• No results found

Arjen Nijeboer - Hoe IJsland uit de crisis komt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Arjen Nijeboer - Hoe IJsland uit de crisis komt"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe IJsland uit de crisis komt

Gepubliceerd in: Locomotie, oktober 2012

De inwoners van IJsland gaan wel op een heel bijzondere manier om met de financiële crisis. Terwijl overal in het Westen

belastingbetalers opdraaien voor de wandaden van bankiers, weigerde de IJslandse bevolking tot twee keer toe per

referendum om de kosten van de kredietcrisis op zich te nemen. In plaats daarvan vaardigden ze arrestatiebevelen uit tegen een aantal hoofdverantwoordelijken en besloten ze een nieuwe grondwet te schrijven die een herhaling van de financiële crisis moet voorkomen. Via het internet kon de hele IJslandse

bevolking ideeën voor de grondwet aandragen. Later dit jaar wordt het eindresultaat in een referendum aan de kiezers

voorgelegd. Intussen bloeit de IJslandse economie op en laat het land zo’n beetje de hoogste groeipercentages van Europa zien. Al met al is IJsland een schoolvoorbeeld van een alternatieve,

betere crisisaanpak.

Door Arjen Nijeboer

Overal in de ontwikkelde wereld was het sinds 1990 hetzelfde: deregulering van financiële markten, fusies en overnames in de bankenwereld die tot financiële reuzen leidden, en de introductie van exotische financiële producten die ogenschijnlijk geld uit het niets maakten. Maar in plaatsen als IJsland ging het allemaal nog een stapje verder.

IJsland op avontuur

In 1991 kwam de conservatieve Onafhankelijkheidspartij aan de macht. Onder leiding van de nieuwe premier Oddsson werd een stevig

vrije-marktbeleid ingezet. De banken – waaronder de voormalige Centrale Bank Landsbanki, waar de beruchte internetdochter Icesave onder viel – werden geprivatiseerd, de financiële markten gedereguleerd, de wisselkoersen flexibel gemaakt en de bedrijvenbelasting werd verlaagd van 50 naar 18 procent. Met een regeerperiode van 13 jaar was Oddson de langs zittende premier van IJsland. Na zijn politieke carrière werd hij in 2005 voorzitter van de IJslandse Centrale Bank. Hierdoor werd hij toezichthouder over de financiële sector die hij zelf via privatisering en deregulering in het leven had geroepen.

Onder dit beleid groeide de IJslandse financiële sector enorm. De omvang van het balanstotaal van de IJslandse banken was gestegen van bijna tweemaal het IJslandse BBP in 2003 tot tien keer het BBP in juni 2008.

(2)

De IJslandse expansie was echter vooral gebaseerd op het aantrekken van vreemd vermogen uit het buitenland, dat opgenomen was in andere valuta dan de IJslandse kroon. Dat geld werd voor een belangrijk deel uitgezet in IJsland zelf, onder andere in de vorm van hypotheken. Hierdoor liepen de IJslandse banken niet alleen een valutarisico, maar ook een

herfinancieringsrisico.

Overigens was het niet zo dat IJsland niet was gewaarschuwd. Zo deed de econoom Joseph Stiglitz, Nobelprijswinner economie, reeds in 2001 onderzoek naar de risico’s die samenhingen met de economische en

financiële hervormingen in IJsland in opdracht van de IJslandse Centrale Bank. Stiglitz waarschuwde dat IJsland door de aard van haar economie kwetsbaar was en veel risico liep. Hij raadde een aantal maatregelen aan die IJsland kon nemen om zich te beschermen. Deze maatregelen werden nooit uitgevoerd want in IJsland dacht men dat het nooit mis kon gaan.

De crisis

Vanaf 2006 kregen de IJslandse banken steeds meer moeite om het benodigde buitenlandse kapitaal op te halen om vervallende leningen te herfinancieren. Buitenlandse banken als Citibank en Deutsche Bank, die tot dan het benodigde kapitaal wilden lenen, roken onraad en gingen steeds hogere rentes vragen om het risico af te dekken. In 2008 werd dit probleem zo nijpend dat Landsbanki vanaf mei onder de handelsnaam Icesave

vestigingen in Nederland en Groot-Britannië opende om direct geld bij particulieren, bedrijven en lokale overheden (zie kader) op te halen. Deze werden gelokt met rentes van 5 tot 5,25 procent, terwijl Nederlandse banken niet meer dan 4 procent konden bieden. Ruim honderdduizend Nederlandse spaarders openden tussen mei en oktober 2008 een rekening bij Icesave, waarop ze totaal 1,6 miljard euro parkeerden.

Als De Nederlandsche Bank (DNB) Icesave al had willen beletten om de Nederlandse markt te betreden, dan was dit onmogelijk: op grond van Europese regels mocht DNB geen bankvergunning weigeren aan Icesave. Wel mocht DBN aanvullende voorwaarden stellen, en ze eiste dat Icesave gedurende het eerste jaar niet meer dan 500 miljoen euro zou ophalen bij Nederlandse spaarders. Icesave lapte deze voorwaarden gewoon aan haar laars en bleek binnen zes maanden al meer dan het drievoudige op te

hebben gehaald. Terwijl DNB en Icesave nog ruzieden, werden ze ingehaald door de kredietcrisis. Door het algehele wegvallen van het vertrouwen

tussen de banken in september 2008, kwam het interbancaire leenverkeer tot stilstand en kon Landsbanki niet meer aan haar verplichtingen voldoen. In oktober 2008 stortte de bank in. Ook de twee andere grote banken van IJsland, Glitnir en Kaupthing, gingen failliet.

(3)

IJsland raakte in een diepe crisis. De IJslandse kroon verloor meer dan de helft van haar waarde ten opzichte van de euro. Maar terwijl andere landen hun banken overeind hielden met massale overheidssteun, op kosten van de belastingbetaler, deed IJsland dat niet. Vanwege de enorme omvang van de IJslandse bankensector kon dat ook moeilijk anders. Door de banken failliet te laten gaan, heeft IJsland een keiharde sanering doorgevoerd. Dat deed op korte termijn pijn, maar op langere termijn was het juist de beste

uitgangspositie voor een economisch herstel.

Protesten

De Nederlandse en Britse regering zetten hevige druk op de IJslandse

regering om de schuldenlast van de banken op zich te nemen. “Het onbreekt alleen nog aan de oproep de Britse en Nederlandse marine naar Reykjavik op te laten stomen”, aldus een hoofdredactioneel commentaar van de Volkskrant. Toen het IJslandse regering onder de druk bezweek en toch de verplichting op zich wilde nemen om Nederlandse en Britse

rekeninghouders schadeloos te stellen (lees: op de IJslandse

belastingbetalers wilde afwentelen), braken burgerprotesten in IJsland uit. De deal betekende dat elke IJslandse burger 12.000 euro zou moeten

terugbetalen aan de Britse en Nederlandse overheid (voor Nederland ging het om 1,3 miljard euro).

Dat was teveel gevraagd. IJslanders vroegen zich terecht af waarom zij moesten opdraaien voor het wangedrag van bankiers, respectievelijk voor het risicovolle spaargedrag van Nederlandse en Britse spaarders. Met potten en pannen gingen de IJslanders de straat op, waarbij de emoties soms hoog opliepen en het tot botsingen met de oproerpolitie kwam. Onder deze

omstandigheden weigerde de IJslandse president om het reeds door het parlement aangenomen besluit te tekenen. De IJslandse grondwet regelt dat er in dat geval een referendum moest komen. Op 6 maart 2010 stemde 93% van de IJslanders tegen de deal. Ook een afgezwakte deal werd tijdens een tweede referendum op 9 april 2011 met 60 procent afgewezen. Daarop stapten de Nederlandse en Britse regering naar de rechter. Overigens lijkt de schade voor Nederlandse rekeninghouders alleszins mee te vallen omdat de failliete boedel van Landsbanki waaruit zij worden terugbetaald, meer waard blijkt dan gedacht (zie kader).

De IJslanders ging nog een stap verder. Er werden arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen een aantal bankiers, waarvan sommige intussen het land waren ontvlucht. Ook oud-premier Geir Haarde moest voor de rechter verschijnen voor zijn rol in de kredietcrisis. De rechter oordeelde hem deels schuldig aan het ontstaan van de kredietcrisis, omdat de premier te weinig overleg zou hebben gevoerd met zijn kabinet, maar legde geen straf op.

(4)

Veel IJslanders meenden dat niet alleen de bankiers, maar ook de politici mede schuldig waren aan de financiële crisis. Men concludeerde dat de crisis liet zien dat er iets grondig mis was met de politieke cultuur en het bestel. Onder druk van de burgerprotesten werd daarom besloten een nieuwe grondwet te schrijven met nieuwe checks and balances die een nieuwe crisis moesten voorkomen. In november 2010 werden verkiezingen gehouden voor een Constitutionele Raad die een nieuwe grondwet moest voorbereiden. Elke IJslander kon zich kandidaat stellen. Uit de ruim 500 kandidaten werden 25 leden gekozen.

Via het internet en bijeenkomsten kon iedereen die dat wil, meepraten over de nieuwe grondwet en ideeën aandragen. Via Facebook ontving de

Constitutionele Raad ruim 3000 reacties, die in veel gevallen ook tot wijzigingen in de uiteindelijke tekst hebben geleid.

Eind juli 2011 kwam de Constitutionele Raad met een geheel nieuwe grondwettekst. Hierin wordt een duidelijker onderscheid aangebracht tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Zo mogen ministers niet langer lid zijn van het parlement. Het parlement krijgt meer rechten en de rol van de regering bij wetgeving wordt verkleind. De

onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt bevorderd door de president een veto te geven over de benoeming van rechters door de regering. In het verleden was er nogal sprake van nepotisme; IJsland’s grootste partij, de Onafhankelijkheidspartij, had veel rechters van haar eigen signatuur benoemd. De nieuwe grondwet bepaalt dat er regels moeten komen voor de partijfinanciering. Die ontbraken in het verleden. De

Onafhankelijkheidspartij heeft in het verleden donaties van tientallen miljoenen euro’s van de IJslandse banken gekregen vlak voor de

behandeling van een nieuwe bankenwet. Ook regelt de nieuwe grondwet de onafhankelijkheid van economische adviesorganen. Hun taak kan alleen met een tweederde meerderheid worden gewijzigd. Het enige

onafhankelijke economische adviesorgaan werd in de jaren ’90 door premier Oddsson afgeschaft en sindsdien was de IJslandse regering

afhankelijk van de economische voorspellingen en adviezen van de banken. Last but not least geeft de nieuwe grondwet vrij stevige

direct-democratische rechten aan de bevolking. Tien procent van de burgers kunnen een referendum aanvragen over een door het parlement

aangenomen wet, dan wel een eigen wetsvoorstel ter stemming brengen. Ook komt er een referendum als de president weigert een door het

parlement aangenomen wet te bekrachtigen, en moeten alle

soevereiniteitsoverdrachten van IJsland aan internationale organisaties ook per referendum worden goedgekeurd. Bij referenda gelden geen minimale opkomstdrempels (quorums). Het enige zwakke punt is dat niet alle

(5)

referenda bindend zijn en dat belangrijke onderwerpen als de begroting en de belastingen zijn uitgezonderd van referenda.

Het laatste nieuws is dat de nieuwe grondwet zelf ook in een referendum aan de burgers wordt voorgelegd. Het referendum moet voor 20 oktober dit jaar worden gehouden. Helaas gaat het om een niet-bindend referendum, omdat de huidige grondwet naar het oordeel van juristen geen bindend referendum toelaat. Maar de uitkomst zal politiek zwaar wegen. Grosso modo zijn de regeringspartijen voor de nieuwe grondwet, de

oppositiepartijen (waaronder de Onafhankelijkheidspartij) tegen.

Economische bloei

Intussen bloeit de IJslandse economie weer op. Dankzij de forse devaluatie van de IJslandse kroon, hebben de export en de toerismesector een forse groei doorgemaakt. De voor het eiland belangrijke visindustrie meldt een van de beste jaren sinds tijden te hebben. De economische groei voor 2012 wordt geschat op 2,6 procent, een van de hoogste groeicijfers van Europa. Het begrotingstekort is afgenomen van 10 procent naar bijna nul. Ook de werkloosheid nadert de nul procent.

Conclusie

Al met al laat het voorbeeld van IJsland zien dat er een andere, betere weg is om met de crisis om te gaan dan de meeste Westerse landen hebben gevolgd. In IJsland liet men de banken failliet gaan. Dat is weliswaar zuur voor de crediteuren van die bank, maar dat is nu eenmaal inherent aan het faillisement van een private instelling. De spaarders die ervoor kiezen om hun spaargeld bij een risicovolle bank te stallen, moeten ook maar op de blaren zitten als het misgaat. Bovendien blijkt de schade voor veel

crediteuren erg mee te vallen, omdat de failliete boedel meer waard blijkt dan gedacht. Omdat IJsland in tegenstelling tot andere probleemlanden nog zijn eigen munteenheid had, kon de munt devalueren waardoor IJsland via export en toerisme weer geld kon verdienen. De veroorzakers van de crisis – bankiers en politici – werden niet met gouden handdrukken naar huis

gestuurd, maar voor de rechter gebracht. En last but not least wordt de grondwet herschreven om een financiële crisis te voorkomen. De bevolking harde direct-democratische rechten in handen om de politiek tot de orde te roepen als deze daar zelf niet meer toe in staat blijkt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de vele grensoverschrijdende beleggingen waren dat niet alleen nationale banken maar ook banken uit andere landen.. Zo verspreidden de problemen zich over de hele

In de Europese Gemeenschap waren het een combinatie van binnenlandse economische proble- men, de deels hierdoor ingegeven non-coöperatieve houding van beleidsmakers

Totdat alle weeffouten in de EMU hersteld zijn zullen daarnaast waarborgen moeten worden ingebouwd om te voorkomen dat overheden de financiële unie kunnen misbruiken

de peso aan de dollar begin jaren negentig heeft Argentinië dan, net als Grieken- land sinds de invoering van de euro, tien jaar lang niet alleen geen eigen

Concluderend waren de groei van de werkgelegenheid in de publieke sector en de labour hoarding door bedrijven die voldoende vlees op de botten hadden, de

Nog vaker hebben macro-economische modellen geen aandacht voor geld, en al helemaal niet voor schuld, zoals hierboven besproken.. Dat is nog net zo relevant als voor, tijdens en

Wat betekenen deze ontwikkelingen? Kort gezegd: niet veel goeds. Kinderen in wie onvoldoende wordt geïnvesteerd door te weinig tijd of geld lopen een achter- stand op die

Kortom: de concentratie van hoger opgeleiden in de stad en verschillen in de dichtheid (en dus de agglomeratie- effecten waar ik eerder over sprak) bepalen elk ongeveer