• No results found

Pletten in een gesloten matrijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pletten in een gesloten matrijs"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pletten in een gesloten matrijs

Citation for published version (APA):

Imhof, H. H. (1983). Pletten in een gesloten matrijs. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPB0021). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1983

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

PLETTEN IN EEN GESLOTEN MATRIJS Auteur: H.H. Imhof WPB-Rapport nr. 0021 mei '83 W83 - 03 Begeleider Docent Geconunitteerde Bedrijf Periode

dr.ir. J.A.H. Ramaekers ir. P.B.C. Peeters ir. L.J.A. Houtackers TH Eindhoven

(3)

Voorwoord.

De afstudeeropdracht is uitgevoerd als onderdeel van het eind-examen HTS - werktuigbouwkunde en vond plaats bij de afdeling Werktuigbouwkunde vakgroep Produktietechnologie van de Tech-nische Hogeschool te Eindhoven.

Gedurende drie maanden heb ik onder zeer prettige omstandigheden en voortreffelijke begeleiding gewerkt aan de voltooiing van mijn opdracht.

Hiervoor wil ik aIle vakgroepmedewerkers, en in het bijzonder de heer Ramaekers voor de theoretische-, de heer Smeets voor de praktische- en de heer Touwen voor de komputertechnische hulp van harte bedanken.

(4)

Samenvatting.

Ret onderwerp van de afstudeeropiracht is afgeleid van het munt-persproces. De nadruk ligt bij het gedrag van de afschuining aan de z~kant. Hiertoe zijn uit aluminium plaat schijven vervaardigd die aan de zijkant zijn voorzien van een afschuining.

~eze schijven, ook weI blanks genoemd, worden in een goed sluiten-de ring gelegd waarna een axiale spanning wordt aangebracht. Als gevolg van deze spanning zal het aluminium de hoek in vloei-en. Voor deze situatie zijn in dit verslag formules afgeleid die het verband aangeven tussen de axiale spanning, de radiale span-ning en de grootte van de afschuispan-ning.

De radiale spanning is niet direkt te meten daar de zijkant van de blank ligt opgesloten in de ring. Om deze reden is een ver-band gezocht tussen de radiale spanning en de diametervergro-ting van de elastisch rekkende ring die, voor dit doel is voor-zien van rekstroken. ue rekstroken registreren de tangentiele rek aan de omtrek.

In de afgeleide formules komen twee faktoren voor waar nog wei-nig over bekend is. Met behulp van metingen worden de formules aangepast waarna wat meer gezegd kan worden over deze faktoren.

(5)

Resume

The subject of this thesis is based on the coining proces with the emphasis on the behaviour of the edge bevels.

For the experiments, blanks with a beveled edge were produced from Aluminium sheetmetal.

These blanks were put into a narrow fitting enclosing ring; there-after an axial stress was applied. As a result of this axial

stress, the material flows into the corners of the die.

For this situation formulas have been derived which give a re-lation between axial stress, radial stress and the amount of bevel. The radial stress cannot be measured directly as the beveled

edge of the blank is enclosed in the ring. Therefor a relation is derived between the radial stress and the incremental strain of the ring diameter. For measuring the tangential strain along the circumference of the ring, strain gauges were mounted.

In the derived formula's two factors appear that are till now not fully known. With help of the measurements the formula's can be adapted after which they can be explained more fully.

(6)
(7)

V Inhoudsopgave Symbolenlijst Literatuur I Inleiding II De hodellen ]ovengrensmethode Schillenmethode III De Muntring Klassieke methode Elementen methode IV Het Onderzoek Inleiding

Het Praktisch Onderzoek

De aanpassing van de It-en m~waarde Opmerkingen en Konklusies Bijlagen .1 .2 1.1 II. I II. 2 11.5 III.I III.

5

IV.I IV.3 IV.5 V.I

(8)

Symbolen en afkortingen. D d m

\)

~ P. ~ P u Pdef P w p{ r. ~ r u ( j

~

([V

(F

-z;

4-u Buitendiameter Binnendiameter Elasticiteitsmodulus Eindige rek Effectieve deformatie Voordeformatie Reksnelheid Effectieve deformatiesnelheid

if -

faktor

Wr~vingfaktoruit model van von Mises ~warskontraktiekoefficient Afrondingsstraal Inwendige druk Uitwendige druk Deformatie vermogen Wr~vings vermogen ( - vlak vermogen Inwendige straal Uitwendige straal Spanning Gemiddelde spanning Vloeispanning Effectieve spanning Wrijvingsspanning in kontaktvlakken Inwendige afschuifspanning Verplaatsing Verplaatsingssnelheid . 1

(9)

Literatuurlijst I II III IV V VI

Plastisch omvormen van metalen J.A.G. Kals

J.A.H. Ramaekers L.J.A. Houtackers

Stichting OMTEC voor Mechanische

Omvorm-technologie. MIERLO 1976

Technische Plasticiteitsleer P.C. Veenstra

S. Hoogeboom

Technische Hogeschool Eindhoven Diktaatnummer 4.406

Oefeningen Technische Plasticiteitsleer S. Hoogeboom

Technische Hogeschool Eindhoven Diktaatnummer 4.482

Mechanics of Materials E.D. Popov

Prentice Hall inc. 1978

( FED 78 POP)

Prisma Technika Sterkteleer J.P. Den Hartog

Het Spectrum 2e druk 1974

( FEB 74 HAR)

Gebruikershandleiding voor het oplossen van een eenvoudig probleem met behulp van hENTAT - MARC - MENTAT

W.A.M. Brekelmans

Vakgroep Technische Mechanika T.H.E. 1981 Nummer WE 81. 06

(10)

I 1nleiding.

Het onderwerp van de afstudeeropdracht is een onderdeel van het muntproces. Bij het slaan ( persen ) van munten, wordt een cilin-dervormige blank tussen een boven- en onderstempel, beide voor-zien van een gravure, door persen tot munt gevormd.

Tijdens het persen is de aankomende munt, om diametervergroting tegen te gaan, opgesloten in een z.g. muntring.

bovenstempel

muntring

munt --~~

onderstempel

Fig. 1.1 Wanner de axiale drukspanning hoog genoeg is, zal de munt de gra-vure vullen en aan de rand een afronding vormen. De funktie van de verhoogde rand is bescherming van het muntrelief tegen bescha-diging. De muntrand moet zo scherp mogelijk zijn daar deze het uiter-lijk van de munt sterk beInvloedt.

(11)

Ret in dit verslag gebruikte model, is vooral toegespitst op de vorming van de afrondingsstraal aan de muntrand. Als blank is gekozen voor een platte cilindrische schUf die aan beide zU-den voorzien is van een schuine kant. Ret theoretisch model is gebaseerd op twee bewegende stempels. riierdoor is het midden van de blank precies in evenwicht.( Fig I.2 )

bovenstempe blank onderstem'De1

.

!

I i'lr Fig.I.2

In werkelijkheid verloopt het proces volgens onderstaande figuur.

l~

Blank

Fig.

I.3

(12)

De theoretische formules uit het model worden gekontroleerd en aangepast. Hiervoor is de muntring aan de omtrek voorzien van rekstroken waarmee een verband zal worden gezocht tussen de tan-gentiele rek en de inwendige druk. Dit verband is bepaald met een klassieke- en een "nieuwe" berekeningswijze.

Aan het eind van het verslag wordt getracht de grootte te bepa-len van de procesbepabepa-lende faktoren.

(13)

II Je modellen.

voor het berekenen van de verschillende spanningen wordt gebruik gemaakt van een geschematiseerde voorstelling van het proces. Hiertoe wordt het te vormen produkt onderverdeeld in

verschil-lende parten die naderhand door middel van gelijke randvoorwaar-den tot een formule worrandvoorwaar-den gevormd.

De munt kan in drie gebieden worden onderverdeeld te weten:

a) het cilindrisch gedeelte

b) een ringvormig gedeelte met stroming tegengesteld

aan de persrichting

c) een ringvormig gedeelte met stroming in de richting

van de persrichting

- - - -

--+'~---Fig.2.I

Door deze indeling komt, buiten de hartlijn, een tweede symmetrie-lijn in het model, en weI op halve hoogte van de blank.

Het gebruikte model wijkt af van de werkelijkheid door de veron-derstelling dat boven- en onderstempel beweegbaar zijn en naar elkaar toe bewegen.net verschil met de werkelijkheid is gering en bestaat uit het verschil in wandwrijving bij de delen b en c. Het model is op twee verschillende manieren uitgewerkt t.w.

a) bovengrens methode ( upper bound method )

b) schillenmethode ( slab method)

(14)

Bovengrens methode.

JJ.

2

U

"2

r R

112

0 L __ I I I z h Fig. 2.2

Als eerste zal deel a, het cilindrische deel, berekend worden. Voor de berekening van het wrijvingsvermogen in dit gedeelte, is het nodig om de

l

,die uit de

i

volgt, te kennen.t volgt wederom uit de snelheidsvergelijking.

iL.

rr. r

2

=

2-Uit de definitie:

.

Cr

...

u;'-,r

Cf(

" urr ".

-

""

2.11

.

r

:: ( , { . . -2A

.

.

.

Cr

+

Cq

+

c..'Z

=

0 ~

ex

:. -~ .01)

-

V

2 . 2. • 2. •

2)

I U { =

3"

(C.r ...

[C( f

C:-:%.

::.

h

11.2

(15)

Het deformatievermogen Pda=

f

<Tv .

t

dv

II'fJl.

d

v :

277r P(z

01;-Het wr~vingsvermogen p = 2.

f~'

u

c1rJ

WQ ~ff· . r

.: u .

2h

r : : p

Daar de vervorming van de delen b en c identiek is, wordt volstaan met de berekening van de verschillende vermogens voor deel b.

~11·~17A·:.z = = - 4 · -IA.-z % h ' f

. JL .

2 7T

r

d'-z

h

h'f I U . _ _

1?

2. /t.f'

.

r

f:z .: II.3

(16)

'Pw

l ; '

Z; . U

011')

"pp. 1.: " C-{. • . R/)I, ~

rr;.~.-113

f

( 2.1.4. )

Bij de overgang van deel A naar de delen B en C, verandert de snel-heidsvektor van richting waardoor de grenslijn een ~vlak is ~n

een extra vermogen moet worden ingevoerd.

Het o-vlak vermogen p(

= /

Tv .

Un~.

cll9

=

~.

01.4

~ 2. TT /? O<~

u.

~(1

+

1l.)

-::l. rr A

.ot!~

A ~~

Het totale vermogen is de sommatie van de deelvermogens.

P

tot is het resultaat van de perskracht in kombinatie met een pers-snelheid die ook in de formule zit. Deling door de snelheid levert dus de perskracht en daarmee de spanning in de Z-richting.

(2.1.6.)

(17)

Schillen methode. dr

·z

~

r R 1/20 A h

-

T

schil in evenwicht

...

_--~ Fig 2.3

De schillenmethode gaat uit van een schil,in een vervormend lich-aam, die in evenwicht is. Dit heeft tot gevolg dat de spanningen lager zijn dan in werkelijkheid.

Horizontaal evenwicht in deel A

Na enig rekenwerk met verwaarlozing van de hogere orde termen volgt :

c16::

(jf

m; -v) .,.)..

J"} /;-

(2.2.1.) II.5

(18)

Samen met de Levi - von ~ises vergelijkingen levert dit :

Met (

2.2.1 )

volgt :

d

err :.

Vertikaal evenwicht in de delen B en C

A

l:

1

~

I I ~ I

r---I C Fig

2.4

Na enig rekenwerk,

- zo.

"IT. 0

«'~

="

verwaarlozing van de hogere orde termen en

de aanname dat, mitsj klein genoeg, R= R+~r= ~D volgt:

Eet (

2Y:~

2.2.3.)

volgt ci~

...

.

) 11.6

(19)

Uitdrukking ( 2.2.4.) met als randvoorwaarde

or

4.,.m _? C ~ - "r:;3·v - . :> ~ {

fi::

r:rY.

(1 r?1?)

.-L

h

+ Z

113

f

-r;:; als

"¥::!

I v'Z

=

0 . . . " ( 2.2.5.) De druk op de muntring:

aannamec~= 0 wat met een Levi - von Mises vergelijking levert:

c.C( ::

Ing'evuld in de vloei voorwaarde van von rUses : ~

1

crV

=

((f";_fi)2 r(~ -<R)~ r{rIit- (T';)"t

Het ( 2.2.5.)

( 2.2.6.)

~e gemiddelde druk op de muntring ligt op een hoogte van ~ h

Uitdrukking ( 2.2.7.) kan nu als randvoorwaarde dienen bij het oplossen van vergelijking ( 2.2.2.) :

6

A

;.3..

V3

qy(-f f ,p~.!J..)8 ~

::

rff~: ~ ~(1

f<

In de vloeivoorwaarde van von Mises :

(20)

De gerniddelde drukspanning op de blank :

bJ

I.j

~.;Lnr~"

Als geldt

=

4 _

Ret verschil in uitkornst tussen de bovengrensmethode en de schil-lenmethode bestaat uit de faktor h / 4R die, wanneer

f

klein ge-noeg is, ten opzichte van de andere faktoren verwaarloosd kan worden.

Ret voordeel van de schillenmethode t.o.v.de bovengrensmethode be-staat uit het betere inzicht in het proces dat d.m.v. deze methode verkregen wordt.

(21)

III De muntring.

A) Klassieke methode

De muntring kan worden beschouwd als een dikwandige pijp, met on--eindige lengte, belast met een uniforme binnendruk. Deze situatie wijkt af van de werkelijkheid vanwege de eindige lengte en het niet uniform zijn van de binnendruk ( drukberg aan de zijkant ).

Afleiding formules:

e+

t ( 3.1.1.)

cI

If

_---)

_ - -- -- - - --

ii.;'~1( - - --""'"---I

- - -

-

-

- -

-;

- -

-

-

-

-Fig. 3.I

Als eerste wordt de evenwichtsvergelijking voor het elementair deeltje opgezet.

err.

r

/f( - rrr.r.oIt( -

r;/frrr.r)tLt(

+ ~

rr;;:.

c:lr.~(1~t()

="

c/{

<:rF

r)

r::/r

(22)

Daar het niet de bedoeling is de ring plastisch te vervormen,geldt hier de wet van Hooke.

- '::J((J7 +

ifi)}

l,..

i {

0-;:

t

r :

~ { rr;

-

O(rr£ .. Q';)

J

L%

.:

~

{ <12' - V(rr;.

t~)}

In z-richting onbelast O?i .:: 0

err

: f;.

t..;

1- V.(T1" ( 3.1.2.)

fT1

~ E. £.f r

':).<:rr

+

t ---""\

-

-

\ r \

,

\

I I I

,

I Fig. 3.2

(d

r

l' U .,.

of" -

u) - c/r

oIr

( 3.1.4.) Dit ( 3.1.2.)

r:T7'

~

f

_Ev~

(

e f T

V

c. ;-)

err __

E

(c:

+

Vel)

1 _0'" /' r

De uitdrukking voer

of

kombineren met (

3.1.3.)

en invullen inC

3.1.1.)

cI

(c:rr.

r)

vir

(23)

De uitdrukking voor~ kombineren met ( 3.1.3.) env-ermenigvuldigen met r : Differenti~ren naar r

r.

rr;

( r.

a"

dr r

Y.u)

clUJ

+ \,)'t/r

( 3.1.4.) gelijkstellen aan ( 3.1.5.) en vermenigvuldigen met r zodat de volgende differentiaalvergelijking ontstaat :

r~ oI~

+

r. /"f

-

U. =1>

dr'2..

t)/I'

Stel n dan afu n--f

d"~

7'1-2

U = r .A

d,.

::

n.r

;x"1'2 ::. n{'1'1 - -f) r

Na enig rekenwerk volgt

Ur :

C, .

r f-

ez.. -

r

I ( 3.1.7.)

i'r " ;,/,.

of"

=

c,

-

C~

r

t

C.f

.: !::! : (" f

-

C~

r 1"2.

De gevonden uitdrukkingen voar [,. enCt invullen in ( 3.1. 4. )

r:r;.

~

.-L-

{(-#+V).C/ _ ( 0( - v) C2 ]

1-\)2-

r2.

( 3.1.8.)

(Ji" , _ \)"2£ { (1 f

V

l.C-,

+

(1- v)

C~

r1.

J

Gelijkstellen met als randvaarwaarden

(j';

=

-Pu als r

=

r. ~ r

=

ru

C,

".

-I-v

[

r""

JJi}

~ ( Pi-( - Pi) r,-~2. :t C2.. :

-

1-1.1

f

(

p~

-

Pd

r"f

~

-;-/.

}

-=

Jt.~- r~.'-J.. I11. 3

(24)

Gevonden uitdrukkingen veor C

r

en C2 invullen in vergelijkingen van (

3.

1.8 .) :

Wanneer C

r

en C2 worden ingevuld in (

3.r.1.)

wordt een uitdrukking

veer de verplaatsing u gevonden

_"l :t 2

:!..!:-:f.. {(

p _

p.oJ r;

r~

J.!.

C3.

1.

ro.

t

e

U

<.;;

Z_r~~

r

Veor de maximale trekspanning in de ring ( r

=

r. en P

=

0 ) kan

~ u

op eenvoudige wijze een goede uitdrukking worden gevonden

{ 3.1.11)

(25)

B) De eindige elementen methode.

De eindige elementen methode is een oplossingsmethode voor het berekenen van komplexe problemen met behulp van een komputer. De rHE heeft voor dit doel een programma beschikbaar dat gekocht

is bij een Amerikaans bedrijf ( Marc Analysis Research Corporation ). Bij het oplossen van een probleem wordt eerst een invoerfile ge-maakt met behulp van een bepaalde procedure ( ~iliNTAT ). Na gebruik van iiiE!~'rAT wordt de file geschikt gemaakt voor verwerking met de eindige elementen methode ( MARC ). ~e verwerking van de uitvoer, grafisch weergegeven, gebeurt weer met behulp van MEN'l'AT.

De volgorde is dus: hENrrAT - hAnG - IviE,N'1'A'l' •

MARC MENTAT MENT AT Probleem

t

Element keuze

I

Bepaling invoergegevens van element soort

~

Indeling in Elementen en knooppunten

1

Vastleggen randvoorwaarden ( belasting,materiaaleigenschappen,opleggingen

~

BEREKENING

I

Grafische verwerking ( spanningen, verplaatsingen ) etc.)

Het verwerkingsschema laat de volgorde zien die bij gebruik van de elementen methode gebruikt wordt. Een goed hulpmiddel hier-bij zijn de zogenaamde MARC-boeken. Tevens is het nodig om beschik-king te hebben over een grafische terminal zodat elementnummering, knooppuntnummering etc. gekontroleerd kunnen worden.

(26)

Voor een berekening met de eindige elementen methode staan on-geveer 50 verschillende element typen, met elk zijn specifieke eigenschappen, ter beschikking. De keus van het type hangt af van de belasting en de geometrie van het lichaam. De invoerge-gevens verschillen per element-type en zijn te vinden in de

J'iIARC-boeken.

wanneer het type en de invoergegevens bepaald zijn, kan worden begonnen met het aanmaken van de invoerfile. De invoerfile be-staat uit een elementverdeling of mesh, en geeft per element de knooppuntnummers en knooppuntkoordinaten.

De overige invoergegevens zoals belasting, materiaaleigenschap-pen, opleggingen e.Q. worden bij het aanpassen van de file voor verwerking met ~~RC opgegeven.

hierna kan de verwerking met de eindige elementen methode begin-nen. Heestal gebeurt dit in de nacht. De grafische verwerking van de uitvoergegevens van HARe gebeurt met behulp van r:IENTAT.

Er kunnen onder meer tekeningen gemaakt worden van inwendige spanningslijnen, knooppunt verplaatsingen en het vervormde lichaam in het origineel.

(27)

IV.I Inleiding tot het onderzoek.

Het doel van het onderzoek is het idealiseren van de in hoofd-stuk II gevonden formules voor ~ en

q::.

In die formules komen

inwendige afschuiving wrijving

a)

b)

twee procesbepalende delen voor waar nog weinig over bekend is. Deze delen zijn

ad a)

De wrijving is door middel van het wrijvingsmodel van von Mises ingevoerd. Dit model laat de wrijvingswaarde varieren tussen wrijvingsloos ( m = 0 ) en afschuiving ( m= I ). De moeilijk-heid is echter het niet konstant zijn van de wrUvingsfaktor tij-dens het omvormen. Een tweede probleem is het konstant houden van de smeringsgraad bij opeenvolgende proeven.

ad b)

Bij de berekening van het model is uitgegaan van inwendige af-schuiving op de overgang van deel A naar de delen B en C.

Uit het oogpunt van materiaalstroming is dit zeer onwaarschijn-lijk daar de snelheidsvektor in de grenslaag 900 zou verdraaien. De faktor die hiervoor verantwoordelijk is, zit als I in het mo-del. Voortaan zal deze faktor worden aangeduidt met

Ir .

Door het reeds aangeduide kleine verschil tussen schillenmethode en bovengrensmethode zal voortaan als uitdrukking vOOr de druk-spanning

<rt

gelden :

Met behulp van de bovengrensmethode kan de oorsprong van de ver-schillende delen worden bepaalt.

Deformatie aandeel ( A,B en C ) 3-.(f"";o

-'.81'

'\fl

Wrijvings aandeel ( A )

~.VV'

",.,2)If!

Wrijvings aandeel ( B, C )

V3 .

f%.

..,n

T ' f

h

o -

vlak aandeel .3..qV.

iJ:.

h

~!:. 8 ~

(28)

De uitdrukking voor ~ kan met behulp van het voorafgaande op gelijke wijze worden benaderd.

Deformatie aandeel Wrijvings aandeel

r-

vlak aandeel 2 i7;6 ""' h "8" ~

a.~

IJ )

De bijdrage van de verschillende delen op het totaal is in onder-staande figuren weergegeven

C1f=

I, m

=

0.2 ).

(-vlak wrijving deformatie 5 10 15 20 25

.6.

f 6 2 (-vlak wrijving B + C wrijving A deformatie 5 10 15 20 IV.2 25

(29)

IV.2 Het praktisch onderzoek.

Ter kontrole van de in hoofdstuk II afgeleide theoretische for-mules, is een aantal proeven genomen.

Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van een Sack und Kiesselbach drukpers met een maximale perskracht van 6000 kN. Deze pers is zeer geschikt voor dit doel daar de maximale stempelverplaatsing bij het pletten van een blank minder is dan I mm en dus de pers-snelheid zeer laag moet kunnen worden ingesteld. Op de pers is een manometer voorhanden waarmee de perskracht op 50 kN nauwkeu-rig kan worden afgelezen. Je aanwijzing van de manometer komt goed overeen met de werkelijke perskracht.

De stempels waartussen de blank wordt platgeperst, zijn vervaar-digd van gehard gereedschapstaal. De aanligvlakken zijn eerst vlak-geslepen en daarna gelept om een voorkeurrichting bij het vloeien van de blank tegen te gaan.

De muntring, eveneens uit gereedschapstaal vervaardigd, is na het harden hoog ontlaten om eventuele scheurvorming tegen te gaan. De boven- en onderzijde van de ring zijn vlakgeslepen tot een hoogte van 12 mm. Aan de buitenzijde van de ring zijn vier rekstroken aan-gebracht, twee aktieve en twee passieve, voor het meten van tan-gentiele rek tijdens het persen.

De te pletten aluminium blanks zijn geponst uit plaat van 10 mm dike Na het ponsen zijn de blanks voorzien van schuine zijden met kan-ten van 3 mm. Van het gebruikte aluminium is een trekproef geno-men om de C- en n waarde te meten ( bijlage I~). De n-waarde is

zeer laag ( grote

to)

zodat mag worden aangenomen dat het mate-riaal ideaal plastisch is.

Elke blank wordt met een andere kracht geplet. De kracht varieert tussen 300en IIOOkN in stappen van 100 kN. Bij het bereiken van de gewenste perskracht, wordt na een korte pauze ( fliesspauze ) de exacte perskracht en het signaal van de meetversterker ( rek-stroken ) afgelezen. Na het persen wordt van elke blank de hoogte h en degrootte van

f

gemeten. De resultaten van de proef zijn weer-gegeven in de volgende tabel. Het signaal van de meetversterker is al uitgedrukt in een diameterverandering.

(30)

Tabel I F pers ( kN ) 6D(mm ) h ( mm )

~

( mm ) 300 0.027 10.00 3.45 400 0.044 9.75 3.00 500 0.056 9.54 2.20 600 0.080 9.28 1.65 700 0.090 9.26 1.38 800 0.105 9.23 0.93 900 0.n6 9.21 0.73 1000 0.133 9.18 0.45 noo 0.151 9.12 0.35

Of

Met behulp van deze grafiek zijn de waarden van

~

en

~

te berekenen. Onderstaande grafiek toont de theoretische- en de wer-kelijke lijn. 8 6 4 2 10 15 20 25

:

Theorie Praktijk Fig. 4.3

Uit de grafiek blijkt dat de aangenomen waarde(n) voor

{r

en m niet overeenkomen met de werkelijke waarden. De invloed van

!t

en m is het duidelijkst te zien in Fig.4.4

(31)

2 ~o 4 7.5 ~

_ _- S

~~::::---2

q:i

it

q-;

<TV

8

f

~

8 2S

r~

6 6 0.4 0,8 0,4 0,8 1,2 /

",r ...

nt

Fig. 4.4

IV.3 De aanpassing van de

d(

en m waarden.

In de ui tdrukking voor ~ komen twee onbekenden voor. Er moet voor het oplossen een tweede vergelijking zijn. Deze vergelijking is de

-uitdrukking voor

or .

Het probleem met deze vergelijking is dat niet direkt gemeten kan worden. Daar is aangenomen dat de munt-ring lineair elastisch vervormt, kan de diametervergroting van de ring dienen als maat voor de inwendige druk.

Er zal dus een verband gezocht moeten worden tussen de diameter-vergroting aan de omtrek van de ring en de waarde van

or .

Het verband tussen genoemde waarden is rechtlijnig en kan in een gra-fiek worden uitgezet. Ben punt Van deze lijn is al bekend daar de diametervergroting nul is als er aan de binnenkant van de ring geen spanning aanwezig is. Het andere punt, de ijkwaarde, is op twee manieren bepaald :

a) b)

Eindige elementen methode Klassieke methode

(32)

ad a)

z

r if;

---~

2S i+S N

....

Fig.

4.5

De probleemstelling is geschetst in bovenstaande tekening.Voor het berekenen van een drukbergvormige spanning op het binnenvlak is aangenomen dat h/r gelijk is aan

25

en dat

!r

+ m gelijk is aan

0.5.

Daar de ring cirkelsymmetrisch is, en een rechthoekige doorsnede heeft is element type 10 gekozen. Bij dit element moet de belasting op de I - 2 zijde worden aangebracht. In figuur 4.6 is de element-en knooppunt nummering gegeven. Tevens is aangegeven op welke elementen de belasting werkt en waar zich de opleggingen bevinden. De hoogte is onderverdeeld in 12 delen en de "lengte" in 10. Elk element is dus

2

mm lang en

0.5

mm hoog. Per element is een gelijkmatig

verdeelde belasting gekozen daar dit de invoer sterk vereenvoudigt~

IN VOERGEGEVENS BIJ DE MUNTRING 13 12 1 11

2.

o

.3

I 9 4 II If! 5 III 7 ..Q. I V ~

1.

u

.~'

V

5

8

-t

VI 4 9

,t'

VII 3 10

X

VIII 2 11 5

,t

I X

12

4 2 4 2'7 \ ....I..---,¥--,,;;;;;.--,.IoF=---~---J

A A A

Fig. 4.6 IV.6

(33)

Na de berekening zijn tekeningen gemaakt met behulp van

MENTAT.

Bijlage 1V.2 toont een tekening van de equivalente spanningen die laat zien dat de ingevoerde drukberg aan de rand van de ring helemaal vervlakt is. Bijlage 1V.3 is een tekening van de onver-vormde ring met daarin de veronver-vormde toestand. lIieraan is te zien dat de dikte van de ring ietwat afneemt ( 0.002 mm aan de rand en 0.006 mm bij de belasting ) en dat de radiale rek aan de rand minder is dan vooraan ( 0.086 t.o.v. 0.059 ).

De exacte rek aan de rand bedraagt 0.059 mm. Deze waarde moet nog worden verdubbeld. De diametervergroting is dus 0.1188 mm

bij

eeno;/~

verhouding van 2.951.

ad b)

Het berekenen van de radiale Terplaatsing met de klassieke methode is na aanpassing van de binnendruk P. minder ingewikkeld. De

in-1

=

0.3

=

r

=

45 mm u

=

25 mm 310.1 N.mm-2

=

0 N.mm-2

=

r. 1 P. 1 P u

voergegevens voor de berekening zijn

E 210 000 N.mm-2

~

r

De berekening voor de verplaatsing u bedraagt 0.0595 mm zodat de diametervergroting van de ring 0.1189 wordt bij een ~/~ verhouding van 2.957.

(34)

Het resultaat van de twee berekeningen is in onderstaande gra-fiek uitgezet. Omdat de twee methoden hetzelfde resultaat geven is maar een lijn getekend.

4 3 2 1 ijklijn 0,05 0,10 0,15 Fig.

4.7

De gezochte waarden van ~ kunnen uit de grafiek worden afgelezen. Hiertoe worden de gemeten diametervergrotingen van de ring op de horizontaal ui tgezet waarna de punten met behulp van de ijklijn op de vertikaal worden geprojekteerd.

De gevonden waarden voor ~/~ worden in de vergelijking van

d:f

ingevuld waarna de waarde van

p+

m bepaald is.

(35)

Tabel 2 fjD h/~

(ft/<JY

Ir+

III

0.027

2.90

0.672

-1.15

0.044

3.25

1.095

-0.13

0.056

4.34

1.394

0.38

0.080

5.62

1.991

1.03

0.090

6.71

2.240

1.12

0.105

9.92

2.614

1.02

0.116

12.62

2.887

0.95

0.133

20.40

3.310

0.73

0.151

26.06

3.758

0.69

6 4 2 , I I 5 10 10 IV,9 20 25 1"ig.

4.8

!l

,

(36)

De eerste drie meetpunten worden voor de bepaling van de gemid-delde waarde van

If

+ m niet gebruikt daar zij een te grote in-vloed tonen van het elastisch gedeelte van de vevorming ( Lit.l,

H 2.7.2.). Het gemiddelde is 0.92 met een standaardafwijkimg van 0.16.

De standaardafwijking is erg hoag zodat aan het gemiddelde weinig waarde gehecht mag worden.

Door de waarden van

If

+ m bij gel ijke h/~ in de vergelijking van

<Pi

in te vullen kan

#

en m bepaald worden. Di t levert echter geen reEHe waarden voor

fr

en m ( m negatief,/I grater dan I ). Mogelijk is dit te wUten aan het verschil in de grootte van de

wr~v1ng bij de rand en bij de stempels. Dit kan in de vergelijking van (jf worden ingevoerd door de wrijvingswaarde bij de stempels

fir'

en de wrijvingswaarde aan de rand m

2 te noemen. De vergelijking van ~/~wor~t dan :

In het verleden uitgevoerde proeven met het stuiken van alumi-nium wijzen m-waarden uit die liggen tussenO en 0.20 • Omdat de smering aan boven-,en onderzijde van de blank zeer goeu is, zal

ter bepaling van

f+

m

2 voar illI de waarden 0 en 0.1 worden in-gevuld. rrabel 3 h/f (Ji/rri m I

(r

+ m2 m

r

.(r+

m2 5.62 2.500 0 0.43 0.1 0.30 6.7I 2.850 0 0.72 O.I 0.61 9.92 3.139 0 0.69 0.1 0.6r 12.62 3.471 0 0.12 0.1 0.67 20.40 3.111 0 0.55 0.1 0.51 26.06 4.114 0 0.52 0.1 0.49 IV.IO

(37)

De geilliddelde waarden van

fr+

ill 2

..

ill

r

= 0

1(+

ill2 = 0.61 ill

r

= 0.1

Ir+

ill2 = 0.53 (6

-dV 6 ill

r

=

0 m

r

=

o.

4 2 5 1 0 15 20 2S

6

r

Fig.

4.9

Bovenstaande grafiek toont de ligging van de rneetpunten ten op-zichte van de gemiddelde waarden.

(38)

V Opmerkingen en KOLklusies.

De Ring.

De diameter van de ring is bepaald met behulp van formule 3.1.11 en een aangenomen binnendruk. Voordat de rekstroken werden ge-plakt, is gekontroleerd of de tangentiele rek aan de omtrek groot genoeg was om met deze methode geregistreerd te kunnen worden. Bij de eerste ring, met een buitendiameter van 150 mm, was dit niet het geval waarop besloten werd een tweede ring te vervaar-digen met een diameter van 90 mrn. De tangentHHe rek bleek bij deze ring groot genoeg te zijn.

Tijdens aIle proeven bleek de ring onder belasting enigerrnate ovaal te worden ( 0.03 mm ). Dit is kennelijk te wijten aan het aluminium dat tijdens het vloeien een voorkeursrichting bezit. Om de invloed van dit verschijnsel te beperken zijn de vier rek-stroken tussen maximale- en minimale diameter geplaatst.

De Drukbergen.

Daar het drukbergverschjjnsel aktueel is werden enkele blanks, op verschillende afstand van het middelpunt, voorzien van kegel-vorrnige gaatjes. Na het pletten vertoonden de gaatjes naar het midden toe een kleinere diameter hetgeen de drukberg voldoende aantoont. De gegevens hierover zijn in dit verslag niet opgenomen omdat dit niet in de lijn van het onderzoek ligt. De veronderstelde drukberg aan de zijkant van de blank is niet aangetoond omdat dit ( nog ) niet mogelijk is.

De Radiale Spanning.

De berekende radiale spanning uit fig.

4.7

komen veel te hoog ui t (

33

% ).

Een verklaring- hiervoor is niet voorhanden daar wegens tijdgebrek niet voldoende proeven genornen konden worden.

De liiethode.

De gevolgde methode ter bepaling van

Ir

en m waaruen is erg ge-voelig. ~e grove afronding leidt tot relatief grote verschillen in de resultaten.

(39)

De Wrijving.

De grootte van de wrijving is bij het stempeloppervlak anders als aan de rand. De oorzaak hiervan kan liggen bij :

Verschil in oppervlaktegesteldheid Verschil in kontaktdruk

Verschil in smering

Konklusie.

Wanneer tussen de verschillende wrijvingsaandelen geen verschil wordt gemaakt, is de veronderstelling 0.05 ~ m

<

0.15 en

0.4

<

~r

<

0.5 een goede benadering daar de meetpunten tussen de uiterste waarden in liggen.

4

3 2

5 10 15 20 25

,

!l

Fig.

5.

I

Met de aangepaste uitdrukking van

qr

kan worden aangetoond dat de perskracht bij een

f

van kleiner dan 0.01 zo sterk oploopt, dat verdere verhoging van de perskracht weinig zin heeft.

(40)

Tot besluit nog enkele suggesties voor verder onderzoek

Optimalisering van de methode door het uitvoeren van meerdere metingen.

Uitbreiding van het model naar hulsextrusie Uitbreiding naar stangpersen

(41)

Bijlage II. I

Modeloplossing met behulp van verplaatsingsvelden.

Als eerste wordt het begrip reksnelheid wat verduidelijkt.

Definitie:;' verlengingssnelheid

L

=

--momentane lengte

Gegeven een staaf met lengte dx die over een afstand u verplaatst wordt en hierbij een rek ter grootte van du meekrijgt.

"X-

X.

t/:K

+

/tA

-::.::>

A 8 .d

Verplaatsing van punt A u

Verplaatsing van punt B u + du

Uit de theorie is de definitie van rek bekend (

£

welke voortkomt uit de kleine rek dt = dL

L

Toegepast op bovenstaand voorbeeld levert dit

.

De reksnelheid

!

is gelijk aan

.

oil.

C

=

df

de differentiatie

/(~)

df

van£ naar de t ijd

Hierin is

~

de verplaatsingssnelheid in de x-richting of

kort-weg U genoemd.

...a

]Jus

L

=

dx.

"U",-, ~

Direkte benadering door middel van snelheden

snelheid van punt A U

snelheici van punt B U + du

iJe lengtetoename van de staaf bedraagt du.dt

=

ddt .dtdu

.

/c

/~

.,/f

6- C a

(42)

De bovengrens methode.

De bovengrens methode gaat uit van verplaatsingsvelden en bere-kent het totale vermogen uit de sommatie van het deformatie-, wrijvings- en het

r

-vlakvermogen.

Definitie Deformatievermogen Pdef

'P~

=

f

G.

£,

/v

"QUiII£.

Definitie

l

-vlakvermogen

Voor de berekening van het deformatievermogen is het dus nodig om de deformatiesnelheid te weten. De deformatiesnelheid is sa-mengesteld uitde reksnelheden in r, z en ~ -richting.

Definitie Wrijvingsvermogen Pw

fT.

u

d';:>

lJ,pG"I.AK

Het wrijvingsvermogen bevat een uitdrukking voor de wrijving ( Coulomb, von ~lises ), en de snelheid waarmee het materiaal langs de stem-pels stroomt.

fJ

r "

I

Z-v.

u~c//7

t1!P&IW'",K

Een

r

-vlak is een vlak waar de snelheidsvektor van richting verandert. Hierdoor ontstaat in het materiaal een afschuifvlak. De grootte van de afschuifspanning wordt bepaal~ met behulp van het wrijvingsmodel van von I1ises waarbij de m-waarde maximaal is. De relatieve snelheid in deze formule, is het snelheidsverschil tussen het materiaal aan weerszijden van de grenslaag.

Door nu deze uidrukkingen te sommeren ontstaat een formule van de volgende vorm : Ptot

=

Pdef + Pw + P

r

J)e snelheid van de persstempel ( u

.

) komt in elke uitdrukking voor zodat : Fpers

.

~

=

~ ( Fdef + Fw + Fr )

De benodigde axiale spanning wordt verkregen door bovenstaande uitdrukking te delen door het aanliggende oppervlak.

(43)

Uitwerking formules bovengrens methode. II

:

17./~·j·:lT7"/'·7/~~:

/,.

I':t> Deformatie vermogen in A A

I"

7J'f

=

fz

I

G. :.

277r/-:l / / ' I':g "l~o A = / 2

W. : .

2 77 /'.

l ' //'

,:"

Wrijvings vermogen in A t

/2

r]Y'.

u.

77r/r

r~() / ' I

2jll

2

r:r;;:

H. 7T.i /' r~, r~p ... . Tr t _ /' "t, . u . ; .

r

« , .::

.

u. TT-It .

1

- r

I'll?

r ., 2 '7-

c..".

U . Jh]J: .

R

3

U

R

.

6. - . - .

zrrrK"'z/r;

1[;

".

f

De formatie vermogen in B

?'o/"

, : Po

7

Z:,

j'

resp. C I /?

/11,

. - . 2rrr.1l

vI'r

k f :l.:P

/1)

I

aVo

1fJ

u

f

J(

rrr/r

r:R (]Y. u 7T ~1._4-l?t

=

Vi

p..

f

=

I

~

I

ifJ

I

~.

5; .

f .

rr. 2: r R

=

(/) 1 ( < ( I ~ l) IV -L;..q ~ ~ -<.,-

+1)

-~f+f ~~f ""~fl ;:f:: Ir0

f

Wrijvingsvermogen in B {h 'fw =

f

~

2:. resp. C l ' I? ~4._ .

h-f

I / ..-... I . 17".[) I ~/""' Z... i:U ./? h 'f .Z--a -:t.:e> :: 7T,f)

-h · f

(44)

~ - vlak vermogen

I."

?

I::

!

7;"Yo U0

~

( . ,

2::0

Som deformatie vermogen

r.\ m '1)~ 0 " 2 .-:-:: 0 2 t)

Pay'

::

~-4 t : t r

7

,f ~ (fY . (,(. TrR f vY o " · rro R ·

:It.-vr

([V .

~.

Trl? (R t

~)

Som wrijvings vermogen

3 '.Z

avo

U0

rr,q

0

3.v3

Som - vlak vermogen 'J

o f

.-

c'!V.

U.

77" A 0

<~

(

I 1"

~'f)

T:z.

.-Som totaal vermogen

'14./ ;

([i/. U. T7" J?

fAt

~

D [ /0

..-:V

(]v. TT fl 1 , V1 '2. -?n '2 ?n;iJ 1, 17 ( 11"2 t .~ -h'l? r .r:: o - t ..7r; 11"z,--;')J 3'v) 81/1 ~ ... Vl 7 ...- -:< ( / ?11:() '?>7h t,

h)

\Ti.

VJ

vv

I, i p

I'

f 6 h 'f- ~ + ~/? of- 8f

~ _.~

crV(',86/

r;:

+~(11-~)

I-t)

(45)

Bijlage III. I

Uitwerking formules bij de dikwandige pijp met binnendruk.

1"J U. .: r f r . ? ? ;~_r _;""". e>

u,..

=

C,

.1- f c~

.

r

1

q-;

=

-

E { ( -1 .,. i7) C,

~Z2

( - ( -

vd

1-'iJ%'

r:y;;:-

:

,:-0

~

f (

1 of V)

c,

f

~~

( 1 - II)

1

(I)

r ".

/"'1 rjj:

-?t

(C<)

r:

ru

rr;

". - 'pM I L l

~l

- p,

~ '~lJ

7 { (-f ,.v)

c/

- ",.~t{1-

v)}

(J)

~/

-Pt.t

:

,!.v~

f{-(

t j») C,

- ,. zt. .( -

Ct

v)

1

{'>' I ~(1-~~J C,{-1~O) ~ '3 C z .;: E +- . /'i"?

I' )

t-v

:1

1-i)

r

r~l

-i>,)-

I',l

t.I

J

c,

--

E r;1 -

no

z .

(?«

J!

/rV ~ 1 ~

CPU-P,)}

{ t.t.

r,

(1 )

C:t = E /'i' 1 - / " "'Z

(46)

PRAKTIKUM OMVORMEN

trekbanknummer ) datum:

Z 8 -

3 -

83

materiaa1: /lLU I'll NItf,# Ol'RRA1'EURS' praktno naam 1 2 3 4 HETING:

richting: o met de wa1srichting

.'T'AA1' •

c

t

I ? ~ n .. i

0,"

J £: .. o R 001= R

o.z'"

to c:: I-' III OIl 0> H <:

.

H

beginwaarden bo" 1'1..0j mm s = /Yo 3

b

mm Ao"5'2..J -( nunL

0 Ii b b A..bits A F b £: =In .! R

(4)

F Ii s 8 £: =1n-:-<> 0=- £:b=1"1> a A a A s s (mm) (mm2) (N/nun2) 0 0 max (N) (nun) (mm) (nun)

1

6806

/J.O33 a.o;,{ /2.t')';~ 0/. ~¥"'1' S-2. '] 5' Cl· OCl

tl8

I :z,tY.

8

'1'

2

£880

~.<,;z' /:) () J ~ 12.",f~ 'S'.:J::2"r' S-J .tJ?' tJ. () / ."

6'

/ 3:1.

""'J

3

6

;Z80 il:>./33 ". ,,!'o 4

b

b'-O tJ·''77- ~.()f'

I

o/tJ t> in.~g tJ· 4'6' 3. PtJ / , 1~2.Y.O 5 JJ.5'/:) ...,....",. 8 ~ :O.J6Ir: 6 ~"" /' .

"

~d ' L ~~-7 { / t7' t 8 9 10 11 12 13 14

(47)

Bijlage IV. I ---_.---'-~ I

I

I

r

..

~

...

..

• ""'

..

(48)

y

L

t,nRN6-5

~IC YO POIIT 0.0 0.0 1.0 uaLS . .

OJ ~: I-' ~ (J\j CD 1)

2.1QQt2

H ~

2)

3.38Qt2

.

f\)

3) 3.Q1Qt2

4) 4.5Mt2

5) 5.ISQt2

6)

5.14Qt2

1)

fi.33Q'2

8) fi.CI2Q·2

q)

1.51Qt2

1m

8.10Ct'2

II) 8.fiQQ'2

12)

t78qt2

(49)

y

L

l'UfMj-5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

gine continu 'af.Als door elke ontiading een veel klelner gebled vervuild zou worden,dan' wordt: weI een statistisch gespreide 'berekende-t d gevonden.De

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

- Kerklaan, vergunning aan Tour de Your! voor het innemen van een standplaats voor de reparatie van fi etsen en de verkoop van fi etsonderdelen op de woens- dagmiddag vanaf 1

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de

In dit fragment is dus zowel de tweede als derde vorm te zien; mediator en deelnemer komen hier niet meteen samen tot een afsluiting, maar komen in een

Op voorhand hebben we alle paragrafen verdeeld over de beschikbare lessen, want als een leerling op dinsdag koos voor de werkles, dan moest de activerende les van de woensdag

De vraag die bij mij speelt, is dan ook niet óf ik dit opnieuw wil gaan opzetten, maar alleen: welke geschik- te tekst rondom een persoon of gebeurtenis is nog meer geschikt om in