• No results found

Bedrijfsopzet akkerbouw met tweede tak niet gunstigER -

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bedrijfsopzet akkerbouw met tweede tak niet gunstigER -"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

BEDRIJFSOPZET AKKERBOUW MET TWEEDE TAK NIET GUNSTIGER

Jakob Jager

Veel akkerbouwbedrijven hebben naast akkerbouw ook nog een andere productietak. De keuze tussen de verschillende takken is veelal afhankelijk van de beschikbaarheid van de productiefactoren grond en arbeid. Intensieve veehouderij komt bijvoorbeeld vaker voor op akkerbouwbedrijven met relatief weinig grond, terwijl vleesvee of schapen als neventak vaker voorkomt op bedrijven waar weinig arbeid beschikbaar is. Extensie-ve tuinbouwgewassen als tweede tak gaan vaak samen met een redelijk areaal en een ruime beschikbaarheid van (gezins)arbeid.

Inkomenspositie bij tweede tak

Bij een vergelijking van de akkerbouwbedrijven met een tweede tak (waarbij de neventak minimaal 10% van de totale nge van het bedrijf omvat) en de zuivere akkerbouwbedrijven kan in grote lijnen worden gesteld dat de tweede-takkers gemiddeld 15.000 gulden minder inkomen uit het bedrijf halen dan de gespecialiseerde bedrijven (tabel 1). De opbrengsten per bedrijf liggen gemiddeld weliswaar op een iets hoger niveau, maar er worden veel meer (betaalde) kosten gemaakt.

Er zijn verschillen tussen de drie onderscheiden groepen bedrijven met een tweede tak. De bedrijven met vleesvee of schapen blijven achter bij die met een intensieve veehouderijtak, mede door de kleinere be-drijfsomvang. De bedrijven met tuinbouw als tweede tak behaalden over de periode 1995/96-1999/2000 een gezinsinkomen uit bedrijf van ruim 51.000 gulden per ondernemer. Ondanks het feit dat deze bedrijven in nge gemeten ruim 30% groter zijn dan het gespecialiseerde bedrijf, bleef dus ook daar het inkomen per ondernemer achter. De hoofdtak akkerbouw is gemiddeld slechts weinig kleiner dan die van de gespeciali-seerde bedrijven. In het bouwplan is het aandeel granen en hakvruchten kleiner, ten gunste van het areaal tuinbouwgewassen. Desondanks blijven de opbrengsten per nge achter in vergelijking met de zuivere akker-bouwbedrijven en ook wordt 50% meer (betaalde) arbeid ingezet op de bedrijven met tuinbouw. Daarnaast zijn de kosten voor loonwerk hoger.

Om een vergelijking in rendement van de tweede tak met de hoofdtak te kunnen maken, is ook het saldo per nge van de desbetreffende tak samen met die van de akkerbouw berekend. Hieruit blijkt dat alleen de inten-sieve veehouderijtak een hoger saldo per nge oplevert dan de hoofdtak akkerbouw; zelfs meer dan het saldo per nge akkerbouw op de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven. Op de akkerbouwbedrijven met tuin-bouw doet de akkertuin-bouwtak het wat betreft het saldo beter dan de tuintuin-bouwtak. De resultaten van de hoofdtak akkerbouw liggen daar gemiddeld gezien gelijk aan die van de gespecialiseerde akkerbouwbedrij-ven. Op de andere akkerbouwbedrijven met een tweede tak blijven de saldi in de akkerbouw achter bij die van de gespecialiseerde bedrijven.

Begin jaren negentig deed zowel de intensieve veehouderijtak als de tuinbouwtak het veel beter. Door-dat toen de bedrijven met een intensieve tak gemiddeld kleiner waren dan de zuivere

akkerbouwbedrijven bleef het inkomen nog wel achter. Bij de bedrijven met tuinbouw was dit verschil in bedrijfsgrootte minder groot en was het gezinsinkomen vergelijkbaar met dat van de zuivere bedrijven.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, juni 2001 pagina 2

Tabel 1 Bedrijfskenmerken en resultaten van akkerbouwbedrijven met en zonder tweede tak (vijfjaars-gemiddelde, 1995/96-1999/2000)

Akkerbouwbedrijven met een tweede tak Gespecialiseerde  akkerbouw-

intensief vleesvee/ tuinbouw totaal bedrijven

schapen Aantal bedrijven 1.150 1.510 1.600 4.710 8.310

Aantal ha 33 34 48 41 49

Aantal ondernemers 1,26 1,18 1,47 1,30 1,22

Nge totaal 81 51 108 84 81

Nge akkerbouw (% van totaal) 57 74 68 64 97 Aantal uren per bedrijf 3.620 2.680 4.730 3.870 3.230

Uren per sbe 16 18 15 17 14

Resultaten (gld. per nge)

Totaal opbrengsten 5.950 3.920 3.990 4.449 4.200 Totaal kosten 6.770 5.100 4.600 5.233 4.680 Saldo akkerbouw per nge akkerbouw 2.330 2.190 2.530 2.380 2.526 Saldo tweede tak per nge tweede tak 2.990 2.070 2.200 2.130 . Bedrijfsresultaten (x 1.000 gld.)

Opbrengsten per bedrijf 480 200 431 368 342 Kosten per bedrijf 546 259 497 433 381 Gezinsinkomen uit bedrijf

(per ondernemer) 44 31 51 43 58

Idem (guldens per uur) 16 15 20 17 25 Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In exploring the experiences of the alumni adolescents on the MYO after-school education programme presented in the township of Mondesa in Swakopmund it became

De volgende medicijnen mag u niet innemen voor de bronchoscopie, op advies van uw arts.. Indien nodig moet u voor het onderzoek naar het laboratorium om uw bloed te

o Indien tussendoor een extra huisbezoek nodig is, gebeurt dit op afroep door de (hoofd-)verpleegkundige of na voorafgaande telefonische aanvraag door de huisarts.. o Bij het

Van de op het proefveld verkregen gegevens worden die van de tulpen op de 'lange regel' en van de aardappelen op de 'lage rug' niet verwerkt, omdat machinale verbouw

Er zijn duidelijke verschillen te zien in isotopenratio’s, maar gezien het uiterst beperkt aantal monsters in dit onderzoek is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over

Een analyse, die voor het praktische marktbeleid zinvol is, zal ook moeten vaststellen, welke relatie door de konsument wordt gelegd tussen de prijsinformatie en het produkt waarop

DE WIJNGAAHDSLAKICEN, SORGHVLIET EN JACOB CATS. J®«

Ook heeft hij weleens gezegd: “Als er geen E-nummers in zitten, eet ik het niet.” Dit om aan te geven dat de additieven die de industrie aan ons eten toevoegt volkomen veilig