• No results found

20111001-40.pdf

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "20111001-40.pdf"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

106 de nederlandse wetenschapsagenda

40 leven we straks in de

‘verenigde staten van europa’?

Tussen het Europese recht en het nationale recht bestaat geen simpele hiërarchie meer. De twee rechtsniveaus vormen een ingewikkeld stelsel met doorlatende la-gen. Hoe werken de EU en het Straatsburgse Mensenrechtenhof door in het Neder-landse rechtssysteem en dus in de NederNeder-landse economie, maatschappij en politiek? Maakt de gemeenschappelijke munt op termijn een federaal ‘Verenigde Staten van Europa’ onontkoombaar?

Lange tijd was de verhouding tussen Europees en nationaal recht simpel, want hiërar-chisch: het internationale recht had voorrang boven het nationale recht en internatio-nale instanties waren binnen hun specifieke bevoegdheden machtiger dan de natiointernatio-nale

(2)

107 viii. maatschappij en veerkrachtige instituties

staat. Het geringe verlies aan autonomie op een beperkt aantal terreinen was een gerin-ge en aanvaardbare prijs die Nederland als handelsnatie betaalde voor het economische voordeel van een open Europese markt.

Inmiddels krijgt de Europese Unie echter gaandeweg meer trekken van een federale staat, met de lidstaten als een soort deelstaten, de Europese Commissie in de rol van fe-derale regering, de euro als gemeenschappelijke munteenheid en het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie als Grondwet.

Het Europese Unierecht en het daarop gebaseerde Handvest beperkt zich al lang niet meer tot de klassieke vrijheidsrechten. Het zelfde geldt voor de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens: dat spreekt zich ook uit over gelijkheid, sociale aanspraken en nationaal vreemdelingenbeleid. Vooral op dat laatste onderwerp legt het Mensenrechtenhof wezenlijke beperkingen op aan Nederlandse rechters en in-stituties.

Marges

Steeds meer zien we in het Europese rechtsstelsel dat vele rechtslagen elkaar beïn-vloeden, waarbij afhankelijk van het onderwerp nu eens het ene, dan weer het andere rechtssysteem de overhand heeft. Het is urgent om dit ingewikkelde stelsel grondig te analyseren, te duiden en te evalueren. Het heeft immers niet alleen juridische, maar ook maatschappelijke, economische en politieke gevolgen.

Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld hoe nationale rechters bij hun uitspraken internationale normen moeten meewegen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaat uit van een margin of appreciation: het Hof vindt dat uiteenlopende lidstaten de Europese mensenrechten binnen bepaalde marges mogen interpreteren vanuit de eigen culturele, historische en filosofische achtergrond. De nationale rechter, die dich-ter op de zaak zit en meer voeling heeft met de lokale situatie, is de eerst aangewezen instantie om te toetsen of de mensenrechten geschonden zijn. Het Europese Hof functi-oneert slechts als vangnet op afstand. Het principe is duidelijk, maar de gevolgen voor rechters op het nationale niveau, dus ook rechters in Nederland en de Nederlandse An-tillen, zijn nog lang niet uitgekristalliseerd. Hoe breed zijn hun marges?

Ook de meer praktische vraag naar de optimale organisatie van Europa zal de ko-mende jaren op de agenda staan. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens wordt bedolven onder meer zaken dan het aan kan, maar het blijkt uiterst lastig dit anders te organiseren. Binnen de Europese Unie zijn de gevolgen van de ingebouwde spanning tussen Europese Commissie, Europees Parlement en de Raad van (nationale) Ministers duidelijk merkbaar. Zo is er weliswaar een muntunie, maar zijn de politieke instrumen-ten om bijpassend beleid af te dwingen nog zeer gebrekkig.

Zal de huidige financiële crisis een verdergaande federalisering van Europa en de totstandkoming van een politieke unie onvermijdelijk maken? En zo ja, hoe moet deze federalisering dan vorm krijgen? Zijn er alternatieven?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En hoewel het antwoord op deze vraag inderdaad door en door normatief is, betekent dit volgens Dworkin niet dat het de persoonlijke opvattingen van de rechter weerspiegelt: deze

Men zou kunnen stellen dat de huidige competentiegerichte benadering van de opleiding in feite zelf niet aan een van de criteria, zoals benoemd in de competentie

Maai bij reflectie gaat het opnieuw met om het msliu- zakelijk om discussie over süaftoemeiingsvraagslukken ment, maar om de orgamsatie van beleid Mimstei en het mogelijk te maken

Om de functie van rechter te kunnen vervullen moet een agent niet alleen het vermögen hebben om teksten als die van 't Hart (en ook: in dossiers, processen verbaal, vonnissen in

Veel van de discussiedeelnemers zijn het op dit punt met Ingelse eens, men ziet meer voordelen in het opbouwen van enige werk- en levenservaring voorafgaand aan het rechterschap of

Bij het zoeken van een verklaring voor het opmerkelijke verschil in de reacties op de stellingen 1 en 2 enerzijds en stelling 3 anderzijds, kunnen we in verschillende richtingen

Omdat in zaken van massaschade en andere massaclaims de maatschappelijke behoefte aan een snel antwoord groot kan zijn, is er voor gekozen om niet alleen de rechter in hoger

Terwijl immers, zoals wij zagen, de bepaling van de aanpassingscoëfficiënt ingevolge artikel 82 Ambtenarenstatuut geschiedt op basis van de verklaring van de betrokkene, zich in