) alsmede verdere integratie in Europa.53 In het

jaar 1990, het herenigingsjaar, waren de Nederlandse media overwegend positief over een verenigd Duitsland.54

Volgens Wielenga was de mening over de Duitsers in de jaren tachtig positiever dan in de

jaren negentig.55 In 1992 werd het Nederlandse bedrijf Fokker overgenomen door het Duitse

bedrijf DASA. Volgens Jacco Pekelder, schrijver van het boek ‘Nieuw nabuurschap. Nederland en Duitsland na de val van de muur’, viel de overname van ‘Neerlands trots’

48 NIPO onderzoek in: Friso Wielenga, Van vijand tot bondgenoot. Nederland en Duitsland na 1945 (Amsterdam

1999) aldaar 353.

49 Lademacher, Zwei ungleiche Nachbarn, 252.

50 Eurobarometer, in: Friso Wielenga, Van vijand tot bondgenoot. Nederland en Duitsland na 1945 (Amsterdam

1999) aldaar 206.

51 Hanco Jürgens, Na de val. Nederland na 1989 (Nijmegen 2014) aldaar 154.

52

Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 180-184.

53 Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 180-192. 54 Ibidem, 207-209.

55

NIPO onderzoek in: Friso Wielenga, Van vijand tot bondgenoot. Nederland en Duitsland na 1945 (Amsterdam 1999) aldaar 353.

(12)

12

Fokker door DASA niet goed bij de Nederlandse bevolking.56 De overname had een negatieve

invloed op de beeldvorming van Duitsland.

Pekelder sprak over een dieptepunt in 1993 in de Nederlands-Duitse betrekkingen.57 Onder 1807 Nederlandse jongeren voerde het onderzoeksinstituut voor internationale betrekkingen Clingendael een enquête uit om de mening over de Duitsers te testen. Meer dan de helft van de jongeren, 56 procent, gaf aan zeer negatief over Duitsland en de Duitsers te denken. Ook werden de Duitsers nog oorlogszuchtig genoemd.58 Dit onderzoek zorgde voor een grote ophef in Duitsland. Het Duitse dagblad Die Welt kopte: ‘Die Deutschen sind „Moffen“. Nirgendwo in Europa sind wir so unbeliebt wie in Holland’.59 De enquête was echter een momentopname en was niet generaliseerbaar voor de hele bevolking. Niet lang nadat het Clingendaelonderzoek gepresenteerd werd, speelde een nieuwe ‘affaire’ in de Nederlands-Duitse betrekkingen. Nederlandse radiomakers van het programma de Breakfast Club begonnen een actie om te protesteren tegen de dodelijke brandaanslag in mei 1993 op een Turks woonhuis. Er werden postkaarten met de tekst ‘Ik ben woedend’ naar Bonn gestuurd om het ongenoegen van de Nederlandse jongeren te uiten.60 In 1994 blokkeerden Helmut Kohl en de Franse president François Mitterand het voorzitterschap van de Europese Commissie voor Lubbers. Dit zorgde wederom voor ophef binnen de Nederlands-Duitse

betrekkingen. Die Welt kopte: ‘Wirbel um Kohl und Lubbers’.61 Kortom de

Nederlands-Duitse betrekkingen bereikten bijna een dieptepunt.

Volgens Hanco Jürgens, schrijver van het boek ‘Na de val. Nederland na 1989’, zijn bovengenoemde gebeurtenissen incidenten en verkeerden de Nederlands-Duitse betrekkingen, als gekeken wordt vanuit een breder perspectief, niet eens zo zeer in een crisis. ‘Juist in het jaar waarin het meest geschreven werd over een veronderstelde crisis in de relaties, in 1993, vonden enkele keerpunten plaats in politiek en cultuur, die eerder het beeld van een intensief partnerschap in crisissfeer rechtvaardigen’.62

56 Jacco Pekelder, Nieuw Nabuurschap: Nederland en Duitsland na de val van de muur (Amsterdam 2014) 22.

57 Pekelder, Nieuw Nabuurschap, 151-152. 58 Pekelder, Nieuw Nabuurschap, 11. 59

Geciteerd in: Christoph Driessen, ‘Die Deutschen sind “Moffen”. Nigendwo in Europa sind wir so unbeliebt wie in Holland’, Die Welt 4 september 1993.

60 Pekelder, Nieuw Nabuurschap, 22-23. 61

‘Wirbel um Kohl und Lubbers’, Die Welt 25 oktober 1994.

62

(13)

13

In 1994 werd het eerste paarse kabinet gevormd met minister-president Wim Kok. Kok probeerde de bilaterale betrekkingen tussen Nederland en Duitsland te verbeteren.63 In hoeverre moesten deze bilaterale verhoudingen eigenlijk verbeterd worden? Na de hereniging was de toestand tussen Nederland en Duitsland veranderd, maar veel politieke en

economische uitgangspunten bleven overeenstemmend.64 In 1995 werd de Nederlands-Duitse

conferentie opgericht. Het doel van deze conferentie was dat Duitsers en Nederlanders in gesprek kwamen over verschillende onderwerpen. Deze conferentie werd later omgevormd tot

het Nederlands-Duitse forum.65 Ook kwam een uitwisseling van journalisten op gang tussen

Nederlandse en Duitse dagbladen. Journalisten hadden de kans om een aantal maanden bij een Duits dagblad te werken en andersom. Het zogenaamde journalistenstipendium. Bovendien kwamen hervormingen in het onderwijs door de oprichting van het Duitslandprogramma Hoger Onderwijs in 1996.66 In datzelfde jaar werd ook het Duitsland Instituut Amsterdam opgericht. Een kenniscentrum over Duitsland op het gebied van onderwijs, wetenschap en maatschappij.67

Bondskanselier Kohl bezocht in 1995 twee keer Nederland om de verhoudingen opnieuw te verbeteren. En ook in 1997 bracht Kohl een bezoek aan Nederland. Toen Kohl in 1998 de bondsdagverkiezingen verloor kopte een Duitse, regionale krant de Frankfurter Rundschau: ‘Viele Niederländer werden Kohl vermissen’.68

Dat was in 1979 wel anders. 1.4 Relevantie

In de inleiding komt naar voren dat onder andere Wielenga en Pekelder uitgebreid onderzoek deden naar de Nederlands-Duitse betrekkingen. Beide auteurs beschreven hoe de betrekkingen zich in de loop der jaren ontwikkelden. Volgens Pekelder verbeterden de betrekkingen tussen Nederland en Duitsland stapsgewijs. Dit kwam door een veranderend Nederlands zelfbeeld. In de jaren negentig werd Nederland bewuster van de fouten die ook zij hadden gemaakt in zowel de geschiedenis als in het heden. Een voorbeeld van een (recentere)

63 Pekelder, Nieuw Nabuurschap, 31. 64 Jürgens, Na de val, 157-158. 65

Pekelder, Nieuw Nabuurschap, 151.

66 Ibidem, 152-153.

67 De geschiedenis van ons instituut, 2010, Duitsland Instituut, 25 mei 2014

http://www.duitslandinstituut.nl/index.php?go=home.showPages&pagenr=9&pid=9&parent=2.

68

(14)

14

fout is de val van Screbrenica en de genocide die daarop volgde, terwijl de Nederlanders verantwoordelijk waren in dat gebied.69

Niet alleen het Nederlands zelfbeeld en de Nederlands-Duitse betrekkingen veranderden in de jaren negentig. Ook de verhoudingen binnen Europa werden anders. Duitsland werd herenigd, de Sovjet Unie viel en de Europese Unie werd opgericht. Nederland had behoefte aan een sterke bondgenoot en het buurland Duitsland zou hiervoor een geschikte kandidaat kunnen zijn. Hoewel Nederland en Duitsland op politiek en economisch gebied sterke partners waren, had de Nederlandse bevolking nog twijfels over de oosterburen. Althans, als we de uitkomsten van het Clingendaelonderzoek aannemen, want het instituut had alleen bij scholieren een enquête afgenomen. Bovendien kreeg deze groep nog uitgebreid geschiedenisonderwijs over de Tweede Wereldoorlog. Het beeld van deze specifieke groep zou dus vertekend kunnen zijn en wellicht niet representatief voor de hele bevolking. Volgens Pekelder gaf deze enquête aan hoe de verhoudingen tussen Nederland en Duitsland werkelijk waren. De betrekkingen moesten verbeterd worden. Het jaar 1993 wordt daarom door Pekelder gezien als een keerpunt.70

Niet alleen Pekelder, maar ook Wielenga gaf aan dat Nederland onzeker was over zijn eigen

positie aan het begin van de jaren negentig.71 Volgens Wielenga lag het omslagpunt van een

verbetering van de Nederlands-Duitse betrekkingen in 1995. Een goede verhouding tussen de twee landen werd als belangrijk gezien door de Nederlandse minister-president Kok. Ook na

1995 zouden er nog spanningen tussen de landen blijven bestaan.72

In deze scriptie worden de Nederlands-Duitse betrekkingen bekeken aan de hand van de bezoeken die Kohl aan Nederland bracht. Christian Wicke, werkzaam bij het instituut voor sociale beweging aan de Ruhr-Universiteit in Bochum, deed onderzoek naar Helmut Kohl en

zijn (eventuele) nationalistische karakter.73 Wicke omschreef Kohl als een westerse

nationalist. Kohl zette zichzelf neer als een vriendelijke Duitser met een Europees karakter. Om het radicale, nationalistische karakter van Duitsland (zoals in de Tweede Wereldoorlog)

69 Pekelder, Nieuw Nabuurschap, 151. 70

Ibidem.

71 Wielenga, Van vijand tot bondgenoot, 410. 72 Ibidem, 397.

73

Christian Wicke, A Romantic Nationalist?: Helmut Kohl’s Ethnocultural Representation of his Nation and Himself (Routledge Londen 2013) 162.

(15)

15

van zich af te werpen, legde Kohl de nadruk op het politieke en culturele primaat van de

Bondsrepubliek Duitsland.74 Daarbij was Kohl van de zogenaamde Heimat-generatie. Dit was

een generatie tijdens de Tweede Wereldoorlog die te jong was om een bijdrage te leveren aan het regime. Deze Heimat-generatie presenteerde zichzelf als onbelast met het nazi-verleden.

Kohl was volgens Wicke een typische en normale Duitser uit een Westerse provincie.75

Door onderzoek te doen naar de berichtgeving over Helmut Kohl tijdens zijn bezoeken aan Nederland, kan een beeld geschetst worden hoe de Nederlandse media en de bevolking over Kohl en Duitsland door de jaren heen dachten. Bovendien worden de Duitse dagbladen geanalyseerd. Hierdoor kan ook een beeld geschetst worden over hoe onze oosterburen dachten van Nederland, de Nederlands-Duitse betrekkingen en Kohls rol bij het (eventueel) verbeteren van deze betrekkingen. In deze scriptie wordt de volgende hoofdvraag beantwoord:

Op welke wijze is de berichtgeving over bezoeken die Helmut Kohl bracht aan Nederland van 1979 tot en met 1998 veranderd en wat was de invloed van deze berichtgeving op de veranderende beeldvorming van Nederland en Duitsland?

Er wordt dus niet alleen gekeken vanuit het Nederlandse perspectief, maar ook vanuit het perspectief van Duitsland. Daarbij wordt de wisselwerking tussen de Nederlandse en Duitse dagbladen onderzocht.

Wielenga en Pekelder beschreven de Nederlands-Duitse betrekkingen aan de hand van gebeurtenissen in de geschiedenis. Wielenga beschrijft de betrekkingen tot 1995 en Pekelder tot 2013. Zij onderzochten de verhoudingen vanuit het Nederlandse perspectief. Deze scriptie is vernieuwend aangezien de berichtgeving uit beide landen geanalyseerd wordt. Hierdoor kan een tweezijdig beeld van de Nederlands-Duitse betrekkingen geschetst worden. De beeldvorming over de Nederlands-Duitse betrekkingen en Helmut Kohl staan in deze scriptie centraal.

74

Wicke, A Romantic Nationalist, 142.

75

(16)

16

2 Methodologie

In dit onderzoek staat de berichtgeving over de bezoeken die Helmut Kohl aan Nederland bracht in Nederlandse en Duitse dagbladen in de periode van 1979 tot 1998 centraal. In deze periode was Kohl CDU-leider en bondskanselier. Om te onderzoeken hoe de beeldvorming in Nederland en Duitsland over Helmut Kohl tussen 1979 tot en met 1998 veranderde, worden artikelen in Nederlandse en Duitse dagbladen geanalyseerd. Er wordt ingezoomd op een aantal bezoeken.

In totaal bracht Helmut Kohl veertien keer een bezoek aan Nederland om uiteenlopende redenen. De individuele bezoeken van hem aan Nederland worden geanalyseerd. De bezoeken die hij bracht aan Nederland voor bijvoorbeeld een Europese top worden buiten beschouwing gelaten. In totaal worden acht bezoeken geanalyseerd. Deze bezoeken vonden plaats op de volgende data:

22 februari 1979: CDU-leider Kohl bracht een bezoek aan Den Haag voor het televisieprogramma Bürger fragen, Politiker antworten.

23 juni 1982: CDU-leider Kohl bezocht de minister van Buitenlandse Zaken en tevens de minister-president van Nederland Dries van Agt.

30 november 1987: Bondskanselier Kohl bracht een officieel bezoek aan Koningin Beatrix en minister-president Lubbers.

27 mei 1989: Bondskanselier Kohl bracht een verrassingsbezoek aan het CDA-congres. 24 en 25 januari 1993: Bondskanselier Kohl bracht een officieel bezoek aan Nederland en sprak met Koningin Beatrix, het parlement en minister-president Lubbers.

25 januari 1995: Bondskanselier bracht een kort bezoek aan Nederland en sprak met minister-president Kok.

22 en 23 mei 1995: Bondskanselier Kohl bracht een officieel bezoek aan Nederland.

13 maart 1997: Bondskanselier Kohl bracht een kort bezoek aan Nederland en sprak met minister-president Kok.76

76

Auslandsreisen Helmut Kohl, Konrad Adenauer Stiftung, 3 maart 2014

(17)

17

Deze bezoeken kregen de nodige media-aandacht in de Nederlandse en Duitse pers. Het ene bezoek kreeg echter meer aandacht dan het andere bezoek. In dit onderzoek is een selectie gemaakt tussen verschillende Nederlandse en Duitse dagbladen. In paragraaf 2.1 wordt de keuze voor kranten verder toegelicht.

2.1 Kranten

Voor dit onderzoek worden vier Nederlandse kranten: De Telegraaf, NRC Handelsblad, de Volkskrant, Trouw en vijf Duitse kranten: Bild, Frankfurter Allgemeine Zeitung, die Tageszeitung, Die Welt en de Süddeutsche Zeitung geanalyseerd. Deze kranten zijn landelijke dagbladen en bereiken een verschillend publiek. Doordat een breed scala aan kranten worden geanalyseerd, krijgt deze scriptie een uitgebreider beeld van de berichtgeving in Nederlandse en Duitse dagbladen. Bovendien kunnen verschillen tussen dagbladen opgemerkt worden. Wellicht was de Volkskrant kritischer in zijn berichtgeving over Helmut Kohl dan bijvoorbeeld De Telegraaf. De vraag is dan hoe de berichtgeving in deze verschillende kranten in een periode van 1979 tot 1998 veranderde. Maakten zij dezelfde ontwikkeling mee? Ook de wisselwerking tussen Nederlandse en Duitse dagbladen is van belang. Op welke wijze berichtten Duitse dagbladen over een bezoek van Kohl aan Nederland? Gaven zij veel aandacht aan dit bezoek? Wellicht berichtten Duitse kranten alleen over een bepaald bezoek als er in de Nederlandse dagbladen veel aandacht aan werd gegeven. Het effect van een eventuele wisselwerking tussen Nederlandse en Duitse dagbladen wordt dan onderzocht. De inhoud van een krantenartikel, de achtergrond van een krant alsmede de wisselwerking tussen dagbladen zijn van belang om de onderzoeksvraag te beantwoorden. In de volgende alinea’s wordt de achtergrond van de Nederlandse en Duitse dagbladen uitgewerkt.

De Telegraaf gaf zijn eerste krant uit op 1 januari 1893.77 De krant is met een papieren oplage van 463.000 de grootste, betaalde krant van Nederland.78 Deze krant bereikt volgens Piet

Bakker en Otto Scholten een ‘dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking’.79 De Telegraaf

77Een aantal mijlpalen in het opbouwen van onze portfolio, 2013,TMG telegraaf media groep, 4 juli 2014

http://corporate.tmg.nl/geschiedenis.

78

Jan Benjamin, Kranten compenseren daling van papieren oplage met stijging digitaal, 2014, NRC.nl, 4 juli

2014

http://www.nrc.nl/nieuws/2014/03/25/kranten-compenseren-daling-van-papieren-oplage-met-stijging-digitaal/.

79

Piet Bakker en Otto Scholten, Communicatiekaart van Nederland. Overzicht van media en communicatie (Amsterdam 2007) 7.

(18)

18

kan getypeerd worden als een populaire, neutrale krant, maar kan ook kwaliteit leveren.80 De

tweede Nederlandse krant waaruit artikelen worden gezocht is NRC Handelsblad. NRC Handelsblad ontstond uit een fusie tussen het Algemeen Handelsblad en de Nieuwe Rotterdamsche Courant in 1970.81 Bakker en Scholten omschrijven de krant als een kwaliteitskrant. Onder de lezers zijn ‘de hogere inkomens- en opleidingscategorieën oververtegenwoordigd’.82 De krant staat bekend als een liberale krant die streeft naar

onafhankelijke en objectieve berichtgeving.83

De Volkskrant wordt ook omschreven als een landelijke kwaliteitskrant. De Volkskrant is van oorsprong een katholieke krant en ontstond in 1919 als weekblad. Twee jaar later werd de Volkskrant omgedoopt tot een dagblad.84 In de jaren zestig en zeventig veranderde het dagblad langzaam in een meer progressieve krant voor het jonge publiek. De katholieke inslag

werd steeds minder zichtbaar.85 De krant zou nu getypeerd kunnen worden als een krant voor

de hoogopgeleide, meer links georiënteerde bevolking.86 De laatste Nederlandse krant waaruit

artikelen worden verzameld is Trouw. Ook deze krant omschrijven Bakker en Scholten als kwaliteitskrant.87 De krant ontstond in de oorlog, namelijk in 1943, en had een christelijke grondslag. Hoewel de Volkskrant zijn katholieke achtergrond in de loop der jaren losliet, heeft Trouw nog steeds een christelijke signatuur.88

De grootste krant van Duitsland is Bild met een oplage van twaalf miljoen per dag. De eerste uitgave van deze krant was in juni 1952. De krant wil zowel over politiek, sport als

Hollywood schrijven. Bild gebruikt veel foto’s met kleine onderschriften.89 De artikelen zijn

80 Bakker en Scholten, Communicatiekaart van Nederland, 5-7.

81

Ite Rümke, Korte geschiedenis van NRC Handelsblad, 2002, NRC.nl, 12 mei 2014

http://vorige.nrc.nl/krant/article1889982.ece/Korte_geschiedenis_van_%3Cbr%3ENRC_Handelsblad.

82 Bakker en Scholten, Communicatiekaart van Nederland, 5-7.

83 Ite Rümke, Korte geschiedenis van NRC Handelsblad, 2002, NRC.nl, 12 mei 2014

http://vorige.nrc.nl/krant/article1889982.ece/Korte_geschiedenis_van_%3Cbr%3ENRC_Handelsblad.

84De Geschiedenis van de Volkskrant, 2002, Volkskrant.nl, 12 mei 2014

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/614928/2002/11/20/De-Geschiedenis-van-de-Volkskrant.dhtml.

85 Ibidem. 86

Bakker en Scholten, Communicatiekaart van Nederland, 5-7.

87 Ibidem.

88 Trouw, 2013, Europa Nu, 12 mei 2014 http://www.europa-nu.nl/id/vh9yj3ppbuzz/trouw. 89

Hans von der Burchard, BILD – ein Stück deutscher Geschichte, 2012, Bild, 12 mei 2014

(19)

19

inmiddels groter geworden en geven meer achtergrondinformatie. In 1990 opende Bild haar eerste lokale redacties in Oost-Duitsland.90

De Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) heeft dagelijks een miljoen lezers en wordt gezien als een kwaliteitskrant. De krant werd in 1949 opgericht en kwam voort uit de Frankfurter Zeitung die in 1943 verboden werd. Anders dan Bild had de FAZ de traditie om geen foto’s op de voorpagina van de krant te plaatsen, alleen bij hoge uitzondering zoals bij de val van de muur. Vanaf 2007 veranderde dit en de krant gebruikt inmiddels meer foto’s op de titelpagina. De FAZ streeft naar objectiviteit en maakt daarom een duidelijke scheiding tussen (nieuws-)artikelen en opinie. De krant heeft een conservatieve, liberale inslag. In het buitenland is de FAZ de meest gelezen krant.91

De Süddeutsche Zeitung (SZ) ontstond in 1945 en was de eerste krant na de Tweede Wereldoorlog in de Duitse deelstaat Beieren. De krant heeft de meeste abonnees van Duitsland met een oplage van 1,48 miljoen. SZ omschrijft zichzelf als een krant met onafhankelijke journalistiek voor kritische redacteuren en kritische lezers. Daarbij kent de

krant een veelvoud aan zogenaamde ‘commentaar’ rubrieken.92

Waar Bild last had van de zogenaamde 68’er beweging en de auto’s van redacteuren in de brand werden gestoken, werd die Tageszeitung (TAZ) in 1979 juist opgericht door deze

beweging.93 Het verschil had niet groter kunnen zijn. De krant heeft als doel

‘Gegenöffentlichkeit zur bürgerlichen Presse’ en omschrijft zichzelf als links georiënteerd en onafhankelijk.94 In de beginjaren van de krant werden nog heftige, ideologische debatten gevoerd. Volgens Christoph Marx, correspondent van weekblad Stern, zijn deze debatten

tegenwoordig minder heftig geworden.95 Ook de TAZ is een kwaliteitskrant. De laatste krant

die bestudeerd wordt, is Die Welt. Die Welt valt net zoals Bild onder de Springer Verlag en is

90 Hans von der Burchard, BILD – ein Stück deutscher Geschichte, 2012, Bild, 12 mei 2014

http://www.bild.de/digital/bild-zeitung-druck/zeitungen/bild-zeitung-geschichte-17298738.bild.html.

91 Frankfurter Allgemeine Zeitung, 2014, www.uni-protokolle.de, 12 mei 2014

http://uni-protokolle.de/Lexikon/FAZ.html.

92Süddeutsche Zeitung, Süddeutscher Verlag, 12 mei 2014

http://www.sueddeutscher-verlag.de/business/sueddeutsche_zeitung/sueddeutsche_zeitung.

93

25 Jahre Links und anders, 2004, stern.de, 12 mei 2014 http://www.stern.de/panorama/taz-geburtstag-25-jahre-links-und-anders-522769.html.

94 Geciteerd in: 25 Jahre Links und anders, 2004, stern.de, 12 mei 2014

http://www.stern.de/panorama/taz-geburtstag-25-jahre-links-und-anders-522769.html.

95

(20)

20

opgericht in 1946 in Hamburg. De krant heeft een conservatieve, maar ook liberale basis, en is gericht op het bedrijfsleven.96

2.2 Krantenartikelen

Uit de vier Nederlandse en vijf Duitse dagbladen zijn krantenartikelen over het bezoek van Kohl aan Nederland gezocht. De artikelen uit de Nederlandse dagbladen zijn verzameld in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en het online academische zoekprogramma LexisNexis Academic. De Duitse artikelen zijn gezocht via de Konrad Adenauer Stiftung (KAS) in Bonn en in het krantenarchief van de Staatsbibliothek zu Berlin. De KAS is een (christlichen, demokratischen) politieke stichting. Het archief van het CDU is onder beheer van deze stichting, waardoor zij veel informatie en krantenartikelen hebben over Helmut Kohl en de bezoeken die hij bracht aan Nederland. Een medewerker van de KAS, Dieter Petzolt, heeft in hun archief de krantenartikelen van Die Welt, FAZ en de SZ verzameld. Daarbij werden, naast deze krantenartikelen, onder andere persberichten en samenvattingen van bezoeken toegestuurd. De krantenartikelen van Bild en TAZ zijn in de Staatsbibliothek van Berlijn verzameld. Bovendien zijn de kranten Die Welt, FAZ en de SZ nogmaals doorzocht, zodat geen artikel over de bezoeken van Kohl aan Nederland werd gemist.

Tijdens het zoeken naar de eerste krantenartikelen viel op dat de meeste artikelen over het bezoek twee dagen voor en twee dagen na het bezoek in de krant verschenen. Daarom is bij dit onderzoek gekozen om krantenartikelen te zoeken, zeven dagen voor het bezoek en zeven dagen na het bezoek. In dit geval is de kans kleiner dat een artikel gemist wordt. Daarbij wordt rekening gehouden met een eventuele wisselwerking tussen Nederlandse en Duitse kranten. Alleen bij het bezoek van Helmut Kohl aan Nederland in 1979 werd een ratio aangehouden van twee weken, aangezien het debat over dit bezoek weken voortduurde. Krantenartikelen waarin de bondskanselier enkel genoemd werd, worden niet geanalyseerd. 2.3 Transnationale geschiedenis

Historicus Pierre-Yves Saunier geeft in zijn boek over transnationale geschiedenis aan dat geen land begrepen kan worden zonder ook naar de geschiedenis van andere landen te kijken. De nationale geschiedenis van landen kan gevormd worden door krachten van buitenaf. In het

96

Aufstieg aus Ruinen, 2014, Axel Springer, 12 mei 2014

(21)

21

geval van Nederland had Duitsland een grote invloed op de geschiedenis van Nederland. Niet alleen met de Tweede Wereldoorlog, maar ook met de economische ontwikkeling waar

Nederland van profiteerde en nog steeds van profiteert.97 Volgens Saunier kan de

geschiedenis beschreven worden vanuit het transnationale perspectief, vanuit het perspectief dat landen niet op zichzelf staan en invloed hebben in elkaars geschiedenis. Hierdoor wordt

het vermogen om de geschiedenis van een land te begrijpen verbeterd.98 Het begrip

transnationale geschiedenis wordt gebruikt om te bestuderen of de berichtgeving in Nederlandse kranten over het bezoek van Helmut Kohl op zichzelf staat of dat ook berichtgeving in Duitse kranten van invloed kan zijn. Daarbij wordt ook de wisselwerking tussen de twee landen bestudeerd. Had bijvoorbeeld het bezoek van Kohl aan Nederland in 1979 een uitwerking op Duitsland? Door deze wisselwerking te bestuderen, worden vanuit zowel het Nederlandse als het Duitse perspectief het bezoek van Kohl aan Nederland geanalyseerd.

2.4 Communicatie- en taalwetenschappelijke theorieën

De krantenartikelen worden onderzocht aan de hand van communicatie- en taalwetenschappelijke theorieën. Daarbij wordt rekening gehouden met de transnationale geschiedenis. Bij elk krantenartikel wordt hetzelfde stappenplan gebruikt. Connie de Boer en Swantje Brennecke geven in het boek Media en publiek; theorieën over media-impact een methode om een artikel te kunnen analyseren. Deze methode wordt in deze scriptie gecombineerd met de discoursanalyse voor krantenartikelen van Elena Buja van de Universiteit van Braşov. Voordat het stappenplan wordt beschreven, worden eerst een aantal belangrijke communicatiewetenschappelijke begrippen in de volgende alinea’s uitgelegd. Voordat een artikel in de krant geplaatst wordt en een journalist besluit om over een bepaald onderwerp te schrijven, vindt agendasetting plaats. In De Boer en Brennecke wordt agendasetting omschreven als: ‘Het nieuws vestigt de aandacht van het publiek op bepaalde

onderwerpen. De media bepalen waarover men denkt’.99

In het geval van de te onderzoeken bezoeken, bepaalt de media of zij over het bezoek van Helmut Kohl gaan schrijven of niet. Als dan besloten wordt dat een artikel over het bezoek van Kohl aan Nederland wordt

97 Pierre-Yves Saunier, Transnational history (Londen 2013) 1-2. 98 Saunier, Transnational history, 2-3.

99

Geciteerd in: Connie De Boer en Swantje Brennecke, Media en publiek; theorieën over media-impact (Amsterdam 2004) 211.

(22)

22

geschreven, past de journalist frames toe om het onderwerp af te bakenen en in te kleuren. Interne en externe factoren bepalen uiteindelijk hoe het artikel eruit komt te zien.100 Interne factoren kunnen bijvoorbeeld de waarden en normen zijn van een journalist of zijn politieke voorkeur.101 Een voorbeeld van een externe factor is de politiek die graag wilt dat over het

bezoek van Kohl geschreven wordt en daarom ook pers uitnodigen.102 De Boer en Brennecke

geven aan dat in een krantenartikel vier categorieën van frames kunnen worden toegepast om het artikel te analyseren. De eerste categorie heeft betrekking op het onderwerp en de

verschillende aspecten die belicht kunnen worden.103 De tweede categorie is de presentatie en

prominentie van het artikel. De derde en vierde categorie zijn de cognitieve en affectieve

attributies. De cognitieve attributies zijn de ‘details en verbanden die benadrukt worden’104

in het artikel en de affectieve attributies is de toon die in het artikel wordt aangeslagen.105

Elena Buja geeft in haar artikel The Discourse Analysis of a Newspaper Article ook een

methode om krantenartikelen te analyseren; de zogenaamde discoursanalyse.106 Buja benadert

deze analyse vanuit het perspectief van een taalwetenschapper. Voordat de onderzoeker het artikel kan analyseren, moet naar de context gekeken worden. Wie is de schrijver van het artikel? En wie is de lezer?107 Vervolgens kan naar de stijl van het artikel gekeken worden. Welke nuances brengt de schrijver in het artikel aan? De twee benaderingen van context en stijl worden ook in deze scriptie gebruikt. Door een combinatie te maken van bovenstaande theorieën en methodes kunnen de krantenartikelen geanalyseerd worden aan de hand van onderstaand stappenplan.

2.5 Stappenplan

Heeft de krant een artikel geschreven over het bezoek dat Helmut Kohl bracht aan Nederland? Als het antwoord hierop ja is, dan wordt de analyse vervolgd met stap twee. De theorie van

agendasetting wordt hier toegepast; ‘De media bepalen wat het publiek te horen krijgt’.108 Bij

100

De Boer en Brennecke, Media en publiek, 211.

101 Ibidem.

102 K. Huckins, ‘Interest-group influence on the media agenda: A case study’, Journalism & Mass

Communication Quarterly (1999) 76-86.

103 De Boer en Brennecke, Media en publiek, 214. 104

Geciteerd in: De Boer en Brennecke, Media en publiek, 215.

105 De Boer en Brennecke, Media en publiek, 215.

106 Elena Buja, ‘The discourse analysis of a newspaper article’, Acta Universitatis Sapientiae (2010) 259-271. 107

Buja, ‘The discourse analysis’, 259-271.

108

(23)

23

stap twee wordt gekeken naar de context van het artikel. Wie is de schrijver van het artikel?

Wie is de lezer van het artikel?109 Bij stap drie wordt gekeken naar het onderwerp en de stijl

van het artikel. Is het artikel gekleurd en opiniërend? Bij stap vier wordt het onderwerp

onderzocht aan de hand van de categorieën van De Boer en Brennecke:110

 Aspecten van het onderwerp: Gaat het artikel over Kohls standpunten en ideologie? Gaat het artikel over de Nederlands-Duitse betrekkingen? Gaat het artikel over Kohls persoonlijkheid?111

 Presentatie en prominentie: omvang en plaatsing van het bericht112

 Cognitieve attributies: details en verbanden die benadrukt worden113

 Affectieve attributies: toonzetting in de berichtgeving114

Een voordeel van deze methode is dat alle artikelen op dezelfde manier bekeken worden en dezelfde structuur gebruikt wordt. Een nadeel zou zich kunnen voordoen bij stap vier. Van een aantal Duitse krantenartikelen kon niet achterhaald worden op welke plaats ze stonden in de krant. Deze Duitse artikelen zijn gearchiveerd door KAS, waardoor alleen de naam en de datum van de krant bekend is.

109 Buja, ‘The discourse analysis’, 260-263. 110

De Boer en Brennecke, media en publiek, 214-216.

111 Geciteerd in: De Boer en Brennecke, media en publiek, 214-216. 112 Ibidem.

113

Ibidem.

114

(24)

24

3 Bürger fragen – Politiker antworten

Op donderdag 22 februari 1979 reisde Helmut Kohl af naar Den Haag om deel te nemen aan

het Duitse televisieprogramma van het ZDF Bürger fragen, Politiker antworten.115Zoals in de

inleiding al naar voren kwam, werd Kohl ondervraagd door een kritisch, Nederlands publiek aan de vooravond van de eerste Europese verkiezingen. Bondskanselier Helmut Schmidt reisde af naar Frankrijk om daar door Franse burgers ondervraagd te worden. Gespreksleider Reinhard Appel begon de uitzending in Den Haag met de vraag waar het publiek aan moest denken bij Duitsland. Vervolgens kon het publiek en de acht daarvoor uitgekozen Nederlanders van de Volksuniversiteit en het Goethe-Institut vragenstellen aan de voorzitter van het CDU. De vragen die gesteld werden gingen over het verbod op abortus, de Berufsverbote, de verjaring van oorlogsmisdaden en de CDU-leiding waarvan sommigen een verleden hadden als actieve nazi.116

Al tijdens de uitzending belden boze Duitse burgers naar de Nederlandse ambassade in Bonn en naar het ZDF. Zij deden hun beklag over de manier waarop Kohl ondervraagd werd. De dag na de uitzending stonden de Duitse kranten vol over het optreden van de Nederlandse vragenstellers. Hoe kon deze uitzending zo uit de hand lopen? Was dit de manier waarop de Nederlanders over hun oosterburen dachten? De woede over de uitzending bleef aan en op 11 maart 1979 werd in Aken een podiumdiscussie georganiseerd met vier Nederlandse en vier Duitse redacteuren en correspondenten waaronder Reinhard Appel. Het onderwerp van de discussie was Niederlӓnder und Deutsche. Tijdens de discussie werd de uitzending van 22 februari nabesproken. De gespreksleider Johannes Gross opende de discussie met een vraag voor de Nederlandse correspondenten. De vraag was hoe zij de uitzending en de discussie eromheen ervaren hadden en hoe zij vonden dat het Nederlandse publiek zich opgesteld

had.117 Jan Bouwer, correspondent van De Telegraaf, gaf aan dat hij dezelfde avond al over

een schandaal had gesproken. Hij was ook geschrokken over de Duitse ontsteltenis. Bouwer

115 Martijn Blekendaal, 25 jaar na de uitzending van Bürger fragen, Politiker antworten, 2004, historisch

nieuwsblad, 22 januari 2014 http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6297/25-jaar-na-de-uitzending-van-burger-fragen-politiker-antworten.html.

116 “den Fragen niederländischer Bürger in Den Haag”, Konrad Adenauer Stiftung (Kohl, Helmut 22.02.1979);

Ref. II R2.

(25)

25

zei bovendien dat ook de Nederlanders aangedaan waren door de uitzending, omdat de

Duitsers nu een negatief beeld kregen van Nederland.118

Jan Luijten, correspondent bij de Volkskrant, deelde de mening van Bouwer niet. Hij vond de uitzending geen schandaal en Kohl zou hetzelfde zijn behandeld door jonge, linkse Duitsers. Ook de brieven die de Volkskrant ontving van Duitsers vond Luijten eenzijdig, maar harde kritiek moest wel toegestaan worden. De Duitse redacteur Anton Sterzl van de Aachener Volkszeitung was het niet met Luijtens opmerking eens dat niet over een schandaal gesproken kon worden. Sterzl sprak over een ‘mittleres journalistisches Erdbeben’, maar gaf wel aan dat de Duitse kijkers doorhadden dat de vragenstellers niet representatief waren voor het Nederlandse volk.119

In een interview met de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Christoph van der Klaauw, op 6 maart 1979 werd gesproken over het Duitslandbeeld in Nederland. Dit radio-interview begon met de opmerking en vraag over het slechte beeld dat Nederland over Duitsland had. De Nederlanders gaven, volgens de vragensteller Casdorff, de Duitsers de schuld van de slechte verhouding tussen de twee landen. Maar hadden de Nederlanders zelf ook niet meegewerkt aan deze pijnlijke toestand? Van der Klaauw reageerde op deze vraag dat er nog altijd Nederlanders waren die grote moeite hadden met de oorlog en dat ook jonge

mensen om humanitaire redenen de Bondsrepubliek bekritiseerden.120 Op de vraag waarom na

34 jaar mensen nog steeds moeite hadden met de Duitsers antwoordde Van der Klaauw dat de politiek ook niet had gedacht dat dit gevoel zo lang zou aanhouden. Hij gaf bovendien aan dat een meerderheid van de Nederlanders een goede verhouding met Duitsland belangrijk vond. Daarentegen is er een groep die Duitsland bekritiseerde en deze groep werd aan het woord gelaten tijdens de televisie-uitzending op 22 februari.121

Behalve podiumdiscussies en een interview met de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, schreef ook de pers uitvoerig over het televisieoptreden van Helmut Kohl. Zoals uit de podiumdiscussie naar voren kwam, waren de meningen omtrent de betekenis van de tv-uitzending verdeeld. In totaal zijn vijftien Duitse en tien Nederlandse krantenartikelen

118

“Niederländer und Deutsche”, Konrad Adenauer Stiftung (Kohl, Helmut 11.03.1979); Ref. II R2.

119 Ibidem.

120 Christoph van der Klaauw, Außenminister der Niederlande, zum Deutschlandbild in den Niederlanden,

Konrad Adenauer Stiftung (Kohl, Helmut Reisen Niederlande 06.03.1979); Ref. II R2.

121

(26)

26

geanalyseerd. Opvallend is dat onder de vijftien Duitse krantenartikelen, tien artikelen afkomstig waren van Die Welt. Deze liberale, maar ook conservatieve krant gaf veel aandacht aan Kohl en het schandaal rond de Nederlands-Duitse betrekkingen. Correspondent bij Die Welt, Eberhard Nitschke, schreef vier keer over deze kwestie, maar was niet uitgesproken gekleurd in zijn berichtgeving.

De Nederlandse en Duitse kranten schreven beiden over het bezoek van Kohl aan Den Haag. De algemene teneur in de berichtgeving over de televisie-uitzending bij de Duitse kranten, was dat zij veelal de link legden met de Tweede Wereldoorlog. Volgens de Duitse kranten lag de Tweede Wereldoorlog bij de Nederlandse bevolking nog gevoelig. Ook gaven de Duitse kranten veel aandacht aan de Nederlands-Duitse betrekkingen. De berichtgeving was gekleurd en eerder emotioneel dan zakelijk. Bij de analyse van de Nederlandse dagbladen leek het alsof de ophef in Duitsland over de tv-uitzending met Kohl de kranten ontging. Pas later berichtten de Nederlandse kranten over wat in Duitsland speelde. Daarbij waren de Duitse dagbladen overwegend positief over Kohls optreden, terwijl de Nederlandse kranten overwegend negatief waren. De Nederlandse berichtgeving was bovendien zakelijker dan de Duitse berichtgeving. Toch waren zowel de Nederlandse als Duitse kranten het eens over de representativiteit van het publiek. Het publiek werd eenzijdig genoemd en niet representatief voor de Nederlandse bevolking. In het vervolg van dit hoofdstuk zijn de analyses van de Duitse en Nederlandse kranten uitgewerkt.

Twee dagen na de televisie-uitzending publiceerde Die Welt twee grote artikelen en een kleiner artikel over het vraaggesprek met Kohl. ZDF-presentator Reinhard Appel gaf aan dat ‘Die Schatten der Vergangenheit verfolgen uns in den Niederlanden besonders stark’.122 Hiermee doelde hij op de Nederlanders die de nazi-tijd nog niet vergeten waren. In een ander artikel werd aangehaald dat de Nederlandse media al langer de aandacht vestigden op de verjaring van oorlogsmisdaden in Duitsland. Eberhard Nitschke, correspondent bij Die Welt, gaf aan dat mede hierdoor de Nederlandse vragenstellers zo kritisch waren.123 De FAZ publiceerde een artikel en sprak over een kloof tussen Nederland en Duitsland door een andere historische ervaring. Kohls angst voor het communisme en de Sovjet-Unie was in

122 Eberhard Nitschke, ‘Das Frage-und-Antwort-Spiel in Holland geriet zum Fernsehgericht’, Die Welt 24

februari 1979.

123

(27)

27

Nederland minder aanwezig dan in Duitsland, terwijl Kohl van zijn kant niet begreep waarom de Nederlanders meer angst voor Duitsland hadden dan voor het communisme. Kohl trad hard op tegen communisten, maar was vergevingsgezind ten opzichte van de nazi’s. Dat was

volgens de FAZ voor de Nederlanders onbegrijpelijk en onacceptabel.124 Bild interviewde de

Nederlandse ambassadeur in Bonn, baron Diederic van Lynden, en ook hij verklaarde dat in Nederland nog enig voorbehoud was over de nazi-tijd. Volgens Van Lynden wisten de Nederlanders wel dat de mensen die in 1979 in Duitsland leefden weinig met de

nazi-praktijken van doen hadden.125 De Nederlandse kranten spraken niet over het oorlogsverleden

met betrekking tot de tv-uitzending. Zij gaven vooral reacties weer uit Duitsland, spraken over de representativiteit van de vragenstellers, de Nederlands-Duitse betrekkingen en Helmut Kohl.

Zowel de Nederlandse als Duitse kranten spraken uitvoerig over het publiek en de vragenstellers. Die Welt gaf aan dat een verscheidenheid van publiek gecreëerd had moeten worden. Er zaten maar twee christendemocraten in het publiek en de rest van de mensen was

volgens Die Welt socialistisch.126 Ook de FAZ gaf aan dat de uitzending een verkeerde indruk

achterliet. Het publiek was geen doorsnede van de Nederlandse bevolking.127 Bild noemde de

vragenstellers links-radicalen.128 De vier Nederlandse kranten bespraken ook dat de

vragenstellers geen doorsnede waren van de Nederlandse bevolking. De Volkskrant, De Telegraaf en NRC Handelsblad gaven aan dat dit mede te wijten was aan de televisiezender ZDF en de presentator Reinhard Appel. De Duitse kranten gaven dit ook aan en spraken zelfs over een mogelijk aftreden van Appel. De zusterpartij van het CDU, CSU, verweet Appel dat ‘hij de hele uitzending slecht had voorbereid en uitgevoerd’.129

De Volkskrant en FAZ vonden beiden dat als Kohl was geïnterviewd door een jong, links, Duits publiek het dezelfde commotie had gegeven als met Nederlandse vragenstellers. NRC Handelsblad en De Telegraaf waren het meest negatief over het publiek: ‘Dramkonten die

124 Why., ‘Abgründe zwischen den Völkern’, Frankfurter Allgemeine Zeitung 26 februari 1979.

125 Friedemann Weckebach-Mara, ‘Ins schiefe Licht geraten’, Bild am Sonntag 4 maart 1979.

126 Eberhard Nitschke, ‘Das Frage-und-Antwort-Spiel in Holland geriet zum Fernsehgericht’, Die Welt 24

februari 1979.

127 Fritz Ullrich Fack, ‘Eine geballte Ladung linker Intoleranz. Fernsehfragestunde als Lehrstück’, Frankfurter

Allgemeine Zeitung 24 februari 1979.

128

Rb., ‘Linke Holländer fielen über Kohl her’, Bild 24 februari 1979.

129

(28)

28

vertellen hoe dictatoriaal de Bondsrepubliek wel niet is’, aldus NRC Handelsblad.130 De Telegraaf vond dat het publiek ‘bevooroordeeld en eenzijdig’ geïnformeerd was.131 Het is opvallend dat zowel Nederlandse als Duitse kranten de vragenstellers veroordeelden en aangaven dat deze groep mensen niet representatief was voor Nederland. De Duitse kranten citeerden Nederlandse kranten en andersom. In Duitse kranten werd aangegeven dat ook de Nederlanders de groep veroordeelden. Alleen Die Welt sprak twee dagen na de uitzending dat de manier van vragenstellen tijdens de uitzending typisch was voor Nederlanders, namelijk

met de ‘Niederländische Aufmüpfigkeit und Autoritätsverachtung’.132

Waar de Nederlandse en Duitse kranten het ook over eens waren, was dat dit optreden tijdens de tv-uitzending gevolgen had voor de Nederlands-Duitse betrekkingen.133 Duitse kranten schreven over een boycot van Nederlandse producten door Duitsland. Hier reageerde NRC Handelsblad en De Telegraaf op. De Telegraaf sprak volgens Die Welt zelfs over een

zogenaamd Kohl-effect, waardoor Nederland een afname van Duitse toeristen verwachtte.134

Duitse kranten gaven veel aandacht aan de Nederlands-Duitse betrekkingen. Vooraanstaande Nederlanders, zoals de ambassadeur in Bonn Van Lynden en de minister van Buitenlandse Zaken Van der Klaauw, werden geïnterviewd over de anti-Duitse houding van de Nederlandse bevolking. FAZ citeerde een artikel van De Volkskrant waarin de krant aangaf dat de kloof tussen Nederland en Duitsland nog te groot was.135 In Duitsland werd in verhouding meer aandacht gegeven aan de Nederlands-Duitse betrekkingen dan andersom.

De tv-uitzending met Helmut Kohl bracht meer onderwerpen naar boven dan alleen het optreden van Kohl zelf. Ook over de manier waarop Kohl zich staande had weten te houden, schreven de Duitse en Nederlandse kranten. De FAZ schreef over Kohl: ‘Helmut Kohl hat sich tapfer geschlagen. Er war gut vorbereitet, wich keiner Frage aus, ließ sich nicht

130 Geciteerd in: B. Knapen, ‘Duitsers willen na tv-uitzending boycot Nederland’, NRC Handelsblad 27 februari

1979.

131 Geciteerd in: Jan Brouwer, ‘Televisie-uitzending werd groot schandaal’ De Telegraaf 23 februari 1979. 132 Geciteerd in: Eberhard Nitschke, ‘Das Frage-und-Antwort-Spiel in Holland geriet zum Fernsehgericht’, Die

Welt 24 februari 1979.

133 Fritz Ullrich Fack, ‘Eine geballte Ladung linker Intoleranz. Fernsehfragestunde als Lehrstück’, Frankfurter

Allgemeine Zeitung 24 februari 1979 en Jan Luijten, ‘Bonn blijft boos over tv chaos’, de Volkskrant 26 februari 1979.

134 ‘Verprellt Hollands Reaktion auf Kohl deutsche Touristen’, Die Welt 9 maart 1979. 135

(29)

29

provozieren, obwohl ihm eine steigende innere Erregung anzumerken war’.136 Die Welt

haalde de Nederlandse minister-president Van Agt aan. Van Agt vond dat Kohl zich dapper

verweerde.137 De SZ en Bild gaven Kohl anders weer. Deze kranten vroegen om een reactie

van hemzelf. Kohl sprak tegen de SZ dat het de schuld van de Duitse regering was dat de Nederlanders zo’n slecht beeld over Duitsland hadden. Kohl vond dat de Duitse regering weinig deed aan de lastercampagne tegen Duitsland en om het beeld over het land in het buitenland te verbeteren. Er zou volgens Kohl meer aandacht geschonken moeten worden aan

de jonge geschiedenis van de Bondsrepubliek.138 In Bild reageerde Kohl dat de Nederlanders

niet werkelijk zo’n beeld hadden over Duitsland, maar dat het publiek eenzijdig was.139

Hierin sprak Kohl zichzelf tegen.

Behalve De Telegraaf, waren de Nederlandse kranten negatiever over het optreden van Kohl dan de Duitse kranten. Trouw vond dat Kohl zich snel uit de tent had laten lokken.140 De Volkskrant vergeleek Kohl met de Nederlandse minister-president Joop den Uyl. Den Uyl had een aantal jaren voor het televisieoptreden van Kohl aan een Duits programma meegewerkt. Hij kon, in tegenstelling tot Kohl, wel op applaus rekenen.141 Daarbij gaf Gijs van de

Westelaken van de Volkskrant aan dat het groepsinterview met Kohl mooie televisie was.142

Tussen de Nederlandse en Duitse berichtgeving over Kohl was een verschil. Terwijl de Duitse kranten overwegend positief waren, schreven de Nederlandse kranten nauwelijks over Kohl of spraken zij weinig positief over hem.

In dit hoofdstuk kwam naar voren dat de ZDF-uitzending voor veel ophef zorgde in Duitsland. De Nederlandse kranten reageerde vooral op de woede in Duitsland. Zij hadden pas na enkele dagen door dat het optreden van de Nederlandse vragenstellers een effect zou kunnen hebben op de Nederlands-Duitse betrekkingen en de handel van Nederland naar Duitsland. Er was sprake van een wisselwerking. De Duitse kranten berichtten dat de Nederlanders de Tweede Wereldoorlog nog niet vergeten waren. De Nederlandse kranten

136

Geciteerd in: Fritz Ullrich Fack, ‘Eine geballte Ladung linker Intoleranz. Fernsehfragestunde als Lehrstück’, Frankfurter Allgemeine Zeitung 24 februari 1979

137 E.N./DW., ‘Der Gast aus Holland entschuldigt sich bei Kohl’, Die Welt 27 maart 1979.

138 Ub., ‘Kohl schiebt Schuld auf die Regierung’, Süddeutsche Zeitung 1 maart 1979.

139 Rb., ‘Linke Holländer fielen über Kohl her’, Bild 24 februari 1979.

140 Geciteerd in: J. den Boef, ‘Verkeerde indruk na debat met Kohl’, Trouw 10 maart 1979. 141

Gijs van de Westelaken, ‘Herr Doctor Kohl fel onder vuur’, de Volkskrant 23 februari 1979.

142

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En este sentido, nuestro estudio busca contribuir al análisis de la política de tratamiento de aguas residuales desde una perspectiva de gobernanza y nuestra pregunta de

With that in mind, it means that three conditions have to be present: if a measure is justified by one of the interests listed by article 36 TFEU, if there are no

Conclusion and recommendations This study was undertaken to assess and identify the social vulnerability to drought of communal farmers in O.R Tambo district in the Eastern

o Van de gehuwden is een meerderheid van mening dat een door één van beide echtelieden geërfd geldbedrag bij een scheiding gedeeld moet worden, maar van de samenwonenden

In Chapter 4, we have studied a new model of endocrine regulation, derived from the classical Goodwin’s oscillator yet has an additional nonlinear negative feedback.. In this model,

 Regular feedback from students (clients) will provide the managers with the required skills and shortfalls of the department, as stated in the literature

Voorbeeld van de resultaten van een globale gevoeligheidsanalyse, waaruit de rangschikking van de para- meters wordt afgeleid: de relatie tussen de parameter T5 en de

INDO calculations on the sigmatropic [1,5] H-shift in 1,3- cyclohexadiene and 1,3,5-cycloheptatriene : a homo- cyclopentadienyl transition state model.. Citation for published