Rechtsbescherming voor minderjarige voetballers
Hoe het Internationaal Privaatrecht een juridisch
stabiele situatie kan bieden voor jeugdspelers die de grens over gaan
Naam: Thijs Dalmolen
E-mailadres: thijs_dalmolen@hotmail.com Studentnummer: 11140119
Mastertrack: Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Naam begeleider: Roberto Branco Martins Inleverdatum: 19 september 2017
Abstract………...p.3 Hoofdstuk 1: De arbeidsovereenkomst van een (minderjarige) voetballer vergeleken..p.5 1.1 Het normale arbeidscontract………..p.5 1.2 De arbeidsovereenkomst van een professioneel voetballer……….…..p.6 Hoofdstuk 2 De juridische context van het professionele voetbalcontract……….p.10
2.1 Het juridisch kader van de (internationale voetbaltransfer)……….p.10 2.2 Minimumvereisten voor standaard spelers contracten………...……..p.13 2.3 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players……….p.16 2.4 De wettelijke basis voor de minderjarige voetbaltransfer………p.21
Hoofdstuk 3 Het probleem in praktijk gekoppeld naar het Internationaal
Privaatrecht………..p.23
3.1 Feitelijke situatie in de praktijk………...….p.23 3.2 Minderjarige voetbaltransfer in de dimensie van het Internationaal Privaatrecht……...p.28 3.2.1 Beginselen uit het Internationaal Privaatrecht………p.28 3.2.2 Plaats gewoonlijk verrichten arbeid………..p.30
Conclusie………...………p.35 Literatuurlijst………...…p.37
Abstract
Een rode draad door mijn hele studie heen is dat ik een erg brede interesse heb in alles wat met recht te maken heeft. Dat mijn keuze is gevallen op de master Privaatrecht is in dat opzicht wellicht enigszins voorspelbaar geweest. Binnen deze master is er namelijk, zeker op de Universiteit van Amsterdam, de mogelijkheid om op een zeer brede wijze met recht om te gaan. Tijdens het eerste halfjaar van mijn master volgde ik het vak Internationaal Privaatrecht, een vak dat ik nog steeds als één van de leukste vakken in mijn hele studie beschouw. Later volgde ik het vak Arbeid & Sport. In mijn privé-leven ben ik erg veel bezig met voetbal. Niet zozeer met het actief uitoefenen van de sport, maar wel volgen wat er zich afspeelt in de voetbalwereld. Ik heb altijd interesse gehad voor de ‘zaken buiten de lijnen’. Transfers, regelgeving, misstanden omtrent (illegaal) gokken, begrotingen van betaald voetbalclubs etc. Tijdens het vak Arbeid & Sport leerde ik hoe belangrijk het recht is (geweest) voor de voetbalwereld en hoeveel onbegonnen terreinen er nog liggen op dit gebied.
Tijdens het bedenken van een scriptieonderwerp zocht ik naar een onderwerp dat deze twee, door mij met veel plezier gevolgde vakken, bij elkaar bracht. In overleg met mijn
scriptiecoördinator ben ik uit eindelijk op het onderwerp van de minderjarige voetbaltransfer gekomen. Een actueel en interessant onderwerp, niet in de laatste plaats omdat er nogal het een ander misgaat rondom dit fenomeen. Spelers worden op jonge leeftijd uit hun vertrouwde omgeving gehaald en naar een in principe compleet nieuwe wereld gebracht. Dit heeft niet alleen persoonlijke en emotionele gevolgen, maar met name ook juridisch. Waar kan de speler zijn steun zoeken als hij niet doorbreekt en tussen wal en schip belandt? Wat biedt hem houvast?
In deze scriptie wordt een poging gedaan om door middel van het Internationaal Privaatrecht een oplossing te zoeken, die meer stabiliteit kan bieden voor minderjarige jeugdspelers, die (samen met hun familie) deze gewaagde stap maken. Dit gebeurt aan de hand van de volgende hoofdvraag: In hoeverre kan het Internationaal Privaatrecht meer rechtsbescherming bieden bij de transfers van minderjarige voetballers? Dit zal gebeuren door middel van een
literatuuronderzoek. Allereerst wordt uiteengezet hoe een arbeidsovereenkomst van een (minderjarige) voetbalspeler en uiteengezet in welke opzichten het afwijkt van de doorsnee arbeidsovereenkomst. Vervolgens wordt er ingegaan op de regelgeving omtrent de
aangegeven, wat het probleem in concreto inhoudt, wat hier in de scriptie wordt onderzocht. Daarna zal, na een analyse van de principes, kernwaarden en regelgeving van het
Internationaal Privaatrecht te hebben gemaakt, een conclusie worden geschreven die uitwijst of en op welke wijze dit rechtsgebied een hulpmiddel of wellicht zelfs oplossing voor minderjarige jeugdspelers kan zijn.
Hoofdstuk 1: De arbeidsovereenkomst van een (minderjarige) voetballer vergeleken
1.1 Het normale arbeidscontract
Een arbeidscontract is een overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer. De arbeidsovereenkomst komt tot stand door wilsovereenstemming. Deze wilsovereenstemming wordt bereikt door een aanbod van de werkgever en een aanvaarding van dit aanbod door de werknemer.1 Er moet wilsovereenstemming zijn bereikt over alle elementen van de
overeenkomst, die door de partijen als essentieel worden beschouwd. Dit gaat over zaken als de functie-inhoud, de looptijd van de arbeidsovereenkomst en het salaris.2 De
arbeidsovereenkomst heeft een gecodificeerde wettelijke definitie: ‘De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.’3 Hieruit vallen
drie elementen te destilleren. Ten eerste verbindt de werknemer zich om arbeid te verrichten. Dit kan allerlei vormen aannemen: denk aan bijvoorbeeld aan geestelijk of lichamelijk. Het belangrijkste is echter dat de arbeid van waarde is voor de wederpartij.4
Het contract op zichzelf is niet voldoende, er moet ook daadwerkelijk loon betaald worden. Dit is het tweede element van de arbeidsovereenkomst en dit is in de loop der jaren
verduidelijkt in de jurisprudentie.5 Er moet op een bepaalde manier voordeel getrokken
worden uit het verrichten van de werkzaamheden. Niet alles kan hier echter onder vallen. Het feit dat iemand zijn hobby bijvoorbeeld kan uitoefenen dankzij zijn werk is uiteraard een vorm van beloning, maar kan niet worden gekwalificeerd als zijnde loon.6 Bovendien is alleen
pensioen als loon ook niet voldoende7. Er is een zaak waarin een vakkenvuller slechts €0,80
per uur ontvangt, de Hoge Raad oordeelde dat er dan toch voldaan is aan het loonvereiste, ondanks dat de hoogte van de beloning vrij bescheiden is.8 Loon is in praktijk vaak in geld
vastgesteld. Het Burgerlijk Wetboek bevat een lijst van geoorloofde loonvormen, maar deze is niet limitatief in die zin, dat een arbeidsovereenkomst vormvrij is en dat het dus geoorloofd is
1 Art. 6:217 Burgerlijk Wetboek
2 HR 26 november 2010, JAR 2011/14 (Van Gorkum/RLV)
3 Art. 7:610 Burgerlijk Wetboek
4 Ktr. ’s-Hertogenbosch 13 juni 2006, JAR 2006/164
5 HR 18 september 1985, NJ 1986/77 (onbezoldigd bestuurder van een BV)
6 Ktr. Utrecht 24 april 1996, JAR 1996/173 (geen arbeidsovereenkomst maar uitoefening van een hobby)
7 van der Poel & N Hummel, Tijdschrift voor Ambtenarenrecht, 2015/juli-aug, par. 2.1
om andere vormen van loon vast te stellen.9 Kost en inwoning, vrije woning en andere
soortgelijke zaken die in natura zijn vast te stellen, kunnen eveneens als loon worden vastgesteld. Het loon moet in ieder geval altijd een prestatie van de werkgever zijn.10 Het
derde element dat valt te destilleren uit de wet voor een arbeidsovereenkomst, is het begrip ‘in dienst’. Het dienstverband houdt volgens de Hoge Raad in dat de werknemer aan een bepaald gedrag jegens de werkgever is gehouden, wat vormgegeven kan worden door instructies van de kant van de werkgever.11 Hier zit uiteraard gradatie in. Een vakkenvuller zal meer
instructies krijgen van zijn meerdere dan een advocaat of een chirurg. Er kan bij dergelijke beroepen ook voldaan zijn aan het gezagselement als de hogergeplaatste de bevoegdheid heeft om aanwijzigen geven ter bevordering van de goede orde binnen de onderneming.12
1.2 De arbeidsovereenkomst van een professioneel voetballer
In feite is de arbeidsovereenkomst voor een professioneel voetballer een variant op de doorsnee arbeidsovereenkomst. Er zijn echter een aantal zaken, waar bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst tussen een voetbalclub en een professioneel voetballer iets meer aandacht besteed zal moeten worden. Dit omdat deze zaken van groot belang zijn voor de rechten van de professioneel voetballer. Het eerste element, waar het vaak om gaat ook in de voetballerij, is het salaris. Dit is een feite een kwestie van vraag en aanbod.13 Het salaris van
een profvoetballer is in feite uit verschillende elementen opgebouwd. Het is mogelijk dat er slechts een onkostenvergoeding wordt betaald.14 Een probleem dat hierbij rijst is dat je bij de
betaling van ‘slechts’ een onkostenvergoeding niet kan worden aangemaakt als zijnde een arbeidsovereenkomst, aangezien het vereiste van loon aldus ontbreekt.15Wat hierbij echter
gunstig kan zijn voor de profvoetballer, is dat hij daarom zich ook gemakkelijker kan
verplaatsen van de ene voetbalclub naar de andere, omdat er geen arbeidsovereenkomst hoeft te worden afgekocht. Dit werkt echter uiteraard twee kanten op, als de speler niet goed genoeg is, dan kan de voetbalclub ook gemakkelijker van de speler af en blijft de speler met niets achter.16 Voor een amateurspeler of jeugdspeler, die zijn eerste contract krijgt is het belangrijk
om te weten wat het minimuloon is. Het minimumloon is in Nederland vastgelegd in de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag en wordt twee keer per jaar vastgesteld.
9 Art. 7:617 Burgerlijk Wetboek
10 HR 12 oktober 2001, NJ 2001/635 (Bethesda/Van der Vlies)
11 HR 17 april 1984, NJ 1985/18 (animeermeisjes)
12 Van der Grinten 2014, p.8
13 De Weger 2009, p. 60
14 Ktr 5 april 1967, NJ 1967/418 (Laseroms/Sparta)
15 Art. 7:610 lid 1 BW
Onderstaand een overzicht van het minimumloon op het moment van schrijven17 en laat dus
zien wat een speler per leeftijd minimaal behoort te verdienen.18 Leeftijd Per maand Per week Per dag
23 jaar en ouder € 1.551,60 € 358,05 € 71,61 22 jaar € 1.318,85 € 304,35 € 60,87 21 jaar € 1.124,90 € 259,60 € 51,92 20 jaar € 954,25 € 220,20 € 44,04 19 jaar € 814,60 € 188,00 € 37,60 18 jaar € 706,00 € 162,90 € 32,58 17 jaar € 612,90 € 141,45 € 28,29 16 jaar € 535,30 € 123,55 € 24,71 15 jaar € 465,50 € 107,40 € 21,48
Waar een spelerscontract zich vaak differentieert van een normale arbeidsovereenkomst, is het feit dat er vaak met premies wordt gewerkt. Naast het normale salaris, kan de speler aanspraak maken op bijvoorbeeld collectieve wedstrijdpremies. Deze zijn doorgaans als volgt verwoord:
‘’ De speler kan aanspraak maken op wedstrijdpremies, indien en voor zover hij voor de betreffende wedstrijd op het wedstrijdformulier staat vermeld. ‘’19
Een wedstrijdpremie kan bijvoorbeeld €750 per wedstrijdpunt bedragen en wordt er ook vaak onderscheid gemaakt tussen basisspelers, invallers en bankzitters. Ook onderscheid tussen een puntin de nationale competitie en een mogelijke Europese competitie wordt vaak gemaakt.20
Naast de wedstrijdpremie bestaat er ook de opstelpremie, de speler krijgt dan een bedrag voor het feit dat hij opgesteld is geweest in de basisopstelling. Deze premie wordt meestal als volgt of soortgelijk geformuleerd:
‘’Voor iedere officiële wedstrijd die de speler gedurende het seizoen in de basis van het eerste elftal start, ontvangt hij een opstel premie van (…)’’
17 Juni 2017
18 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/inhoud/bedragen-minimumloon-2017
19 De Weger, p. 66
Vooral de zinsnede ‘in het eerste elftal’ is van belang voor jeugdspelers, omdat dat dus betekent dat zij pas een premie krijgen op het moment dat zij een wedstrijd in de basis staan van het eerste elftal van hun club.21
Een ander belangrijk onderdeel, vooral als het om echt grote en bij het publiek populaire spelers gaat, zijn de imagorechten. Een mooie kernachtige omschrijving is: ‘de verzamelnaam voor de verzilverbare populariteitsrechten van de voetbalspeler.’22 In feite is dit zogenaamde
imagorecht heel breed. Het gaat om zaken als uiterlijk, naam, bijnaam, stem, het rugnummer, sieraden, en zelfs de handtekening.23 In feite alles waar een fan van een sporter blij mee
gemaakt kan worden. Een actueel voorbeeld is Francesco Totti, sinds jaar en dag boegbeeld van de Italiaanse club AS Roma. Ter gelegenheid van zijn 25e seizoen in het geelrode shirt,
heeft Nike een speciale gouden voetbalschoen gefabriceerd, die wordt verkocht in een gelimiteerde oplage van 2500 exemplaren.24 Totti heeft bij het tekenen van zijn nieuwe
contract in de zomer van 2016 zijn imagorechten voor het grootste deel overgedragen aan de club, waardoor Roma de opbrengst hiervan incasseert.25 Totti is een bijzonder voorbeeld
gezien zijn buitengewoon lange carriere, maar is wel al jaren een van de populairste spelers, zowel in als buiten Rome. Officiële cijfers ontbreken, maar studies wijzen uit dat Totti zelf in zijn carriere rond de 10 miljoen euro aan imagorechten heeft verdiend.26
Totti is slechts een van de honderden, zo niet duizenden voorbeelden van spelers, die miljoenen binnenhalen met het gebruik van de imagorechten. Uiteraard heeft het apart inkleden van de imagorechten belastingtechnische voordelen, maar, op deze plaats vooral relevant, ook met name juridische voordelen. Het financiele aspect en de commerciële afspraken moeten in feite aan drie voorwaarden voldoen. De afspraken moeten realistisch, redelijk, proportioneel en rechtvaardig zijn. Het is bovendien belangrijk dat de afspraken in verhouding staan tot de feitelijke situatie. Dat wordt weer gebaseerd op de op dat moment geldende en potentiele waarde van de speler in kwestie. Dit kan uiteraard varieren gedurende een carriere.27 21 De Weger 2012, p. 66 22 Olsthoorn 2005, p.23 23 De Weger 2012, p. 72 24 Di Dio 2017 25 Trani 2016 26 Stock 2016 27 Blackshaw 2006, p. 384
Gezien het karakter van de voetbalsport, zijn de mogelijke contractduren hier ook op aangepast. Het grote verschil met de normale arbeidsovereenkomst is dat er geen mogelijkheid is voor een contract voor onbepaalde tijd. Bij de invoering van de destijds nieuwe Wet Werk en Zekerheid was daar nogal wat over te doen. Bij het invoeren van deze nieuwe WWZ op 1 juli 2015 28 is bepaald dat de maximale periode waarin een werknemer
drie tijdelijke contracten mag hebben verkort wordt naar 24 maanden in tegenstelling tot de eerder geldende 36 maanden. Na die 24 maanden moet de werknemer een overeenkomst voor onbepaalde tijd worden aangeboden.29 Er werd in eerste instantie geen uitzondering gemaakt
voor het profvoetbal. In feite werd hiermee een bom gelegd onder de sport, omdat het voor clubs onmogelijk zou zijn om spelers contracten voor onbepaalde tijd te geven. En ook voor de carrieres van de spelers zelf was dit een uiterst onwenselijke situatie.Uiteindelijk is er na veel ophef, onder andere in de media, besloten om een uitzondering te maken voor het profvoetbal.30 Hierdoor hoeven voetbalclubs zich niet te houden aan deze zogenoemde
‘ketenregeling’. Het zou bovendien ook oneerlijke concurrentie op Europees niveau opleveren, aangezien vrijwel elk Europees land deze uitzondering heeft gemaakt.31 In
Duitsland loopt er nog wel een zaak, waarin in eerste aanleg is geoordeeld dat een
contractspeler recht heeft op een contract voor onbepaalde tijd.32 Het is op het moment van
schrijven afwachten wat hier in het verdere verloop van de procedure over wordt geoordeeld. Het spelerscontract moet gehouden zijn aan bepaalde vastgestelde lengtes van de FIFA. Een club kan een speler niet bijvoorbeeld een contract voor 10 jaar geven in april 2017 en dat het contract dan loopt tot april 2027. De minimumlengte van een spelerscontract is vanaf het moment van ondertekening tot het einde van dat seizoen.33 Daarnaast gelden er ook eisen voor
de maximumlengte van het contract. De maximumlengte van een spelerscontract is 5 jaar, of beter gezegd, 5 seizoenen.34 Voor minderjarige spelers, gespecificeerd als zijnde voordat de
leeftijdsgrens van 18 jaar is bereikt, geldt dat de maximale termijn korter is, te weten
maximaal 3 jaar.35 Een relevante vraag in deze scriptie is de vraag wat er gebeurt als een club
een minderjarige speler toch een contract aanbiedt wat langer duurt dan drie seizoenen. Daarover is jurisprudentie. PSV Eindhoven had de Braziliaanse jeugdspeler Leandro voor het
28 https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2015/06/27/veranderingen-wet-werk-en-zekerheid-per-1-juli-2015
29 Art. 7:668a lid 1 Burgerlijk Wetboek
30 Asscher 2015, p.1-3.
31 Oliva 2015
32 Van Maren 2015
33 Art. 18 lid 2 FIFA Regulations of the Status and Transfer of Players
34 Art. 18 lid 2 FIFA Regulations of the Status and Transfer of Players
bereiken van zijn achttiende levensjaar een contract van vijf jaar laten tekenen. De speler in kwestie stelde op een gegeven moment dat de overeenkomst volgens de FIFA-reglementen moest eindigen na drie jaar. Op dat moment maakte Leandro de overstap naar FC Porto, transfervrij welteverstaan.36 PSV ging hier uiteraard niet mee akkoord en stapte naar het CAS.
Het CAS oordeelde dat Leandro gelijk had, omdat PSV simpelweg de FIFA-reglementen had overtreden. Naar oordeel van het CAS was Leandro na die drie jaar transfervrij en kon hij de aldus door hem gewenste overstap naar Portugal maken. Het CAS benadrukte dat de FIFA-reglementen deze termijn uitdrukkelijk vermelden en PSV had moeten weten dat contracten langer dan 3 jaar voor een minderjarige speler simpelweg niet mogelijk zijn.37
Met het voorbeeld van de zaak waarin Leandro tegenover PSV stond, wordt een mooi brug gemaakt naar waar deze scriptie in concreto over gaat. Leandro was een speler die op jonge leeftijd door PSV vanuit zijn geboorteland Brazilie was gehaald, alwaar hij voor de club Vitoria speelde.38 Dit komt voort uit een fenomeen wat steeds groter en groter lijkt te worden.
Met name de grote clubs leiden minder zelf spelers op, maar scouten over de hele wereld om jong talent te vinden.39 Dat blijkt ook uit de cijfers. In Engeland hebben grote clubs als
Manchester United en Chelsea een selectie die voor bijna de helft uit buitenlandse spelers bestaat.40 De transfers van minderjarige spelers wordt een steeds groter onderdeel van de
internationale transfermarkt en behoeft daarom ook zeker haar eigen regelgeving.
Hoofdstuk 2 De juridische context van het professionele voetbalcontract
2.1 Het juridisch kader van de (internationale voetbaltransfer)
Het is om te beginnen belangrijk om te schetsen wat exact het juridische kader is van de (internationale) voetbaltransfer. De voetbaltransfer zelf kent uiteraard een lange geschiedenis. Voor deze scriptie is het het handigste om de draad op te pakken in 1995. In dat jaar deed het Europese Hof van Justitie uitspraak in het baanbrekende Bosman-arrest. De feiten uit deze zaak stammen uit het jaar 1990. De Belgische speler Jean-Marc Bosman, die op dat moment bij Club Luik speelde. Het contract van Bosman was afgelopen. Bosman wilde de overstap
36 Voetbal International 2005
37 CAS 2005/A835 & 942, 3 februari 2006 (PSV N.V. v. FIFA & Federacao Portuguese de Futebol en PSV N.V. v. Leandro do Bomfim & FIFA)
38 https://www.transfermarkt.nl/leandro-bonfim/profil/spieler/4348
39 Celen, Lederman, Rigopoulous, Rodriguez., Sadowski 2010, 2010, p. 19
maken naar een nieuwe club, de Franse club USL Dunkerque. Bosman stelde zich op het standpunt dat hij de overstap transfervrij kon maken. Club Luik eiste echter, ondanks het afgelopen contract, een transfervergoeding. Bosman klaagde de Belgische voetbalbond aan op de grond dat de destijds geldende transferregels van de Belgische voetbalbond in strijd waren met het Verdrag van Rome en dan specifiek het vrij verkeer van werknemers. Het Hof van Justitie oordeelde uiteindelijk dat het vrij verkeer van werknemers41 ook van toepassing moet
zijn op het professionele voetbal en dat zowel internationale als nationale voetbalbonden hier rekening mee moeten houden in hun reglementen.42 Wat leverde dit arrest in de praktijk in
concreto op? Het Bosman-arrest zorgde ervoor dat spelers na afloop van hun contract, transfervrij konden overstappen naar een nieuwe club. Dit zorgde voor een ware revolutie, voorheen moest de nieuwe club altijd een bedrag betalen aan de oude club. In concreto hield dit in dat spelers makkelijker naar een andere club konden overstappen. Clubs lieten spelers daarom vaak langere contracten ondertekenen en ook hogere salarissen. Dit waren factoren die de afkoopprijs van de contracten verhoogden.43 Voor dit arrest was de transfervergoeding
gebaseerd op de goedkeuring van de oude club voor de transfer.44
Wat betreft de situatie in Nederland leverde het Bosman-arrest een juridisch lastige situatie op. In Nederland werd namelijk in 1999 de Wet flexibiliteit en zekerheid ingevoerd. Dit was een wet die zag op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Het was de omzetting van een EU-Verordening over contracten voor bepaalde tijd. De verordening voorzag in bepaalde uitzonderingsgevallen, die het mogelijk maakten om meerdere, opeenvolgende contracten voor bepaalde tijd af te sluiten tussen werkgever en werknemer. Het probleem in Nederland was dat de Wet flexibileit en zekerheid slechts één uitzondering noemde voor dergelijke situaties. Deze uitzondering hield in dat er daarom een collectieve arbeidsovereenkomst moest zijn gesloten tussen de werknemers en werkgevers in een bepaalde specifieke bedrijfstak. In Nederland is er een cao gesloten tussen de Federatie van Betaald voetbal Organisaties (FBO) en de sociale partners Vereniging voor Contractspelers (VVCS) en ProProf. De twee
genoemde sociale partners vertegenwoordigden samen allen profvoetbalclubs in Nederland, in zowel de eredivisie als de eerste divisie.45
41 Art. 45 VWEU
42 HvJ 15 december 1995, C-415/39, NJ 1996, 637 (Bosman)
43 Dejonghe 2007, p. 259
44 Branco Martins 2014, p. 137
Na verloop van tijd werd de verordening in meer Europese landen omgezet in wetgeving. De FBO heeft de situatie in vijf landen in de gaten gehouden, te weten het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland, Nederland en Portugal. De conclusie van de FBO was uiteindelijk dat er een Europese collectieve arbeidsovereenkomst moest worden gesloten, om het
transfersysteem dat ontstond na het Bosman-arrest in stand te houden.46 Het probleem dat
optrad was echter dat er op dat moment alleen een Europese sociale partner namens de spelers bestond, de FIFPro, en geen Europese sociale partner namens de clubs.47
Het is wenselijk en in feite min of meer noodzakelijk om de onderhandelingen in deze sociale dialoog plaats te laten vinden. De Europese sociale dialoog moet gezien worden als een onderhandelingsruimte waarin sociale partners de mogelijkheid krijgen om deel te nemen aan onderhandelingen over verschillende juridische aspecten. Het streven is om zowel werkgever als werknemer meer invloed en inspraak te geven in het juridische proces, waarbij er niet afgewacht hoeft te worden wat de EU beslist. Dit wordt in beginsel als voordelig gezien, omdat het proces sneller is en ook specifieker toegespitst op één bepaalde bedrijfstak.48
Uiteindelijk werd deze sociale partner gevonden in de EPFL, wat staat voor European Professional Football Leagues. De EPFL is de woordvoerder van vrijwel alle grote
voetbalcompetities in Europa. In haar eigen doelomschrijving profileert het zich ook als het orgaan dat de overgrote meerderheid van de Europese voetbalclubs vertegenwoordigt in de sociale dialoog met betrekking tot de voetbalsector.49 Op 10 december 2007 hebben de
FIFPro en de EPFL gezamenlijk een verzoek ingediend bij de Europese Commissie om een committee voor de sociale dialoog met betrekking tot profvoetbal. Op 13 maart 2008 liet de Europese Commisie middels een brief weten dat er aan alle voorwaarden werd voldaan en dat het wat de Commissie betreft mogelijk was om een sociale dialoog op te zetten met
betrekking tot het professionele voetbal.50 Deze sociale dialoog die specifiek om profvoetbal
draait wordt ook wel aangeduid met FSDC (dit staat voor European Social Dialogue
Committee in Professional Football).51 Zowel de FIFPro als de EPFL hebben niet de macht
die de UEFA bijvoorbeeld wel heeft. UEFA beslist over spelregels, contracten en dergelijke
46 Branco Martins 2002
47 Branco Martins 2014, p. 140
48 Bos, Faase & Van Merrienboer 1998, p. 138
49 https://epfl-europeanleagues.com/about/
50 98/500/EC: Commission Decision of 20 May 1998 on the establishment of Sectoral Dialogue Committees promoting the Dialogue between the social partners at European level
zaken. De UEFA kan niet als sociale partner optreden in de FSDC, omdat het niet aan de criteria van de Europese Commissie voldoet.52 Dit is opgelost door de UEFA aan te wijzen als
voorzitter in de FSDC. Het nadeel dat hier optreedt is echter dat de sociale partners op die manier onderworpen zijn aan de jurisdictie van de UEFA en daarom wellicht niet de invloed kunnen uitoefenen, die zij in principe in een sociale dialoog wel zouden kunnen uitoefenen.53
De procedureregels en het werkprogramma van de FSDC zijn officieel op 1 juli 2008 in Parijs uitgevaardigd. Het streven van de partijen is om de mogelijkheden van de sociale partners om de toekomstige ontwikkelingen omtrent werkgelegenheid te vergroten, zodat de sociale partners meer konden bijdragen aan (toekomstige) juridische en sociale zaken in de sector van professioneel voetbal.54 Een resultaat wat de FSDC in de loop der jaren heeft bereikt is het
vaststellen van een overeenkomst omtrent de minimum vereisten voor standaard spelers contracten in de professionele voetbalsector in de EU en de rest van het UEFA grondgebied.55 56
2.2 Minimumvereisten voor standaard spelers contracten
Deze overeenkomst stelt minimumvereisten voor alle standaard professionele voetbal contracten in Europa en geldend voor alle professionele voetbalclubs. Alle professionele voetballers die bij een professionele voetbalclub onder contract staan, moeten dit doen op basis van een arbeidsovereenkomst.57 Er worden vereisten gesteld aan het contract, zoals de
naam van de partijen, het feit dat zij juridisch gebonden zijn aan het contract en, als er sprake is van een minderjarige speler, de handtekening van de ouders.58 Het contract moet
geregistreerd worden bij de nationale voetbalbond en beide partijen dienen een kopie van het contract te ontvangen.59 Het contract moet duidelijk uitwijzen hoe lang de duur van de
arbeidsovereenkomst is door middel van een evidente begin- en einddatum. Het recht om het contract te ontbinden op grond van een ‘just cause’ moet in het contract staan vermeld.
52 Rules of Procedure for the European Social Dialogue Committee in the professional football sector, preamble. De tekst van de FSDC kan op de website gevonden worden van de Europese Commisie. Een specifiek stuk gaat over professioneel voetbal:
https://circabc.europa.eu/faces/jsp/extension/wai/navigation/container.jsp
53 Branco Martins 2014, p.144-145
54 European Commission (2008), Footballers and Employers launch new forum for EU social dialogue, European Commission Press Release -IP/08/1064, 01/07/2008
55 Wils 2015, p.36
56 https://www.fifpro.org/news/minimum-requirements-for-standard-player-contracts/en/
57 Art. 2 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
58 Art. 3.1 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
Daarnaast moet in het geval van beëindiging of verlenging van het contract er, ook middels nationale wetgeving, gelijkheid van de partijen worden gegarandeerd.60
De arbeidsovereenkomst in kwestie moet het enige contract zijn tussen de club en speler in kwestie.61 De Overeenkomst legt ook verplichtingen bij de club. De club moet zorgen dat aan
alle financiele verplichtingen wordt voldaan. Denk daarbij aan het betalen van salarissen en eventuele bonussen. Als er onder nationale wetgeving sprake is van een pensioenfonds, dan moet dit in het contract worden vermeld, even als de wijze van betalen, de munteenheid waarin dit moet gebeuren. Ook eventuele premies in het geval van promotie of degradatie moeten in het contract worden vermeld.62
De club heeft ook de verplichting om te zorgen dat er geen mensenrechten van de speler worden geschonden. Dit klinkt wellicht ernstiger dan het is, men moet vooral denken aan fundamentele rechten als vrijheid van meningsuiting en het discriminatieverbod.63
De arbeidsovereenkomst wordt gesloten tussen werkgever en werknemer. Naast
verplichtingen voor de werkgever, de voetbalclub, levert de arbeidsovereenkomst uiteraard ook verplichtingen op voor de werknemer, de professioneel voetballer. De essentiële verplichting voor de voetballer is uiteraard om de wedstrijden die hij speelt, op zijn beste kunnen speelt. Daarnaast moet hij deelnemen aan trainingen en deelnemen aan
wedstrijdvoorbereidingen. Hierbij moet de speler zich houden aan de instructies van de trainers en coaches. Ook wordt er van de speler verwacht dat hij er een gezonde levensstijl op nahoudt. Daarnaast moet de speler zich houden aan de regels die sportbonden uitvaardigen, mag er door de speler niet worden gegokt op voetbalgerelateerde weddenschappen en moet hij beschikbaar zijn en deelnemen aan promotieactiviteiten van de club. Ook moet de speler zich cooperatief opstellen bij eventuele medische (kleine) ingrepen en aan het einde van het seizoen moet de speler al het clubmateriaal weer bij de club inleveren.64
Er is eerder gesproken over imagorechten.65 De Agreement regarding the minimum
requirements for standard player contracts heeft dit ook in zekere mate vormgegeven. De
60 Art. 3.7 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
61 Art. 5 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
62 Art. 6 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
63 Art. 6.8 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
64 Art. 7 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
Agreement geeft aan dat het contract niet een harde verplichting hoeft aan te geven, maar het geeft wel een soort van richtlijn. Uitgangspunt is dat de speler zijn eigen imagorechten mag exploiteren, zo lang dit niet in strijd is met de rechten van de club. De club mag gebruik maken van de imagorechten van de speler, als de speler deel uitmaakt van het team. Hier zal uiteraard al vrij snel sprake van zijn.66
Het contract moet eveneens duidelijke bepalingen bevatten rondom straffen of boetes in het geval dat de speler regels van de club overtreedt, maar het contract moet ook aangeven op welke manier de speler, als dat gewenst wordt, dergelijke straffen of boetes kan aanvechten.67
Het contract moet ook bepalingen over dopinggebruik bevatten.68
In het geval dat speler en club een conflict krijgen over iets, moet de weg naar arbitrage openstaan. Er wordt gespecificeerd dat dit om nationale arbitragetribunalen moet gaan en dus niet de gang naar de burgerrechter moet worden genomen. Er zijn landen waarbij
arbeidsconflicten niet voor arbitragetribunalen mogen komen, die landen worden in de Agreement uitgezonderd. De arbitragetribunalen moeten eerlijkheid tonen. Ze moeten onpartijdig zijn en zowel spelers als clubs moeten op een gelijke manier vertegenwoordigd zijn.69
In het contract moet een voorziening staan die er voor zogt dat zowel speler als club zich zullen houden aan de regels die de nationale voetbalbond uitvaardigt.70 Ook in het geval dat er
een collectieve arbeidsovereenkomst van kracht is in het land in kwestie, moet het contract voorschrijven dat zowel speler als club zich hier aan houden.71 Ieder contract dat gesloten
wordt tussen een voetbalclub en een speler moet omschrijven welk recht van toepassing is en welk rechterlijk orgaan bevoegd is. Als het contract een vertaalde versie is, moet de originele versie bij het contract gevoegd worden. Het contract bevat daarnaast voorzieningen die bepalen dat de inhoud van het contract vertrouwelijk is, de validiteit van het contract in het geval dat er bijzondere omstandigheden zoals ongeldigheid van het contract optreden. Het contract moet tevens aangeven hoeveel kopieën er van het contract zijn uitgegeven en op
66 Art. 8 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
67 Art. 10 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
68 Art. 11 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
69 Art. 12 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
70 Art. 13 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
welke manier het contract tot alle partijen is gekomen. Ook moeten alle bijlagen moeten worden benoemd en gespecificeerd om rechtsgeldig te zijn.72
De Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts kan worden gezien als een van de grootste resultaten van de sociale dialoog in het (Europese) professionele voetbal.
Het moge duidelijk zijn dat het Bosman-arrest een behoorlijke impact had op het landschap van de voetbaltransfer. Als gevolg hiervan besloot de FIFA om de reglementen omtrent (internationale) voetbaltransfers zelf in handen te nemen. Hierbij hield het uiteraard rekening met de uitkomsten van het Bosman-arrest en de regels omtrent het vrij verkeer van
werknemers in de Europese Unie.73
Een van de regels die verdween, was de zogenaamde 3+2 regel. Deze regel was ingevoerd in 1991 en hield in dat het aantal buitenlandse spelers die een club mocht opstellen werd
beperkt. Op het wedstrijdformulier mochten maximaal 3 buitenlandse spelers staan. Daarnaast was het mogelijk om nog 2 extra buitenlandse spelers op het wedstrijdformulier te zetten. Deze 2 extra spelers moesten dan wel minimaal vijf jaar onafgebroken in het land in kwestie professioneel voetbal hebben gespeeld. Hierbij mochten drie jaar in de jeugdopleiding worden meegeteld. Omdat dit uiteraard een beperking in het vrij verkeer van werknemers oplevert, heeft de FIFA deze regel na het Bosman-arrest laten vallen.74
Uiteindelijk heeft de FIFA de FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players vastgesteld. Het is een raamwerk dat bindende regels vastlegt omtrent de status van
voetballers, de manier op welke zij deel dienen te en kunnen nemen in professioneel voetbal en de manier waarop transfers dienen te worden gedaan. Nationale voetbalbonden worden geacht om de FIFA Regulations zoveel mogelijk toe te passen in hun nationale reglementen.75 2.3 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
Naast het Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts hebben clubs en spelers bij transfers te maken met de FIFA Regulations on the Status and
72 Art. 15 Agreement Regarding the Minimum Requirements for Standard Player Contracts
73 UEFA 2005
74 Rosner & Shropshire 2004, p. 278
Transfer of Players. Het Agreement noemt uitdrukkelijk dat de FIFA Regulations (RSTP) in ogenschouw moeten worden genomen voor de ondertekening van ieder individueel contract tussen een professioneel voetballer en een club, dat op het grondgebied van de UEFA wordt gesloten. Zoals eerder aangehaald, besloot de FIFA na het Bosman-arrest om zelf het heft in handen te nemen en zelf regels op te stellen.76 De FIFA Regulations on the Status and
Transfer of Players (RSTP) bevat globale en bindende regels over de status van spelers, de voorwaarden om mee te spelen in georganiseerd voetbal en bevat regels over de transfers van spelers tussen clubs.77 Nationale voetbalbonden worden geacht om het overgrote deel van de
RSTP over te nemen in hun nationale reglementen. De situatie is zodanig dat de meeste zaken uit de RSTP, die op nationaal niveau plaatsvinden onder de jurisdictie van de FIFA vallen. FIFA is een hoger orgaan dan bijvoorbeeld een KNVB of FIGC, de respectievelijk
Nederlandse en Italiaanse nationale voetbalbond, dus de nationale voetbalbonden hebben niet direct een verplichting of noodzaak om de regels direct over te nemen in hun eigen
reglementen, daar de RSTP altijd doorwerkt.78 Het kan echter zo zijn, dat de RSTP op een
bepaalde manier conflicteert met het nationale arbeidsrecht. De nationale voetbalbonden moeten op basis van de RSTP hun reglementen zodanig opstellen, dat de RSTP in het licht van het nationale arbeidsrecht kan functioneren. De twee gebieden mogen niet strijdig zijn met elkaar.79
De RSTP is van toepassing op zowel professionele voetballers als amateurs.80 Het
onderscheid zit hem in dat een professioneel voetballer een geschreven contract heeft met een club en dat hij ook zijn geld verdient met de professioneel voetbalactiviteiten.81
Door een contract te tekenen, verklaart de speler akkoord te gaan met de reguleringen van de FIFA en haar instanties.82 Een speler mag per seizoen bij maximaal 3 verschillende clubs
onder contract staan. De speler mag voor maximaal 2 van deze clubs officiele wedstrijden spelen in een seizoen. Spelers hebben twee momenten per seizoen om van club te veranderen. Dit gebeurt in de zogenaamde transferperiodes. De data voor deze transferperiodes worden vastgesteld door de nationale voetbalbonden. Transfervrije spelers mogen ook buiten deze
76 UEFA 2005
77 Art. 1 lid 1 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
78 Art. 1 lid 2 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
79 Art. 1 lid 3 sub b FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
80 Art. 2 lid 1 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
81 Art. 2 lid 2 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
twee periodes van club veranderen, zij zijn als het ware vrij.83 De eerste transferperiode moet
na het begin van het seizoen beginnen en eindigt normaal gesproken voor het begin van het nieuwe seizoen. Deze periode duurt maximaal 12 weken.84 Hier wordt nogal eens van
afgeweken. Vaak eindigt de transferperiode begin september85, terwijl de nieuwe competitie
dan soms al een paar speelrondes bezig is, in Nederland begint de Eredivisie soms al eind juli.86 De tweede transferperiode is in principe in het midden van het seizoen en mag niet
langer zijn dan vier weken.87 In praktijk valt te zien dat ook hier vaak niet echt een en
dezelfde lijn wordt getrokken, vaak varieert het per land enigszins. In het ene land is de transferperiode dan bijvoorbeeld een dag of twee dagen langer open dan in het andere land.88
De voetbalbond die de competitie die van toepassing is organiseert, is verplicht om de club die de speler vastlegt te voorzien van een spelerspaspoort. Het spelerspaspoort bevat alle relevante details over de speler. Het paspoort moet in ieder geval alle clubs vermelden waar de speler in kwestie gespeeld heeft sinds zijn 12e verjaardag.89
In het geval dat er een transfer plaatsvindt tussen twee verschillende nationale voetbalbonden, of er simpel gezegd een internationale transfer plaatsvindt, moet de ontvangende voetbalbond een zogenaamd International Transfer Certificate ontvangen van de vervremende
voetbalbond.90 Het is interessant om te kijken hoe dit precies werkt. Stel dat een speler vanuit
Europa naar Australie vertrekt. De enige bevoegde autoriteit voor het aanvragen van een International Transfer Certificate is de Football Federation Australia (FFA).91 Er zijn vele
situaties denkbaar, een speler kan zowel amateur als professioneel voetballer geweest zijn onder ‘zijn’ vorige voetbalbond. Het kan ook zijn dat de speler in kwestie minderjarig is, of dat een speler voor een andere reden naar Australie komt, die niet direct voetbalgerelateerd is, bijvoorbeeld studie. De FFA Guide to International Transfer Certificates behandelt al deze situaties en biedt ook duidelijke stappenplannen.92 Aan de hand van de uitkomst van het
stappenplan wordt duidelijk welke route club en speler moeten bewandelen en waar zij het International Transfer Certificate moeten aanvragen. De FFA Guide bevat bovendien ook de
83 Art. 6 lid 1 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
84 Art. 6 lid 2 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
85 Groenstege 2013
86 AD 2015
87 Art. 6 lid 2 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
88 KNVB Media 2015
89 Art. 7 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
90 Art. 9 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
91 Art. 1.2 FFA Guide to International Transfer Certificates
formulieren, die ingevuld moeten worden en welke club en speler direct kunnen inleveren en uitgeven aan de FFA voor een International Transfer Certificate.93
Een transfer van een voetballer naar een andere club, houdt in principe een verkoop in. De speler vertrekt voor een bepaald bedrag van de ene naar de andere club. De bedragen worden in praktijk steeds hoger. Het hoogste transferbedrag dat tot nu toe betaald is is 120 miljoen. Voor dat bedrag verhuisde Paul Pogba in de zomer van 2016 van het Italiaanse Juventus naar het Engelse Manchester United.94 Deze scriptie is niet de plaats om uit een te zetten waarom
deze bedragen steeds hoger worden. Het is wel relevant om te kijken naar een paar
baanbrekende arresten, die in bepaalde mate gezorgd hebben dat dergelijke bedragen vandaag de dag neergeteld worden. Hierover later meer, aangezien er jurisprudentie over dit
onderwerp is en er artikelen in de RSTP zijn waar het meer relevant is om dit te bespreken. Naast de normale transfer is het ook mogelijk om spelers te verhuren. De club waar de speler een arbeidsovereenkomst mee heeft, mag de speler aan een andere club verhuren op basis van een gescheven overeenkomst.95
De arbeidsovereenkomst tussen de speler en de club kan alleen eindigen door het behalen van de einddatum in het contract. Het contract eindigt dan van rechtswege. Het is ook mogelijk om het contract bij wederzijds goedvinden te beëindigen.96 Het is tevens mogelijk om een
contract op grond van een ‘just cause’ te beëindigen. Deze scriptie is niet de plek om dit begrip uiteen te zetten, hier volstaat om te melden dat er in dat geval sprake moet zijn van een gegronden reden. Het is een grond die vooral in de jurisprudentie verder reeds is en zal worden uitgekristalliseerd.97 De RSTP zet zelf al uiteen dat er sprake is van een ‘just cause’,
als de speler in minder dan tien procent van de wedstrijden in een seizoen in actie is gekomen. In dat geval kan deze feitelijke omstandigheid als ‘just cause’ worden aangeduid en kan een speler op deze grond zijn arbeidsovereenkomst met de club ontbinden.98
Het is ook denkbaar dat een spelerscontract wordt beëindigd zonder de aanwezigheid van de ‘just cause’. In dat geval komt art. 17 van de RSTP aan bod. Dit is een heel lang en uitgebreid
93 FFA 2015, p.7-14
94 Hettinga 2016
95 Art. 10 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
96 Art. 13 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
97 Art. 14 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
artikel en heeft in praktijk veel problemen opgeleverd. In plaats van een directe analyse van art. 17 zelf, is het handiger en wellicht ook interessanter om te kijken naar de bijbehorende jurisprudentie omtrent dit artikel en de uitkomsten daarvan, die artikel 17 hebben ingekleurd. Een baanbrekend arrest in dat opzicht is het Webster-arrest geweest. De Schotse voetballer Andrew Webster maakte in 2001 de overstap van het Schotse Abroath naar het eveneens Schotse Heart of Midlothian. Dit gebeurde voor een bedrag van 75.000 pond. Webster
tekende een contract tot 30 juni 2005. Dit contract werd in 2003 opengebroken en verlengd tot 30 juni 2007. Webster werd een belangrijke speler voor Heart of Midlothian en de club wilde het contract wederom verlengen. Club en speler kwamen er echter niet uit en er werd besloten om de onderhandelingen af te breken. Als gevolg hiervan werd Webster uit de selectie gezet en heeft hij geen minuut meer gespeeld voor de club. Webster werd door de Schotste
voetbalvakbond, de de SPFA geadviseerd om zich te beroepen op art. 17 van de FIFA Regultions on the Status and Transfers of Players. Op grond van dat artikel was Webster van mening dat zijn contract ten einde was gekomen en dat hij transfervrij de overstap kon maken naar een nieuwe club. Dit deed Webster vervolgens ook en in de zomer van 2006 tekende hij een contract bij het Engelse Wigan Athletic. Op grond van het bewuste artikel 17 moet er echter wel een vergoeding aan de oude club van de speler betaald worden. Webster, Heart of Midlothian en Wigan Athletic konden het niet eens worden over deze vergoeding, onder meer omdat de criteria voor deze vergoeding niet duidelijk waren en stapten daarom naar het hoogste internationale sporttribunaal, het CAS. Wigan en Webster voerden aan dat de speler slecht behandeld was door Heart of Midlothian. Heart of Midlothian voerde aan dat de marktwaarde van de speler, in deze zaak lag die op 4 miljoen pond, relevant was. Het CAS oordeelde uiteindelijk dat alleen de restwaarde van het contract het meest geschikte criterium was voor het vaststellen van de hoogte van de vergoeding. De restwaarde van het tot 30 juni 2007 lopende contract tussen Webster en Heart of Midlothian werd bepaald op 150.000 pond. Dit was het bedrag wat aan Heart of Midlothian betaald moest worden.99 De restwaarde is dus
relevant voor het vaststellen voor het bedrag dat de vervremende club moet krijgen in het geval dat een speler gebruik wenst te maken van art. 17 RSTP.
Een andere zaak die relevant is voor artikel 17 is het Matuzalem-arrest. Dit arrest gaat over de Braziliaanse speler Francelino Matuzalem, die op dat moment, juni 2007, voor het Oekraiense
99 CAS 2007/A/1298 (Wigan Athletic/Heart of Midlothian)/CAS 2007/A/1299 (Heart of Midlothian/Webster&Wigan Athletic)/CAS 2007/A/1300 (Webster/Heart of Midlothian)
Shakhtar Donetsk speelde. In zijn arbeidsovereenkomst stond een clausule, dat Matuzalem alleen voor het bedrag van 25 miljoen euro van club kon wisselen. Dit moest de ontvangende club dan voor Matuzalem betalen. In die bewuste maand, juni 2007, deed het Italiaanse Palermo een bod van 7 miljoen euro op Matuzalem. Shakhtar wees het bod af. Matuzalem liet zijn contract ontbinden op basis van art. 17 RSTP. Hij maakte uiteindelijk niet de overstap naar Palermo, maar naar Real Zaragoza. Real Zaragoza verhuurde Matuzalem op haar beurt weer aan het Italiaanse Lazio. In die huurovereenkomst werd afgesproken dat Lazio
Matuzalem na de huurperiode defnitief kon overnemen voor een bedrag van 14 miljoen euro. Het CAS oordeelde dat dit bedrag relevant was voor de bepaling van de marktwaarde. Het salaris dat Shakhtar niet meer aan Matuzalem hoefde te betalen wegens de ontbinding van het contract werd van deze 14 miljoen euro afgetrokken. Het bedrag dat aan Shakhtar betaald moest worden werd uiteindelijk vastgesteld op 11 miljoen euro.100
Het moge duidelijk zijn dat art. 17 RSTP nogal wat problemen heeft opgeleverd. Na het Matuzalem-arrest zijn clubs en spelers echter wel afgeschrikt, dergelijke bedragen maken de route van art. 17 RSTP niet erg aantrekkelijk. Als er een spelersmakelaar (of zoals de RSTP het noemt, intermediair), moet de naam hiervan in het spelerscontract vermeld staan.101 Een
contract moet minimaal tot het einde van het seizoen duren en de maximale lengte van het contract is vijf jaar. Spelers jonger dan achttien jaar mogen een contract van maximaal drie jaar tekenen bij hun club.102 Als een club een speler wil kopen, dan moet deze club de huidige
club van de speler op de hoogte stellen van deze wens. Uitzondering hierop is als het contract van de speler in kwestie binnen zes maanden eindigt, dan mag de club de speler direct
benaderen.103
2.4 De wettelijke basis voor de minderjarige voetbaltransfer
Zoals eerder gezegd mag een minderjarige speler (dat wil zeggen: voordat de speler in kwestie de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt) maximaal een contract van drie jaar tekenen met zijn club. Dit moet dan gaan om een daadwerlijke arbeidsovereenkomst.104
De wettelijke basis voor de internationale transfer van een minderjarige voetballer is vastgelegd in art. 19 van de FIFA Regulations of the Status and Transfer of Players. Het
100 CAS 19 mei 2009, zaak 2008/A/1519 (Shakhtar Donetsk/Matuzalem)
101 Art. 18 lid 1 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
102 Art. 18 lid 2 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
103 Art.18 lid 3 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
artikel in kwestie verbiedt uitdrukkelijk dat een minderjarige speler een internationale transfer maakt.105 Artikel 19 is het fundament van deze minderjarige internationale voetbaltransfer. De
overige leden en het later toegevoegde art. 19bis gelden als verdere verduidelijking en het aangeven van uitzonderingen.106 Er valt een drietal uitzonderingen te onderscheiden:
1. De ouders van de speler verhuizen mee naar het ‘nieuwe’ land voor
niet-voetbalgerelateerde doeleinden. Dat houdt in dat de ouders daar een eigen baan krijgen en niet puur voor de verzorging van de speler meegaan.107
2. De transfer blijft binnen het EU-domein. In dat geval mag de speler de overstap maken. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden: adequate voetbalopleiding, een school waarop de speler een opleiding kan volgen, die de speler toelaat om (eventueel) ook een maatschappelijke carriere naast het voetbal na te streven. Daarnaast moet de ontvangende club ervoor zorgen dat er alles aan gedaan wordt dat de speler in kwestie goed verzorgd wordt.108
3. De internationale transfer binnen de EU kan alleen plaatsvinden als de speler niet meer dan 50 kilometer van de landsgrens woont en/of de club niet verder dan 50 kilometer van de landsgrens is. Er geldt een maximale afstand van 100 kilometer tussen de huisvesting van de speler en de club van de speler.109
Om dit alles in goede banen te leiden en ook toezicht te houden op dergelijke transfers is er een speciaal sub-committee van de FIFA die dergelijke transfers van minderjarige spelers moet goedkeuren. De transfers moeten aan dit committee ter goedkeuering worden
voorgelegd. Dit committee heet het FIFA Player’s Status Committee. De nieuwe club van de speler moet deze transfer aan dit committee voorleggen. De oude club moet de kans krijgen om een standpunt in te kunnen nemen over deze transfer.110
Hoewel dit in principe kan worden gezien als een aantal handige regels die de boel in toom moeten houden, bestaat er echter nog wel altijd een overkoepelend recht wat niet in het geding mag komen, namelijk het recht op vrij verkeer van werknemers. Een uitzondering is alleen mogelijk als dit in het algemeen belang is, algemene veiligheid of algemene
105 Art. 19 lid 1 FIFA Regulations of the Status and Transfers of Players
106 Branco Martins 2014, p. 192
107 Art. 19 lid 2 sub a FIFA Regulations of the Status and Transfers of Players
108 Art. 19 lid 2 sub b FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
109 Art. 19 lid 2 sub c FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
gezondheid.111 Het is aldus belangrijk dat er een balans is tussen de bescherming van de
minderjarige voetballers en het vrij verkeer van werknemers. Het is de vraag of dit ook daadwerkelijk gebeurt. De voetbalinstanties kunnen alleen spreken van bijvoorbeeld
mensenhandel op het moment dat een transfer wordt voorgelegd aan een van de committees. Dit gebeurt dus op het moment dat de transfer in feite al in kannen en kruiken is. Wat daaraan vooraf gaat, het hele traject waarin de speler wordt benaderd en vastgelegd, is op deze wijze nog niet direct te controleren.112
Op het moment dat de speler zijn eerste professionele arbeidsovereenkomst bij een club tekent, moet er een opleidingsvergoeding worden betaald aan zijn eerdere clubs. Dat moet iedere keer gebeuren als een speler een transfer maakt voor zijn 23e verjaardag.113 De
opleidingsvergoeding geldt als een legitiem doel om het vrij verkeer van de speler te beperken.114
Hoofdstuk 3 Het probleem in praktijk gekoppeld naar het Internationaal Privaatrecht
3.1 Feitelijke situatie in de praktijk
Eind december 2014 deed het CAS uitspraak in een erg geruchtmakende zaak. FC Barcelona was in eerste instantie door de FIFA op de vingers getikt, omdat Barcelona zich niet zou houden aan de regels bij het vastleggen van minderjarige spelers middels een
arbeidsovereenkomst. Zowel Barcelona als de Spaanse voetbalbond RFEF hadden volgens de FIFA fouten gemaakt. De FIFA stelde dat deze twee entiteiten zich met name niet gehouden hadden aan artikel 19 en artikel 19bis van de FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players. FC Barcelona maakte gebruik van de drie uitzonderingen die het artikel noemt om minderjarige spelers vast te leggen115, maar voor het goedkeuren van dergelijke transfers,
moet de situatie wel worden voorgelegd aan het FIFA Players’s Status Committee. En dat had FC Barcelona dus blijkbaar niet gedaan.
Het Disciplinary Committee benadrukte dat de bescherming van jeugdspelers in het kader van internationale transfer een belangrijk sociaal en juridisch fenomeen is, waar alle belanghebben
111 Art. 45 lid 3 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
112 Branco Martins 2014, p. 195
113 Art. 20 FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players
114 HvJ 16 maart 2010, C-325/08 (Bernard vs. Olympique Lyonnais)
in het voetbal mee te maken hebben. Het Disciplinary Committee wees op het feit dat
internationale transfers voor jeugdspelers uiteraard ook positieve effecten voor de carriere van de speler in kwestie kunnen hebben, maar het is erg waarschijnlijk dat het nadelig is voor de beste belangen van de minderjarige als speler. Daarom moet het belang om de minderjarige speler om hem te beschermen in het kader van een geschikte en gezonde ontwikkeling als minderjarige belangrijker worden geacht dan het puur sportieve aspect. Met de woorden van het Disciplinary Committee: jeugdspelers zijn kwetsbaar met betrekking tot uitbuiting en misbruik in het buitenland, als er gebrek aan het juiste toezicht is.116
FC Barcelona stapte naar het CAS en vocht de straf aan. Het CAS wees de vordering van FC Barcelona af en bevestigde de straf van de FIFA: twee transferperiodes mocht FC Barcelona geen aankopen doen. Daarnaast kreeg de club een boete van CHF 450.000.117
Begin 2016 volgden twee andere grote Spaanse clubs. Op 14 januari 2016 bestrafte het FIFA Discplinary Committee zowel Real Madrid als Atletico Madrid voor het overtreden van de FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players met betrekking tot minderjarige voetballers. Beide clubs werden uitgesloten van twee transferperiodes. Volgens de FIFA hadden beide clubs art. 5 (amateur/professionele status), art. 9 (afgeven International Transfer Certificate) en, net als FC Barcelona, art. 19 en art. 19bis. Daarnaast werden beide clubs beboet met een geldboete van CHF 950.000 (Atletico Madrid) en CHF 360.000 (Real Madrid). De clubs hadden zich volgens de FIFA niet aan de regels gehouden tussen 2007 en 2014 (Atletico Madrid) en 2005 en 2014 (Real Madrid).
Net als FC Barcelona gingen beide Madrileense clubs in beroep tegen de uitspraak van de FIFA bij het CAS.118 Op 20 december 2016 deed het CAS uitspraak en daarbij werd voor Real
Madrid de straf gedeeltelijk teruggebracht. Real Madrid mocht in plaats van twee nog maar een transferperiode geen aankopen doen. Daarnaast werd de geldboete teruggebracht van CHF 360.000 naar CHF 240.000. De overwegingen worden in vroeg 2017 door het CAS naar buiten gebracht en zijn bij het schrijven van deze scriptie nog niet beschikbaar.119 Het beroep
van Atletico wordt apart en later behandeld. De advocaat die optreedt namens Atletico Madrid in deze zaak schepte in de media meer duidelijkheid over de motivatie voor de straffen en de
116 FIFA 2014
117 CAS Media Release 30 december 2014
118 Corrigan 2016
inhoud van de zaken. De advocaat, Christian Keidel, stelde dat de fout met name bij de Spaanse voetbalbond lag en niet bij de werkwijze van Atletico Madrid. Volgens Keidel stellen de FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players dat een club geen buitenlandse minderjarige spelers mag aantrekken, maar niks zegt over spelers die al in datzelfde land wonen. De spelers waarvoor Atletico berispt is, waren weliswaar geen Spaanse spelers, maar woonden al wel lange tijd in Spanje. Volgens de advocaat heeft de Spaanse voetbalbond de uitzondering uit art. 19 RSTP niet voldoende aangetoond bij de FIFA. Hij voegde daaraan toe dat Real Madrid om een soortgelijke situatie is bestraf. Real is bestraft voor het contractueel vastleggen van de zoon van de Franse hoofdtrainer Zinedine Zidane. De zoon van Zidane is ook Frans, maar woonde vanzelfsprekend al jarenlang in Spanje, waar zijn vader eerst jarenlang als speler voor Real Madrid had gespeeld.120 Doordat er nog geen uitspraak is
gedaan in de Atletico Madrid-zaak en er nog geen overwegingen beschikbaar zijn van de Real Madrid-zaak is het lastig om een oordeel te vellen. De indruk wordt echter gewekt dat vooral het aantal gedane transfers door de club een rol speelt in het verschil van de hoogte van de straffen van de clubs.
Dit waren drie grote clubs, die zich niet aan de regels van de FIFA hielden. Er zijn echter ook misstanden geweest bij kleinere clubs, die wellicht nog veel meer opzien baren. In 2008 behandelde het CAS een zaak die was aangespannen tegen FC Mydtjylland. De Deense club had zes Nigeriaanse spelers vastgelegd als zijnde amateurs.121 De spelers hebben voor de
jeugdteams van FC Mydtjylland gespeeld. De minderjarige spelers kregen kortdurende visums als zijnde studenten en werden opgenomen in het Deense educatieprogramma.122 In
deze zaak benadrukte de FIFA dat art. 19 RSTP van toepassing is op zowel amateurs als professionele spelers, zoals in lijn met de gehele RSTP.123 Juist daarom acht de FIFA het
nodig om een streng, consistent and systematisch geïmplementeerd verbod, om misbruik van art. 19 RSTP tegen te gaan en dus het misbruik en slechte behandeling van jeugdspelers tegen te gaan. De FIFA berispte zowel de Deense voetbalbond DBU en FC Midtjylland zelf en weigerde de registratie van de zes Nigeriaanse jeugdspelers.124
120 Corrigan 2016
121 Wild 2011, p. 249
122 Wild 2011, p. 250
123 Art. 5 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players
Het CAS overwoog dat als art. 19 RSTP alleen op professionele voetballers zou worden toegepast, dat dat bescherming zou wegnemen bij de amateurs, die wel degelijk gewenst is. Het CAS bevestigde dat geen enkele van de uitzonderingen uit art. 19 RSTP van toepassing was op de onderhavige zaak. Er werd door FC Mydtjilland betoogd dat deze lijst niet
limitatief hoeft te zijn en voor andere interpretaties vatbaar. Het CAS wees deze argumentatie af en stelde dat art. 19 RSTP strict geinterpreteerd moet worden, om een goede regulering van de transfers van minderjarige spelers in stand te kunnen houden.125
Er zijn ook spelers uit Nederland die naar het buitenland worden gelokt door een grote club en het uiteindelijk niet maken. Er worden twee voorbeelden uit de praktijk gegeven.
Het eerste voorbeeld betreft Sergio de Windt. De Windt speelde in de jeugd bij Ajax. Het probleem was echter dat De Windt in de A2 speelde en liever in de A1 wilde spelen. Die kans kreeg De Windt echter niet. De Windt was op dat moment 17 jaar. Op een dag werd hij echter benaderd door Juventus en dat boodt hem een uitweg. Juventus liet De Windt een vijfjarig contract tekenen, met een goed salaris en mooie vooruitzichten. Na vijf jaar had De Windt echter geen minuut in het eerste elftal van Juventus gespeeld. De Windt keert terug naar Nederland. De speler heeft jarenlang amper gevoetbald, heeft niet aan zijn talent kunnen werken en is via de (kleinere) clubs RKC Waalwijk en HFC Haarlem uiteindelijk bij de amateurs belandt.126
Een ander voorbeeld is Jordy Brouwer. Brouwer was een groot talent in de jeugd van Ajax en verruilde in 2007 op 19-jarige leeftijd Ajax voor het Engelse Liverpool. Brouwer maakte nooit zijn debuut in het eerste van Liverpool. Via een stuk kleinere clubs als RKC Waalwijk, ADO Den Haag en Almere City, belandde hij uiteindelijk bij de amateurs. Droeviger dan dat is eigenlijk het feit dat Brouwer later ook is opgepakt wegens drugsbezit.127
De Windt en Brouwer zijn twee voorbeelden van spelers, die gezien het vervolg van hun carriere wellicht beter niet naar het buitenland hadden kunnen gaan. Het zijn twee zaken die aantonen dat een minderjarige voetbaltransfer niet altijd goeduitpakt, voor zowel de carriere van de voetballer als het prive-leven. In combinatie met de eerdere voorbeelden doet het de
125 CAS 2008/A/1485 FC Midtjylland A/S v. Federation Internationale de Football Association
126 Hendriksen 2012
vraag rijzen of een algeheel verbod op de transfer van minderjarige voetballers wellicht niet een beter alternatief is. Dat is een terrein wat in deze scriptie niet zal worden betreden. De voorbeelden worden echter wel gebruikt om aan te tonen dat er op verschillende niveaus in het professionele voetbal zaken gebeuren, waar simpelweg meer, betere en wellicht ook een andere (manier van) regelgeving gewenst is.
Over het algemeen is men dus vrij tegen de internationale transfers voor minderjarige voetballers. Zo is er een argument dat jeugdspelers soms uit landen gehaald worden, waar eigenlijk geen goede educatie en voetbalopleiding is. In dat geval zijn jeugdspelers er juist bij gebaat om naar een land en een club te gaan waar dat wel goed geregeld is.128 Er wordt
bovendien ook wel gesteld dat het hele systeem van beschermen van jeugdspelers langs de weg van art. 19 RSTP iets paradoxaals heeft op die manier. Door art. 19 RSTP zo strict toe te passen, worden kansen van jonge spelers om zich in landen en bij clubs met betere
omstandigheden weggenomen.129
Een ander argument is dat veel spelers, die afkomstig zijn uit landen met slechte
omstandigheden (zoals bijvoorbeeld veel Afrikaanse landen), door middel van een transfer naar Europa toch de kans hebben gekregen om een bestaan in een ‘beter’ land op te bouwen. Ondanks dat lang niet alle carriere’s van dergelijke spelers van de grond komen, zien ze een dergelijke levensloop wel als een kans die hun leven in een zeer positieve zin heeft veranderd. Voetbal gaf ze de kans om ergens anders een beter betaan op te bouwen.130
Veelal Afrikaanse spelers worden uit hun eigen arme land gehaald door clubs of
zaakwaarnemers, door hun warm te maken door middel van betere vooruitzichten aan de andere kant van de oceaan. Naast de goede verhalen, zijn er ook een groot aantal treurige verhalen en wordt het gebied van kinderhandel betreden. Soms worden spelers gelokt naar het buitenland, door makelaars en clubs. Spelers worden gek gemaakt met mooie vooruitzichten, maar worden vaak wel gevraagd om offers te brengen. Minderjarige spelers wordt oneindige rijkdom beloof en een stage bij een Europese club. Vaak wordt de speler gevraagd om een betaald bedrag te betalen voor een visum een paspoort en een vliegticket. Eenmaal
aangekomen op de bestemming worden spelers vaak in de steek gelaten of neemt de club ze toch niet aan. En wat gebeurt er dan? Wat moet een speler dan doen in een onbekend land,
128 LoPiccolo 2005, p. 200-201
129 Van Maren 2017
waar ze vaak veelal ook de taal niet spreken? Spelers maken dan toch vaak de keuze om te blijven en een eigen bestaan op te bouwen. Er is een geval van een speler, die naar Engeland werd gelokt, maar daar aankwam en seksueel misbruikt werd. Vanwege zijn geloof, de islam, kon hij niet terug naar zijn eigen land. In de islam is seksueel misbruik een schande en hij werd vanuit zijn thuisland bedreigd dat hij zou worden vermoord als hij terugkwam.131
Het zijn dit soort verhalen die vragen om extra aandacht. De grote clubs als FC Barcelona en Real Madrid houden zich wellicht niet aan de FIFA Regulations on the Status and Transfers of Players, maar het zijn deze arme kinderen die naar een ander continent worden gelokt en vervolgens tussen wal en schip belanden. Veelal eindigen zulke jongeren in de criminaliteit.132
Zoals eerder al naar voren kwam in deze scriptie, is er enigszins discussie of art. 19 RSTP wel afdoende functioneert om (illegale) minderjarige voetbaltransfers tegen te gaan. Er wordt ook wel gesteld dat het in strijd is met het vrij verkeer van werknemers, waardoor er vroeg of laat een gat in zal worden geschoten.133
3.2 Minderjarige voetbaltransfer in de dimensie van het Internationaal Privaatrecht
3.2.1 Beginselen uit het Internationaal Privaatrecht
Het is echter wel van belang om de minderjarige jeugdtransfer in stand te houden. Het kan voor zowel clubs als speler een positief effect hebben. Er is ook wel eens geopteerd voor een algeheel verbod van minderjarige jeugdspelers. Daarbij horende kritiek is dat als spelers worden aangemoedigd om in hun eigen land te blijven en aldaar op te groeien zij gelukkiger zijn en dus op een meer adequate manier kunnen worden opgeleid. Ook de kans op
kinderhandel worden dan ingeperkt.134 Maar als er zo’n streng regime zou worden opgelegd,
waarin minderjarige voetbaltransfers volledig verboden worden, dan zou er wellicht al helemaal strijd zijn met het vrij verkeer van werknemers. Is de RSTP wel afdoende en is er wellicht niet een aanknopingspunt in een rechtsgebied te vinden wat wellicht iets meer verband houdt met internationale contractenverkeer: het internationaal privaatrecht?
Het internationaal privaatrecht kent een aantal belangrijke beginselen zoals het beginsel van de nauwe band (een rechtszaak wordt beheerst door het recht wat objectief het meeste past bij
131 Hawkins 2015
132 Hawkins 2015
133 Van Maren 2017
de zaak in kwestie) en het beginsel van partijautonomie (partijen zijn zelf bevoegd om de op hun rechtsverhouding toepasselijke rechtsstelsel aan te wijzen). Omdat de rechtsverhouding tussen een speler en een voetbalclub beheerst wordt door een arbeidsovereenkomst, kan er aansluiting gezocht worden bij het beschermingsbeginsel. Bij het beschermingsbeginsel is de beschermende strekking van de regels van het objectieve recht het aanknopingspunt. Als dat gekoppeld wordt naar het arbeidsrecht, dan zal de werknemer bescherming ontvangen die hoort bij de omgeving waar hij werkzaam is en dat alle werknemers die in hetzelfde land werkzaam zijn, dezelfde bescherming zullen krijgen.135
De hoofdregel in het internationaal privaatrecht is dat een overeenkomst wordt beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen. De rechtskeuze moet uitdrukkelijk zijn gedaan, duidelijk uit de bepalingen van de overeenkomst blijken of blijken uit de omstandigheden van het geval. 136 Het kan echter zo zijn dat de partijen geen rechtskeuze hebben gemaakt, kan het
toepasselijke recht op verschillende wijzen worden vastgesteld.137 Zo wordt het recht op de
overeenkomst van roerende zaken beheerst door het recht van het land waar de verkoper zijn gewone verblijfplaats heeft.138 Een ander voorbeeld is dat een zakelijk recht op een onroerend
goed of de huur van een onroerend goed tot onderwerp heeft, wordt beheerst door het recht van het land waar het onroerend goed is gelegen.139 Voor de arbeidsovereenkomst bestaat er
echter een eigen verwijzingsregel. Deze verwijzingsregel houdt in dat de
arbeidsovereenkomst wordt beheerst door het recht, dat de partijen hebben gekozen. De keuze mag er echter niet toe leiden dat de werknemer bescherming verliest, welke hij zonder
rechtskeuze wel had kunnen genieten.140 Het kan ook zo zijn dat werkgever en werknemer
geen rechtskeuze voor het toepasselijke recht op de arbeidsovereenkomst hebben gemaakt. In dat geval wordt de arbeidsovereenkomst beheerst door het recht van het land, waar de
werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht.141 Dit is een
duidelijke vorm van het beschermingsbeginsel: het moet voor de werknemer duidelijk zijn welk recht van toepassing is. Als hij uit zijn arbeidsovereenkomst geen rechtskeuze naar voren ziet komen, dan moet hij in principe makkelijke rechtstoegang hebben. Hij is in dat geval dus in staat om het recht raad te plegen van het land waar hij werkzaam is. Dit heeft ook
135 Strikwerda 2015, p.39
136 Art. 3 Rome I
137 Art. 4 Rome I
138 Art. 4 lid 1 sub a Rome I
139 Art. 4 lid 1 sub c Rome I
140 Art. 8 lid 1 Rome I
te maken met het beginsel van de nauwe band. De bewoording van dit beginsel suggereert dat het alleen ziet op de verhouding tussen de arbeidsovereenkomst en wat er tussen de partijen afspeelt of zich heeft afgespeeld. Het beginsel van de nauwe band houdt echter in dat er daadwerkelijk wordt gekeken naar de situatie. Gaat de situatie over een arbeidsovereenkomst in een bepaald land? Dan moet er ook daadwerkelijk naar het recht van dat land gekeken worden.142 Bovendien is het een standaardbeginsel van Rome I dat een werknemer moet
worden beschermd door conflictregels die gunstiger zijn voor hun belangen dan de algemene regels.143
Naast het beschermingsbeginsel, speelt ook het begunstigingsbeginsel een belangrijke rol. Bij dat beginsel is het dwingend recht van het objectief toepasselijke recht alleen van toepassing voor zover dit gunstiger is voor de werknemer.144 Ook hier is dus te zien dat de werknemer in
feite extra bescherming wordt geboden. Dat is bovendien in lijn met een van de doelen van de Rome I-Verordening: werknemersbescherming. Dit komt bovendien terug in het feit dat de dwingende bepalingen altijd van toepassing zijn bij gebrek aan een rechtskeuze.145
Zoals eerder aangehaald mag een werknemer als gevolg van een rechtskeuze niet de
bescherming verliezen, die hij zonder een rechtskeuze wel had gehad. Hier zit uiteraard een grens aan, omdat het tot een bepaalde mate van cherrypicking zou kunnen leiden, dat de werknemer precies de elementen kiest die voor hem gunstig kunnen uitpakken.146 Dit kan in
bepaalde mate worden tegegegaan door bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst op te nemen dat de werknemer slechts gunstige bepalingen uit het objectief toepasselijk recht en het recht dat actief is gezien de rechtskeuze mag samenvoegen, maar alleen door middel van regels die daadwerkelijk met elkaar samenhangen en niet door individuele bepalingen uit verschillende rechtssystemen met elkaar te vergelijken.147
3.2.2 Plaats gewoonlijk verrichten arbeid
Zoals eerder aangehaald geldt bij gebrek aan een rechtskeuze dat op de arbeidsovereenkomst in kwestie beheerst wordt door het recht van het land waar, of (indien deze plaats niet kan worden bepaald) het recht van het land van waaruit, de werknemer ter uitvoering van de
142 Volders 2008, p. 318
143 Overweging 23 Preambule Rome I
144 Asser/Kramer & Verhagen 2015, nr. 893
145 Beelen 2013, p. 63
146 Even & Van Kampen 2004, p. 33-34