Oefenrepetitie Geluid – Klas 1
Gebruik bij alle opgaven voor de geluidssnelheid in lucht: vgeluid = 343 m/s
1. Wat is geluid (natuurkundige omschrijving)?
2. Klaas maakt buiten een wandeling. Opeens ziet hij een felle lichtflits. 7 seconden later hoort hij een knal.
Hoe ver is het onweer van hem vandaan?
3. Karel is op een groot concert. Dit gebeurt buiten op een gigantisch groot veld. Hij staat 200 meter van het podium af.
Hoeveel tijd zit er tussen het moment dat hij de drummer op de snare ziet slaan, en het moment dat hij die klap hoort.
Het hele geluidssysteem staat vooraan bij het podium en er zit geen vertraging binnen dit systeem.
4. Je hebt in de volgende opgaven telkens twee stemvorken. Geef aan welke van de twee de hoogste toon zal maken. Zeg ook waarom.
a. Een lange en een korte
b. Een van aluminium en een van lood, met precies dezelfde vorm. c. Een met dikke “benen” en een met
dunne “benen”
5. Hiernaast staat het audiogram van Kees.. Hierin wordt aangegeven hoeveel
gehoorsverlies iemand heeft bij een bepaalde toonhoogte.
a. Om te testen laat de dokter een pieptoon van 1 kHz horen. Hoe hard moet deze toon zijn, dat Kees hem nog hoort?
b. Kan Kees een pieptoon van 4000 Hz en 60 dB nog horen?
6. Klazien heeft een radio van 20W. Deze radio geeft 75 dB aan geluid.
a. Hoeveel dB krijgt ze, als ze een tweede radio ernaast zet?
Karla wil een radio kopen die twee keer zo hard klinkt als de radio van Klazien.
7. Hieronder staan 4 geluidsgolven. De instellingen van de oscilloscoop zijn niet veranderd.
a. Welke van deze geluidsgolven is het hardst? b. Welke heeft de hoogste toon?
De oscilloscoop stond ingesteld, zodat je elk hokje 0,002 seconde kreeg. c. Bereken de frequentie van Fig. 2
d. Bereken de frequentie van Fig. 5
8. Een goedkope viool en een heel erg dure viool klinken allebei als een viool. Toch klinkt de dure viool vaak veel beter klinkt dan de goedkope.
a. Leg uit waarom een viool klinkt als een viool, en niet als een gitaar. b. Leg uit hoe het kan dat de dure viool zoveel beter kan klinken.
9. Tijdens een autorace kun je horen of een auto op de camera af rijdt, of juist er vandaan. Dit hoor je niet alleen aan de hardheid van het geluid.
a. Leg uit wat je hoort als de auto op je af komt.
b. Leg uit hoe het komt dat je dit hoort. Gebruik in je uitleg het woord “frequentie” 10. Een volwassen vrouw kan, als ze er moeite voor doet, een schreeuw geven van 100 decibel op 10 meter afstand.
a. Als 4 marktkoopvrouwen ruzie hebben, en je staat op 10 meter afstand, wat zal het geluidsniveau dan maximaal zijn?
b. Je loopt gehoorschade op als het geluid harder is dan 130 dB. Hoe dichtbij moet je bij 1 schreeuwende vrouw staan om gehoorschade op te lopen?