• No results found

In memoriam prof.dr. T.S. Jansma (1904-1992)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In memoriam prof.dr. T.S. Jansma (1904-1992)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

In memoriam prof. dr. T. S. Jansma 1904-1992

Op 24 april 1992 overleed op 88-jarige leeftijd prof. dr. Taeke Sjoerd Jansma, van 1950 tot 1974 hoogleraar in de economische en sociale geschiedenis in de faculteit der letteren van de Universiteit van Amsterdam.

Jansma studeerde in Utrecht middeleeuwse geschiedenis bij O. Opperman en promoveerde daar in 1932 op Raad en rekenkamer in Holland en Zeeland tijdens hertog Philips van Bourgondië. Met het onderzoek voor zijn dissertatie was de toon gezet; Jansma heeft zich zijn hele leven bezig gehouden met de laatmiddeleeuwse en vroeg-moderne Hollandse geschiede-nis, waarbij zijn onderzoek zich op de grens van institutionele en economische geschiedenis bewoog.

In 1950 volgde hij N. W. Posthumus (1880-1960) in de faculteit der letteren op. Posthumus werd in 1913 in Rotterdam de eerste hoogleraar in de economische geschiedenis. Later kwam hij naar Amsterdam, waar hij zowel in de faculteit der letteren als in de economische faculteit werd benoemd; bij zijn emeritaat in 1950 werd de leerstoel gesplitst, waarbij Jansma hem in de faculteit der letteren opvolgde.

Jansma behoorde dus tot de tweede generatie hoogleraren in de economische geschiedenis. Door zijn toedoen werd de economische en sociale geschiedenis in 1959 door opneming in het academisch statuut naast oude geschiedenis, middeleeuwse en nieuwe geschiedenis het vierde hoofdvak, waardoor de economische en sociale geschiedenis zich een volwaardige plaats verwierf. Ook op een ander gebied heeft Jansma aan de ontwikkeling van het vak bijgedragen. Was hij zelf als mediëvist gevormd en bestreek hij met zijn oudste onderzoek de geschiedenis van een economische instelling, dertig jaar later was het zelfs binnen de faculteit der letteren ondenkbaar geworden dat een economisch- en sociaal-historicus zonder enige kennis van economie en statistiek kon afstuderen. Jansma zorgde er voor dat deze vakken in de studie werden opgenomen, maar hij behield een gezonde scepsis over het alleenzaligmakende van kwantitatieve economische geschiedenis.

In zijn wetenschappelijk werk is hij zijn afkomst altijd trouw gebleven. Geschoold in het nauwkeurig onderzoek van schaarse middeleeuwse bronnen heeft Jansma altijd een zeker wantrouwen tegen generalisaties gekoesterd. In veel artikelen, die voor een deel zijn verzameld in Tekst en uitleg, de bundel met de wel zeer karakteristieke titel die hem bij zijn emeritaat is aangeboden, kwam hij na uitvoerige bestudering van het bronnenmateriaal tot conclusies die lacunes in onze kennis aanvulden of die eerdere onzorgvuldige of op onvoldoende materiaal gebaseerde gevolgtrekkingen omverwierpen. Voorbeelden hiervan zijn de als inaugurele rede verschenen herwaardering van de economische geschiedenis van Holland in de vijftiende eeuw (Het vraagstuk van Hollands welvaren tijdens hertog Philips van Bourgondië), zijn schets van de opkomst van Rotterdam (De betekenis van Dordrecht en Rotterdam omstreeks het midden der zestiende eeuw, 1943) en zijn overzicht van de oudste Nederlandse handelscontacten met Rusland (Olivier Brunel te Dordrecht: de Noordoostelijke doorvaart en het Westeuropees-Russisch contact in de 16de eeuw, 1946). In zijn afscheidscollege Hanse, Fugger, Amsterdam (gepubliceerd in 1976) toonde hij aan dat Amsterdam in de zestiende eeuw de feodale Hanzesteden overvleugelde, maar geenszins omdat het toen al vroeg-kapitalistische trekken vertoonde.

Voor wie hem goed kende was Jansma een beminnelijk mens. Op het eerste gezicht had hij veel van de stroeve aard van zijn Friese voorvaderen behouden, maar bij nadere kennismaking ontpopte hij zich als een buitengewoon aardige man. Het moeilijkst was hij waarschijnlijk voor zich zelf.

Zijn onderwijs was een afspiegeling van zijn karakter. Voor jongerejaars studenten was de

(2)

N E C R O L O G I E

uitvoerigheid van zijn hoorcolleges vaak een belemmering. Pas bij de doctoraalcolleges werd de waardering van beide kanten groter. De grote zaal met katheder in de Oudemanhuispoort was ingeruild voor een veel kleinere ruimte met een met boeken, tijdschriften en bronnenuitgaven beladen tafel in het Economisch-historisch seminarium, waar de hoogleraar en de studenten omheen zaten. De toehoorders werden met grote eruditie en precisie ingewijd in het kritisch beschouwen van 'gelijktijdige, niet-tendentieuze gegevens' zoals Jansmabij zijn afscheid in een interview met Folia civitatis het bronnenonderzoek omschreef. De studenten veranderden in individuele leerlingen, de verre op zijn voetstuk staande hoogleraar kwam letterlijk en figuurlijk dichterbij. Bij hetzelfde interview uit 1974 antwoordde Jansma op de vraag of de geschiedbeoe-fening geen les voor het heden moet zijn: 'Het benaderen van de waarheid is op zich zelf al een belangrijk gegeven, dat niet zonder betekenis is'. Een betere karakterisering van Jansma's onderzoek en onderwijs lijkt ons niet mogelijk.

P. C. Jansen, Th. van Tijn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hier komen enkele bijzondere eigenschappen van Frielink volledig tot hun recht: zijn vermogen om visie op het totaal te combineren met minitieuze zorg voor het detail,

In the ICO Dissertation Series the dissertations of graduate students from faculties and institutes on educational research within the ICO Partner Universities are

In zijn hoedanigheid als opleider arts klinische chemie werd door István André Mulder opgeleid als één van de laatsten in het specialisme voor Arts klinische chemie.. Een

De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat de kwel in het gebied van de Bo- vendijkgraafse Landen in combinatie met het effluent van de RWZI Bennekom onder

geleerdheid al een aantal jaren niet meer en werd de opleiding Godgeleerdheid, een van de redênen voor de oprichting van de uni- versiteit, voorgesorteerd voor afbouw

Ter Borg dedicated his career to scrutinizing the profound transforma- tion of the religious field that took place in the West during his own life- time, in particular the decline

Alle inspanningen zijn erop gericht om het langlopende proces rond deze jaarrekening zo spoedig mogelijk af te

A dataset of 4000 tweets was coded for sentiment both manually and with an automated tool, while sarcasm and personal position towards climate change were also coded manually,