• No results found

NEN-norm voor modelleren in het waterbeheer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "NEN-norm voor modelleren in het waterbeheer"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P L A T F O R M

NEN-norm voor 'Modelleren

in het Waterbeheer'

DLEDERIK VAN DER M O L E N , RIZA

FRANK KORTSTEE, N E D E R L A N D S N O R M A L I S A T I E - I N S T I T U U T

JAN N O O R T , STOWA

H U U B S C H O L T E N , W A G E N I N G E N U N I V E R S I T E I T

Al enige tijd wordtgewerkt aan een NEN-norm voor 'Modelleren in her waterbeheer'. Hiervoor is een commissie in liet [evengeroepen waarin alle partijen uit wnterbehcrend Nederland ztjn vertegen-woordigd. Het ontwerp is ditvoorjaargepubliceerd. Deze zomer verzamelt het Nederlands Normali-satie-instituut het commentaar, waarna naar verwachting nog dit jaar de definitieve norm wordt gepubliceerd. De NEN-norm is een uitvloeisel van liet handboek 'Vloeiend modelleren in het

Water-beheer'(Good Modelling Practice, dat eind 1999 uitkwam. Dit handboek ondersteunt degenen die werkzaam zijn in projecten waarin modellen cen rol spelen. Het handboek is echter ook relevant voor degenen die niet direct met modelleren te maken hebben, maar wel de ontwikkeling oj toepassing van modellen initiëren eu financieren cu met de resultaten verdergaan, kortom de opdrachtgevers, pro-jectleiders, bestuurders cu beleidsmakers. De richtlijnen uit het handboek worden momenteel uit-gewerkt in ecu NEN-norm, waardoor het draagvlak en de status van de regels voor eengoede

model-(eerpraktijk verder worden vergroot. In deze bijdrage lichten wc de inhoud van het handboek en de NEN-norm toe engevcu wc suggesties voor hetgebruik ervan.

Modellen worden voor steeds complexere problemen ingezet. Transparantie en reprodu-ceerbaarheid van modelstudies staan hiermee steeds meer onder druk en daarmee neemt de kans op fouten en potentiële schade door die fouten toe. Waarschijnlijk bestaat behoefte aan nadere regulering van zowel de praktijk van het modelleren als de omgang met de model-resultaten.

Het handboek 'Vloeiend modelleren in het Waterbeheer' (STOWA-rapport 99-05, RTZA-rapport 99.036) biedt informatie om het ont-wikkelen en toepassen van modellen te struc-tureren, inzichtelijk en overdraagbaar te maken. Het handboek helpt de opdrachtgever vooraf duidelijk te maken wat wel en wat niet wordt gedaan in het project en dit achteraf te controleren. Het garandeert daarmee niet de juistheid van het model(resultaat), maar geeft wel zicht op de kwaliteit van de aanpak en de resultaten.

In 1998 is in het kader van 'Standaard Raamwerk - Aquest' een behoeftenonderzoek naar modellen in het waterbeheer uitgevoerd in opdracht van STOWA en Rijkswaterstaat. Naar aanleiding hiervan zijn drie werkgroepen

gestart. Deze werken aan de architectuur van de informatietechnologie, een mantelovereen-komst in verband met eigendomsrechten en aan regels voor een goede modelleerpraktijk: het project 'Good Modelling Practice'.

Dit project resulteerde in het handboek 'Vloeiend modelleren in het waterbeheer'. De eerste versie is in het najaar van 200t geëvalu-eerd. De verbeterde versie vormt de basis voor de NEN-normalisatie.

Inhoudelijk

'Good Modelling Practice', zoals de richt-lijnen in het normontwerp worden genoemd, bestaat uit een zevental stappen die m afbeel-ding 1 zijn weergegeven. Essentieel is dat iede-re stap wordt gedocumenteerd, zodat keuzes kunnen worden verantwoord en onderdelen kunnen worden herhaald. Daarom wordt begonnen met een logboek (stap 1). Daarna start het modelproject met een beschrijving van het probleem en een inventarisatie van de benodigde middelen (rijd en geld), resulterend in een werkplan (stap 2). In de volgende stap wordt meer concreet toegewerkt naar het model. Met behulp van een beschrijving van het systeem en de beschikbare data worden keuzes gemaakt ten aanzien van de

schemati-satie (tijd en ruimte) en de numerieke aanpak. Op basis hiervan wordt de meest geschikte modelprogrammatuur gekozen en de toepas-sing geïmplementeerd (stap 3). De volgende stap bestaat uit het testen van de modeltoepas-sing en eindigt met een gevalideerd model (stap 4). Daarna volgen de uiteindelijke bereke-ningen (stap 5) en de analyse van de uitkom-sten (stap 6). Hierbij is het van belang dat wordt nagegaan in hoeverre de resultaten heb-ben bijgedragen aan het oorspronkelijke pro-bleem. Tenslotte wordt het geheel gerappor-teerd en gearchiveerd (stap 7).

Voor elke vraag dienen modelleurs alle stappen te doorlopen. Afhankelijk van de vraagstelling en de beschikbare informatie en instrumenten, kunnen de accenten echter anders liggen. Wanneer bijvoorbeeld een bestaand model gebruikt kan worden, zullen de activiteiten pas echt bij stap 4 beginnen. Wanneer het slechts gaat om een nieuw scena-rio, dan begint het met stap 5. Ook is het mogelijk dat het einde van het stappenplan niet wordt gehaald. Als de vraagstelling en de beschikbare middelen niet met elkaar in over-eenstemming zijn, houdt het na stap 2 op. Ver-der kan na stap 4 blijken dat het model niet haalbaar is, omdat het niet aan de technische specificaties kan voldoen.

Toepassingsmogelijkheden

De NEN-norm is toepasbaar voor model-len die gebruikt worden bij het integraal waterbeheer, zoals voor grond- en opper-vlaktewater, waterkwantiteit en -kwaliteit. Waterbeheerders maken gebruik van diverse soorten modellen, onder andere data- en procesgestuurde modellen. Het normontwerp richt zich vooral op de laatste groep: determi-nistische numerieke modellen. Uiteraard kan bij de toepassing van andere modellen, bij-voorbeeld soft-hybride modellen, neurale net-werken en empirische modellen, wel geprofi-teerd worden van de richtlijnen van het normontwerp.

Het woord 'model' wordt op verschillende wijzen gehanteerd. In het normontwerp wordt met de term 'model' veelal een model toepas-sing bedoeld: een computerprogramma (een modelprogramma, bijvoorbeeld DUFLOW en SOBEK) inclusief de daarbij behorende invoer voor een specifiek gebied of watersysteem. Software wordt in het normontwerp niet beschouwd.

De rol van de opdrachtgever

De opdrachtgever speelt nadrukkelijk een rol bij het gebruik van de norm: hij of zij kan verlangen dat de omgangsvormen tijdens het project gehanteerd worden zoals die zijn vast-gelegd in de NEN-norm. In de praktijk kan het als volgt gaan:

(2)

P L A T F O R M begin logbo« — * • maafc werkplan — — 1 1 I cPMch togt>o*k ! | en l o i m u h e r e n i 1 . ? 1 t " . — -/ I » 1 , : U « I . , g w n .

l

b « d f - — ^ conceptueel model ) gegevens

f

-1

Ajb. i. Overzicht van de stappen in 'Good Modelling Practice'.

A/b. r. De NEN-norm is een hulpmiddel voorde modelleurom de wetenschappelijke kwaliteit

van het project te verhogen en biedt de

opdrachtgever de kans om de praktische bruikbaarheid van het resultaat te vergroten.

T3 '53 J3

*_

X ) '3 XI <u M a M Opdrachtgever Modelleur

Wetenschappelijke kwaliteit

Zodra een (bestuurlijke) vraag geformu-leerd wordt die met modelstudies beant-woord moet worden: eis dat gewerkt wordt volgens de NEN-norm. Deze norm geeft zicht op kwaliteit en onzekerheden rond-om modelstudies;

De NEN-norm betekent met automatisch dat de modelstudie perfect is. Wel geeft de norm zicht op de kwaliteit van de studie. Met andere woorden: is het onvoldoende, voldoende of ruim voldoende om de gestelde bestuurlijke vraag te beantwoor-den;

Controleer fof laat controleren) of de for-mulieren behorend bij de NEN-norm zijn bijgesloten bij de eindrapportage, inclusief een interpretatie van de modelleur met betrekking tot kwaliteit en onzekerheden van de studie;

• In de NEN-norm zit een aantal interactie-momenten tussen opdrachtgevers en modelleurs: bij het formuleren van de stu-die, in de voorrgang van de studie en bij het opleveren van de studie. Deze momen-ten zijn cruciaal om een passend antwoord te krijgen op de bestuurlijke vraag. In de praktijk wordt dit aspect vaak verwaar-loosd en komr men aan het eind van de studie tot de conclusie dat vraag en ant-woord niet op elkaar passen;

• Het bij het voorgaande punt geschetste probleem wordr versterkt doordat opdrachtgevers en modelleurs eikaars 'taal' niet verstaan. De NEN-norm is er speciaal voor ontwikkeld om deze communicatiek-loof re dichten. Door systematisch de NEN-norm met elkaar door te nemen, begrijpt men beter van elkaar wat men verwacht, en waarom iets wel of niet kan; • Zodra een opdracht gegeven wordt voor

een modelstudie is het van belang ook direct de interactiemomenten in te plan-nen. Persoonlijk conract tussen opdracht-gever en modelleur geeft daarbij de meeste garantie op succes. In de praktijk zitten echter met name tussen bestuurders en modelleurs vaak een aantal schijven, bij-voorbeeld beleidsambtenaren. Dit is ook niet altijd te vermijden. Hierdoor gaan echter soms cruciale nuances verloren. De bestuurder dient zich dit te realiseren en eventueel maatregelen te nemen. Bijvoor-beeld door minimaal één keer het contact met de modelleur te zoeken.

Kwaliteitsborging bij simulatiemodellen is geen routine zoals bij de ontwikkeling van software. Wetenschappers die een model bou-wen, zien dit model als een wetenschappelijk instrument en nauwelijks als een product dat gebruikt kan of moet worden bij besluitvor-ming of beleidsondersteuning. Gewoonlijk beseffen zij niet dat het model ooit door ande-ren gebruikt moet worden. De ontwikkelaar of gebruiker van een model heeft nu een duide-lijk keurmerk in handen indien de norm is gevolgd. In de praktijk zal de norm vaker gevolgd worden bij de roepassing van een model dan bij de onrwikkeling, omdat de belangen van de uitkomsten dan groter zijn. *'

Een ieder die dat wil kan het NEN-normontwerp voor 'Modelleren in het waterbeheer' becommentanë-ren. Het normontwerp is op te vragen bij: Nederlands Normalisatie-instituut, ta.v. afMing Verkoop, Post-bus 50551,2600 GB Delft, telefoon (015) 269 os 90. Het normontwerp, de resultaten van de toepassingen

en de bmikbaarhetd ervan voor programmeurs en

opdrachtgevers, zullen ter discussie staan tijdens een workshop op donderdag 19 september. Aanmelden hiervoor kan via e-mail: Georgette. Wit-van der Haasde@nen.ni

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Des différences de dimensions peuvent subvenir lors de la com- Es können eventuell größere Maßtoleranzen auftreten wenn mehrere Sorten Take care of possible size variations

Een hotel/pension waar voor de arbeidsmigranten geen kookgelegenheid beschikbaar is, omdat er bijvoorbeeld centrale catering wordt aangeboden, voldoet niet aan de SNF-eisen

— als kader voor het opmaken van geharmoniseerde technische voorschriften voor bouwproducten (EN’s en ETA’s). De Eurocodes hebben, voor zover zij betrekking hebben op de

Een Individueel Concept is een enkelplaatsig (unair) element op individueel niveau dat existentieel onafhankelijk is. Een individueel concept is de conceptualisatie van

Wat doelstelling 13 betreft, bracht een recent rapport van de Ellen MacArthur Foundation aan het licht dat een circulaire omslag voor vijf belangrijke materialen – met name

Deze Europese norm EN 1993, Eurocode 3 : Ontwerp en berekening van staalconstructies, is opgesteld door de Technische Commissie CEN/TC 250 &#34;Constructieve Eurocodes&#34;,

Therefore the National Standard implementing EN 1991-1-7 should have a National Annex containing all Nationally Determined Parameters to be used for the design of buildings and

Toelichting De mate waarin door de gebruiker gewenste voorzieningen beschikbaar zijn in het gebouw of in de directe omgeving. Belang Relevante normen en