• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Landbouwkundige en milieukundige gevolgen van evenwichtsbemesting met fosfaat op bouwland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Landbouwkundige en milieukundige gevolgen van evenwichtsbemesting met fosfaat op bouwland"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

Landbouwkundige en milieukundige gevolgen

van evenwichtsbemesting met fosfaat op

bouwland

Inleiding

De aankondiging van de overheid om de fosfaatgebruiksnormen op bouwland tot 2009 stapsgewijs te verlagen tot 80 kg ha-1en in 2015 te streven naar volledige

evenwichts-bemesting roept in de praktijk veel vragen op over het peil houden van de fosfaattoestand van de grond. Uit de resultaten van veeljarige veldproeven blijkt dat die vrees ongegrond is en dat een tot evenwichtsbemesting gereduceerde fosfaatbemesting slechts tot beperkte opbrengstreducties leidt. Bij een aanvoernorm van 80 kg ha-1blijft de fosfaattoestand van de

grond op peil of neemt zelfs wat toe. Alleen bij bouwplannen met veel fosfaatbehoeftige gewassen kan er sprake zijn van opbrengstreductie. Ook leveren de veeljarige proeven inzicht op over het lot van een fosfaatoverschot in de bodem en op de risico's op fosfaat-emissie naar het milieu. Dit is het vierde informatieblad vanuit het project 'Kwantificering van de ophoping en mobiliteit van fosfaat in bouwland'.

Fosfaattoestand van de grond

De beschikbaarheid van fosfaat voor het gewas in de bodem van bouwland wordt bepaald met het Pw-getal. Op de veeljarige veldproeven op kalkrijke zavel te Lelystad en Marknesse en kalkloze dekzand te Wijster wordt het verloop van het Pw-getal van verschillende bemes-tingsstrategieën gevolgd. In figuur 1 is het verloop van het Pw-getal weergegeven voor drie objecten van deze proefvelden. In Lelystad is vanaf 1990 jaarlijks 70 kg fosfaat (P2O5) ha-1

bemest, in Marknesse is vanaf 1990 jaarlijks de afvoer gecompenseerd en in Wijster is jaar-lijks vanaf 1971, 45 kg fosfaat ha-1gegeven. De gemiddelde jaarlijkse afvoer met het

ge-oogste product was in Lelystad 45 kg fosfaat ha-1, in Marknesse 52 kg fosfaat ha-1en in

Wijster 47 kg fosfaat ha-1. Het betrof op alle drie de proefplaatsen een akkerbouwrotatie,

waarbij in Lelystad ook groenten geteeld zijn. Bij een jaarlijkse bemesting 45 kg ha-1en van

70 of 80 kg ha-1is sprake van respectievelijk een handhaving en van een lichte stijging van

het Pw-getal. De gegevens illustreren dat de toekomstige wetgeving voor fosfaat landbouw-kundig geen of slechts een beperkt knelpunt oplevert.

Fosfaatbemesting en opbrengst

In figuur 2 is een relatie gelegd tussen de relatieve opbrengst en de cumulatieve fosfaat overschotten. Uit het onderzoek te Lelystad en te Marknesse blijkt dat bij een jaarlijkse bemesting die twee of driemaal zo hoog is als nu in de mestwetgeving wordt toegestaan de gemiddelde opbrengst slechts ongeveer 2 % hoger is dan bij een jaarlijkse gift van 70 tot 80 kg fosfaat per ha. Veeljarige evenwichtsbemesting (cumulatief bemestingsoverschot is 0 kg ha-1) kostte in 2004 in Lelystad 10 % opbrengst bij ui en in Marknesse 2 % opbrengst bij

suikerbiet. In het onderzoek in Wijster zijn geen opbrengstbepalingen uitgevoerd.

Figuur 1. Ontwikkeling Pw-getal op de proefvelden te Lelystad, Marknesse en Wijster met een gemiddelde jaarlijkse bemesting van resp. 70, 52 en 45 kg fosfaat ha-1.

Figuur 2. Relatie van de relatieve opbrengst van suikerbieten met het cumulatieve fosfaatoverschot voor de veldproef te Marknesse in 2004 (63 ton ha-1

= 100%) en voor de veldproef met uien te Lelystad in 2004 (95 ton ha-1=100%) .

(2)

P-gehalte van bodemvocht

In de periode december 2003 tot maart 2005 is op het proefveld in Lelystad in totaal 11 maal bodemvocht afgezogen. Dit gebeurde met 'Rhizon sms' kunstslangen (kunstwortels) op een diepte van 35 cm en 70 cm -mv. Te Marknesse en Wijster werd vijf maal bodemvocht verzameld op respectievelijk 35 cm en 75 cm en 35 en 155 cm diepte. Het bodemvocht werd geanalyseerd op o.a. orthofosfaat (MRP-P). De P-concentraties van het bodemvocht op 35 cm diepte gaven een goed verband met de behandelingen in Lelystad (tabel 1).

Naarmate de jaarlijkse bemesting hoger is, werd een hogere P-concentratie vastgesteld. Op 75 cm -mv was er geen verschil tussen de objecten. In Marknesse varieerde het gehalte aan orthofosfaat op 35 cm diepte van 0 tot 1,13 en in Wijster van 0 tot 0,2 mg P l-1. De

metingen te Marknesse en Wijster toonden geen verhoging van de P-concentraties aan die samenging met de behandelingen. Deze resultaten wijzen uit dat het fosfaatoverschot op zich geen directe bruikbare maat is als indicator voor het te verwachten fosfaatgehalte in het bodemvocht.

Reversibel gebonden fosfaat en cumulatief fosfaatoverschot

Reversibel fosfaat is de fractie bodemfosfaat die makkelijk desorbeerbaar is. Het is

opneembaar voor het gewas, maar het is ook gevoelig voor uitspoeling. Daarnaast is er een fractie die moeilijk desorbeerbaar is (“irreversibel gebonden”). De totale hoeveelheid makke-lijk desorbeerbaar fosfaat in de bodemlaag 0-40 cm is weergegeven in figuur 3. Ook na het achterwege laten van fosfaatbemesting gedurende respectievelijk 16 tot 32 jaar bevat de grond nog circa 300 kg ha-1reversibel gebonden fosfaat (P

2O5). Dit deel van de

bodem-fractie is verantwoordelijk voor de directe buffering met het bodemvocht. Daarentegen wordt slechts een deel van de meststofresiduen teruggevonden als reversibel gebonden fosfaat. Bij grote overschotten bedraagt dat deel circa 20 %. Het resterende deel maakt deel uit van de fractie die moeilijk desorbeerbaar is. Deze fractie komt traag vrij.

Conclusies

• De grond heeft een grote bufferingcapaciteit om gereduceerde fosfaatbemesting op te vangen. Evenwichtsbemesting leidt niet tot een scherpe daling van de fosfaattoestand, bij een bemesting van jaarlijks 70-80 kg fosfaat per ha stijgt het Pw-getal zelfs licht.

• Strikte evenwichtsbemesting gedurende een periode van 16 tot 32 jaar leidde in 2004 op de veldproef te Marknesse tot een opbrengstreductie van 2 % in suikerbieten en te Lelystad van 10 % in uien.

• Naarmate het cumulatieve fosfaatoverschot toeneemt, kan meer fosfaat uit grond worden gedesorbeerd. Van het fosfaatoverschot is slechts 20 % nog voor gewasopname beschikbaar.

• Fosfaat verplaatst zich langzaam in de bodem. Op de proefvelden wordt ook bij jaarlijks hoge fosfaatgiften nog geen hogere gehaltes in bodem en in bodemvocht gevonden op 70 cm -mv.

Voor meer informatie:

Ir. P.H.M (Peter) Dekker Ir. P.A.I. (Phillip) Ehlert Informatieblad 398.87 december 2005 PPO-AGV, Postbus 430 Alterra, Postbus 47 Programma's 398-1/II/III

8200 AK Lelystad 6700 AA Wageningen Gefinancierd door ministerie LNV Tel. 0320-291457 Tel. 0317-474794 www.mestenmineralen.nl e-mail: peter.dekker@wur.nl e-mail: phillip.ehlert@wur.nl

Figuur 3. Reversibel gebonden voorraad fosfaat in de bodemlaag 0-40 cm als functie van de cumulatieve fosfaatbalans voor de veldproeven te Lelystad, Marknesse en Wijster.

Aardappelen op het veeljarige fosfaattrappen-proefveld in Lelystad. Jaarlijkse orthofosfaat mg P l-1 bemesting kg P2O5ha-1 35 cm -mv 70 cm -mv 0 0,04 0,03 70 0,15 0,01 140 0,39 0,01 280 1,46 0,02 Tabel 1. Relatie tussen bemestingsniveau en gehalte orthofosfaat in bodemvocht op 35 en 70 cm -mv op veeljarig fosfaattrappenproefveld in Lelystad

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1. The preparation of the striking platform in the case of the Fauresmith triangular flake is precisely the same. It is the latter technique that is so perfectly used in

Met die uitvoering van hierdie navorsing is daar verskeie aspekte geïdentifiseer wat verdere aandag verdien het by die uitvoering van hierdie studie, naamlik: GRK ontstaan as

Daar word toenemend na hierdie betrokkenheid, wat daar tussen In werkgewer en sy werknemers bestaan, verwys as. In

Christus getuig positief en negatief oar die gemeente: Die positiewe getuienis oar die kerk handel oor hulle werke en gee die omstandighede waaronder die Satan roeslaan (Op

In view of the point-like nature of HESS J1741−302 and given the low statistics, the fact that no variability has been observed can not be taken as evidence for disfavoring a

The zenith angles (ZA) and the offsets of the GRB 060602B position from the center of the FoV are shown for each observation period. This includes 1.7 hr preburst, 9 s prompt, and

Arlington, American Psychiatric Publishing (APP). Convention on the Rights of the Child adopted and opened for signature. See: South Africa. Convention on the Rights of the

Daar was geen ander store in die kamp nie aangesien voorrade maklik vanuit die dorp verkry kon word.. Maar die kwantiteit sowel as die kwaliteit van die