• No results found

Verbijzondering van kosten voor akkerbouwgewassen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verbijzondering van kosten voor akkerbouwgewassen"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L A N D B O U W - E C O N O M I S C H INSTITUUT

Interne Nota 3 5 2

Ing. B.E. Douma

Verbijzondering van

kosten voor

akkerbouwgewassen

(2)

INHOUD

Biz.

WOORD VOORAF 5 1. INLEIDING 7

1.1 Aanleiding van de nota 7

1.2 Stand van zaken 7 1.3 Opzet van de nota 8

2. KOSTENSOORTEN 9 2.1 Het onderscheid direct/variabel 9

2.2 Kostenwaardering 11 3. KOSTENVERBIJZONDERING 13 3.1 Algemeen 13 3.2 Arbeidskosten 13 3.3 Werktuigkosten 14 3.4 Grond- en gebouwenkosten 15 3.5 Algemene kosten 15 4. TOEPASSING OP EEN INDIVIDUEEL BEDRIJF 17

5. MOGELIJKHEDEN VAN INDIVIDUELE BEDRIJVEN 30

5.1 Probleemverkenning 30

5.2 Discussie 31 BIJLAGEN

1. Overzicht onttrekkingsnormen P en K 36

(3)

WOORD VOORAF

Deze nota is geschreven naar aanleiding van een vraag van de heer

A. van Waes, akkerbouwer en software-ontwikkelaar te Zeeuws-Vlaanderen. De vraag, had betrekking op de (on)mogelijkheden om voor akkerbouwbedrijven een kostprijsberekening per gewas uit te voeren.

De nota is geschreven door ing. B.E. Douma van de afdeling Landbouw, sectie Prognoses Produktiviteit en Rentabiliteit, met begeleiding van drs. K.J. Poppe. Met de heer van Waes vonden enkele stimulerende discussies

plaats.

Omdat de ontwikkelingen in de informatietechnologie er op wijzen dat dergelijke vragen meer gesteld zullen worden, leek het zinvol de beant-woording in notavorm vast te leggen. Dit temeer omdat ook in het verleden praktici meerdere malen de wens om tot een kostprijsberekening te komen naar voren hebben gebracht.

Vanuit theoretisch oogpunt zitten er nogal wat haken en ogen aan de bruikbaarheid van het kostprijsconcept. Het lijkt echter zinvoller, zo niet onontkoombaar, het gebruik van software met kostprijsberekeningen zo veel mogelijk in goede banen te leiden dan deze te negeren.

/Hoofd Afdeling Landbouw,

(4)

INLEIDING

1.1 Aanleiding van de nota

Kostprijzen zijn van oudsher een vertrouwd middel om de rentabiliteit van produkten onderling te vergelijken. De opbrengstprijs verminderd met de kostprijs geeft het aandeel dat elk produkt tot het resultaat

bij-draagt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op bedrijven waar meer dan een produkt geproduceerd wordt, men belangstelling heeft voor de kostprij-zen van al die produkten. Dit is ook het geval op akkerbouwbedrijven, die veelal circa vier à zes verschillende gewassen telen.

Om de teelt van de gewassen te evalueren wordt meestal het saldo ge-bruikt. Het saldo is in de meeste gevallen op een gemakkelijke wijze te bepalen en is een goed vergelijkingscriterium tussen de gewassen op een bestaand bedrijf. De kostprijs bevat naast directe kosten ook verdeelde kosten zoals arbeid, werktuigen etc. die de ondernemer niet of nauwelijks op korte termijn kan beïnvloeden. Daar het bovendien problematisch is om goede verdeelsleutels voor deze kosten te vinden worden de kosten per ha gewas en de daarvan afgeleide kostprijs per kg produkt op een INDIVIDUEEL bedrijf tot dusver vrijwel nooit berekend.

Door toedoen van de informaticatechnologie wordt het echter eenvou-diger om veel informatie te verwerken tot bepaalde standaardkengetallen. Door het ontwerpen van een standaardpakket met daarin de rekenregels en vervolgens dat te verkopen aan individuele bedrijven, kunnen veel onderne-mers in het bezit komen van een mogelijkheid om zelf juiste kengetallen van hun bedrijf te produceren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er

software-pakketten op de markt verschijnen met daarin een saldo-berekening of zelfs een soort kostprijsberekening. Aangezien er geen eenduidige re-gels bestaan hoe produktiemiddelen over de gewassen worden verdeeld, Is de mogelijkheid aanwezig dat iedere programmeur zijn eigen rekenregels in zijn programma programmeert. De aldus geproduceerde kengetallen zullen tussen de verschillende pakketten niet te vergelijken zijn. Om dit te

voorkomen is in deze nota beschreven hoe het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) de produktiemiddelen over de verschillende gewassen verdeelt.

1.2 Stand van zaken

Kostprijsberekeningen vonden vooral opgang in de jaren vijftig. Ook het LEI berekende in die tijd de kostprijzen van al de landbouwprodukten. Deze kostprijzen voldeden aan de volgende definitie:

"De kostprijs is de relatie tussen de genormaliseerde hoeveelheden produk-tiemiddelen vermenigvuldigd met hun geldswaarde in de naast-beste niet meer in aanmerking komende gebruiksmogelijkheid ter plaatse en in de peri-ode waarop de kostprijs betrekking heeft, enerzijds en de met deze

hoe-veelheden produktiemiddelen corresponderende, naar hoeveelheid en hoeda-nigheid genormaliseerde opbrengsten in natura, die in een bepaald produk-tiestadium verkeren, anderzijds" 1 ) .

In deze definitie vallen drie aspecten op namelijk de genormaliseerde hoeveelheid produktiemiddelen, de waardering van de produktiemiddelen in geld en de genormaliseerde hoeveelheden produkt. Belangrijk is dus dat zo-wel de hoeveelheid kosten als de hoeveelheid produkt genormaliseerd moet zijn, terwijl de kosten tegen de juiste prijs gewaardeerd moeten zijn. Een aldus berekende kostprijs had, doordat ze uitging van genormaliseerde om-1) Uit: J. Horring, "Methode van de kostprijsberekening in de landbouw",

(5)

standigheden een structureel karakter en kon dienen als basis voor het landbouwbeleid op langere termijn.

In de jaren zestig kwam, onder invloed van het Europese landbouwbe-leid, niet het afzonderlijke gewas maar het bedrijf centraal te staan. Een berekening van de kostprijs voor beleidsdoeleinden werd overbodig en er bleven weinig toepassingsgebieden over. Een kostprijs kan namelijk op te termijn geen beslissingscriterium zijn (zie hoofdstuk 4 en 5 ) . Op kor-tere termijn is het saldo (opbrengsten minus toegerekende kosten) belang-rijker.

Het LEI houdt zich nog wel bezig met een berekening van de

netto-toegevoegde waarde per produkt (sbe-berekening). Dit ligt tegen een kost-prijsberekening aan, en gebeurt met dezelfde uitgangspunten als in boven-genoemde definitie gesteld: dus onder genormaliseerde omstandigheden en niet voor individuele bedrijven.

1.3 Opzet van de nota

In deze nota wordt achtereenvolgens aandacht geschonken aan de juiste waardering van de kosten (hoofdstuk 2) en wordt de indeling naar kosten-soorten behandeld. Daarna wordt in hoofdstuk 3 de verdeling van de kosten over de verschillende gewassen behandeld, zoals het LEI die toepast bij de sbe-berekening. In hoofdstuk 4 wordt geprobeerd dit toe te passen op een individueel landbouwbedrijf, waarna in hoofdstuk 5 de toepasbaarheid van deze rekenmethode voor een individueel bedrijf besproken wordt.

(6)

2. KOSTENSOORTEN

2.1 Het onderscheid direct/variabel

Kosten op het bedrijf gemaakt, kunnen worden onderscheiden naar het produktiedoel waarvoor ze worden aangewend. Op bedrijven waar slechts een produkt wordt geproduceerd zal het direkt duidelijk zijn voor welk produkt het produktiemiddel werd aangeschaft en vervolgens ook aangewend. Op veel bedrijven echter komen meerdere produktierichtingen voor, waarvoor gedeel-telijk dezelfde produktiemiddelen worden gebruikt. Om een produktiemiddel aan de onderscheiden produkten toe te rekenen geeft een verdelingsprobleem wat in een aantal gevallen op basis van arbitraire gronden moet geschie-den.

Akkerbouwbedrijven kennen vaak meerdere produktierichtingen en nog meer geproduceerde produkten. Veel akkerbouwbedrijven hebben ook vee of verrichten enig loonwerk voor andere akkerbouwers terwijl er een aantal verschillende gewassen wordt geteeld.

Voordat een juiste toedeling van kosten aan de gewassen kan worden gemaakt is het noodzakelijk enige uitgangspunten vast te leggen over de waardering van de kosten en de gedetailleerdheid waarmee ze worden

vastge-legd. Het zou te ver voeren om in deze notitie daar diep op in te gaan. In schema 2.1 wordt een algemene opzet gegeven om de kosten per pro-dukt en de kostprijs te berekenen. Het schema is ontleend aan de door het LEI gemaakte sbe-berekeningen. Kosten die voor andere produkten worden gemaakt zijn op voorhand weggelaten (rente vee, veevoeder e t c ) .

Op de gehanteerde begrippen kan een toelichting worden gegeven: de kosten van een bedrijf zijn te verdelen in vaste en variabele kosten ener-zijds en in direkte en indirekte kosten anderener-zijds. Enkele voorbeelden:

Kosten Direkt Vast Variabel aardappelbewaarplaats aardappelrooimachine zaaizaad/pootgoed meststoffen gewasbeschermingsmid-delen

Indirekt machines voor grondbewerking algemene kosten

pacht grond en oude gebouwen

losse arbeid

brandstofkosten trac-tor

De directe/variabele kosten worden al bij de vastlegging in de boek-houding toegerekend. Alle overige kosten worden niet toegerekend maar ver-deeld en in het vervolg verver-deelde (of: verbijzonderde) kosten genoemd. De sommering van het produktresultaat over de gewassen geeft het netto-be-drijfsresultaat. Die van het produktinkomen het gezinsinkomen uit bedrijf.

(7)

Figuur 2.1 Schema voor de berekening van het produktresultaat (in gulden/ha) Toegerekende kosten * * zaaizaad/pootgoed meststoffen gewasbescherming

rente oml. vermogen gewas overig direkt toe te rekenen: - areaalheffing

- certificatiekosten - inhoudingen (bijv: AVEBE) - overig X X X X X X X X Totaal toegerekende kosten

Verdeelde kosten werktuigen - afschrijving - rente

- onderhoud - brandstoffen

werk door derden

grond en gebouwen kosten

- kosten grond en oude gebouwen - afschrijving moderne gebouwen - rente moderne gebouwen

- onderhoud * algemene kosten - auto - telefoon - water - elektriciteit en brandstof - overige algemene kosten

* uitvoerende (handen) arbeid

X X X X X X X X X X X X X X+ X+ X+ X+ M+

Totaal verdeelde kosten Opbrengst bijprodukt Netto kosten hoofdprodukt

Kilogram-opbrengst hoofdprodukt Kostprijs per eenheid (100/1000 kg) Opbrengstprijs per eenheid (100/1000 kg) Produktresultaat (100/1000 kg) Saldo Betaalde arbeidskosten Betaalde rentekosten Berekende rentekosten Produktinkomen (100/1000 kg) B+ C-D E F=D/E G H=G-F I=E*G+C-A K L N P=H+(M+N-K-L)/E

(8)

2.2 Kostenwaardering

In deze paragraaf wordt de bepaling van de hoogte van elke kosten-soort behandeld. Voor een meer uitgebreide behandeling wordt verwezen naar: "Bedrijfsuitkomsten in de landbouw 1985/86" 1) of naar "Mededelingen en overdrukken 131" 2) of eventueel naar "Instructie voor de boekhouding hoofdstuk 2" 3 ) .

Opbrengsten:

De opbrengsten van akkerbouwbedrijven bestaan uit:

a. opbrengsten verkopen (inclusief vorderingen) van het hoofd-en het bijprodukt;

b. waarde eindvoorraad, prive verbruikte hoeveelheden, voor zaaizaad (of pootgoed) gebruikte hoeveelheden;

c. ontvangen toeslagen en uitkeringen (b.v. vlastoeslag en hagelschade); d. werk voor derden, overige niet specifieke opbrengsten per bedrijf.

De posten a,b en c zijn de opbrengsten van de marktbare gewassen. Werk voor derden kan worden beschouwd als een aparte activiteit. Kosten die bij het leveren van het produkt worden gemaakt worden zoveel mogelijk aan de kostenkant geboekt en niet op de geldopbrengst in mindering ge-bracht. Zo worden kosten voor het drogen van granen onder werk door derden geboekt.

Zaaizaad en pootgoed:

a. Aangekocht zaaizaad en pootgoed;

b. Zaaizaad en pootgoed uit het eigen bedrijf, waarbij als de kostprijs de verkoopprijs geldt, vermeerdert met de kosten gemaakt om het pro-dukt zaal- of pootklaar te maken.

Meststoffen:

Als meststofkosten worden beschouwd de kosten van de meststoffen die voor de betrokken oogst zijn gestrooid. Deze kosten worden per soort mest-stof (N-P-K) gesplitst in hoeveelheden zuivere mestmest-stof en prijzen per kg meststof. De gestrooide hoeveelheden N worden rechtstreeks toegerekend aan het gewas waarop het gestrooid is. De P en K worden aan de hand van

ont-trekkingsnormen verdeeld over de gewassen (zie bijlage 1 en voorbeeld hoofdstuk 4 ) . De prijzen van de zuivere meststoffen N, P en K worden aan de hand van prijsverhoudingen berekend.

Gewasbescherming:

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt in het algemeen toe-gerekend aan de gewassen waarvoor ze worden gemaakt (zlektebestrijding, grondontsmetting) of waarin ze worden gemaakt (onkruidbestrijding).

Overige toegerekende kosten:

Deze post bevat veel verschillende kosten waarvan in het algemeen ge-steld kan worden dat een kostenpost zoveel als mogelijk wordt toegerekend. De belangrijkste posten zijn keur- en plombeerkosten, areaalheffingen en inhoudingen op uitbetalingen (b.v.: AVEBE). De kosten voor het drogen en bewaren van produkten worden meestal niet rechtstreeks in het saldo ver-1) Bedrijfsuitkomsten in de landbouw (BUL) 1982/83 t/m 1985/86 LEI: PR

11-85/86.

2) Mededelingen en overdrukken 131, LEI 1976.

(9)

werkt omdat veel van deze kosten op de post werk door derden of op de post werktuigen en/of elektriciteit wordt geboekt.

De rente over het in de gewassen vastgelegde vermogen kan bepaald worden aan de hand van de periode tussen investering in het gewas en de uiteindelijke opbrengst vastgesteld worden. Wel moet er dan rekening mee worden gehouden dat er ook niet-betaalde kosten in het gewas geïnvesteerd zijn zoals arbeid. De rente die aan de gewassen in rekening moet worden gebracht kan eveneens goed worden bepaald aan de hand van de rentenormen die het LEI heeft opgesteld en die regelmatig worden aangepast (zie bij-lage 2 ) .

De hoogte van de verdeelde kosten kan in eerste instantie alleen per bedrijf worden vastgesteld. Uitzondering hierop vormt de post werk door derden. Hiervan is meestal wel bekend voor welk gewas de bewerking wordt uitgevoerd en zou het direkt aan dat gewas kunnen worden toegerekend. Daar werk door derden niet op alle bedrijven voorkomt wordt produktvergelijking hierdoor bemoeilijkt. Door de loonwerker gebruikte hoeveelheden zaaizaad, sproeimiddel en dergelijke worden niet als loonwerk maar bij de afzonder-lijke kostenposten gerekend.

De waarderingswijze van de verdeelde kosten is beschreven in de genoemde LEI-publikaties. Hier wordt volstaan met de opmerking dat deze kosten behalve betaalde ook niet-betaalde kosten bevatten, met name voor eigen arbeid en eigen vermogen.

(10)

3. KOSTENVERBIJZONDERING

3.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de verdeling van de kosten over de verschillende produkten. Daartoe zal eerst een verdeling van de kosten gemaakt moeten worden naar produktierichting (akkerbouw/veehoude-rij) daarna per produktierichting naar produkt (de verschillende gewas-sen) .

De kosten zijn gedeeltelijk direct toe te rekenen aan een produktie-richting of zelfs aan een produkt. Dit deel van de kosten levert geen

enkel probleem op bij de toerekening aan de gewassen. Kostenposten die di-rect toegerekend kunnen worden zijn:

kosten, direct gemaakt voor het houden van vee (hier niet verder uit-gesplitst);

kosten direct gemaakt voor het telen van de onderscheiden gewassen zoals:

. zaaizaad en pootgoed; . meststoffen 1 ) ;

. bestrijdingsmiddelen;

. overige direct toe te rekenen kosten (areaalheffing e t c ) ; . rente omlopend vermogen;

. werk door derden.

Resterende volgende kostenposten: arbeidskosten;

werktuigkosten;

- grond- en gebouwenkosten; algemene kosten.

Deze kostenposten zullen, wil men tot het produktresultaat en kost-prijs per produkt komen, verdeeld worden over de produktierichtingen en produkten. Hierbij is het een voordeel dat het LEI rekent met genormali-seerde omstandigheden van gemiddelden van groepen grotere, vrij zuivere akkerbouwbedrijven. Door te werken met het gemiddelde van groepen komen grote verschuivingen in het bouwplan zelden voor. Normaliseert men de om-standigheden dan is de invloed van extreme omom-standigheden (b.v. het weer) niet aanwezig. Door bovendien vrij zuivere akkerbouwbedrijven te nemen worden minder gauw verdelingsfouten met betrekking tot de verschillende produktierichtingen gemaakt.

Op basis van deze gegevens blijft de verdeling van genoemde kosten soms voor discussie vatbaar, vandaar dat het LEI hierbij zoveel mogelijk gegevens probeert aan het boekhoudnet te ontlenen zodat de verdeling zo nauw mogelijk aansluit bij wat er in de praktijk gebeurt. Bovendien worden nooit meer kosten verdeeld dan er in totaal op een bedrijf zijn. Achter-eenvolgens worden de te verdelen kostenposten besproken.

3.2 Arbeidskosten

De totale som van de arbeidskosten is slechts per bedrijf bekend. Al-vorens de arbeid over de gewassen te verdelen wordt zo goed als mogelijk

de arbeidsbehoefte van andere produktierichtingen (rundveehouderij, var-kenshouderij etc.) bepaald. Ook wordt een schatting gemaakt van het aantal

1) met name N, P en K worden verdeeld met de In hoofdstuk 2 beschreven rekenregels.

(11)

uren dat als loonwerk bij anderen werd besteed. Nadat deze op basis van normen geschatte arbeid voor andere sectoren bepaald is resteert het aan-tal uren besteed aan de teelt van akkerbouwgewassen. De verdeling over de gewassen gebeurt eveneens met normen. In "Kwantitatieve informatie -1986/87" (PAGV-CAD) zijn de taaktijden - op basis van IMAG studies - weer-gegeven zoals ze het meest voorkomen. Dit zijn normuren die men minimaal nodig heeft om een gewas te telen, waarbij ervan uit wordt gegaan dat de boer efficient werkt en al zijn handelingen in een maal tot het gewenste resultaat leiden.

Als gevolg van het werken met gemiddelde cijfers van bedrijven doet het probleem zich voor dat niet gezegd kan worden dat een bepaalde bewer-king de gemiddelde boer zoveel uur kost, omdat een deel van de boeren de bewerking in loonwerk laten uitvoeren. Daarom wordt eerst als het ware het boekhoudnet bepaald hoeveel boeren een bepaalde bewerking zelf uitvoert en hoeveel boeren de bewerking laten uitvoeren. Zo wordt een redelijk inzicht verkregen hoeveel tijd de teelt van een bepaald gewas de gemiddelde boer minimaal kost. Van alle teelten samen geeft dat dan de minimaal benodigde werktijd per bedrijf.

De "rest"-uren (het verschil tussen de minimaal benodigde werktijd en de aan het boekhoudnet opgegeven werkelijk gewerkte uren) worden verdeeld over de gewassen door de som van de minimaal benodigde werktijd en het

aantal door de loonwerker gewerkte uren als verdeelsleutel te gebruiken. De verdeling van de "rest"uren wordt dus gerelateerd aan de totale bewer-kingsbehoefte per gewas. Door op deze wijze de arbeid te verdelen wordt aan intensieve gewassen, waarbij relatief veel door de loonwerker wordt gedaan, niet alleen veel directe arbeid maar ook veel in directe arbeid toegerekend. Intensieve teelten vragen meer tijd van de ondernemer voor cursussen, het bijhouden van ontwikkelingen, het op de juiste wijze afzet-ten van het eindprodukt, het onderhoud aan gebouwen en machines, begelei-ding van de loonwerker, etc.

Het is bij een kostprijsberekening correct om ook een beloning voor bedrijfsleiding en voor het dragen van ondernemersrisico op te nemen. Deze vergoeding kan worden gesteld op 10% van de totale factorkosten bij een efficiente bedrijfsvoering. Dit geeft een beloning en dus kostenpost van circa f 62,- per sbe en van circa f 15.000,- op het gemiddelde grotere

akkerbouwbedrijf (niveau 1986/87). In het voorbeeld zijn deze kosten ver-der buiten beschouwing gelaten, teneinde de aansluiting tussen produkt-resultaat en netto-bedrijfsprodukt-resultaat in stand te houden.

3.3 Werktuigkosten

Werktuigkosten is een groep van kosten die zich in een aantal geval-len moeilijk over de gewassen laat verdegeval-len. Er zijn werktuigen die

slechts voor een produkt worden gebruikt (b.v. aardappelrooimachine), er zijn werktuigen die voor groepen van gewassen zijn te gebruiken (b.v. een maaidorser dorst zowel wintertarwe als graszaad) en er zijn werktuigen die voor alle gewassen nodig zijn (ploegen, eggen, tractoren, etc).

Voor de sbe-berekening wordt de volgende werkwijze gevolgd: Van de werktuigen worden, zoveel als mogelijk is met behulp van het boekhoudnet, de afschrijvingskosten en de rentekosten per werktuig be-paald. Van de machines die voor slechts een gewas te gebruiken zijn worden de kosten rechtstreeks aan dat gewas in rekening gebracht. De werktuigen die voor groepen gewassen geschikt zijn worden - naar rato van gebruik

(oppervlakte) - aan de gewassen binnen die groep toegerekend. De werktui-gen (exclusief tractoren) die voor het gehele bedrijf gebruikt worden, worden verdeeld naar de oppervlakte van de gewassen. Tractoren zijn ver-antwoordelijk voor een fors aandeel in de rente- en afschrijvingskosten en worden dan ook naar rato van het gebruik verdeeld. Het aantal uren van de

(12)

tractor wordt als verdeelsleutel gebruikt en als volgt benaderd: Aangeno-men wordt dat alle manuren per gewas (zie het gedeelte over arbeid) ook tractoruren zijn, tenzij dat duidelijk niet het geval is. Aan de hand van dit normatieve aantal tractoruren worden de rente- en de afschrijvingskos-ten van de tractoren over de gewassen verdeeld. De onderhoudskosafschrijvingskos-ten van de werktuigen worden op dezelfde manier verdeeld als de afschrijvingskosten

terwijl de brandstofkosten worden verdeeld als de tractorkosten.

3.4 Grond en gebouwenkosten

De grondkosten zijn op een bedrijf voor alle gewassen hetzelfde. Is de hoogte van de kosten voor grond eenmaal op de juiste manier bepaald dan is de verdeling geen probleem. Oude gebouwen worden gerekend voor alle ge-wassen evenveel nut te hebben en worden per ha verdeeld. Anders ligt dat met nieuwe gebouwen, die vaak specifiek voor een of enkele produkten wor-den gebruikt (aardappelopslag, uienopslag, etc.). Van deze gebouwen worwor-den zoveel als mogelijk de rente- en afschrijvingskosten aan de gewassen waar-voor ze worden gebouwd of gebruikt toegerekend. Eigenaarslasten worden per ha verdeeld. In het voorbeeld Is gecalculeerd op eigenaarsbasis.

3.5 Algemene kosten

Algemene kosten worden niet voor een gewas gemaakt maar voor het ge-hele bedrijf. Als verdeelsleutel over de gewassen worden dan ook de ha's gebruikt.

(13)

4. TOEPASSING OP EEN INDIVIDUEEL BEDRIJF

Nu de hoogte van de kosten en de methode voor de verdeling van de

kosten over de gewassen behandeld is, kan onderzocht worden of dit toepas-baar is voor een INDIVIDUEEL bedrijf. De in hoofdstuk 3.1 genoemde voorde-len van het werken onder genormaliseerde omstandigheden met groepsgemid-delden van groepen vrij zuivere, grotere akkerbouwbedrijven gaan echter voor een individueel bedrijf niet op, zodat de resultaten met de nodige voorzichtigheid behandeld moeten worden. In dit hoofdstuk wordt een voor-beeld gegeven van een toepassing van de methode op een bestaand bedrijf in het LEI-boekhoudnet.

Van het bedrijf zijn de volgende gegevens bekend Opbrengsten en kosten per bedrijf 1984/85 Aanvullende gegevens per gewas 1984/85 Opbrengsten en kosten per bedrijf 1985/86 Aanvullende gegevens per gewas 1985/86

Lijst van uitgevoerde werkzaamheden per gewas Lijst met werktuigen en werktuigkosten

waarmee de volgende gegevens berekend kunnen worden

Verdeling van de werktuigkosten over de gewas-sen

Verdeling van de grond en gebouwenkosten over de gewassen

Berekening kostprijs per gewas 1984/85 Berekening kostprijs per gewas 1985/86

staat Al 1) staat A2 staat BI staat B2 staat C staat Dl staat D2 staat E staat Fl staat F2 1) Staten Al t/m B2 zijn verslagen van de bedrijfseconomische

(14)

Staat Al: Opbrengsten en kosten per bedrijf 1984/85

i - s

I -3 I er I C I "> I f~ I »V I -e l o • «c l <«• ï **

i

use

I r. I

I"

r

I o I • Z I fU. • ew t s o . o I 5 I o. I KT I I « — e * » • » o « i f M O C » O » r w t P e M « m KI •*! - • C o . i r i ••* uJ u i i J U *J at * « ar oc <v o o a •» IT» • * © * f> f » l p 1 1 « • »\J

Ui

2 U I -n i a Ui o : O Cc bJ w X. M. C ft. Z C J i . U z * •* *- •* < Cc - > Z H < a u r se « * •- a _ j U S u ) • - «n * : « • > Z Z • - < J « C 3 « * S U < 1 N N I < * i r » — r» » e M o — * l \ I M r-9- «O « B C M O K — CU I Z O ut z z • » UI u • » « - • ) LS co cc z ts u. u i Z > OS UI O S Cf «5 e. e z e u: O 0 . t - UJ m c o x * U. UJ UJ 15 UJ J Z < — _ » t - ce a ce « »-u. u> t- u. e > o z C I- o — M «1 O O O ( e s « ru ru ru nj t» f» t\t "a « M — o- *n .", — «o rv ir •» i>-M% • r> M «o n e « f » M <\> « v o a — — ^ «n . i r i t I I •«•« «o « — « «r to u «o at UJ > c z «O IÜ *-er to o U >C z et Z UI a *-u i u i • • e « -Z u •e Z u co « i . (E u i uJ O z > UJ * o U.' at u i o o UI z X • » X « « tu s . u w mt w ft. CC UJ ft. z O u i _ z u l Z ( S C to en O s z r u w BC Ct c o s 0 . CL o o co to 0 . 3 •-• — U I U t e a cc o: « • *

15

• « 9 2.Î

I

12

l i n o i » m ir. •O ««• — te mm M i r

\z.

, u . I i -»Ê i i -i — m l e e * i »- ! o | * I e* « er «o e • e» 'M L"< » c W I T P l P K O r j « 1 - . « * i 9 « l \ ) A . < U «r te J0 o •6 K M-i r j o c » r u «f o er o rv U I u « C N o r er o ll> rvj i r « * K I T t l M O » i n • r -w e i n - N w — r\J cc m I — ot Ut U UI Û co Z O o o Z B U «ü — U. « Z > U I U . A u i Z • » C O S - J M Z h O < »-or u i w Z *-z x o « -x X O UI Z « b Ui m at < a i -o u . vice z 5 z * u i I z = S i o o ce u i t u t » I

z

o • » > ; et I z u i z 3 C CB UI u » ; UI ' z z UI UJ i K I » z I U l ~ o » Z u l UI K

SS

i U l b J Z u i z » . UJ «rî » -* <r. - I C (O X te ir. z * u i z O UJ • - I S UI • * I UI UI O - I M •< u u. o. e 3 u i o a z - J te < UI « o t -Z u i O i a « »-«o J*n m — o •0 cc •xr- 11 er •e/vi ir» z « J u. Ik o « 0 u, »-o •» t - b i ia x IC M O M J Z t ~ « UI 10 * f •rt c »-« Q' _ l > n 0 «r e e mm c UI o c; »-c c 0 . z 1 -z < _J e. « z UI o •ml 0 : i •« IM z U . _l ru — ^) u. o- er •-Û V \ i l N C « V I-t -* X co • «er X 3 U U UI Ui U z • » o ffi co »-mm » - 1 - 1 ^ t t -I or ct ui « * 2 et E z z h . C Z ia z ui T * *-H O U u o -> cc • » •-" UI « " B O »m- UJ UJ • - w C • cc ui ca CO o • «r* ui •-• •" 3 -1 < x t n UI J£ < z «-• Z tt UI mm w-> M z UI m 1 m UJ ia «* UI *-tft o IC UI tt » 4 «t U i » e «r «• z UI O o c « UI k> c * <u ft. O - J

l

UI •-z mu Al «T • - • C O » » — C. ") s » o ? « J t»>. m\ c K UI z UI X. UI u _ l < «— •- o u> r-u »- s M < o u y rr <— UI J « • B I « ' i - O : * at u «nu ui ce> «W - I UJ — ui o. a i*. M CC «^ l"J z UI «-« c •J. b -_ l < «— O

(15)

Staat A2: Aanvullende gegevens per gewas 1984/85

• "•

• C : 1 _J I <

1"

I ** f z z L , k uJ*~ 1 ' t 1 m I X 1 c 1 R I U Z 1 J • <

J?

r

« ItJ •— WS o * U Z 1 « 1

-S£

• > • o 1

Ex

1 CS 1 U i b h -<r. Q X h -n c 1 O Z 1 7 1 O 1 1 1 u.

u

u

1 1 _ l 1 1 Ct U 1 X I u

u

\z

O 1 * er I « ce S I N U U | H »-1 « e C I O i » . a . 7 1 1 O 1 1 • » 1 h

-! *

U. 1 l_' z u u. k. I X o "» 1 «- 1 1 cc i a I '_J O 1 c 1 > U i 1 U i 1 U I ce 1 > 1 ! -f h Z CC a. i e t-i L I . 1 o. i i I e I «•« c i u l e: Z I Sc | < : Z I 1 hJ >e U i cc U i CS c o - i « I i i i i «0 u. 03

i

. 1 1 1 1 1 1 1

1

! 1 «• c» ^m « M « X K l K X « <« « o o •0 «c r- N. e j I M V . M « N» N -•s « • * w . « » CO o r » N . X — - « m w h * N «E m I M K I I I I « O f -K. «C — « i n » N.»»- «9 « A y i N W •>• •* m m •M«J o e » « « M « M « 9 e I V I M O X « X " i »O w . v * O o « x m «r M ^ *« »• e a « K » -mm M M 1 « K l C z o z • LU er V> O VI UI <* s X. U i - i c « < Ut t-« 3 « h -( 0 -( 0 a « •8 «r «e « K » 0 * 0 * K l X » M A i I T r » K i i r « x A i O « mm »\im » K l v « « • o ^ a N> m a Ui z U i c M K l — « K l K l r-*- O * . X sr 1 1 ««• ! X c ts . »-. w : «-V « " i » «r K Ki » « r » « * - X -» o "•' •U Kl • N -h - «O r> Ki -X K l K l 1 « f 1 C 1 1 V 1 1 K l | 1 «0 1 1 0- 1 1 — 1 1 1 i m i i « i 1 <o 1 l <r l 1 «3 1 1 0- 1 1 -« 1 1 I 1 1 1 1 1 1

1 I

! !

» t 1 V> 1 1 1 1 Z 1 1 UI 1 > : i i 1 U, 1 I 1 i o • i 1 | U > . I U I K — . K. K l • O « •» ; . i i 1 U i 1 1 1 1 V) I i i 1 CC 1 1 1 1 Ui 1 1 1 1 > 1 1 1

ri

i

c

.

« « i I I K<e> c-«r •• • - i • 1 X 1 K I K I N «S «r o « a »• o « c h - » K O * - « K l K l « • » w . m z Ui r - U . « V O K • e o ut «h • » 1 s uice o »- ui C9 1 1 0 U I O U I - i 1 Z l ) U i K O r- « O Z ul 1 • » U I a s K 3 •-> h- Q de « S K O « C u i O C Z * - « 1 u u l X f h - '1 U Z o » o _»» » 3 • 1 3 1 i eo 1 1 H 1 1 1 1 1 I a I 1 O 1 f i i _i I i 3 • 1 O 1 1 M • 1 I « I 1 X 1 ! « i

! 1

t\

i i i i I i i i i i i ; -— i i 3 1 1 1 ce l i • » 1 1 Ui 1 ' 1 <B I 1 e I 1 z I I o | I *\ <£ ( ! • . J\ - 0 K» K I 0 * O K I • MO» m K i i r » 0-M f U N N O K N « « K l I T M t » ( 0 K I K ) O C M ^% M fr* M « CD »-X Ui •* 0. w U e e « m l u (B O O an« ce U I 0 . M i » u t » e s « z — U i Z c ce U I U I U i »- x c «1 z O u t -ce O h O X " » U M acc U.' X U W C O . r # i c C o o z Z Z Z I u l k l -»-• •-• ce »- o X i G K I ce ce a. o u Ui u. C ie ao as x eo n a U, U.' o a x z »-» L ; a j z > • - o J J K X « « ce a o < < U I U i 1 -1 - -1 - X I h C C U U J »- »- et c z C • — X-Kiwi's» — C • — X • O l \ | "U - < AJ O => — A j X O C » • • • • m m Ki UI m M « z UI ta ce « co *-Z tC

SUS

J U l 2-> a. a u 2 « . at is W «« U i » -2 Û K « « CC • " U I f t < a > O o ••• o e •• K l K t I M Z M *> < K U I tft U i ce « ta -ac te < M. - 1 < «

*-t

'M K l «w m IV m % U I CO »> - 1 < h-o h -e o V « K t h •o I M C z o ce u ce 3 a t -_ i 3 u _ a «M a z o o z ui e> »* u i z »-• o z o a M M m « m «r •* u. u t -U i iS < h -Z U i U •< X U i u X U i U u e *-W 3 a. o « o x • \ j «u m w a z »* i -»» U J Z U i es z U I o « u •> 4 t X U I u £ •A Z 1 U i 1 <R 1 •r- i < 1 Z ! U I 1 O 1 U i 1 a i < i C 1 »- i ae 1 a i •* i z

* l

U 1 »- 1 < ( 1 h - | 1 _1 j 3 1

" I

u. , 1 U 3 M 1 « S » 1 1 •> 1 1 1 1 1 1 U 1 I 1 < 1 • « 1 1 1 h -1 C 1 1 2 h 1 U . i 1 C * Z 1 Ce U i u>i i i u j > \n 1 • "" c i ce 1 • O o Z 1 O C u : 1 l â O h i «r> ! I 9£ 1 Or 1 1 U i r - Z i K "• O I l 3 O 1 1 C U 1 1 «O 1 t l J O i " M 3 « M X 1 _l U i 1 « 1 < t C 1 * -1 o 1 »-1 < • te z 1 U i U I x > V". Z M c U I i ce Cc e 1 - h- c u «f> • -I m u: Z o. ce o » : • - u. co «> c 1 U h-z i r « i U I • 1 Ni O C 1 *- »-1 < 3 i N i a . 3 1 UCe U l « ce 1 < u, 1 1 h- c Z 3 • U l t h -m c h u a: >e 1 Z O . 3 U J » o 1 Cc CC ta • o. o o a u . s 1 1 c c i o a. 1 1 x a «o v o o >- o se o. ce o o c a . — o o ce U OC « C K U i X a. A. c X ui z z U h w l i i Cw iC ct a « « C -J > «0 « « u o I m •*• co "> e» »» • ce .-. » c » K. 1 O M • • O O f » 1 » i i v r u v « \ • c o a K. a s 1 <M0 m ts «r • m K ru o r» • O O K l K | o- O i Ki o a-• rjrvi l « o e f - o i rw c m h- • i m M m w I o o r» M e s I x e 1 — M i n » h c < « h i M v m r> «o Ki • X X t r o »» i -1 K i I M r u i r . « A ; 1 » M * » M » * « 0 * 1 «0 T j fw *J « • c -• X X «0 f«. N . M • — K l — » M i m m x o o o 1 K l • r» e x «M o © 1 X a X '<i «O » — « : m c «i 1 w . w . 1 X iT X « 'M CT i IM N- e «x m e i Ki x x m «r r j 1 tf»M Kl O X O i *.> X • - X K 1 - . M m M N. 1 * . i m 'M e « e 1» i c N- Ki o e «c i pj M »o c m c 1 «r « x X N> »M i o o o c e c î »«m i i c —• 1 m M e c e •» I e . M > t s o s I «r — Ki c m a 1 Kl « x -9 N. M i e c m <c «c © i o* i~ m o »• © i • • • • « • t e» — K» — » i m m v. v «>« | V -1 O <T «• O O © • - . © • . x m • co O r- » M l w«e x © «• I «F x «r t © o j © © © — i N- m x © • * •»•• i — »» m m «• ' a l e, z o 1 u. t . u z I h K h « 1 «S OC O U' u • ce •< ce «-«a I u i - « e u T. 1 u ÛC << Cd** U 1 e u k l S 4 i • U h l ) V M > I I Z 7 » « J • o « o 3 « > :

(16)

Staat BI: Opbrengsten en kosten per bedrijf 1985/86 ,4 O « ^ f\l \r M M »* Z *. e a <M — e-t - e — r» f o X M • « O • «M — «• sr n. »t i r O mé ' M f J O « a XJ 3c a. J J J U J X u et « a * «r. «t * •« < "" 3 3 - « M 3 O « O «*• C C » r » :"\ v . * j S3 Z o £ u : *• 09 O Z u : 0 . •B • » O K I w> ** C C 9 »» • » 9 <v e i « — »w i i r » (M t r V « • » ^ » J K 1 « • C • • M Z U i ^ «ft O z Ui » l »" *•* X u * » UI > O X a.

c

o. z z z o o s U I ? r 9 -* -• u z _ » » - « J J Ui j * « * • * * " 5 I J J 3 3C £ • - * ' > * « - S UI z: — ~>z — < * £ . - C 3 * U. — N ï J rt "J a I I - Z 3 u. 3 « I z c • » « f » l/» •» »"• K- « f» — » o m O — J* * 'M >W •» « « s «- •» r» »o -• «P I I I I er a « M f » o X i T •a c -"« • » e- »o 1 t - . o ^ u 01 a u i > o « M Z M • n u i * i / » 'M 01 » 1 » i i « * w w « o •» • » > ô 4 0 . W »-i X u » - u> <* CL Ifi < •ocw a: I t at rt U l s a c û < u i < z 2 z U i • J » X 3 UI o z 0; • -_ i u l •• c. — a Z o • v »*; •• U < a -•* U I Z •3 CO «w * « m K> wm a » rs; ru • 1 r> a * M «C X J » a -a- Z (.-> u « ax =3 C -Z * ^ C i * > < w «L 9C - J o. r O u l z z es M u . n a • M *— O O a - *-tn <n • J * i z z U I '_l es e a 3 a. a. o o « i o» o a a * • * Ul * J ce » s u : l . ^ i • e I 1 * * 1 1 O 1 1 -J 1 l c- 1 I — I i i i I .0 1 1 a 1 1 V 1 1 •-•> i 1 C 1 • C 1 1 " 1 1 1 1 1 1 1 • 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 z 1 L -1 »-1 1 1 1 1 1 1 1 a-•3 * SE •< \ > s 1 « • 1 1 1 1 1 1 l 1 1 1 1 1 \ i . i l -> l 1 u. i 1 2 1 l -r l 1 « r^ C ,T < > 'X 3 Z - J 3 < _ l •3 0 . n _ ^ cr k l M J"! UI U I -,^ O J 3 Ä . se u* 3 'M I f IM lT •M « l _ *" d l 3 •it i * ^ 1 «« L, Z ^ M z u « z .•J • » » m* > - 4 r^. *te r j u i ^* •m II *1 - j u . D O £ u. « i - i b -» ^ra • * j K. 'Vi •.-1 ra . J ae 3 3 £> 3 ï U 3 H ru «M 'M - j J U < *" X U • » < 3 ta r » • _ i z U I J c-K l X 3 3 3 C â •J » u » • » • 4 O Çt ^ ' J -2 ts I f c < l _ • . • » > » * 3- « e; * ' j » J * — „ i — 3 • b i 3 • a U l Z •X. o o t u s t a t - C U I — • SC o U I w Tî • • » a ^ z t> ' J r -U Z — *J < u » •.'S « « 3 < < ^ ! r ' i l u ' J 3 i Ü J l J J a i O Z •-• O 3C - l u i •-• _J is — a '-» •X UJ w * r ae <c • J A -X t X i ^ ü j U i W « 1 •» • » *>4 li > T • ^ j j - i « ZJ • — 3 O C & _> 3 . 1 h -• U < 3 u l •3 3 Z - 1 •* < - S u l r» <a ! 1

i

* z U I u. u 3 -t » »• «^ K J K . 1 « ."3 -> A • ^ -.S 1 ^ ^ 2 ' ï «r 'M J Z ^ 4 u . u . 3 •1 ' j U ^ j C - J -• a k » O a z a « z < J Ji. te 3 u et ^ er . • j c (M u l ^ J «o "J <r Ul • " w Cf C i T I f l T. M • «ae i : 3 ut •3 J - i Z • « O a ä i -•-I t - ¥- 1 S c: z u i < < >-c : « T Z •J> 2 -u M Z *** • - • t a 13 u C -» ï "» 1 ^ u l 01 * * Ä i l u • - m o 4 J > fS Vu « •3 3 * <n u i • • • - 3 J < A -c «rt J a : « ^ " ^ Z U i ' 1 J3 â —I O i T M 2 û; ( 0 I Ö •c z a i (fi O i >• </> O 4. U l t » fc« z Ul > ^ -•> «r er .. u i O u l » C Ul CL 3 • t J h -Z U l Z « • r~ 'M !*l O ? ^> i l _ l X U l J - i < U i c • M *-U l > 3 «T •*! » • » » 3 o o-o ^" 3 J • -»- 3 *< U a u l - 4 I J

s

_•' . J rw •J » 1 J j • . T -> t M « 1 - a (M C = M i -in 3 ^ u i - t < K-" ^

(17)

Staat B2: Aanvullende gegevens per gewas 1985/86 _ l _ l ui a '-u i 3 2 O ï > «• ** u * et u. .• et l _ ^ u «_ *" = -2_ u; -uu z^ f ^ ^ . j < V. P U c _ l « M 3 2 u i z o a. rs u i « •— 3 p -1M c »•4 3 . u y > O X X U i o ^ 3 ta. i » _ J X * 1 0 u. < PU • u z U . *-0 } £ u. H -•r. x j j up -T. O X p -v> ^ z « x er e •— * c « a IM 1 1 u i 3 1 u i C 1 Lü i > " ! Ä 1 X 1 .» 1 uu 1 1 1 - t z u. o t -UB 1 jn '-t l 1 ( l l l 1 I I : 3 3 f » •o « ui ni •* * u ^ 1 P -1 1 1 t 1 1 1 t 1 1 1 1

X

1 1 1 1 .

Î

u-< •o « 3 • u K> W » M P S P u P u •o M w « p p » w i r 0 « K • » U - 1 < s . J ^ UJ « t n u » «I ' • < X —o* o-•c o Pu V . 0 » • f •."! 1 — J> ru ^ M M p « p » / • <C A l < 0 » K I CU — M K > O O O K> c K I « • • c A J i T t » « ru M « wm *m Pu » p » P » r\i K l i f » w e / " M » «r V-O K P U « K I K « O * • • f C d ^ K i n * U 1 « «t a »s p » Kt O f » p » 3 f\i ir p » •» = in e-" j y > <V If l » u. c _ l • IC 3» - 1 3 2 : u i u i a - - i = < v i « u . P -> . 1 CS p -n£ ? '•* î ! ï . j _; » 'X O • « *•» c-o J * J P» K< u"> » <r <c * a e r * «« « M M e j * « M J I N f « <\P » P -P » «• .•Ç J . J •-• 3 p » • « : i a i a U I ^* UJ 2 - J C J M » fc-V - ) f u J J a P u y K t O « V * ff- o-r o w » i r «^ K I P » K I W P » •« ru i r rvi « -a e ui >A v * O » o- « .n o o «• o O* KI 0 -J> 9 »• I P mm uw i - U . i - * • . T X ^ 3 U i • 9 ÜJ ' 5 3 L I J 3 ^ LJ ~* .* O j ^ 1  . -> p - « «- < •_l u i 21 . J c _ l < » p> "^ • O > 3 p -1 1 1 1 1 i 1 1 1 1 1 1 1 1 ( 1 . ; J"> i e i •x e i O o- 1 •"• 4 S 1 X l Si 1 4 0- 1 • * 1 « 0 «? t u l > 1 WJ U 1 l _ l o JJ« I «n * JM > » 4 c _ J 1 j £ 3 O M P -_ i _) i l • £ * < V *" = ^ ^ U i • J £ 2 i f O A ^ » c o n i *4 "T Ç. « N » U O P » P -• * f - i ^ M P> « K ) M O « n. — 0> » » •• K l »Ai 1 • i « • / - < o n O • " CO » fcl J 9 • » O W4 «* O • w n « o p » x u • € O. \* u i O O » X — u i 2 e x u i u i U i •» r c « s C u , t -Ki ru l u i ts. O o «• ee - i c • 0 P 4 ui <r. a « s O u . o x — u « ce o. U i K j J V l l t . VI IA U i9 J = 4 2 J I ^ i-« C£ X X X _^ o mZ U i P -P - 3 M X at tra. o _i u , u . 3 x «r> l ï X rt rt oc UJ U i C 3 3 - ^ - J - J * « < at < < - i O t u J £ CE a 'ui P -U f l ï p . O O - l u i u i p- p» tc es i ; -u » « T i .u) <V O * 'M ' U - • M - > •*• « . O • • • -.T » ^ üi t l < u i J •_1 CX < (-."! x: 3 u '-e j u t - I Uu T a — C 3 - i » . ï J - € u i • " - s K • « 4 » - J < J > < 'JS 3 o 0m a "" K p » " l M ^ UJ •.•» < UJ a UJ a. <( o Ù . • 4 X - i • < 4 u . " p — I T ru «« ru ru mm M « u i et k O - i • * - C p p -o w « p » r u P S "J . 1 .2 .•î OC J JC 3 3 u » - J • 3 j •\i a e* ^ «r m Kl C K« « « 4 T" a a z U i o <-• U i 33 M 3 Z O CX u i u»P-J - i < e x < - i P- c z tc U t i . U X X -m u i 3 a. o CP « CP - i o « u ù t « 4 P -rt u> u i 3 2 u i O ae u in « .^ . i o -c •» z b u m •R « 2 U 1 5 U i 1 < CD p -X 31 « X £ï UJ »-mx p > J 3 O U I 2 1 1 I i I 1 1 1 1 i \ t i i i

i

i

i « i

i

t i * i

i

i « i i i

t

i i j i i 1 i j 1

J

i i i i i t * i i i i i i i t .

J

i

S

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 t 1 1 . i 1 t 1 1

J

1 1 1 1 1 1 1 - i 3 — « C P « 1 <n i - i 1 i < • m\ 1 t *-o i sU J *-* U . U i 1 u i > V i a «u • o . Ce 1 a va z , a o u. 1 O O p -r. 1 * I X 1 U l P - u t « M C 1 3 C 1 1 . . 1 1 M V ) - i O M «t 3 « V ) X 1 - i u 1 < 1 «C I S • P -1 3 • P -1 « * et z 1 U i J X > ••n «Z M - 1 * " X OC 3 P - P - 3 U » î • -A J I & S o * » - u. c-> in c • U P -z • r « i • S I J C 1 u . t -1 < a - i 1 « c • Si eu 3 • _ l X LS • « X i » p- e r 3 • < _ P p 1 H O P -u U ~ i i r Û . 3 u ) » - 3 1 T_ S 3 1 C 3 Z. J j . O I I - - : • 3 X I l X Ot «0 >. o 3 >- o te o •JI » Ä *C Ï K J Ï eu tu ^ j r J J 7 ^ _ • • - u - Ui e x u c < « 3 - 1 > . 1 < C u i î 1 1 1 1 ( t 1 1 ( 1 1 1 1 1 1

i

j

1 3 « - » U*' K. « C U-» » •>(• « » 3 -M »•ru K tt CP » r u i u m U" <0 P - 3 O X * • • P» mm « o o u n P . « p» • « ' j — » ni p » » X t 5 P» S "O t « f 1/"» s » 4 O O 6 » O ppi « » cp a a so — — P"l O « I a p» «? a er ru ru «r «r •» e* a P - J } x» K ru; « «» tr t N. o 3 — P« »u ru « p' r o m K» P -s / » o t « - • -^ a o * t — r w« * • 'J a -« x -S Ki «o - . ru e rg u» a p> 3 M * 17- u-» 3 9 r s f <£ p -- • ••• T — e> 4 » 3 L"l 5T u-' i.1 u-i • « o

» — ~ 0 - J3 \ « * « p . C " o c o — &• ** S O u*l O J > c - » a .•> « 3 — rv — C 3 •M "» » J P -» -» | ( M " 0 » » « M 9 • • • • • •j x a « »J . i «r «i — i « * K 3 *% u ï r j w* P -» 3 CP o « c 3 3 » . K>. «r ir» 3 0 3 « ^ | 0 5 3 « r: o î h l f l » M X "ï - : u P - 1 • « u . C ! i 3 u i s - t . - î - • : _ P - «C _ u . » a « t : -u _ ; - i g : J •— . • » > £ - • J H ' J u • ; î -t 3 3 « •v. ' ï U u*. * J

(18)

Staat C: Lijst met uitgevoerde bewerkingen per gewas en berekening van de ar-beidsbehoefte van de gewassen 1)

Cultivateren Ploegen Cultivateren Zaai/pootklaar maken Zaaien/poten Rijenfrezen Schoffelen

Wieden (geen tractoruren) Kunstmeststrooien

Spuiten

Loofbehandelen Maaidorsen/Rooien Afvoer geoogst produkt Stropersen

Stroafvoer

Afleveren produkt Totaal direkte manuren (o.b.v. taaktijden) waarvan trekkeruren zomer gerst 2,7 2,8 0,8 1,1 0,6 1,0 loonwerk 1,5 loonwerk 1,7 12,0 12,0 winter tarwe 2,7 2,8 0,8 1,1 1,8 3,0 loonwerk 1,6 loonwerk 1,7 15,5 15,5 consumtie aardappel 0,9 2,8 1,0 1,8 2,5 2,0 1,8 7,0 12,8 6,4 39,0 39,0 suiker bieten 1,0 2,8 1,0 1,1 loonwerk 3,0 15,0 1,2 2,0 loonwerk 2,6 29,7 14,7 zaai z; aaiklaar uien verhuurd 0,9 2,8 0,8 loonwerk loonwerk 15,0 1,8 5,5 loonwerk loonwerk 7,0 2) 7,6 41,4 18,8 1,0 2,8 0,8 0,6 5,2 5,2 Manuren/ha 1984/85 12,0

Werk door derden (gulden) 528 Arbeidsaandeel wdd (gld) 3)190

Uren loonwerker 4) 7,3 Uren boer i.v.m.

loonwerker + manuren 19,3 15,5 390 140 5,4 20,9 39,0 259 93 3,6 42,6 29,7 983 354 13,6 41,4 740 266 10,2 43,3 51,6 5,2 0 0 0 5,2 Manuren/ha 1985/86

Werk door derden (gulden) Arbeidsaandeel wdd (gld) Uren loonwerker 4)

Uren boer i.v.m. loonwerker + manuren

Manuren direkt 1984/85 Uren boer i.v.m.

loonwerker + manuren Rest uren

Uren (totaal) (a f 25,99) Arbeid (gld)

Manuren direkt 1985/86 Uren boer i.v.m.

loonwerker + manuren Rest uren Uren (totaal) (a f 27,84) Arbeid (gld) 1) Bron: "Kwantitatieve 12,0 559 3)201 7,2 19,1 zomer gerst 12,0 19,3 42,2 54,2 1410 12,0 19,1 38,4 50,4 1403 15,5 489 176 6,3 21,8 winter tarwe 15,5 20,9 45,7 61,2 1591 15,5 21,8 43,6 59,1 1645 39, 73 26

o,

39, cons. aardap 39,0 42,6 93,2 132,2 3435 39,0 39,9 79,7 118,7 3305 akkerbouw-1986/87" PAGV 2) Oprapen door de loonwerker,transport

3) Arbeidsaandeel 36%, ' bekend op basis 4) Arbeidsaandeel/ uurloon (1984/85: f door de 0 29, 1167 420 9 15, 9 44, suiker i bieten 29,7 43,3 94,7 124,4 3234 29,7 44,7 89,3 119,0 3313 -CAD. 7 41 704 253 0 9 7 50 zaai uien 41,4 51,6 112,8 : 154,2 : 4008 41,4 50,5 100,9 142,3 3962 : ondernemer. van boekhoudingen 25,99 - 1985/86: ,4 ,1 ,5 zaaikl totaal verh. 5,2 5,2 LI,4 16,6 431 loonwerkbedr: f 27,84). 583 1618 2200 57178 597 1537 2134 59409 ljven.

(19)

Staat D l : Werktuigkosten (gld/bedrijf)

Werktuigen 1)

Vervang.waarde gemiddelde rente afschrijving

onder-Begin Eind boekwaarde houd balans balans

1984/85

Zaaimachines granen Opraappersen

Overige machines granen

Aardappelpootmachine Loofklappers etc. Aardappelrooimachine Bewaren/sorteren aardappel Aangedreven eggen Grondbewerking Bemesting

Verzorging van het gewas Bewaren/afleveren produkt Algemene werktuigen

Correctie voor boekwinst

Tractoren Totaal 1985/86

Zaaimachines granen Opraappersen

Overige machines granen

Aardappelpootmachine Loofklappers etc. Aardappelrooimachine Bewaren/sorteren aardappel Aangedreven eggen Grondbewerking Bemesting

Verzorging van het gewas Bewaren/afleveren produkt Algemene wertuigen Tractoren Totaal 4081 754 3023 7776 2014 17018 20819 7263 19976 4062 6268 6716 33395 58359 191523 4244 784 3142 8086 2094 17699 22135 7553 20770 4223 17145 6983 34725 63323 212906 4081 754 3023 7776 2014 17018 21285 7263 19976 4062 16486 6716 33395 60888 204737 4244 784 3142 8086 2094 17699 22135 4179 22042 4223 17145 6983 34725 63323 210805 1914 189 1203 5831 443 2553 10098 3842 7182 2136 12103 3723 13777 33348 98339 1679 118 984 5256 209 887 9174 3427 6194 1926 14589 3371 12442 37617 97856 124 12 78 214 379 29 166 656 1230 250 467 139 787 242 895 2780 2168 6392 110 7 65 182 345 14 58 602 1019 225 406 127 957 221 817 2753 2470 6424 298 75 257 630 777 241 1700 1574 4292 612 1779 283 581 480 1834 -2326 3243 6085 14250 312 79 267 658 808 251 1769 1503 4331 500 1999 294 1368 500 1863 6524 6329 17842 44 11 38 93 116 36 254 235 641 91 266 42 87 72 2 74 832 908 2474 91 23 78 192 237 74 519 441 1271 147 586 86 401 147 546 1913 1856 5232 1) Alle bedragen (excl. onderhoud) zijn na aftrek 1 8 % WIR-premie.

(20)

Staat D2: Verdeling 1984/85 machines voor granen machines voor aardappelen machines voor alle gewassen tractor 1) brandstof 1) Totaal 1985/86 machines voor granen machines voor aardappelen machines voor alle gewassen tractor brandstof Totaal hectare afschr. rente onderh. afschr. rente onderh. afschr. rente onderh. afschr. rente onderh. afschr. rente brandst. onderh. hectare afschr. rente onderh. afschr. rente onderh. afschr. rente onderh. afschr. rente onderh. afschr. rente brandst. onderh. werktuigkosten totaal 23,73 630 214 93 4292 1230 641 3243 2780 832 6085 2168 908 2155 14250 6392 2155 2474 25271 23,73 658 182 192 4331 1019 1271 6524 2753 1913 6329 2470 1856 3627 17842 6424 3627 5232 33125 zomer gerst 1,70 68 23 10 137 117 35 155 55 23 55 360 195 55 68 678 4,60 57 16 16 275 116 81 159 62 46 91 491 194 91 143 919 winter tarwe 7,52 68 2) 23 10 137 117 35 200 71 30 71 405 211 71 75 762 7,00 57 16 16 275 116 81 205 80 60 117 537 212 117 157 1023 consumtle aardappel 5,62 766 220 114 137 117 35 504 180 75 178 1407 517 178 224 2326 5,31 816 192 239 275 116 81 515 201 151 295 1606 509 295 471 2881 suiker bieten 5,00 137 117 35 190 68 28 67 327 185 67 63 642 4,82 275 116 81 194 76 57 111 469 192 111 138 910 zaai uien 1,60 137 117 35 243 87 36 86 380 204 86 71 741 2,00 275 116 81 248 97 73 142 523 213 142 154 1032 zaaiklaa verhuurd 2,31 137 117 35 67 24 10 24 204 141 24 45 414

1) Verdeeld a.h.v. tractoruren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

83 Een aanwijzing van kwaadwillig gebruik van het netwerk kan bijvoorbeeld een klacht zijn van een persoon die meent het slachtoffer te zijn van pesterijen. Pesterijen zijn

Daarnaast moeten alle regio’s dezelfde instrumenten hebben voor subsidies, werkplekvoorzieningen, jobcoaching en re-integratiemogelijkheden.” Van Weelden gaat ervan uit dat het breed

In de derde tabel staan de gesynthetiseerde gegevens die weer zijn uitgesplitst naar vervoermiddel, motief en bestemming.. In de vierde tabel zijn de gegevens uit de derde tabel in

 Aqualaren draait mee in een benchmark voor overdekte zwembaden.. * Vorige week is proef begonnen waarmee nog eens 10% extra besparing

Met het programma Sterk Utrechts Bestuur wil de provincie Utrecht de samenwerking met gemeenten en waterschappen verbeteren en de gezamenlijke slagkracht vergroten.. Een

Dankzij datascience kunnen we zeer nauwkeurige voorspellingen doen, bijvoorbeeld wanneer we mutaties kunnen verwachten, wanneer klachten van huurders binnenkomen of wanneer

Als er veel jeugdleden zijn in de categorie 19 t/m 21 jaar, wordt een voorstel voor compensatie uitgewerkt in de definitieve stukken..

Afnemersorganisaties (onder andere Vereniging Eigen Huis [VEH], Stichting Reeshofwarmte en Stichting Stadswarmte Den Haag- Ypenburg-Nootdorp) geven nu aan dat het niet juist is om