• No results found

Is embedded journalism een journalistiek verantwoorde vorm van oorlogsverslaggeving?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Is embedded journalism een journalistiek verantwoorde vorm van oorlogsverslaggeving?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Is embedded journalism een

journalistiek verantwoorde

vorm van

oorlogsverslaggeving?

Elke Bun

Studentnummer: 2020697

(2)

Inhoudsopgave:

Voorwoord 3

Inleiding 4

Hoofdstuk 1: Embedded journalism?? 6

Hoofdstuk 2: Dynamische oorlogsverslaggeving 7

2.1 Krimoorlog 7 2.2 Gouden tijden 7 2.3 WO I 8 2.4 WOII 8 2.5 Vietnam 8 2.6 De Golfoorlog 9

Hoofdstuk 3: Beperkingen bij het werk 9

3.1 Veiligheid 9

3.2 Propaganda 11

3.3 Censuur 13

Hoofdstuk 4: Wat is het probleem? 16

4.1 Objectiviteit 16

4.2 Onafhankelijkheid 17

4.3 Onderzoeken 17

Hoofdstuk 5: In gesprek met… 19

5.1 Mediapsycholoog 19

5.2 Journalisten 20

5.3 Ministerie van Defensie 21

Hoofdstuk 6: Conclusie 22

(3)

Voorwoord

Net als veel van mijn medestudenten begon ik deze opleiding met het beeld dat journalisten altijd en boven alles op zoek zijn naar de waarheid. De journalistiek is eerlijk en als journalist probeer je altijd de onderste steen boven te krijgen. De eerste lessen gingen dan ook over de vijf W's en de H. Kortom feiten. In de loop van mijn opleiding werd me echter duidelijk dat lang niet alles wat in de media verschijnt op feiten gebaseerd is. De objectieve journalist bestaat natuurlijk niet, maar is de waarheid überhaupt nog iets wat verslaggevers echt nastreven.

. Net als iedere langzaam volwassen wordend persoon houd ik me bezig met het abstracte begrip 'waarheid'. Wat is echt? Waar kan je van op aan? Wat zijn je zekerheden? De journalistiek is, naarmate ik meer over de praktijk leerde, steeds minder daartoe gaan behoren. De journalist heeft waarschijnlijk wel in zijn achterhoofd dat hij de waarheid moet achterhalen, maar in de realiteit is de uitkomst toch vaak anders. Opdrachtgevers, adverteerders, vooringenomenheid, haast en eerzucht. Het zijn maar een paar voorbeelden van zaken die ervoor kunnen zorgen dat de

journalistiek vaak niet de onderste steen naar boven haalt. Ik ben me dit pas echt gaan realiseren tijdens mijn eerste stage bij een krant. Ik kwam terug van een interview en realiseerde me dat ik de verkregen informatie op honderd-en-één manieren kon uitwerken. Ik als student journalistiek, die nog nauwelijks wat van de wereld weet, was al in de positie om een artikel te schrijven wat veel mensen de dag erna zouden lezen. Al realiseer ik me dat lezers niet alles aannemen, toch stralen de media autoriteit uit en ik denk dat het belangrijk is dat mensen meer inzicht krijgen in het functioneren van de pers. De media neemt een belangrijke plaats in, in ons dagelijks leven en het is daarom belangrijk om je te realiseren aan welke beperkingen ze onderhevig zijn.

. . Ik heb besloten om een onderwerp te kiezen, waarbij waarheidsvinding belangrijk is.

Verslaggeving waar mensen hun mening op baseren en die hun wereldbeeld bepaalt. Al snel kwam ik bij oorlogsverslaggeving uit. Van de nieuwste vorm embedded journalism gaan mijn nekharen meteen omhoog staan. Deze werkwijze is toch per definitie ontzettend subjectief. Of valt dat wel mee? Interessant om me in te verdiepen!

(4)

Inleiding

Oorlogsverslaggeving is één van de moeilijkste vormen van journalistiek. Volgens veel mensen zijn oorlogsverslaggevers de brengers van informatie die er daadwerkelijk toe doet. Op basis van de informatie die zij brengen worden publieke opinies gevormd en belangrijke politieke

beslissingen genomen. Verslaggeving vanuit conflictgebieden is, vooral de laatste jaren, ook een veelbesproken thema. Na elke oorlog komt er veel kritiek uit academische, journalistieke en politieke kringen. Het probleem is namelijk dat journalistieke objectiviteit in een oorlogssituatie niet te bereiken is.

Journalistieke objectiviteit betekent dat de verslaggever zich beperkt tot de feiten en zich niet laat beïnvloeden door zijn eigen gevoel. Hij brengt een neutraal verslag uit. In de praktijk is dit echter vrijwel onmogelijk, omdat journalisten mensen van vlees en bloed zijn en net als ieder ander onderhevig zijn aan allerlei mechanismen zoals vooroordelen, clichés en sensatie. Om als journalist toch zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen, zijn er een aantal 'regels' waar volgens de journalist probeert te werken. Deze ‘regels’ zijn niet bindend, maar ze worden in de journalistieke wereld wel zoveel mogelijk nageleefd. Hoor en wederhoor is een van de

belangrijkste. In oorlogssituaties is het moeilijker om je aan deze ‘regels’ te houden. De reporters moeten onder extreme omstandigheden werken, maar toch hun hoofd koel houden. Verder moeten ze zich het lot van de slachtoffers niet te sterk aantrekken en voorkomen dat hun eigen gevoelens en politieke voorkeuren zichtbaar worden in de verslaggeving. Er zijn ontzettend veel hindernissen te overwinnen voordat je als correspondent ontdekt hoe de situatie feitelijk in elkaar zit. Achteraf blijkt het dan ook vaak anders te zijn geweest, dan dat tijdens een oorlog verkondigd werd in de media. "The first casualty of war is the truth", is dan ook een veel gebruikte uitspraak als er over oorlogsverslaggeving wordt gesproken.

Oorlogsverslaggeving is geen statisch begrip. Sinds de eerste berichten tijdens de Krimoorlog zijn er heel wat ontwikkelingen geweest. Een relatief nieuwe term is embedded journalism, dat pas sinds de laatste inval in Irak gebruikt wordt. Embedded journalism houdt in dat een

verslaggever onder de vleugels van een van de strijdende partijen meereist en op die manier verslag doet van de oorlog. Dit fenomeen is niet nieuw, maar de term en de manier waarop er gebruik van wordt gemaakt, zijn dat wel.

. . .

We gaan een toekomst tegemoet waarin oorlogen steeds meer georkestreerd zijn door de strijdende partijen. De politiek is heel enthousiast over embedded journalism, voor de

journalistiek is het echter zeer de vraag of dit een positieve ontwikkeling is. In deze scriptie wil ik embedded journalism uitgebreid gaan bestuderen om vervolgens een weloverwogen antwoord te kunnen geven op de vraag:

(5)

Om embedded journalism op een goede manier te kunnen beoordelen, moet ik

oorlogsverslaggeving in zijn algemeenheid behandelen. Veel problemen die embedded

journalisten tegenkomen zijn namelijk ook van toepassing op 'gewone' oorlogsverslaggevers. Ik kan pas een afgewogen oordeel formuleren als ook de andere opties zijn bestudeerd.

. In het eerste hoofdstuk zal ik het begrip embedded journalism wat verder uitwerken. Om het begrip embedded journalism in een goede context te kunnen plaatsen, zal ik in hoofdstuk 2 de geschiedenis van de oorlogsverslaggeving onder de loep nemen. In hoofdstuk 3 wil ik de problemen die 'gewone' journalisten in hun werk in oorlogsgebieden tegenkomen, vergelijken met die van embedded verslaggevers. Vervolgens zal ik in hoofdstuk 4 bespreken wat de voors en tegens zijn van embedded verslaggeving. In hoofdstuk 5 komen ten slotte een aantal

deskundigen aan het woord. En als ik dit alles heb gedaan, wil ik in hoofdstuk zes mijn eigen conclusie trekken.

(6)

Hoofdstuk 1: Embedded journalism??

Een embedded journalist is een verslaggever die meereist met een militaire unit die is verwikkeld in een conflict. In de geschiedenis van de oorlogsverslaggeving is dit al vaker gebeurd, maar pas sinds de laatste inval in Irak wordt er de term embedded journalism aan gegeven.

.

Na de eerste Golfoorlog en de invasie van Afghanistan was er veel kritiek op de manier waarop de Amerikaanse overheid zich had opgesteld ten opzichte van de media. De overheid had de regie te strak in handen gehouden. Het was voor journalisten nauwelijks mogelijk om in het

oorlogsgebied te komen en te zien wat er echt gaande was. Bij de nieuwe aanval op Irak in 2003 moest het dus anders worden aangepakt, er moest meer openheid komen. Een aantal grote Amerikaanse mediabedrijven ontwikkelden daarom samen met het Amerikaanse ministerie van Defensie het systeem van embedded journalism. Verslaggevers, fotografen en cameraploegen mochten weer met de troepen op pad om verslag te doen vanaf de frontlinie. Dit keer moesten de journalisten zich echter wel aan strikte regels houden die door het leger werden opgesteld.

Voordat een journalist mee op pad mag, moest hij beloven zich hieraan te houden.

.

De verslaggevers die worden toegelaten hebben de garantie van voedsel, onderdak en

bescherming. Ze eten, slapen en reizen met de troepen. De embedded journalisten doen verslag van wat ze onderweg meemaken. De Irakoorlog wordt dan ook de eerste live-oorlog genoemd. Op veel militaire voertuigen zaten toen zogenaamde tankcams gemonteerd. De kijker had zo bijna het idee alsof hij zelf mee op pad was.

-

Echter niet alle verslaggevers mogen zomaar met de troepen mee. Alleen verslaggevers uit landen die de oorlog steunen krijgen deze gelegenheid. Journalisten die weigeren om met een militaire eenheid mee te reizen, hebben grote moeite om toegang te krijgen tot het slagveld of worden niet geaccrediteerd.

-

In navolging van de Amerikanen zijn de Nederlanders ook begonnen met embedded journalism op hun militaire bases in Afghanistan. Er zijn al een flink aantal verslaggevers op bezoek geweest in de verschillende kampen. Als ik in mijn scriptie over embedded journalism spreek, dan heb ik het over de ervaringen van de journalisten tijdens de laatste inval in Irak en van verslaggevers in Afghanistan.

(7)

Hoofdstuk 2: Dynamische oorlogsverslaggeving

.

.

Het begrip embedded journalism is, zoals ik al eerder schreef, sinds de laatste inval in Irak bekend geworden. Journalisten reisden wel vaker mee met strijdende troepen, maar toch was dat niet helemaal hetzelfde. Een van de grote verschillen is dat de beelden van het front

tegenwoordig meteen live worden uitgezonden. Vroeger was dit technisch nog niet mogelijk, toen duurde het veel langer voordat de berichten het publiek bereikten.

. Om het fenomeen embedded journalism in een betere context te kunnen plaatsen, lijkt het me belangrijk om te bekijken hoe de oorlogsverslaggeving zich heeft ontwikkeld. Deze specifieke vorm is namelijk ontstaan door ervaringen uit het verleden. De strijdende partijen ontwikkelden steeds weer nieuwe manieren om de verslaggeving naar hun hand te zetten, maar er hebben zich ook journalistieke mentaliteitsveranderingen voorgedaan. Verder gaven nieuwe technologische communicatiemogelijkheden aanleiding tot nieuwe vormen van verslaggeving. Ik zal de manier van werken in een aantal oorlogen in het kort beschrijven, om zo een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen.

.

2.1 Krimoorlog

.

De Brit William Howard Russell wordt beschouwd als de eerste moderne oorlogscorrespondent. De Engelse krant de Times stuurde hem, in 1854, naar het slagveld om de Krimoorlog tussen Turkije, Frankrijk, Engeland en Rusland te verslaan. Russel beschreef de troepenbewegingen en veldslagen, leverde kritiek op foute beslissingen en had oog voor het menselijk lijden. Veel artikelen gingen over de slechte leefomstandigheden van de soldaten. De berichtgeving leidde al snel tot de val van de Britse regering en Russel werd bij terugkomst onthaald als een held. Toch mochten de journalisten in die tijd niet zomaar alles schrijven. Publicaties van details die van waarde konden zijn voor de vijand mochten niet openbaar worden gemaakt.

.

….

2.2 Gouden tijden

Phillip Knightley noemde in zijn boek The First Casualty de periode van 1865 tot 1914 het Gouden Tijdperk van de oorlogsjournalistiek. Dit was omdat er in die periode nauwelijks

journalisten stierven en ze zonder hinder van de strijdende partijen hun werk konden doen. In die tijd werden verslaggevers niet gezien als lastige pottenkijkers. Ze vormden geen bedreiging. Ze hoefden alleen rekening te houden met de risico’s van de gevechten. ‘In de Gouden Tijd was de oorlogsverslaggeving wat het zou moeten zijn: reporters werkten zo dicht mogelijk bij het front en hadden toegang tot alle informatie die ze wensten. De objectiviteit en correctheid van de informatie waren gegarandeerd.’1

1

(8)

2.3 WO I

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verloor de oorlogsverslaggeving veel van haar objectiviteit. De relatie tussen de media en de strijdende partijen veranderde doordat er een strikt censuurbeleid werd gevoerd. De Amerikaanse regering richtte een Bureau voor Publieke Informatie en een Censuurraad op. Deze organisaties gaven feiten over de oorlog door aan de pers en coördineerden de oorlogspropaganda. Verder mochten mediabedrijven niet meer nadelig berichten over de oorlog. Kranten werden door de technologische vooruitgang in steeds grotere aantallen verspreid. Berichten over de oorlog in deze tabloids werden gekenmerkt door hun populaire inslag en sensationele foto’s.

……..

Rusland weigerde op zijn beurt visa te verstrekken aan correspondenten die negatief over het land schreven. Gaandeweg bleek het echter niet meer nodig de verslagen te censureren, want de journalisten durfden niets negatiefs meer te schrijven. Het fenomeen zelfcensuur deed zijn intrede.

…..

2.4 WO II

….. De media, in de door de Duitsers bezetten gebieden, werden streng gecontroleerd. De regering van het Derde Rijk was heel bewust bezig met propaganda. Dit blijkt ook uit een uitspraak van Hermann Goering tijdens het proces in Nuremberg. “Naturally the common people don't want war: neither in Russia, nor in England, nor for that matter in Germany. That is understood. But, after all, it is the leaders of the country who determine the policy and it is always a simple matter to drag the people along, whether it is a democracy, or a fascist dictatorship, or a parliament, or a communist dictatorship. Voice or no voice, the people can always be brought to the bidding of the leaders. That is easy. All you have to do is tell them they are being attacked, and denounce the peacemakers for lack of patriotism and exposing the country to danger. It works the same in any country.”2 …...

Gebeurtenissen werden vaak wel feitelijk juist weergegeven, maar er werd wel geselecteerd. In Duitse kranten vond je vrijwel nooit berichten over successen van de geallieerden en omgekeerd. De BBC koos duidelijk partij door geheime boodschappen door te spelen aan het verzet in bezet Frankrijk.

……….. Tijdens WO II waren er ook enkele ‘combat reporters’, journalisten die een militaire training hadden gevolgd en die met de soldaten mee naar het front trokken. Deze journalisten droegen dezelfde uitrusting als de soldaten die ze vergezelden, liepen dezelfde gevaren en namen dezelfde risico’s.

…………

2.5 Vietnam

………. De oorlog in Vietnam was de eerste televisieoorlog. De ontwikkeling van nieuwe filmtechnologie met lichtgewicht videocamera's zorgde ervoor dat reporters een betere toegang tot het slagveld kregen om de gebeurtenissen te registreren. Door technische verbeteringen konden filmverslagen met slechts 1 à 2 dagen vertraging de huiskamers bereiken.

(9)

De media in Vietnam werden niet onder officiële censuur geplaatst. De journalisten mochten zelf beslissen wat ze opschreven. Veel verslaggevers trokken in die tijd op met het leger.

Aanvankelijk waren er vooral beelden te zien van moedige en kundige Amerikaanse soldaten. Vanaf 1967 veranderde dat geleidelijk. Een groep jonge oorlogsverslaggevers verzette zich tegen het vertekende beeld van de werkelijkheid dat de Amerikaanse bevolking te zien kreeg. Er verschenen steeds meer kritische artikelen en er werden vaker falende en stervende Amerikanen in beeld gebracht. Toen de supermacht uiteindelijk de Vietnamoorlog verloor, was er dan ook snel een zondebok gevonden. De media (en dan met name de tv) zouden een geleidelijke mentaliteitsverandering bij het publiek hebben teweeggebracht, waardoor protest ontstond tegen de Amerikaanse militaire betrokkenheid in Zuidoost-Azië. ‘Voor veel Amerikanen was de televisie in de jaren ’60 een primaire nieuwsbron geworden, wat de indruk bevestigde dat er een oorzakelijk verband bestond tussen de televisieberichtgeving en de dalende steun van de

Amerikaanse bevolking voor de Vietnamoorlog.’3 ……….. Het verlies van de oorlog door toedoen van de televisie en in mindere mate door kranten en radio, blijft één van de hardnekkigste mythes in de Amerikaanse geschiedenis. Dit Vietnamsyndroom zorgt nog steeds voor een wankele vertrouwensband tussen de media en het militaire apparaat. Regeringen zijn er van overtuigd dat het voor hen noodzakelijk is om het nieuws tijdens een oorlog te managen.

………..

2.6 De Golfoorlog

……… De Golfoorlog wordt vaak omschreven als de Video- of Nintendo-oorlog. Een georkestreerd 'live'-spektakel waarbij van degelijke oorlogsverslaggeving geen sprake was. De Amerikaanse regering bracht het conflict als een klinisch high tech-gebeuren zodat de bevolking zich niet tegen de oorlog zou keren zoals met het conflict in Vietnam was gebeurd. Alles wat de journalisten te horen kregen was gecontroleerd. Er werden officiële richtlijnen opgesteld waaraan de media zich moesten houden. Daarnaast mochten journalisten niet zonder toestemming naar het front.

………. Alleen Amerikaanse, Britse en Franse verslaggevers mochten deelnemen aan de zogenaamde poolsystemen. De Media Reporting Teams trokken op met militaire eenheden, waarna alle nieuwsorganisaties gebruik mochten maken van de beelden van het team. De beelden werden echter eerst beoordeeld door censors.

…………. Ook de Irakese regering van Saddam Hoessein maakte gebruik van propaganda en censuur. Bijna alle verslaggevers werden tijdens de oorlog het land uit gezet, omdat Saddam niet tevreden was over de verslaggeving. Alleen de televisiezender CNN in de persoon van Peter Arnett mocht in het oorlogsgebied filmen en men wilde absoluut geen ‘loslopende’ journalisten. Het kleine aantal verslaggevers dat verslag mocht doen, werd beperkt in zijn vrijheid. Het gevolg hiervan is dat er veel fouten zijn gemaakt door de media. Ze hebben zich laten gebruiken om een bepaald beeld neer te zetten en zijn blind meegegaan in desinformatiecampagnes. Na de oorlog was er dan ook veel kritiek op de Amerikaanse regering. De volgende oorlog moesten er meer journalisten worden toegelaten in het conflict gebied.

3 Carruthers, S. (2000), The Media at War: Communication and Conflict in the Twentieth Century, MacMillan

(10)

Hoofdstuk 3: Beperkingen bij het werk

……… Tijdens zijn werk komt de embedded journalist, net als zijn unembedded collega’s, een aantal beperkingen tegen. Ieder conflict is anders, maar toch zijn er een aantal problemen waar een journalist altijd rekening mee moet houden. Ik wil daarom graag de belangrijkste problemen, namelijk veiligheid, propaganda en censuur in het kort bespreken. De embedded journalist krijgt daar vaak op een iets andere manier mee te maken dan een gewone journalist. Om een zo

duidelijk mogelijk beeld te schetsen van de verschillen, beschrijf ik eerst de algemene

beperkingen en daarna de specifieke situatie van de embedded journalist.

………

3.1 Veiligheid

……… Algemeen

……….

Oorlogsverslaggeving is en blijft een gevaarlijke bezigheid. Journalisten nemen het risico blootgesteld te worden aan fysieke gevaren vanaf het moment dat ze zich in militaire

operatiezones begeven. ‘Naast moord, arrestatie en ontvoering is de kans groter dat een journalist slachtoffer wordt van ‘gewone’ effecten van de vijandigheden. In het heetst van de strijd kunnen landmijnen, sluipschutters, granaatscherven, verdwaalde kogels en boobytraps het journalistieke werk behoorlijk bemoeilijken.’4 Er verschijnen steeds meer ‘overlevingsgidsen’ om het aantal

sterfgevallen onder journalisten terug te dringen. Verder worden er cursussen aangeboden, waarbij je praktische vaardigheden leert zoals dekking zoeken en het herkennen en omgaan met nucleaire, biologische en chemische wapens. Deze extra kennis is bedoeld om de

overlevingskansen van de verslaggevers te vergroten, ze zijn echter geen levensverzekering. ‘Sommige tips zullen in bepaalde omstandigheden totaal onbruikbaar zijn en dan kan men enkel nog vertrouwen op intuïtie, hopen op geluk ofwel hard bidden zoals de Nederlandse gids

voorstelt’, stelt de Nederlandse Vereniging van Journalisten.

………

De vraag is hoe ver een verslaggever wil gaan voor zijn verhaal, want hij is uiteindelijk natuurlijk

(11)

zelf verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid. 'De enige bescherming die een 'gewone' (dus niet embedded) oorlogscorrespondent heeft is een perskaart of hooguit een autorisatie van de strijdende partij die zich op een bepaald terrein bevindt. Reporters zijn dus afhankelijk van de goodwill van de mensen die ze tegen komen, of dit nou militairen, rebellen of gewone burgers zijn. Oorlogsverslaggever Arnold Karskens die weigert om embedded te gaan, moest onlangs in Afghanistan wel vijftig lijfwachten inhuren voor zijn eigen veiligheid.

………… Als een gewone verslaggever gevangen wordt genomen, moet hij volgens artikel 79 van het Aanvullend protocol I van het Verdrag van Genève behandeld worden als een gewone burger. Dit geldt echter alleen als de persoon in kwestie niets gedaan heeft waardoor zijn status als

onafhankelijke partij in twijfel kan worden getrokken.

……… Embedded

…….. Een journalist die ondergebracht is bij een legereenheid is in verhouding natuurlijk een stuk veiliger dan zijn unembedded collega’s. Hij reist met de troepen mee en die zorgen voor zijn veiligheid. Er zijn zelfs journalisten die wapentraining van het leger hebben gekregen in de periode dat ze embedded waren. Dit om zich in geval van nood te kunnen verdedigen. Het Nederlandse Ministerie van Defensie heeft onlangs besloten om dit niet langer te doen, na een schietincident waarbij filmmaker Vik Franke betrokken was. Franke verklaarde onlangs dat hij schoot om te overleven, nadat het militaire aanvalsteam waarvan hij filmopnamen maakte in een hinderlaag was gelopen.

……….. De met het leger mee reizende journalist werd zelfs al in de Conferentie van Geneve van 12 augustus 1949 omschreven. Oorlogscorrespondenten die meereizen met de strijdkrachten van hun land, maar er geen deel van uitmaken, moeten als krijgsgevangenen worden behandeld als ze in handen van de tegenstander vallen. Dit is een groot voordeel, want je moet fatsoenlijk behandeld worden. ……… 3.2 Propaganda ………. Algemeen ……….

“Als journalist in een oorlogssituatie word je door beide kanten gezien als vijand, maar vooral ook als een bruikbaar instrument. Je wordt dan ook vanuit alle kanten bestookt met misleidende informatie”5

……….

Propaganda is een van de middelen waarmee aanhangers van een bepaalde zaak bepaalde opvattingen bij een publiek trachten op te wekken, die leiden tot een gewenste perceptie en waardoor dat publiek hiernaar gaat handelen. Naast andere methodes worden daartoe de opzettelijke selectie, omissie van accurate informatie en leugens gebruikt.’6 In oorlogstijd

proberen de strijdende partijen vaak door middel van propaganda de publieke opinie te

beïnvloeden en aanhangers te winnen voor hun standpunten. Ze doen dit vooral door in te spelen op emoties en op gevoelens als haat en angst. ‘Wij willen geen oorlog, het andere kamp is de

5 Oorlogverslaggeefster Minka Nijhuis in de radiodocumentaire Pleisters van Arnold Karsten

(12)

enige verantwoordelijke voor de oorlog en de vijandelijke leider lijkt op een duivel.’7Dit soort

boodschappen worden continue herhaald. Dit zorgt ervoor dat de bevolking als het ware in een afgeschermde wereld terecht komt met gebrek aan referentiepunten van buitenaf. Als je iets maar vaak genoeg hoort, ga je het geloven. Voor een oorlogsverslaggever is het dan ook vaak heel moeilijk om erachter te komen wat er nou echt aan de hand is in een oorlogsgebied, dit omdat berichten vaak van één van de strijdende partijen komen en dus gekleurd zijn.

…………..

Er bestaat heel duidelijke propaganda, waarbij je al meteen door hebt dat het niet kan kloppen. Vaak is deze te vinden bij dictaturen, zoals bijvoorbeeld tijdens het regime van Saddam Hoessein. Maar ook de Westerse regeringen zijn erg goed in het manipuleren van eigen

journalisten. ‘De Amerikaanse regering ging er bij de voorbereidingen van de interventie in Irak met grote zekerheid van uit dat de journalisten als het puntje bij paaltje komt wel in de 'goede' lijn te krijgen zouden zijn. De beïnvloeding wordt steeds geraffineerder, het spel wordt steeds

behendiger gespeeld en het wordt ook steeds makkelijker om het spel met grote effectiviteit te spelen. Natuurlijk worden er wel kritische kanttekeningen geplaatst door de journalisten, maar als het er in een oorlog echt hard tegen hard gaat dan komt er een golf en die spoelt alle kritische kanttekeningen wekenlang weg.’8 ……….

Mediamanagers zoeken in oorlogstijd naar een balans tussen het geven van informatie aan journalisten om het thuisfront tevreden te houden en het gebruik van media voor

propagandadoeleinden en het verspreiden van desinformatie. Met desinformatie wordt het opzettelijk verspreiden van misleidende informatie bedoeld, dit gebeurt om de mening van mensen te beïnvloeden. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van 'selectieve articulatie'. Dat wil zeggen dat bepaalde aspecten van een oorlog heel nadrukkelijk en heel emotioneel in beeld worden gebracht, terwijl andere stukjes van de nieuwsstroom vrijwel buiten beeld worden gehouden.

………

Embedded

……… De embedded journalist krijgt veel te maken met propaganda. Doordat hij veel in contact is met het leger hoort hij vaak berichten die direct afkomstig zijn van een overheid. De journalist trekt op met één partij. Hierdoor hoort hij ook maar van één kant wat er gebeurt. Het is vrijwel

onmogelijk om die informatie te checken, want je zit in een afgesloten wereld. De problemen die dit met zich meebrengt zal ik bespreken in hoofdstuk vier.

…………..

3.3 Censuur …………

……….

7 Morelli, A (2003) Elementaire pricipes van oorlogspropaganda. Bruikbaar bij koude, warme of lauwe oorlogen,

Brussel

(13)

Algemeen

…………. Propaganda en censuur gaan vrijwel altijd samen. Censuur is het onder toezicht plaatsen van de media. Dit gebeurt om propagandische boodschappen geloofwaardiger te laten overkomen. Afwijkende geluiden worden uit de media gehouden.

………….. Tijdens een conflict kan de informatie die journalisten naar buiten brengen grote gevolgen hebben. Hun berichten kunnen de tegenpartij belangrijke informatie verschaffen en de vijand voordeel opleveren. Verder komt ook de betrokken bevolking te weten wat er op het strijdtoneel gaande is. Dit kan het moreel van de bevolking omlaag halen en een deuk in het imago opleveren voor het betreffende land. Om deze redenen worden er verschillende tactieken gebruikt om te voorkomen dat journalisten dingen te weten komen en deze informatie naar buiten brengen.

……… Er zijn verschillende gradaties in censuur. Ten eerste kan een land journalisten weigeren een visum te geven. Dit zorgt echter voor veel argwaan. Waarom zou je immers geen journalisten toelaten als je niks te verbergen hebt. Verder krijgen journalisten vaak een tolk van de regering toegewezen, deze kan in de gaten houden waar de journalist heen gaat en met wie hij praat. Je bent als journalist vaak veroordeeld tot 'toeristische uitstapjes', omdat het journalisten vaak onmogelijk wordt gemaakt om in contact te komen met journalistieke bronnen. Op deze manier is de regering vaak zelf de enige bron van informatie. In het boek Honderd-en-één-dag in Bagdad beschrijft de Noorse verslaggeefster Asne Seierstad haar frustraties over dit fenomeen.

………

“Het Sadam Kunstcentrum?" vraagt Takhlef (Asnes oppas) voor hij me alleen laat. We hebben het over het programma van morgen. Ik, die naar dissidenten zou zoeken, naar een verborgen verzetsbeweging, geheime communicatiekanalen, slachtoffers van martelingen, geknevelde intellectuelen, de oppositie van Sadam. Ik die zou wijzen op overtredingen van de mensenrechten in Irak, op de onderdrukking - ik ben veroordeeld tot toerisme. "Je moet je altijd aan de regels houden", zegt Takhlef. "Dat is erg belangrijk, anders moet je vertrekken. Je mag niet alleen rondlopen, met niemand praten en geen slechte dingen over Irak schrijven." "Goed", antwoord ik. " Ik wil graag het Saddam Kunstcentrum zien. Ik ben enorm geïnteresseerd in kunst en cultuur.”

……… In een dictatuur zullen niet veel mensen voor hun mening durven uitkomen. Vaak wordt er door een regering gecontroleerd wat de journalist heeft geschreven en als ze het er niet mee eens zijn, dan wordt het gewoon veranderd of buitenlandse journalisten worden het land uitgezet.

………. Zelfcensuur Een bijzondere vorm van censuur is de zelfcensuur. Het ontstaat wanneer de journalist wel de keuzemogelijkheid heeft, maar zich verplicht voelt om anders te berichten dan hij in een 'vrije' situatie zou doen. Het is moeilijk om zelfcensuur te onderzoeken, omdat het een verborgen fenomeen is. De journalist houdt informatie achter, of verzwakt zijn boodschap om niet in de problemen te komen. Het gebeurt dan ook vaak dat een journalist gebeurtenissen op een bepaalde manier beschrijft omdat het verhaal anders door de censor zal worden afgekeurd. Doordat een journalist veel propagandische boodschappen hoort kan het ook zijn dat de journalist gaat geloven in de verhalen die hem worden verteld, daardoor is hij minder geneigd te berichten over dingen die dit beeld tegenspreken. De journalist is dan zijn eigen censor.

……….. Embedded

(14)

Als je als verslaggever mee mag met de troepen dan zijn er regels waar je je aan moet houden. Hieronder zie je een voorbeeld van een gedragscode. Deze regels gelden voor de journalisten die embedded zijn bij de Nederlandse troepen in Afghanistan.

Een journalist mag niet zomaar alles schrijven. Ieder bericht, foto en elk geschoten beeld worden door een persvoorlichter gescreend. Voorop staat dat je beschermers door jouw berichten niet in gevaar mag brengen en dat het moreel en de discipline van de troepen niet ondermijnd worden. Ondanks deze regels ontstaan er nog wel eens moeilijke situaties. NOS-verslaggever Gerrie Eickhof maakte dit mee toen hij embedded zat bij Nederlandse troepen in Afghanistan. “Het

wordt lastig wanneer de voorlichters af en toe in de oude reflexen schieten en net als vroeger ook graag zien dat de berichtgeving een beetje positief is. Of in elk geval niet te negatief. Dan komen er suggesties om een bepaalde formulering wat te nuanceren, wat vriendelijker te maken, wat tegenwicht te geven. En dan ben je als embedded journalist inderdaad ingesloten. Ingesloten in de situatie dat je nog een tijdje verder moet met de voorlichters, dat je nog een dag of wat van hen afhankelijk zult zijn. Dus als je dan beschrijft dat de meeste konvooien met Nederlands materieel door Afghanen gereden worden, dat ze dat doen in gewone, gammele vrachtwagens, dat ze geen begeleiding krijgen van westerse gevechtshelikopters en pantserwagens, dan tikt de voorlichtende majoor je toch even op de schouder.”9

………. Los van de mentale afhankelijkheid ben je niet vrij om te gaan waar je wilt. De militairen zeggen

9 Eickhof, G (28 juni 2006) Embedded in Afganistan www.nos.nl GEDRAGSCODE

Tijdens je aanwezigheid bij de Nederlandse missie in Afghanistan ben je te gast bij een militaire eenheid en kun je gebruik maken van verschillende faciliteiten. Er wordt ook alles aan gedaan om je objectief en uitgebeid verslag te kunnen laten doen van de missie. Om de goede relatie tussen de eenheden en de media te behouden is het wel goed om van tevoren alvast een aantal afspraken te maken. Als gastheer willen we je daarom vragen om je als onze gast te houden aan onderstaande aanwijzingen.

RESPECTEER DE VEILIGHEID. Er zijn maar weinig organisaties waarbij het personeel direct gevaar kan lopen als de verkeerde informatie

in de publiciteit komt, met alle eventuele gevolgen van dien. Het gaat dan bijvoorbeeld om informatie over operaties en procedures of speciale uitrusting of eenheden. Om die reden vragen we audiovisuele media om op het gebied van operationele veiligheid de aanwijzigen van een persvoorlichter op te volgen. Om diezelfde reden vragen we ook om inzage in geschreven artikelen en om militairen alleen met rang en voornaam te noemen zolang ze op uitzending zijn.

RESPECTEER HET INDIVIDU. Je kunt iedere militair alles vragen. In principe zal hij of zij ook gewoon antwoorden. Als het gesprek naar zijn

mening gevolgen kan hebben voor de operationele veiligheid zal hij dat echter aangeven en er terughoudend in zijn. Er kunnen ook persoonlijke redenen zijn waarom een militair liever niet in beeld of in een artikel wil komen. De aanwezigheid van een persvoorlichter kan daar wel een positieve invloed op hebben en stimulerend werken.

RESPECTEER HET THUISFRONT. Het kan voorkomen dat zich tijdens je aanwezigheid een incident voordoet waar Nederlandse militairen

bij betrokken zijn. Dat kan een bepaalde nieuwswaarde hebben, en je zult ook zeker in staat worden gesteld om er verslag van te doen. We zullen je echter wel vragen om ons als organisatie de tijd en gelegenheid te geven om de naasten van betrokken militairen als eersten te informeren. Die verantwoordelijkheid hebben we namelijk ten opzichte van onze militairen en hun thuisfront, en die willen we graag waar kunnen maken.

RESPECTEER DE COALITIE. Op grote bases in bijvoorbeeld Kabul en Kandahar werken vele militairen van vele verschillende

coalitiepartners. Deze landen kunnen een beleid ten aanzien van media hebben dat anders is dan het Nederlandse beleid. Zorg er daarom altijd voor dat er een persvoorlichter aanwezig is als je iets wilt filmen of opnemen. Zij zijn namelijk op de hoogte van de onderlinge afspraken die daarover gemaakt zijn.

(15)

waar het wel en niet veilig is. Je kan dus niet onafhankelijk werken. Je weet als journalist niet of het op een bepaalde plek echt onveilig is, of dat de militairen liever niet hebben dat je ergens komt omdat het hen in een negatief daglicht zal zetten.

……… Zelfcensuur Zoals ik al eerder schreef worden embedded journalisten heel afhankelijk van de legereenheden waarmee ze optrekken. Het voorbeeld van Gerrie Eickhof laat duidelijk zien dat je onder druk komt te staan. En het is natuurlijk moeilijk om iets negatiefs te schrijven over de jongens met wie je net nog gezellig hebt gegeten. Ook is het zo dat mensen sneller een hechtere groep gaan vormen als ze in gevaarlijke situaties verkeren.

Hoofdstuk 4: Wat is het probleem?

…………..

Er bestaat voor journalisten geen tot in detail uitgewerkte beroepscode. Journalisten willen dit ook niet. Een rechter zou die namelijk kunnen gebruiken om vast te stellen of een publicatie wel of niet rechtmatig is. Persvrijheid is het hoogste goed en voorschriften zouden dit kunnen

(16)

het Genootschap van Hoofdredacteuren van de Nederlandse dagbladen heeft een gedragscode ontwikkeld die globale aanwijzingen bevat. Voor een embedded journalist is de kans groot dat hij zich niet aan enkele van de globale aanwijzingen zal kunnen houden.

………….

4.1 Objectiviteit

………..

De globale aanwijzing

………. Een van de belangrijkste regels is dat een journalist objectief moet proberen te zijn. Hij mag zich niet laten leiden door emoties of vooroordelen. Feiten zijn waar hij zich op moet baseren, en hij moet altijd het principe van hoor en wederhoor toepassen.

,,,,,,,,,,,,,,, De praktijk

……… Bij embedded journalism moeten journalisten nauw samenwerken met het leger. Je eet, slaapt en reist samen met de militairen en je kunt de situatie daardoor maar van een kant bekijken.

Hierdoor is het erg moeilijk om objectief te blijven, je hoort immers ook maar berichten van een kant. Wederhoor is dus vrijwel onmogelijk. Verder zal je altijd geneigd zijn om positief over je 'beschermers' te berichten. Is het niet omdat je geen problemen wil, dan is het wel omdat je steeds meer tot de groep gaat behoren. Angst en gevaar zorgen er bijvoorbeeld voor dat er sneller groepsloyaliteit ontstaat. De ervaringen van de Engelse journalist Sean Langan onderschrijven dit. “Toen ik na vijf dagen beschietingen zag dat Amerikaanse vliegtuigen fosforbommen gooiden op het punt van waar wij beschoten werden, stond ik ook te juichen.”10 Verder kan er in

tijden van grote spanning cognitieve dissonantie ontstaan. Dit houdt in dat de journalist zijn positiever gaat denken over de motieven van de mensen met wie hij optrekt, ook al zijn deze strijdig met wat de journalist normaal als aanvaardbaar beschouwd.

……….. Critici zeggen dat overheden de journalisten bij de eenheden indelen om ze psychologisch incapabel te maken om objectief te blijven, een vorm van indoctrinatie dus. Tijdens de oorlog in Irak werden verslaggevers zelfs vaak ingedeeld bij eenheden uit hun eigen regio. ‘Dat leidt tot compleet vervormde verslagen, waarbij journalisten zeggen dat 'we' dit of dat hebben veroverd en geen afstand meer nemen. Bij de allervoorste eenheden zijn geen journalisten ingedeeld net zo min als bij operaties van de special forces die geen gevangenen maken. Het Pentagon heeft liever niet dat we daarbij over hun schouder meekijken.’11Als journalist zit je in een afgeschermde

groep, waarbij je steeds berichten hoort van een kant, daardoor word je vanzelf meegesleept door slechte verhalen over de tegenpartij.

………. De beelden van het slagveld gaan heel snel de wereld over. Bij de Irakoorlog was er veel live coverage van de Amerikaanse soldaten die oprukten richting Bagdad. ‘Door deze letterlijke afwezigheid van afstand is het moeilijk de figuurlijke afstand in te bouwen die het journalistieke werk vereist; de positie van de camera bepaalt vaak het gezichtspunt van de berichtgeving.’12

Door deze snelle berichtgeving van een kant is het dus moeilijk om gebeurtenissen te duiden en door de oorlogspropaganda heen te prikken.

10 Mok, Jet(2006, 27 november)Gewapend met een camera - een debat over embedded journalism De nieuwe

reporter

11 Borgdorff, M.,Scholten, E. (2003, 3 maart) Nu al wint die leugen

(17)

……….

4.2 Onafhankelijkheid

………. De globale aanwijzing

………. De tweede regel van de code van Bordeaux gaat over onafhankelijkheid. ‘Bij het verzamelen, vormgeven en doorgeven van informatie komt de journalist vrijheid en onafhankelijkheid toe; een onbelemmerde nieuwsgaring is daartoe een primaire maatschappelijke voorwaarde. Op zijn beurt gaat de journalist bij zijn berichtgeving, ook in maatschappelijk opzicht, zorgvuldig en integer te werk.’

…………. De praktijk

………. Als embedded journalist kan je niet zomaar overal naar toe gaan. NOS-verlaggever Wouter Kurpershoek vertrok al na een dag embedded te hebben gezeten tijdens de oorlog in Irak. Naar eigen zeggen kon hij niet onafhankelijk werken door de strenge controle. De jeep waarin hij zat reed naar rechts terwijl hij rechtdoor wilde. “Daar lagen de lijken van Irakese soldaten in

loopgraven. Die kregen we niet te zien. Terwijl ik -en nog meer verslaggevers- wel verhalen over hen wilde maken. Maar als je vraagt waarom je ergens niet heen mag, dan gooien ze het op veiligheid.”13 Het zal natuurlijk niet altijd zo zijn dat het leger je weg probeert te houden als er

iets gebeurt, maar het simpele feit dat je zelf niet kan gaan en staan waar je wilt,betekent dat je niet onafhankelijk bent. Je hebt geen bewegingsvrijheid.

……….

4.3 Onderzoeken

………

Er zijn verschillende onderzoeken geweest naar de embedded verslaggeving tijdens de laatste oorlog in Irak. Volgens een uitgebreide studie van de BBC heeft deze vorm van verslaggeving een 'opgeschoonde' versie van de oorlog tot gevolg. Ook als je als journalist niet alle propaganda meteen aanneemt, zal je toch geneigd zijn te geloven wat je wordt verteld.

………. Uit onderzoek van de Pennsylvania State University is gebleken dat de Amerikaanse vorm van censuur in de oorlog in Irak heeft geresulteerd in gekleurde verslaggeving. Er is veel gepraat met soldaten van het Amerikaanse leger, maar veel minder met de Irakezen. Omdat de journalisten opereren binnen het leger, hebben ze daar ook nauwelijks de kans meer toe. Maar sfeerreportages van het leven van soldaten geven geen compleet beeld een oorlog. Zelfs van het optreden van het leger in totaal, krijg je geen goed beeld als je de oorlog op het niveau van een kleine groep soldaten volgt.

………….. De onderzoekers van de Pennsylvania State University deelden de journalisten in drie groepen in: de embedded journalisten, de verslaggevers die in hotels in Bagdad verbleven en onafhankelijke verslaggevers. In 72 procent van de verhalen werden soldaten geciteerd. Bij de embedded journalisten was dit percentage flink wat hoger: wel 93, 2 procent van de verhalen kwam uit militaire bronnen. Voor verslaggevers die in Bagdad verbleven was dat percentage 24,4 en voor onafhankelijke verslaggevers 42.2. De onafhankelijke verslaggevers gebruikten de meeste Irakese bronnen en interviewden de meeste Irakese burgers.

(18)

Hoofdstuk 5: In gesprek met...

Voor het samenstellen van de vorige hoofdstukken heb ik veel literatuur doorgenomen over mijn onderwerp. Boeken over oorlogsverslaggeving in het algemeen, artikelen over embedded

journalism, weblogs, radioreportages en televisiedocumentaires. Doordat alles heb ik een redelijk beeld gekregen, maar nog niet goed genoeg. Met deskundigen praten over dit onderwerp is natuurlijk de manier om meer te weten te komen. De afgelopen maanden heb ik een aantal deskundigen gesproken. Journalisten die embedded zijn geweest, een mediadeskundige en de voorlichter van het Ministerie van Defensie. Hieronder volgt een korte samenvatting van de gesprekken.

5.1 Mediapsycholoog

Mediapsycholoog Jaap van Ginneken houdt zich o.a. bezig met de mechanismen van rages, mediahypes en massagedrag. Hij heeft veel boeken geschreven over de werking van de media, waaronder 'De schepping van de wereld in het nieuws' en 'Verborgen Verleiders'.

“Binnen de oorlogsverslaggeving is het belangrijk om zoveel mogelijk verschillende geluiden te laten horen. Als journalist moet je niet pretenderen de ware werkelijkheid te brengen, want dat is onmogelijk. Door verschillende bronnen elkaar tegen te laten spreken, laat je zien dat er discussie is. Op deze manier ziet de kijker ook hoe onzeker het allemaal is. In dit spel kan een embedded journalist een rol spelen, maar er zijn natuurlijk een paar problemen.

Ten eerste ga je je als embedded journalist altijd identificeren met de eenheid waar je bij hoort. Dit is onmogelijk te voorkomen, het enige dat je ertegen kan doen is je er bewust van zijn. Ten tweede heb je als je als verslaggever ter plekke bent waarschijnlijk de illusie dat je ooggetuige bent van wat er zich allemaal afspeelt in een oorlogsgebied. Dit is echter een grote misvatting. Aanwezigheidsjournalistiek is vaak een loos ritueel. De journalist ziet ter plekke maar een heel klein stukje van wat er zich afspeelt, maar niet de kern van het probleem.

Als embedded journalist kijk je naar de werkelijkheid vanaf een eiland. Buiten die veilige basis is het gevaarlijk, want daar lopen die mannen met die theedoeken op hun hoofd. Het lijkt me dan ook beter om een goede regiodeskundige aan het woord te laten dan een journalist die eigenlijk afgesloten is van het normale leven in een gebied. Een regiodeskundige kan het publiek meer vertellen over de verhoudingen van de stammen in een gebied en hoe bijvoorbeeld de Taliban zich in Afghanistan manifesteert. Als kijker krijg je dan meer inzicht in een conflict dan dat je alles steeds vanuit het oogpunt van de soldaat ziet. Embedded journalism is dus alleen nuttig als je het combineert met andere bronnen, die andere geluiden weergeven.

De overheid gebruikt embedded jounalistiek om greep te houden op wat er naar buiten komt. Journalisten gaan anders op eigen houtje rond rennen en met allerlei mensen praten die versies van de gebeurtenissen geven die de overheid liever niet onder de aandacht wil krijgen. Embedded journalism werkt goed omdat de journalisten geneigd zijn om steeds met een heel vriendelijk verhaal terug te komen. Er is vaak wat pro forma kritiek die geen blijk geeft van heel diep inzicht in de sociale verhoudingen in een gebied.”

(19)

5.2 Journalisten

Tom Kleijn van NOVA is embedded geweest bij Albanese rebellen in Macedonië, het leger in Israel, met de Amerikanen en Nederlanders in Afghanistan en met de Nederlanders in Irak. Voor zijn reportage 'Op jacht naar de Taliban' over Amerikaanse soldaten in Afghanistan won Tom Kleijn een Emmy.

“Ik heb niet het idee dat ik erg betrokken raak bij de soldaten. Je gaat ze wel beter begrijpen, maar je houdt toch afstand. Als ik op pad ben dan ben ik zo druk bezig met filmen dat ik sowieso niet 'een van de jongens word. Zo zien ze jou ook niet. De soldaten waarderen het heel erg dat je met ze mee gaat en het zelfde gevaar loopt. Maar jij bent na een week weer weg en dan zitten zij daar nog.

Embedded journalism is een manier voor een journalist, maar niet de manier. Je vertelt een kant van het verhaal. Als je embedded bent krijg je veel defensieverhalen te horen. Je filmt vaak met een persvoorlichter erbij die je steeds dingen probeert voor te kauwen. Met de voorlichter is het altijd een strijd. Als je een bepaald verhaal wilt maken dan probeert hij je daarin tegemoet te komen, maar hij wil het wel helemaal in de hand houden. Als de voorlichters zelf iets willen laten zien dan werken ze mee, maar als je opeens voor de deur staat dan mag je met niemand praten, dan mag je niet filmen, dan mag je zelfs niet op het kamp komen. Toch is het niet zo dat je alles kritiekloos hoeft te slikken als je embedded bent, mijn verhaal over de Amerikaanse soldaten in Afghanistan is bijvoorbeeld ook een kritisch verhaal.

Ik vind veel journalisten lui of bang, omdat ze niet de andere kant van het verhaal laten zien. Je kan niet met militairen mee gaan en dan denken dat je het hele verhaal gecoverd hebt. Je moet ook met gewone mensen praten en dat kan natuurlijk niet als je militairen bij je hebt. Het is naïef om te denken dat je in een oorlog allebei de kanten aan het woord kan laten, want je bent altijd afhankelijk van een van de twee strijdende partijen. Maar wat je wel moet doen is de ene keer de ene partij aan het woord laten en een tijd later de andere partij. Als ik als journalist ergens voorbereid naartoe ga, dan probeer ik zoveel mogelijk te begrijpen van hun beweegredenen. Of het nu de Taliban is of de VS."

Gerri Eickhof is buitenlandverslaggever voor de NOS. Hij heeft in veel verschillende brandhaarden gewerkt en is embedded geweest bij de Nederlanders in Afghanistan.

‘Als je embedded bent kun je makkelijk verslag doen van het leger waarbij je 'hoort', dikwijls sluiten ze anderen uit van informatie. Nadeel is dat je berichtgeving dan wel tot dat leger beperkt blijft, maar laten we eerlijk zijn, in het geval van Afghanistan is het daar ook om begonnen, er zouden verdraaid weinig Nederlandse journalisten geïnteresseerd zijn inhet land als "onze jongens" daar niet zaten. Als je niet embedded bent kun je beter in contact komen met de bevolking. Het verschil zit hem dus in de partij waarvan je verslag doet. Overigens: in

Afghanistan is het zeer de vraag of je unembedded verslag kunt doen, althans in Uruzgan, van de Afghaanse bevolking. Je kunt wel proberen je in te kopen bij een stamhoofd, maar dan ben je dus evengoed embedded.

Mijn relatie met de persvoorlichter van defensie is zakelijk met persoonlijke elementen, die vanzelf naar voren komen wanneer je een paar dagen intensief met elkaar optrekt. Het is werk, maar wel mensenwerk.’

(20)

George Marlet is als verslaggever voor dagblad Trouw al regelmatig vertrokken naar het front. Hij is een aantal keer op bezoek geweest bij de Nederlandse militairen in Uruzgan.

“Als verslaggever, wel of niet embedded, krijg je altijd maar een fractie van de werkelijkheid te zien. In een oorlog zijn de mogelijkheden voor vrije verslaggeving sowieso kleiner. Gewapende conflicten zijn vaak onoverzichtelijk. Bovendien hebben strijdende partijen er belang bij om zaken in een ander daglicht te stellen. Pas na afloop van een conflict is het mogelijk alles goed op een rij te krijgen. Daar moeten we helaas mee leven.

Als ik embedded ben probeer ik zoveel mogelijk waarnemer en toeschouwer te blijven, maar na enige tijd ontstaat toch ook een soort verbroedering. Daarom is het belangrijk niet te lang met dezelfde club op te trekken.”

5.3 Ministerie van Defensie

Robin Middel is persvoorlichter van het Ministerie van Defensie

"Ik denk dat de media en Defensie grotendeels hetzelfde belang hebben. Het klassieke beeld van de journalist en de voorlichter geldt niet in dit geval. Het lijkt me duidelijk dat ik liever geen negatieve verhalen in de krant zie, maar elke journalist heeft ook liever een ander verhaal dan zijn collega's die eerder in het gebied zijn geweest. We hebben allebei belangen, maar dat is gewoon het spel tussen het ministerie en de journalist. Er komen positieve en negatieve berichten in de media. Ik hoop natuurlijk dat de balans naar de positieve kant uitslaat, maar ook negatieve berichten brengen we zelf actief naar buiten. Als de media iets ontdekken dat wij hebben proberen te verzwijgen dan wordt het verhaal namelijk meteen tien keer zo groot.

Het verhaal van de journalist wordt door ons gecontroleerd. Maar we controleren alleen welke operationele verhalen erin zijn meegenomen en of het feitelijk klopt wat er wordt geschreven. Als een verslaggever iets beweert dat niet waar is, dan zeggen we dat de hij de plank mis slaat. Als de betreffende journalist daar dan niks mee doet dan is dat prima, maar het blijft natuurlijk wel een wederzijdse relatie. Soms nodigen we een journalist uit om hem de andere kant van het verhaal te laten zien, maar meestal zullen we de betreffende journalist niet meer spontaan opbellen.

Wij zijn niet zoals de Amerikanen. Die zijn op hele professionele manier bezig met het

beïnvloeden van de media. En ik kan je garanderen dat zijn wij niet. Misschien in de toekomst wel, maar wij zijn natuurlijk niet op zo'n grote schaal in het buitenland bezig dat we daar een hele professionele organisatie voor hebben. Ik hoop natuurlijk dat de journalisten een positief beeld neerzetten van de missie, maar ik weet ook dat als je op pad gaat met een stel journalisten en je alleen maar een positief verhaal vertelt er geen kladblokje open gaat. Wat wij uit ervaring leren is dat we onze soldaten mediabewuster moeten maken. Een soldaat kan het beeld van een journalist bepalen, daarom is het belangrijk dat de militairen weten hoe het met de hele missie verloopt. Als je soldaten in het gebied vertelt hoe het met de andere patrouilles gaat dan hebben ze niet meteen het idee dat de hele missie geen zin heeft, als ze zelf iets shits meemaken. Ze moeten het totale plaatje meekrijgen.

Op dit moment zijn er weinig alternatieven voor embedded journalism. Als journalisten op eigen houtje naar Afghanistan toe gaan dan wrijven we in onze handen, want dat zou betekenen dat het daar een stuk veiliger is. Maar voorlopig zal dat jammer genoeg niet het geval zijn."

(21)

Hoofdstuk 6: Conclusie

Even terug naar het begin. Om af te studeren aan de Hogeschool voor Journalistiek moest ik mijn persoonlijke visie geven op een deel van mijn toekomstige werkveld. Vanaf het begin van mijn opleiding heeft het begrip objectiviteit me beziggehouden, dus het leek mij dan ook niet meer dan logisch om dit onderwerp verder te uit te diepen in mijn reflectie.

In mijn inleiding schreef ik dat mijn nekharen overeind gingen staan van embedded journalism, omdat het naar mijn mening per definitie zorgde voor subjectieve verslaggeving. De afgelopen weken heb ik me uitgebreid in dit onderwerp verdiept om een antwoord te kunnen geven op de vraag:

Is embedded journalism een journalistiek verantwoorde vorm van oorlogsverslaggeving?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden heb ik me eerst verdiept in de oorlogsverslaggeving. Hoe gaat het er aan toe in die wereld? Naarmate ik meer las over de praktijk veranderde mijn beeld. Wat ik las was om eerlijk te zijn nog erger dan ik verwacht had. Oorlogsverslaggevers schatten zelf in dat het percentage van de werkelijkheid dat het publiek te zien krijgt dichter bij de 10 dan bij de 50 procent ligt. In een oorlogssituatie is alles zo chaotisch en gevaarlijk dat het moeilijk is om een goed beeld te vormen. Maar ook al hoor je honderd-en-één tegenstrijdige verhalen, je zult als journalist toch een helder verhaal naar Nederland moeten sturen. Als

verslaggever kun je vaak maar op weinig plaatsen komen, omdat het te gevaarlijk is. Je wordt van allerlei kanten bestookt met propagandaboodschappen, en als klap op de vuurpijl worden de oorlogen steeds meer geënsceneerd. Met andere woorden de draaiboeken liggen van te voren al klaar. Dit is de realiteit.

Als embedded journalist bekijk je de oorlog van één kant. Dit is vrijwel altijd de Westerse kant. Wat de journalisten vertellen, sluit dan ook meestal prima aan bij het beeld dat er op de redacties al heerst. De verslaggevers ter plaatse geven het verhaal hoogstens wat meer invulling, omdat je ziet wat voor gras er groeit daar aan de andere kant van de wereld en hoe de mensen eruit zien. Je hoort zelden een afwijkend geluid. Er is wel kritiek, maar dat gaat meestal over kleine fouten en niet over inhoudelijke zaken of de kern van het conflict. Mijn eindconclusie is dan ook dat Embedded journalism op zichzelf dan ook geen verantwoorde vorm van oorlogsverslaggeving is. Dat gezegd hebbende, vind ik niet dat embedded journalism per definitie slecht is. De praktijk wijst vaak uit dat het voor journalisten te gevaarlijk is om een gebied zelfstandig te bezoeken. Iets is in dat geval toch beter dan niets, want het is voor journalisten die veel over een conflict schrijven toch belangrijk om in het gebied te gaan kijken hoe het er daar aan toe gaat. Je moet echter niet denken dat je een conflict kunt beoordelen door alleen embedded te gaan.

De journalisten die ik gesproken heb, zijn zich zeer bewust van deze eenzijdigheid. Toch heb ik niet het idee dat dit overkomt bij het publiek. De kijker/lezer/luisteraar is toch geneigd om te geloven wat hem wordt voorgeschoteld. Het is dan ook belangrijk dat de burgers meer inzicht krijgen in hoe de media functioneren en aan welke beperkingen ze onderhevig zijn. Onderaan een artikel schrijven dat de journalist embedded is geweest is, naar mijn mening, dan ook niet

genoeg. In de toekomst zullen oorlogen steeds meer georkestreerd zijn, daarom is het heel belangrijk om het publiek duidelijk te maken dat er niet één versie van de feiten is. Door meerdere geluiden te laten horen realiseert het publiek zich dat de werkelijkheid niet voor één

(22)

uitleg vatbaar is. Het is belangrijk om de kijker te laten zien dat oorlog chaotisch is en dat verschillende bronnen elkaar tegen spreken. Zelfs in Nederland zijn er deskundigen die het niet eens zijn over de oorzaken van een conflict. Laat de kijker dit zien, zodat hij zich bewust wordt van de realiteit.

Verder zijn we geneigd om gebeurtenissen uit te leggen volgens een Westers kader. Dit is natuurlijk logisch, maar het is ook belangrijk om je te verdiepen in de gedachtegang van de ‘tegenstander’. De kijker/lezer/luisteraar wil liever een eenduidig verhaal, maar de wereld bestaat nou eenmaal niet alleen uit good guys en bad guys. Het publiek moet daarom zoveel mogelijk verschillende geluiden horen. Het verhaal van de embedded journalist kan een onderdeel zijn van een groot scala aan verschillende verslagen en meningen, het moet echter niet de boventoon voeren.

(23)

Literatuurlijst

Boeken

 Carruthers, S.(2000) The Media at War: Communication and Conflict in the Twentieth

Century, MacMillan Press.

 Dijk, J van en Snijders, M. (2005) Ethiek in de journalistiek, Otto Cramwinckel  Ginneken, J. van (1999) Breinbevingen, Boom Amsterdam

 Ginneken, J. van (2002)De schepping van de wereld in het nieuws, Kluwer Alphen aan

den Rijn

 Ginneken, J. van (2000) Verborgen Verleiders, Boom Amsterdam/ Hilversum

 Karskens, A. (2001) Pleisters op de ogen, pleisters op de mond: De geschiedenis van de

Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo , Meulenhoff Amsterdam

 Knightley, P. (2000), The First Casualty. Prion Books Ltd.

 Kunda, Z. (1999) Social Cognition:Making sense of people, MIT Press Cambridge  Luyendijk, J. (2006) Het zijn net mensen, Podium Amsterdam

 Morelli, A. (2003) Elementaire pricipes van oorlogspropaganda. Bruikbaar bij koude,

warme of lauwe oorlogen, Brussel

 Rouck, M. de (2000) Journalistiek tijdens gewapende conclicten: Een verloren strijd? Rug

 Seierstad, A. (2003)Honderd-en-een dag in Bagdad, De Geus Breda

 Taylor, P.M. (1992) War and the media. Propaganda in the Gulf War Manchester University Press

Artikelen

 Bemmel, N. van (2006, 2 november) Pers moet van wapens afblijven, Volkskrant  Borgdorff, M.,Scholten, E. (2003, 3 maart)Nu al wint die leugen, Trouw

 Funnekotter, B. (2006, 30 oktober)Gecamoufleerde pers, NRC  Hefting, M.(2003,12 april) In bed met het leger. Volkskrant

 Holtkamp, R. (2006, 13 september) Gewapend journalist in Afghanistan, Eindhovens Dagblad

 Mok, J (2006, 27 november) Gewapend met een camera - een debat over embedded

journalism De nieuwe reporter

Internet

 Eickhof, G (28 juni 2006) Embedded in Afganistan www.nos.nl

 Houten, A. van den (20 februari 2002),Terug naar 1800.www.fondspascaldecroos.org  Lize (27 oktober 2002), Oorlogspropaganda van 1900 tot nu . www.indymedia.nl  www.boekje-pienter.nl

 www.kennislink.nl  http://www.mindef.nl/ Radio

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

However, the effects showed that for people with a high understanding of the advertisement, there was an indirect effect of type of advertisement (congruent, incongruent CMC)

3 De reden voor het stellen van deze Kamervragen was overigens gelegen in het feit dat dit kabinet nu juist had besloten dat zij de fiscale facilitering voor de

eén ding is duidelijk voor de zorg: kwaliteit wordt niet meer wat het was! Dat is niet omdat mensen kwaliteit en veiligheid niet meer be- langrijk vinden, maar omdat kwaliteit

[r]

Wat ik alleen vaststel is dat alle moeite die wij hebben gedaan om die klanten te werven, en ik denk dat dat niet alleen voor ons geldt, maar ook voor kabelaars en voor

Om schade aan beschermde natuur te voorkomen, gaan de waterschappen werken volgens de voorschriften van de eigen, goedgekeurde gedragscode Flora- en faunawet.. volgens de

Alle wateren in Nederland zijn beïnvloed door de mens, maar voor geen enkel type is dit zo zeer het ge- val als voor stedelijke wateren: de grachten en singels in steden.. Ze

Uit die literatuuroorsig is daar wyd-uiteenlopende en selfs teenstrydige bevindings ten opsigte van die verskille tussen geslagte se gebruik van humor en hierdie resultate