Examenvragen Strategisch Management
De cursusdienst van de faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie aan de Universiteit Antwerpen.
Op het Weduc forum vind je een groot aanbod van samenvattingen, examenvragen, voorbeeldexamens en veel meer, bijgehouden door je medestudenten.
Strategisch management
Tips: Vdb: boeit niet wat ge precies opschrijft hij bekijkt dat zelf niet, je moet gewoon
zelf vertellen
Rudy: deftig opschrijven hij leest echt wat je hebt geschreven en stelt aan de hand daarvan bijvragen
Examen 1
Vdb: citaat da ge moet reageren op de omgeving + dat het noodzakelijk is om gedifferentieerde interne organisatie te hebben omdat ge anders faalt bijvragen ivm inertie
En dan nog een citaat
Over dat de basis van organizational leadership perspectief is da ge strat drift hebt als ge de werknemers intern alles laat uitzoeken + afhankelijk industriecontext; bijvragen ivm mintzberg
Bij rudy
Hoofdgedachten h7 koppelen aan H2
En citaat ivm allianties dat die duidelijk worden door day-to-day activities en struk zitten bij level 4 of 5 onder waar de beslissingen genomen worden
bijvragen bij rudy : sociaal kapitaal, mindfulness, sensemaking, kaderke met die vier kolommen, wat ge onthouden hebt van het ding van bain&company en wat ge onthouden hebt van die paper ivm collective impact
Vdb vroeg om 5 krachtenbundeling toe te passen op verzadigde omgeving en een citaat van Strategic change dat het niet incrementeel is
En martens was over cognitieve dingen die strategievorming tegenwerken en toepassen op netwerk strategieën.
Examen 2
1. Welke 2 dimensies zijn de basis in de theorie van Porter over het
concurrentievoordeel? Leg uit. Kunnen alle organisaties alle vormen van die concurrentievoordeel toepassen?
2. Bespreek wat we gezien hebben bij delibarateness en emergence. Welke linken kun je trekken met hoofdstuk 2? (Strategizing)
De andere 2 vragen waren citaten. Eentje ging over bedrijven die stuck-in-the-middle zitten. Het tweede citaat ging over allianties en moest ik de vergelijking geven tussen het ICV-model en logisch incrementalisme!
Examen 3
Rudy: citaat over logisch incrementalisme. Zeggen welk hoofdstuk en welke paradox. Dat logisch incrementalisme, is dat wel logisch? Wat over cognitieve mappen
gesproken en over zekerheid en onzekerheid en onbekendheid. Waarom houden mensen niet van onzekerheid als we toch weten dat alles onzeker is?
Verband CSR, corporate governance en stakeholders. Wat is de impact van csr op concurrentievoordeel?
bedrijven?
Vdb: citaat over digitalisering en hoe da barrieres aar beneden gehaald heeft, nieuwe entrants, hoe bedrijven zich hier aan moeten aanpassen.
Zeggen welk hoofdstuk(ken) en welke paradox(en).
Bijvragen waarvan antwoord competitive forces was en die kunnen opsommen. Nog wat bijvragen iver competitve forces.
Zeggen welk deel van de paradox van H10 hier op van toepassing is (compliance of choice). Hoe kunnen bedrijven die newcomers tegenhouden? Geef aantal
voorbeelden (schaalvoordelen, samenspannen, network effects,...)
Voor synergieën is integrating activities, position allignment en resource leveraging nodig. Hoe staan deze in verhouding met emkaar? Welke is de sterkste?
Bijvragen over uit welke hoofdstukken dit komt, elk van de termen kunnen uitleggen. Kunnen business systeem en organisational systeem los van elkaar aangepast worden + uitleggen wat ze zijn.
3 methoden van integratie toepassen op CLS en op NLS. Verandert dit iets aan welke sterker is?
Kleine bijvraag over welke 3 dingen belangrijk zijn bij overnamen van nieuwe business unit
Examen 4
VDB
Citaat over snellere en frequentere business changes door onder andere digitalisering, social feedback, connectiviteit, globalisering, etc Gekoppeld aan
divergente internationale businesses leidt tot nood aan change en dit gebeurt vaak te laat en zorgt dus voor grote veranderingen (linken aan industry context, international context en strategic change)
Dan een citaat over ambidextrious strategy wat dit in houdt en wat de invloed ervan is op organisational system
Martens:
Citaat over corporate responsibility en dat het belangrijker is als profitability Linken van grass root theorie aan hoofdstuk 2 Strategizing
Bijvragen
Wat maakt verandering moeilijk? (Wat heeft meeste invloed selectieve perceptie, sequentiële info verwerking of beperkte opslagcapaciteit?)
Is formulering van missie enkel een taak voor de CEO?
Wat is de link tussen sociaal kapitaal en network strategie (de 3 dimensies) en welke dimensie is de belangrijkste?
