62
in Oost-Duitsland, in Polen en in
Tsjecho-Slowakijebelangstel-ling
krijgr.
In
Nederland maakte 'Geldca'
in
1952
bijna
15/6
van
het
totale
aantal gecertificeerde verkochte populietplantsoenenuit.
Momenteel is dat 20 7o.'Gelrica'
is
eenmannelijke
boom,die
sterk opvalt
door
zijn
schors. Deze is zeer licht van kleur, blijft lang glad, met horizon-tale, uitstekende schorsribbels(Foto
7).
Hij
heeft
in
het
alge-meeneen
iets
bochtige stam
en een
vrij
brede, losse kroon (Foto 8). In het winterbeeld is een opvallend kenmerk de bajo-netachtigevorm van de
takken,
dat
vooral
opvalt
bij
goed groeiendeniet te oude bomen;
dit
beeld wordt veroorzaakt door-dat eenzljtak
van eentak
sterkerontwikkeld is
dan het door-gaandedeel
daarvan. Voor verdete botanische eigenschappenkan
worden verwezen naarhet
Handboekvoor
dePopulieren-teelt, 3e
druk
(uitgegevendoor de Koninklijke
Nededandse Heidemaatschappijte
Arnhem) en naar
een
publikatie
van Broekhuizen in ,,Populiet" van augustus 1967.'Gelrica'
is
als
l-jarige plant op
de kwekerij
krom
en vrijwel
onvertakt, hetgeen visueelminder
prettig
aandoet danbijvoor-beeld
een rechte,goed vertakte
l-jatige plant van
'Robusta'.Dit
onaantrekkelijk beeldverdwijnt
echterin
de eerstvolgende jaren.'Gelrica'
is
zeerweinig
gevoeligvoor bacteriekanker.
In
dicht geplante lanen en opstanden toont hij gevoeligheid voor de bast-vlekkenziekte,die
de groei
en
de houtkwaliteit
nadelig beïn-vloedt.De gevoeligheid
is echter
minder dan die van 'Robusta', maar elke bastvlekis op
delichte schors
van'Gelrica'
zeer op-vallend.De bastvlekkenziekte openbaaft
zich door
het
in
het vootja'r
optreden
van meÍ
vocht
gevulde
blaasjesop
destam, die openbreken, waardoor kleine bastwondjes ontstaan die meestal
in
hetzelÍde jaar weer overgroeien.Zij blijven uirwendig
kenbaar alskleine
scheurtjesin
de bast,
vaakmet een rossige
verkleuring
er
omheen,terwijl
in
het hout
kleine, T-vormige,bruing
ingegroeide plekken achterblijven (zie Berichten no. 10 en 11 van het Bosbouwproefstation te \Tageningen).'Gelrica'
is matig
gevoelig voor roest (Melampsoralarici-popu-lina),
maarvrij
gevoelig voor Marssonina.Dit
laatste zalonge-twijfeld
een rem moetenzijn
voor een te groteuitbreiding van
de teelt van dit ras. Ten aanzien van de ziekten kan verder nog worden opgemerktdat deze populier, ook als
meerjarig plant-soen, na het plantenweinig te lijden heeft van schorsbrand.
(wordt vervolgd)
lr.
R.
Koster
/
Populieren
in
EnEeland')
Bo sbouw p ro eÍsÍaÍion - D e D o r sch kam p"De Engelse bosbouwer maakt in het algemeen niet vaak gebruik
van
populieren.De
ervaringenmet deze
houtsoortzijn
in
het vededen slecht geweestvooral
omdat bacteriekankerin
Enge-land
in
heviger matevoorkomt
dan ,,ophet Continent". Men
ziet dan ook nogal eens oudere bomen langs wegenin
Engeland,die
door bacteriekanket zijr^ aatgetast.Door twee groepen
in
Engeland isen
wordt echter wel
veel aandacht aan populieren besteed.Dat
zijn de onderzoekers en
de lucifersindusrie.
Het
werk, dat
hier wordt
verricht
is
ookvoor
onsvan groot
belang.In
het
volgende zal worden \ileer-gegevenwat
bij
een bezoek van enkele dagen aan Engeland aan indrukken hierover werd verkregen.A.
Toetsproeven
van
de Forestry CommissionDe Forestry Commission
heeft jarenlang populiereklonen ge'im-porteerd uit verschillende delen van de wereld en deze getoetstop
groei,vorm
enz., maarvooral op
weerstand tegenbacterie-kanker. Deze klonen waren gedeeltelijk afkomstig
uit
ltalië,
Frankrijk,
Duitsland, Oostenrijk en Nededand;dit waren bijna
alle
euramericana's. Daarnaastzijn een aantal Ámerikaanse
enCanadese klonen geprobeerd,
waalafi
een deel zuivere balsem-populierenof
balsemhybriden waren.Bij vergelijking van
de cultuurmethode van populierin de
proe-ven van de Foresuy Commissionmet die
van ons, vallen grote verschillen op.De F.C.
bedrijft
een extensieve boscultuut veelalop
voormalige loofhoutgronden, navelling
van de opstand van gemengd loofhout.De
aanplantwordt weinig
of niet
onderhouden, ontvangt geen bemestingen, en geenonkruidbestrijding,
waardoorde
popu-lieren
een sterke concurrentievan
andere houtsoortenen
on-kruid ondervinden.
De
euramericanaklonen (waaronder dus dehier gebruikelijke
Europeseklonen) zijn
in
dergelijke omstan-digheden nietop hun best. De
meesteblijven íaat
onze maat-staven sterk achterin
gtoei.'Robusta' groeit naar verhouding vaak nog vrij redelijk. 'Gelrica'
groeit zeer wisselend. Binnen eenzelfde
beplanting
ziet
mensoms zowel zeer goed als zeer slecht gegroeide bomen van deze cultivar.
Sommige balsempopulieren met
inbegrip van
een aantal ookhier gebruikte
hybride-cultivars passenzich
beter aanbij
der-gelijke
groeiomstandigheden.Het verschil
in
produktie
tussen balsempopulierenen onze
euÍamericana-cultivarsis onder
die omstandigheden meestal groter danindien beide groepen
op debij
ons gebruikelijkewijze
worden geteeld.l)
Her ziektenprobleem
Zoals reeds vermeld,
is bacteriekanker
van oudsher de grootste bedreiging geweestvan
populierenin
Engeland. Sedert3
jaarlaat ook Marssonina brunnea
in
Engelandzijn
aanwezigheidblijken en men
kan verwachten
dat
van hethuidige
sortiment klonen daar slechts weinigein staat zuIlen
zijn
zich tegen dezedubbele bedreiging te handhaven.
Van de Europese cultivars
zijn
vooral de Italiaanse,zoals'I
2I4'
en'I
78' zwaar beschadigd door Marssonina brunneain
augustus 1967 en 1968. Andere zoals 'Gelrica' hebben minder schade op-gelopen. De trichocarpa-klonen daarentegen beschouwt men ookin
Engeland als zeer resistent tegen deze bladziekte, zodat hier betere kansen liggen voor de populierenteler.2)
Toersingop bacteriekanher
Dat
bacteriekankerin
Engeland (door welke omstandigheid danook) heviger
is
dan
in Nederland, blijkt
uit
het
feiq
dat
'Ro-busta' daarvrij
algemeen door deze ziektewordt aangetast,
ter-wijl
dit
bij
onstot de uitzonderingen
behoort.De toetsing op gevoeligheid voor bacteriekanker
wordt in
Enge-land op dezelfde wijze uitgevoerd alsbij
ons, n.l. door inoculatievan éénjarige
planten mer de ziekteverwekker.De
interpretatie van de reactie van de plant geschiedt volgens een wat strengere norm.Dat moet ook
wel,
omdatblijkbaar
het hele niveau van aantasting door bacteriekanker daar hoger ligt dan bij ons.De
breedtevan
de wond,die ontstaat
na de inoculatiein
ver-gelijking met
deomtrek van
de stamwordt
als maatvoor de
gevoeligheidgebruikt. Geen
reactie (of een zeer lichte) van deplant op de
inoculatie
wordt met
0
of
1
gewaardeerd.Is
de breedtevan de wond
resp. 1/a, ongeveer dehelft,
of
chca 3l+1)
Foto's: Koster.6t
van de omtrek dan worden deze cijfers
2,
3 en 4.Áls
de wond(bijna)
geheel rondom de stam gaat isdit
een 5in
de Engelse beoordeling.Bij
de aantastingsgraden4
en
5 blijkt
vrijwel altijd
dat
de ziekteook
in
de geïnoculeerdeplant
ver-plaatst wordt en eldersin
dieplant tot
kankervorming leidt.De
toetsingvindt
plaatsin
Blandford Forestin
Dorset en staat onder leiding van mr. Burdekin, de phytopatholoog van het bos-bouwproefstation teÁlice Holt. De
inoculatiewordt
uitgevoerd aan 10 planten van elke kloon, geplantop
1x
1 m.Zowel
inoculatiein
de
le
week van september alsdie
in
de 1eweek
van
mei
worden
toegepast.Vroeger werd door prikken
een inoculatie gemaakt, tegenwoordig
wordt
eenblad
afgetrok-ken en het bladmerk geïnfecteerd. Deze methodewordt ook
in
Frankrijk, België
en
ons land
vrijwel op
dezelfdewijze
toe-gePast.
De
ervaringin
Engeland was, dat na herfstinoculatie de variatiein
het
ziektebeeldbinnen
dekloon
geringer was dan na voor-jaarsinoculatie.3)
P. tricltocarpaMB
kankerresifienUit de
toetsingsresultatenblijkt,
dat
tot nu
toe
éénP.
tricho-carpa-kloon gevondenis die vrijwel niet
ziek
wordt door
in-oculatie. Deze kloon, nog naamloos,
vrouwelijk, wordt
in
Enge-Iand aangeduid alsMB
enis
onder aanduiding SP 126 vanuit
de V.S.
in
Europa gekomen.Bij
de zeer hoge maatstaven, die menin
Engeland wel moet aanleggen aan kankerresistentiezijn
geen andere klonen als voldoende resistentuit
deze toetsing ge-komen.Klonen
als trichocarpa CF en trichocarpax
tacamahaca kloon CF, beiden snelle groeiers, blekenin
Blandford tegevoe-lig.
Over trichocarpax
tacamahacakloon
32
zijn
de meningen verdeeld. Dezekloon
is wel
in
de handelin
Engeland.In
debeplantingen
van Bryant
andMay
(zie hierna)
werden echter 4-jarige bomen van deze kloon gezien, dievol
kanker zaten. Volgens recente opvattingen zou de euramericana-kloon 'Ixins' veelbelovendkunnen
zijn. De
gegevenshieromtrent
ziin
nogniet
definitief.
De
resistentievan
dezecultivar
tegen bacterie-kankerin
doordie
ziekte aangetaste beplantingen(waarin
ook andere cultivars voorkwamen) was opvallend.Omdat P. trichocarpa
zich
leentvoor
extensievecultuur
en de soortweinig
of
niet
door
Marssoninawordt
aangetastis
MB
een zeer belangrijkekloon
voor
de
toekomst.Dit
vooral
ook omdathij
snel groeit en een goede vorm heeft.Ziin
hout
isvrij
zacht. Tegen sterke
wind
is
hij
waarschijnlijkminder
goed be-stand.In
Frankrijk wordt
hij
al
gebruikt.\Taarschijnlijk
zalhij
in
verschillende andere Europese landenbinnenkort
in
deprak-tijk
komen om opproef
in
ptaktijkbeplantingen te v/ordenge-bruikt.
Immerspraktijkervaring op
enige schaal bestaat er nogniet
mee enmen
zal
deze nieuwekloon
eerst terdege moeten beproeven.4)
Prod.ukties uan balsem.klonenIn
de proefterreinente
Quantocsbij
N. Pethertonwerd
gezien wat balsems en hun hybriden kunnen produceten onder omstan-digheden als zeer extensievecultuur
opmatig
goede,betrekke-lijk
slecht gedraineerde gronden (voormalig grasland).Ondanks
hun
in
toetsproevente
Blandford gebleken gevoelig-heid voor bacteriekankerwaren de meeste van deze klonen hierniet
of
weinig
aangetast en groeiden uitstekend.Na
18 jaar waren de totale volumeprodukties van b.v. 'TrichocarpaCF'
345 mg'Androscoggin'
311 m3'Oxford'
245 m3'Robusta' was
niet
als volledige proefbeplanting vertegenwoor-digd.De
aanwezige 'Robusta'was gemiddeld 10 à 15 %o dunnerdan 'Oxford',
'I
214'
wasin
produktie
vergelijkbaarmet
'Ox-ford'.In
een ander proefterreinmet
een goedekwaliteit gtond
voorloofhout
in
het ,,Forestof
De-an",-+
40
km
tenN.
van Bristol,kwamen
l3-jarige
beplantingenvoor, waar
ook de
reeds ge-noemde P. trichocarpaMB
voorkwam.Na velling
vanhet
loof-hout
waren populieren
geplant.De
verzorging wasminimaal
geweest.
De
gegevens waren(na
13jr.)
Planwerband 5,49x
5,49m
MB:
gem. hoogte 19,90m
gem.bh
omtrek7l,l
cm'Robusta':
gem. hoogte 11,10m
gem.bh
omtrek
39,5 cmDe
volumeproduktie vanMB
washier
ruim
5x
zo hoog als die van'Robusta'.In
een proefterreinin
,,Cannock Chase"in
het Fullmoor\7ood
ten
N.
van
Birmingham
op
eenvrij
arme,natte
voormalige landbouwgrond kwamMB
in
een planwerband 5,49x
5,49m
na12
jaartot
een gemiddelde hoogte van 16m
en een gemid-deldebh
omtrek van 75 cm.Indien men
bedenkt,dat
de verzorgingvan
deze beplantingen zodanigwas,
dat vele
euramericana-cultivarszich
nauwelijks konden handhaven,valt
deproduktie
van de balsempopulieren deste
meer op. Anderzijds maaktdit
devergelijking van
hun porcntiële produktieniveausmoeilijk
te beoordelen.B.
Populierencultuur
bij
de Engelselucifersfabrieken
Bryant
and
May
Deze
firma
is
sedert ongeveer20
jaar bezigmet
de aanleg van populierenbeplantingen voor de produktie van hun lucifershout.Op
verschillende plaatsenin Z.
en O. Engelandzijn flinke
op-pervlaktenin totaal
rond
1000ha
landbouwgrond aangekochten
mer
euramericana-klonen beplant.Dit
zrjn de
beheerseen-heden: Grange Estate, Bliss Estate en Risbury Estate.In
tegen-stelling
tot
wat
bij
de Forestry Commission werd gezienis
decultuur
hier
zeer intensief. Landbouw tussenbouw, veeteeltof
geheel kaalhouden(door
mechanischegrasbestrijding)
zijn in
de meeste beplantingen gebruikelijk.
l)
TeeltMen plant
de populierenop
onderlinge afstanden van7,)0
m, als 2-jarige planten.Aan
weerszijdenvan
dezeplanten wordt
een strookvan
anderhalvemeter kaal
gehoudenmet
de
rota-Popilts tricltocarpa kloon MB, geplant 1967. Fotoimi
1969.64
v^tot
(2
bewerkingen
pet
jaar).
De
rest van
de
oppervlaktewordt
benut voor de teelt van granen (tarwe, gersr, soms haver)of
bonen. Beweidingdoor
schapen en koeienis
in
onderzoek, kerstbcmenteelt een project wa^raanmen
wil
gaan beginnen.Ook het effect van mechanisch schoon
houdenvan de gehele
oppervlaktewordt onderzocht.
Een beperkt aantal Italiaanse en
N.\1.
Europeseklonen
zijn opgrote schaal
gebruikt.
De
grote problemen
zijn
de
bacterie-kanker,die op sommige plaatsen
al
op
4-jarigeleeftijd te
vin-den is, en sedert kort de Marssonina brunnea. Daarnaast komenop Bliss
Estate gebreksziektenvoor
doch nietop grote
scl.raal.Klonen met goede resistentie regen bacteriekanker
en
Mars-sonina brunnea, goede produktie en geschikte houtkwaliteit voor lucifers heeftmen (nog) nier.
De
beste vooruitzichrenin
verband merhourkwaliteit
(en vol-doende resistentie) lijken te ieveren 'Lóns' en misschien'Harff'.
De trichocarpa
MB
vertoonr
ook hier vrijwel
volledige
resis-tentie tegen kanker en Marssonina, doch zijn hout iswaarschijn-lijk
niet
van optimalekwaliteit
voor lucifers volgens de Engelse normen,die gebaseerd zijn op
hetgebruik
van espenhour voor lucifers.2)
Alarstotlinabrrnnea
en. bacreriekankerEtnd 1966 werden
de eerste
stippenvan
Marssonina brunnea gevonden op de bladeren;in
7967 werden ze aI op vele plaatsen gezien.De mate
van aantasting
wasop
de verschiliende landgoederen verschiilend, maarde
rangschikking naargevo:ligheid van
de gebruikte klonen stond naar Engelse opvarringvrijwel
vast.'I
214'
en'I
78' werden zeeÍ zwaar beschadigd door Marssonina brunnea, zelfsin
3-
en 4-jar.ge
beplanringen. Op Bliss Estatestierf
een gehele beplanting van verscheidene hectaren 3-jarige'I
78'
in
1969, nadat de bomenin
augusrus1!68
geheel kaal hadden gestaan.'Serotina' ernaasr hersrelde.Ook in jonge beplantingen van
'I
2I4'
gingen vele bomen dood.Beide
Italiaanseklonen
vertoonden aanrasringenvan Botrytis
cinerea, een zwamdie blijkbaar
in
staatis vanuit snoeiwonden
het
na de Marssonina verzwakte bastweefsel binnen te dringen en de stam te doden. Ook een Cytospora werd gevondeÍI,waar-schijnlijk
secundair voorkomend.'Gelrica'
en
'Eugenei' voldeden beter.Alleen hier
en daarhad-Vootgrond:
'l
78', drie jaar geleden geplant, steruend. na één .jaarA[ars-tonina. Acbtergrond:'Serotina' nog gezond.
den zij enige schade van Marssonina opgelopen, waaÍna herstel was -qevolgd. Deze klonen reageren na inoculatie mer bacterie-kanker als gevoelig, maar blijven
ror
nu roe in de praktijk
in Engelandvrij
van deze ziekte.
Hun
houtkwaliteit was
ecl.rterhun zwakke
punr voor
de lucifersindustrie.Her hout
is
te
los.Men
neemt proevenmet het samenpersen
van de fineerstrook om het hout voor de lucifersfabricage geschikter te maken.De meeste
I-nummers wordenin
Engeland beschouwd alswei-nig gevoelig
voor bacteriekankerbehalve'I
45/5L'en'I
65'die
zeer gevoeligzijn. Op
-jarigeleeftijd
waren
er al meer
dan20%,
der bomenvan'I
45/57'
in
sommige aanplanten door kanker aangetasr.'Robusta' wordt wegens zijn gevoeligheid voor kanker
niet meer
gebruikt.Op
5-iarigeleeftijd waren
al vele bomen aangerasr.'Lóns'
wordt bescl.rouwd als
weinig gevoelig voor Marssonina enkanker. Slechts eenmaal werd een aanrasring van kanker gevon-den,
die vanzelÍ
weer herstelde. De combinarie van deze eigen-schappen met een zeer goede vorm en redelijke groei maakr datmen
deze kloon alseen
der
troeven
voor
de toekomst
be-schouwt. Men
vindr
l.rem wat gevoelig voor windbreuk, hetgeen onzes inziensniet
zo zeker is.Ook 'Harff' wordt
beschouwd als eenmogelijke
redderin
denood, maar men heeft
nog weinig
ervaring hiermee.De
kloon reageertin
inoculatieproevenmer kanker
(uitgevoerddoor
deForestry Commission) als uiterst resistent.
'Rema', een Duitse kloon groeit zeer recht, maar langzaam en is gevoelig voor kanker.
3)
ProdaktieOp de overwegend goede ror zeer goede gronden wordt, ondanks de genoemde bezwaren een zeer goede produktie bereikt.
Zo bereikt op Bliss
Estate 'Gelrica' van15 jazr
een gemiddelde hoogte van 16m
en
bh-diamerervan
45
cm.'Eugenei' groeit ongeveer even snel.'I 2I4'
goeide sneller,
gevolgddoor
'I
78' hoewel de Marssonina nu €en einde maakt aan deze snelle groei.Men
hoopr door spuiren (vanaf
de grond) de
schadete
be-perken.'Serotina'
op
Risbury Estate had gemiddeldna
l0
jaat een bh-diameter van 24 cm, een onzes inziens heel bevredigende groei. Toch werd 'Serotina' beschouwd als een langzame groeier.4)
SnoeiIn
het algemeen
worden de populieren hoger gesnoeid danbij
ons (50-60 Vo van de totale lengte wastakvrij ook
op jeugdige
leeftijd). Een
vermindering van de houtproduktie aanvaardt mèndaarbij terwille van een
verbetering van dehoutkwaliteit
voor fineer.Men
rekent dat het bijgroeiverlies 0,45 cm diameter op borsthoogte per jaar bedraagtbij
'Robusta', 'Gelrica'en
'Sero-tina'. Men snoeit jaarlijks een of twee takkransen tot uireindelijk een hoogtevan
gemiddeldruim 9 m
is
bereikt. Vergelijkende proevenmet
snoeienin
de verschillende maanden gaven
alsresultaat
dat
door snoeiin
de zomer (vooraljuli
en augustus)
het aantal waterloren zeer sterk daaldein vergelijking met
snoeiin de
andere maanden vanhet jaar.
De kosten van het snoeien van takken, dat in eenmanswerk met
beitel werd
uitgevoerd, bedroegen(tot
maximaal 5 m hoogte)citca
25
cent
per boom.
Per
mandag werden gemiddeld 121bomen gesnoeid
bij
een plantwijdte van7,90 m.Hierbij moet worden
aangetekend, dat de grond in derij
geheelkaal
wordt
gehouden.Het
lopen
wordt
dus
niet bemoeilijkt.
Snoeien op grorere hoogte dan 5 m en ror maximaal 10 m doer men vanaf een uacror mer daarop gemonteerd een hydraulisch-beweegbaar platform.De
snoeier,die
hierop sraat
is
voorzien van een door samengeperste luchr aangedreven korte lichte ket-tingzaag,die verbazingwekkend geruisloos
en
trillingvrij
is bii
het hanteren. Ook het geringe gewicht(juist
onder de4 kg)
is tI
íI
I II
ó)
een voordeel.
De
constructiesvan
tractor en zag zijn
beschre-ven. 1)De
directe loonkosten voor dezewijze
van snoeien zijn, exclusief de kosten van de uactor 40 cent per boom.Men verwacht dat op
!
m hoogte nog een voldoende dikke stam zal worden gevormdom
fineerhoutte
produceren.Dit
fineer-hout
moet tussen 21-53cm
dik
zijn. Men
rekentmet
een dia-metervervalvan 2,5 cm per
2
m
stamlengte, dusrond
11
crn per!
m
stamlengte.Om
dan deminimum
doorsnede ad 25 cmvoor fineer op
9
m
hoogtete
halen
is
een bh-diameter vanJ6
cm
nodig.
Bij
een
gemiddelde bh-diametergroeivan
2,5cm/ jaar zou
dit in
rond 15
jaarzijn
bereikt.))
Tassenbonta uan lanrlbol/ugetaarren. VeeteeltVerschillende vormen
van
landbouw en veeteeltin
combinatie metpopulieren zijn
in
beproeving.Áanvankelijk werd op de zeer
rijke
gronden van Risbury Estate gersten tarwe over de volle
breedtevan de strook
tussen depopulieren verbouwd. Later werd, als gevolg
van
de geconsta-teerde teruggangin
groei, de breedte van de strook waarin dezegewassen worden verbouwd verminderd tot de haive breedte. Deze gronden
zijn
voor er populieren op werden geplantvoor-namelijk
voor
deze graangewassengebruikt. Merkwaardig
is,dat
zij,
na slechts één jaar braakliggen
geheelmet dicht
gras bedekt zijn.Gewassen,
die
de grond minder intensief bedekken dan granen raken danook
sterkvervuild
met gras. Financieelzijn
de voor-delen van deze tussenbouw van granen matigtot
gering(afhan-kelijk
van
de
grondkwaliteit), doch
niet te
verwaadozen. Deverbouw
van
aardappelenof
suikerbietenzou
winstgevendert;
R.R.
Crofts:A
semi mechanical methodof
high pruning poplar(Quarterly Journal of Forestry Vol.
LXII
no. 3 July 1968 pp. 201-2li).t
Snoeiplatlorn op trehker in lage stand. (bouen) en in. hoge stand. (links)
zijn
doch dezeteelt
is, om overproduktie te voorkomen, gebon-den aan vergunningen van de ov,erheid.Op
enkele plaatsenin
de
aanplantwaar de
grasvegetatie iets minder zwaar was, werden met succes bonen geteeld (een soort,die voor
veevoeder diende), dochde
aÍzet vandit
gewas wasmoeilijker.
Kerstbomencultuur was een nieuwigheid,die
veel-belovendleek.
Alle
teelt werd
bedrevenover
eenstrook
ter breedte van de halve afstand tussen de populierenrijen.De
rest werd mechanisch schoongehouden(2
x
per jaar met rotavator).Opmerkelijk
was de mededeling, datbij
deze teeltwijze zelfsin
het
eerste jaar na planten een merkbare achterstandin
deont-wikkeling
van de populieren werd gevondenin
vergelijking met mechanischkaal
houdenmet
de
rotavatorvan de hele
opper-vlakte. Tweemaalper
jaar 7,5
cm
diep
bewerkenhad
in
één geval een gecontroleerde verhoging van de bh-diameterbijgroeimet
1,5 cmper
jaar tengevolge.Andere mogelijkheden waren het weiden van schapen
of
koeien, uiteraard nadat de populieren voldoende groot waren gewordenom
hierdoor
niet te
worden
beschadigd.Op
armere gronden bieek, dat de lammeren door gebreksziekten ondanksbijvoede-ren,
niet
tot
voldoende wasdom kwamen,hoewel
volwassenscl.rapen
wel
konden worden geweid. Proevenmet
rundveewa-ren
in
voorbereiding,doch uitsluitend
op
de
betere gronden. Gebleken wasdat
koeienen
schapen oudere bomenniet
be-schadigden.Conclas'ie
De
resultaten vanhet
zeer intensieve beheer, zoals de lucifers-fabriekenBryant
andMay
dit
voeren,zijn
indrukwekkend. De bereikte volumeproduktie is hoog.Het kan
echterniet
worden
verheelddat de
combinatie van bacteriekanker en Marssonina brunnea een ernstig gevaarvoÍmt
voor deze populierenteelt.Het
antwoord op deze bedreiging zal moeten worden gevondendoor
deproduktie van nieuwe
ziekteresistenteklonen,
aan deontwikkeling
waarvan op verschillende plaatsenwordt
gewerkt.Te
verwachten is, dat daarmeeniet
alleen risico's verminderen zullen, maar ook dat deproduktie
nog zaI toenemen.ii .1 :: : i : I :