• No results found

Indicatieve milieukwaliteitsnormen 2005-2006. Overzicht van in 2005 en 2006 door het RIVM afgeleide indicatieve milieukwaliteitsnormen voor stoffen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Indicatieve milieukwaliteitsnormen 2005-2006. Overzicht van in 2005 en 2006 door het RIVM afgeleide indicatieve milieukwaliteitsnormen voor stoffen"

Copied!
225
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RIVM rapport 601570001/2007

Indicatieve milieukwaliteitsnormen 2005-2006

Overzicht van in 2005 en 2006 door het RIVM

afgeleide indicatieve milieukwaliteitsnormen voor

stoffen

R.J. Hansler*, R.H.L.J. Fleuren, E.H.W. Heugens,

P.J.C.M. Janssen, R. Posthumus, C.E. Smit

* Contact: RIVM, Stoffen Expertise Centrum. rikkert.hansler@rivm.nl

Dit onderzoek werd verricht in opdracht en ten laste van het ministerie van VROM,

Directoraat Generaal Milieubeheer, Directie Stoffen, Afvalstoffen, Straling, in het kader van

project 601570, Beleidsondersteuning prioritaire stoffen.

(2)
(3)

Abstract

Indicative environmental quality standards 2005-2006

Indicative environmental quality standards for substances derived by the Dutch National

Institute for Public Health and the Environment in 2005 and 2006

This report documents indicative environmental quality standards derived by the National

Institute for Public Health and the Environment (RIVM) for a number of substances.

Authorities and policy makers can use these standards for rapid assessment of potential

environmental problems.

In 2005 and 2006, RIVM derived indicative environmental quality standards for 46

substances at the request of policy makers and the competent authorities. These standards are

used to indicate the maximum permissible concentration of a substance in water, air or soil.

Indicative environmental quality standards are derived using a simple step-by-step plan. This

approach is quicker than the common procedure for deriving environmental quality standards,

mainly because the method for literature searches and validation of data is less exhaustive.

Uncertainty factors are applied as a precaution to prevent underestimation of a potential risk

to humans or the environment.

Indicative environmental quality standards, derived by RIVM since 2004, enable policy

makers and competent authorities to identify potential environmental problems. An important

advantage for both authorities and industry is the anticipated gain in time. Negative

assessment based on the indicative quality standards can signal a need for further

investigation.

Key words: environmental quality standards; maximum permissible concentration; ad hoc

MPC

(4)
(5)

Rapport in het kort

Indicatieve milieukwaliteitsnormen 2005-2006

Overzicht van in 2005 en 2006 door het RIVM afgeleide indicatieve milieukwaliteitsnormen

voor stoffen

Dit rapport bevat indicatieve milieukwaliteitsnormen die het RIVM voor een aantal stoffen

heeft afgeleid. Hiermee kunnen vergunningverleners en beleidsmakers snel beoordelen of er

sprake is van een mogelijk milieuprobleem.

Het RIVM heeft in 2005 en 2006 voor 46 stoffen indicatieve milieukwaliteitsnormen

afgeleid, op verzoek van beleidsmakers en vergunningverleners. De normen geven een

indicatie van de maximale concentratie waarin de stoffen mogen voorkomen in water, lucht

of bodem. Het afleiden van de indicatieve normen gebeurt volgens een eenvoudig

stappenplan, dat sneller werkt dan de gangbare procedure voor het bepalen van

milieukwaliteitsnormen. Die snelheid komt voornamelijk doordat literatuuronderzoek en

controle van gegevens minder uitvoerig plaatsvinden. Om te voorkomen dat autoriteiten een

eventueel risico voor de mens of het milieu onderschatten, worden uit voorzorg

onzekerheidsfactoren toegepast.

Met de indicatieve milieukwaliteitsnormen, die het RIVM sinds 2004 afleidt, kunnen

beleidsmakers en vergunningverleners, zoals gemeenten, provincies en waterschappen,

sneller achterhalen of er sprake is van een mogelijk milieuprobleem. Belangrijk voordeel

voor zowel overheden als bedrijven is de beoogde tijdswinst. Een negatieve beoordeling op

basis van de indicatieve normen kan aanleiding zijn voor aanvullend onderzoek.

(6)
(7)

Inhoud

Samenvatting

9

1.

Inleiding 11

1.1

Wat zijn indicatieve milieukwaliteitsnormen? 11

1.2

Indicatieve milieukwaliteitsnormen 2005-2006 11

1.3

Leeswijzer 11

2.

Werkwijze 13

2.1

Afleiding 13

2.2

Toetsing en formele vaststelling 13

2.3

Gebruik van reeds bestaande normen 13

3.

Overzicht van indicatieve kwaliteitsnormen 15

Bijlage 1

Stappenschema afleiding ad hoc MTR 21

Bijlage 2

Achtergrondinformatie per stof 33

(8)
(9)

Samenvatting

In het voorliggende rapport worden alle indicatieve milieukwaliteitsnormen gerapporteerd die

in 2005 en 2006 binnen het project (Inter)nationale Normen Stoffen (INS) zijn afgeleid.

Indicatieve milieukwaliteitsnormen zijn normen voor concentraties van gevaarlijke stoffen

die gelden zolang er voor een stof geen reguliere milieukwaliteitsnorm is vastgesteld. Het

betreft veelal afleidingen op aanvraag van vergunningverleners, in het kader van een

vergunningaanvraag. Voor een aantal stoffen zijn de normafleidingen verricht in opdracht

van het ministerie van VROM, ten behoeve van de beleidsnota Voortgangsrapportage

milieubeleid voor Nederlandse prioritaire stoffen (VROM, 2006).

In Nederland worden milieukwaliteitsnormen afgeleid in het kader van het project

(Inter)nationale Normen Stoffen (INS). Sinds 2004 worden, naast de reguliere

milieukwaliteitsnormen, binnen INS ook zogenaamde indicatieve milieukwaliteitsnormen

afgeleid. Deze indicatieve milieukwaliteitsnormen worden afgeleid volgens een methode die

sneller is dan de gangbare, uitgebreide methodiek voor de afleiding van

milieukwaliteitsnormen. Er vindt minder uitgebreid literatuuronderzoek plaats, en gegevens

worden minder uitgebreid getoetst op validiteit. De procedure is door de toepassing van

onzekerheidsfactoren in beginsel conservatief. Dat betekent dat de afgeleide waarden een

ruime veiligheidsmarge bevatten. Dit voorkomt dat een eventueel risico voor mens of milieu

wordt onderschat.

Indicatieve milieukwaliteitsnormen kunnen als richtinggevend instrument worden toegepast

in verschillende kaders, zoals bijvoorbeeld de beoordeling van de milieukwaliteit en de

vergunningverlening.

De normen zijn eveneens te vinden via de RIVM-themasite Risico’s van stoffen

(http://www.rivm.nl/rvs/).

(10)
(11)

1.

Inleiding

1.1 Wat zijn indicatieve milieukwaliteitsnormen?

In Nederland worden milieukwaliteitsnormen afgeleid in het kader van het project INS. INS

staat voor (Inter)nationale Normen Stoffen. Dit is het kader dat algemene, niet-wettelijke

milieukwaliteitsnormen vaststelt voor de verschillende milieucompartimenten (bodem, water,

lucht). Milieukwaliteitsnormen geven de risicogrenzen aan voor stoffen in deze

milieucompartimenten. De normen zijn gebaseerd op de kennis over de effecten van stoffen

in het milieu en op de mens.

Sinds 2004 worden, naast de reguliere milieukwaliteitsnormen, binnen INS ook zogenaamde

indicatieve milieukwaliteitsnormen afgeleid. Dit gebeurt volgens een gestandaardiseerde

methode die sneller is dan de meer uitgebreide methodiek die voor reguliere

milieukwaliteitsnormen geldt. Er vindt namelijk minder uitgebreid literatuuronderzoek plaats,

en gegevens worden minder uitgebreid getoetst op validiteit. De methodiek voor de afleiding

van indicatieve milieukwaliteitsnormen is uitgebreid beschreven in Hansler et al. (2006).

Omdat voor het afleiden van indicatieve kwaliteitsnormen een vereenvoudigde procedure

geldt, zijn in deze normen grotere onzekerheids- of veiligheidsmarges ingebouwd. De

methode is daarmee in beginsel conservatief, want hoe minder gegevens er beschikbaar zijn,

hoe lager de betrouwbaarheid, en hoe hoger de veiligheidsfactor. Dit voorkomt dat een

eventueel risico wordt onderschat.

Indicatieve milieukwaliteitsnormen kunnen in verschillende contexten als richtinggevend

instrument worden toegepast wanneer voor een stof geen algemene milieukwaliteitsnorm is

vastgesteld. Toepassing is bijvoorbeeld mogelijk in het kader van de beoordeling van de

milieukwaliteit en de vergunningverlening. Overschrijding van een indicatieve

milieukwaliteitsnorm kan bijvoorbeeld aanleiding zijn voor nader onderzoek naar de risico’s

van de stof voor mens of milieu.

1.2 Indicatieve milieukwaliteitsnormen 2005-2006

In het voorliggende rapport worden alle indicatieve milieukwaliteitsnormen gerapporteerd die

in 2005 en 2006 binnen INS zijn afgeleid. In 2005 en 2006 heeft het RIVM in INS-kader

voor 46 stoffen indicatieve milieukwaliteitsnormen afgeleid. Daarbij betrof het voor een deel

afleidingen op aanvraag van vergunningverleners, in het kader van een vergunningaanvraag,

en voor een deel afleidingen in opdracht van het ministerie van VROM, ten behoeve van de

beleidsnota Voortgangsrapportage milieubeleid voor Nederlandse prioritaire stoffen (VROM,

2006).

1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 beschrijft globaal de werkwijze die gevolgd is bij de afleiding van indicatieve

milieukwaliteitsnormen en bij de toetsing ervan. Meer specifieke informatie over de gevolgde

werkwijze per stof is opgenomen in Bijlage 1. Deze bijlage bevat de rapportageformulieren

(12)

waarin, volgens een vast format, per stof is beschreven hoe de indicatieve

milieukwaliteitsnormen zijn afgeleid.

(13)

2.

Werkwijze

2.1 Afleiding

De indicatieve milieukwaliteitsnormen in dit rapport zijn afgeleid volgens de methodiek zoals

beschreven in Hansler et al. (2006). Een andere term voor ‘indicatieve milieukwaliteitsnorm’

is ‘ad hoc maximaal toelaatbaar risico’ (ad hoc MTR)

1

. Voor ieder milieucompartiment wordt

een ad hoc MTR afgeleid.

In veel gevallen is in aanvulling op de gestandaardiseerde werkwijze volgens Hansler et al.

(2006) gebruikgemaakt van een deskundigenoordeel (‘expert judgement’) voor de juiste

selectie en interpretatie van gegevens.

Zo is voor stoffen waarvoor bepaalde essentiële ecotoxicologische gegevens ontbraken, waar

mogelijk gebruik gemaakt van kwantitatieve structuur-activiteitsrelaties (QSAR’s). Het

principe van een QSAR berust op het voorspellen van de biologische of toxicologische

activiteit van een stof, op basis van zijn molecuulstructuur. Het toepassen van de juiste QSAR

vergt specifieke kennis en is daarom geen onderdeel van de standaardmethodiek.

Ook de selectie van de juiste fysisch-chemische gegevens is voor bepaalde stoffen gebaseerd

op een combinatie van experimentele gegevens en modellen, waarbij expert judgement

gebruikt is. Hoe expert judgement in specifieke gevallen is toegepast, wordt in meer detail

beschreven in de rapportageformulieren voor de betreffende stoffen (zie Bijlage 1).

2.2 Toetsing en formele vaststelling

De in dit rapport beschreven normafleidingen zijn inhoudelijk getoetst door middel van

collegiale toetsing, en behandeld in de wetenschappelijke toetsgroep van het RIVM Stoffen

Expertise Centrum. Het rapport is vervolgens voorgelegd aan de Wetenschappelijke

Klankbordgroep INS, waarna de normen op 31 mei 2007 formeel door de Stuurgroep Stoffen

zijn vastgesteld. De normen zijn eveneens te vinden via de RIVM-themasite Risico’s van

stoffen (

http://www.rivm.nl/rvs/

).

2.3 Gebruik van reeds bestaande normen

Voor een aantal van de in de lijst voorkomende stoffen zijn reeds normen bekend of in

voorbereiding. Dit rapport bouwt zoveel mogelijk voort op deze bestaande gegevens.

Zo zijn voor een aantal stoffen reguliere milieukwaliteitsnormen in voorbereiding in het

kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) (EU, 2005). Deze reguliere normen zijn

reeds in concept beschikbaar, maar nog niet definitief. Voor deze stoffen zijn hier de

concept-voorstellen als indicatieve norm overgenomen. Zodra de KRW-normen definitief zijn,

vervallen de indicatieve normen.

1

Het MTR (maximaal toelaatbaar risiconiveau) is de concentratie van een stof in water, sediment, bodem of

(14)

Daarnaast zijn voor een aantal stoffen reeds bestaande milieukwaliteitsnormen beschikbaar

voor een of meer milieucompartimenten. In dergelijke gevallen zijn, conform de methodiek,

geen indicatieve milieukwaliteitsnormen afgeleid.

Ten slotte is voor enkele stoffen in EU-verband een risicobeoordeling uitgevoerd in het kader

van Verordening 793/93/EEG (EU, 1993). Deze verordening heeft onder meer tot doel de

risico’s van zogenaamde bestaande stoffen te beoordelen en te beperken. Bij de

risicobeoordeling in het kader van deze verordening wordt voor een stof per

milieucompartiment een zogenaamde geen-effect-concentratie (predicted no-effect

concentration, kortweg PNEC) afgeleid. Een PNEC geeft de concentratie van een stof weer

waaronder geen schadelijke effecten optreden. De PNEC kan als reguliere INS-norm worden

overgenomen (zie Janssen et al., 2004). Ook voor dergelijke stoffen zijn geen indicatieve

milieukwaliteitsnormen afgeleid.

De reeds bestaande normen en PNEC’s worden ter informatie wel in de

rapportageformulieren vermeld (onder vermelding van ‘reguliere norm’), maar maken

feitelijk geen deel uit van dit rapport. Over de bruikbaarheid van PNEC’s als reguliere

INS-normen voor de betreffende stoffen wordt op termijn elders gerapporteerd.

(15)

3.

Overzicht van indicatieve kwaliteitsnormen

In Tabel 1 is een overzicht gegeven van de afgeleide ad hoc MTR’s.

Detailinformatie over de normafleidingen is opgenomen in Bijlage 2. Deze bijlage bevat

rapportageformulieren waarin, volgens een vast format, per stof de afleiding van de ad hoc

MTR’s wordt beschreven.

(16)

Tabel 1. Ad hoc MTR-waarden

Ad hoc MTR

Naam

CAS-nr

Oppervlakte-water

(ug/L)

Grondwater

(ug/L)

(ug/m3)

Lucht

(ug/kg dwt)

Bodem

(ug/kg dwt)

Sediment

geëthoxyleerde alcoholen, C

9

-C

11

68439-46-3

0,2

* 38,2 64,6 65,0

natriumdodecyl-benzeensulfonaat 25155-30-0

0,7

*

**

699 701

fosfonaten -

10

*

1,25E-06

2,35E+03

2,28E+04

limoneen 138-86-3

5989-27-5 0,14

*

306 52,1 52,5

geraniol

106-24-1 0,1 * 12,8 4,39 4,57

kaliumoleaat 143-18-0

0,095

*

**

10,4 10,6

dennenolie 8002-09-3

1,22

*

1,78E+04

741

739

citronellol

106-22-9

3,05 * 88,3 203 208

cinnamaldehyde

104-55-2

3,00 * 0,53

19,2

24,5

eugenol

97-53-0

2,40 * 89,7

23,2

27,4

citral 5392-40-5

10

*

119

212 230

benzylalcohol 100-51-6

10

*

126

18,4

35,6

ethyl butyraat

105-54-4

53

*

4,4E+04

274

366

ureum 57-13-6

290

*

3,41E-03

2,97 11,6

polyalcoholen 68439-50-9

9,0E-04

* 1,82E-03

5,29 5,30

melkzuur

50-21-5 19 * 0,088

12,4 45

propane-1,2-diol

57-55-6

3,30E+02

*

2,39E+02 2,00E+02 7,70E+02

diethyl phthalate

84-66-2

1,65E+02

*

1,57

7,60E+02

2,20E+03

isopropyl myristate

110-27-0

3,00E-02

*

6,26

2,07E+03

2,08E+03

butyl benzyl phthalate

85-68-7

7,50

*

1,75

4,63E+03

4,66E+03

triethyl citrate

77-93-0

4,50E+01

*

3,90

1,30E+02

2,08E+02

dipropylene

glycol

34590-94-8 1,90E+02

*

1,86E+02 1,50E+02 4,80E+02

triton X-100

9002-93-1

2,1

*

**

2,3E+02 2,3E+02

sodium dodecyl sulfate

151-21-3

0,26

*

**

1,19 1,64

(17)

Ad hoc MTR

Naam

CAS-nr

Oppervlakte-water

(ug/L)

Grondwater

(ug/L)

(ug/m3)

Lucht

(ug/kg dwt)

Bodem

(ug/kg dwt)

Sediment

dieldrin 60-57-1

***

*

5,22E-05

***

***

endrin 72-20-8

***

*

1,07E-04

***

***

endosulfan 115-29-7

***

*

0,043

***

***

4-(para)-nonylfenol 104-40-5

0,3

*

0,570

1,00E+03

106

bis(2-ethylhexyl)ftalaat 117-81-7

1,3 *

7,24E-03

***

5,90E+04

hexabroombifenyl 36355-01-8

2,06E-03

5,70E-03

4,06E-06

4,15

3,30

tetrabroombisfenol A

79-94-7

***

*

0,0271

***

***

gamma-hexachloorcyclohexaan 58-89-9

***

*

2,19E-04

***

***

tributyltin-kation

36643-28-4

*** * 0,0200

10,4 ***

antraceen 120-12-7

***

*

1,59

***

***

naftaleen 91-20-3

***

*

8,89

***

***

octachloornaftaleen 2234-13-1 1,01E-04

2,50E-04

1,64E-05 116

108

alachloor 15972-60-8

***

*

3,83E-04

8,75

10,7

chloordaan 57-74-9

***

*

9,86E-04

***

***

chloorpyrifos 2921-88-2

***

*

0,0194

***

***

isoproturon 34123-59-6

***

*

1,22E-04

***

***

methoxychloor 72-43-5

5,00E-05

*

0,0190

0,120

0,120

mirex 2385-85-5

7,70E-04

*

5,73E-03

0,333

31,0

simazine

122-34-9 *** * 3,01E-05 *** ***

hexamethyldisiloxaan

107-46-0 3,07E-05 1,12E-06 0,0734 2,90E-04 0,0110

musk xyleen

81-15-2

***

*

0,0756

***

***

*

Norm is gelijk aan norm voor oppervlaktewater

**

Afleiden van norm voor lucht niet mogelijk

(18)
(19)

Literatuur

BIODEG. BIODEG Chemical Search, Syracuse Research Corporation.

http://www.syrres.com/esc/biodeg.htm

BioLoom. 2004. Bioloom [computer program], version 1.0 (ClogP 4.0). BioByte

Corporation, Claremont, CA, USA.

CERI. CERI database, Chemicals Evaluation and Research Institute, Japan, National Institute

of Technology and Evaluation.

http://www.safe.nite.go.jp/english/kizon/KIZON_start_hazkizon.html

CHEMFATE. CHEMFATE Chemical Search, Syracuse Research Corporation.

http://www.syrres.com/esc/chemfate.htm

ChemFinder.

http://chemfinder.cambridgesoft.com/

EPA database. ECOTOXicology database (ECOTOX), U.S. Environmental Protection

Agency.

http://cfpub.epa.gov/ecotox/quick_query.htm

e-Pesticide Manual. 2002. The e-Pesticide Manual, 12th edition, version 2.2, Tomlin CDS

(ed.)., The British Crop Protection Council.

EPIWin 3.12. U.S. 2000. Environmental Protection Agency.

ESIS. European chemical Substances Information System.

http://ecb.jrc.it/esis/

e-toxBase. National Institute for Public Health and the Environment (RIVM), the

Netherlands.

EU (1993) Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de

beoordeling en beperking van de risico's van bestaande stoffen

EU (2005) Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on

environmental quality standards in the field of water policy and amending Directive

2000/60/EC

EUSES 2.0.3. European Union System for the Evaluation of Substances, version 2.0.3

[computer program]. National Institute for Public Health and the Environment

(RIVM), the Netherlands. Available from the European Chemicals Bureau

(

http://ecb.jrc.it

)

Hansler RJ, Traas TP, Mennes WC (2006) Handreiking voor de afleiding van indicatieve

milieukwaliteitsnormen. RIVM rapport 601503024/2006

HSDB. Hazardous Substances Data Bank, U.S. National Library of Medicine.

(20)

IUCLID. International Uniform Chemical Information Database. Available at European

Chemicals Bureau (

http://ecb.jrc.it

)

Janssen MPM, Traas TP, Rila JP, Van Vlaardingen PLA (2004) Guidance for deriving Dutch

environmental risk limits from EU risk assessment reports of existing substances.

RIVM report 601501020, RIVM, Bilthoven, the Netherlands

Mackay D, Shiu WY, Ma KC. 2000 Physical-Chemical Properties and Environmental Fate

Handbook, Chapman & Hall/CRCnetBase [CD-ROM].

Ministerie van VROM (2006) Voortgangsrapportage milieubeleid voor Nederlandse

prioritaire stoffen

OPP Pesticide database. OPP Pesticide Ecotoxicity Database, U. S. Environmental Protection

Agency.

http://www.ipmcenters.org/ecotox/dataaccess.cfm

PhysProp. Interactive PhysProp Database Demo, Syracuse Research Corporation.

http://www.syrres.com/esc/physdemo.htm

Sabljic A, Güsten H, Verhaar H, Hermens J. 1995. QSAR modelling of soil sorption.

Improvements and systematics of log Koc vs. log Kow correlations. Chemosphere:

31, 4489 – 4514

TSCATS. The Toxic Substance Control Act Test Submission Database, Syracuse Research

Corporation.

http://www.syrres.com/eSc/tscats.htm

(21)

Bijlage 1

Stappenschema afleiding ad hoc MTR

De afleiding van ad hoc MTR’s vindt plaats aan de hand van een stappenschema, volgens de

methodiek die uitgebreid is beschreven in Hansler et al. (2006). Ter informatie is het

stappenschema in deze bijlage opgenomen. Het schema bestaat uit achtereenvolgens de

afleiding van het ad hoc MTR

humaan

, de afleiding van het ad hoc MTR

eco

voor de

verschillende milieucompartimenten, en de integratie van het ad hoc MTR

humaan

en het ad hoc

MTR

eco

.

Afleiding ad hoc MTR

humaan

Nr

Vraag / Statement

Antw. Conclusie

Ga naar

START alle

stoffen

1

Is door het RIVM in de laatste 10 jaar een

MTR of daarmee vergelijkbare grootheid

afgeleid?

ja

Baseer ad hoc MTR op deze

bestaande MTR of

vergelijkbare grootheid.

18

nee

2

2

Is door een andere instantie in de laatste 10

jaar een MTR of daarmee vergelijkbare

grootheid afgeleid?

ja

Baseer ad hoc MTR op deze

bestaande MTR of

vergelijkbare grootheid.

18

nee

3

3

Bevat de HSDB-database experimentele

toxiciteitsdata van deze stof?

ja

4

nee

ad hoc MTR = 1,5 μg/p/d

2

18

4

Zijn er slechts acute toxiciteits-, irritatie-,

corrosiviteits- en/of sensibilisatiegegevens?

ja

ad hoc MTR = 1,5 μg/p/d

18

nee

AF

3

1 = 10; AF2 = 10

5

stoffen

met

experimentele

toxiciteitsgegevens

5

Is een ‘life-time’-toxiciteitsstudie aanwezig? ja

AF3 = 1

6

nee

AF3 = 10

6

6

Zijn zowel fertiliteits- als pre-/postnatale

ontwikkelingseffecten onderzocht?

ja

7

nee

AF4 = 10

8

7

Zijn biochemische en histopathologische

parameters onderzocht?

ja

AF4 = 1

8

nee

AF4 = 10

8

8

Is afleiding van een overall NOAEL uit

dierstudies mogelijk?

ja

AF5 = 1

10

2

μg/p/d = microgram per persoon per dag

3

AF = onzekerheidsfactor

(22)

Nr

Vraag / Statement

Antw. Conclusie

Ga naar

nee

9

9

Is afleiding van een overall LOAEL uit

dierstudies mogelijk?

ja

AF5 = 10

10

nee

MTIL

4

= 1,5 μg/p/d

13

10

Bepaal overall AF

Overall AF = AF1 × AF2 ×

AF3 × AF4 × AF5

11

11

Is overall AF ≤ 1000?

ja

12

nee

MTIL = 1,5 μg/p/d

13

12

Bepaal MTIL

MTIL = (NOAEL of LOAEL

uit dierstudies) / overall AF

13

evaluatie

carcinogeniteit

13

Is de carcinogeniteit onderzocht?

ja

14

nee

17

14

Is carcinogeniteit gevonden?

ja

15

nee

ad hoc MTR = MTIL

18

15

Is 1/10

4

/levenslang risico te bepalen?

ja

bepaal 1/10

4

/levenslang

risico

16

nee

ad hoc MTR = MTIL

18

16

Is 1/10

4

/levenslangrisico ≤ MTIL?

ja

ad hoc MTR =

1/10

4

/levenslang risico

18

nee

ad hoc MTR = MTIL

18

evaluatie

mutageniteit

17

Is in de chemische structuur van de stof een

Structural Alert voor mutageniteit aanwezig?

ja

ad hoc MTR = 1,5 μg/p/d

18

nee

ad hoc MTR = MTIL

18

18

Gebruik resultaat als input voor Integratie ad hoc MTR

humaan

en ad hoc MTR

eco

§ 3.4

(23)

Afleiding ad hoc MTR

eco

Nr

Vraag / Statement

Antw. Conclusie

Ga naar

ad hoc MTR

eco

(grond)water

1

Is er een officieel MTR

eco

beschikbaar voor

water?

ja

Er wordt geen ad hoc MTR

voor water afgeleid

STOP

nee

2

2

Zijn er experimentele ecotox-data voor water

voor deze stof?

ja

3

nee

Baseer ad hoc MTR

water

op

humane tox

3

Bepaal kans op doorvergiftiging: voldoet de

stof aan de criteria in Tabel B2?

ja Bereken

AF

water

en

AF

doorvergiftiging

4

nee

Bereken ad hoc MTR

water

(Tabel B4)

5

4

Deze berekening houdt rekening met

additionele effecten als gevolg van

bioaccumulatie en doorvergiftiging (DV)

Bereken ad hoc MTR

water

met

AF = AF

water

(Tabel B4) ×

AF

doorvergiftiging

(Tabel B3)

5

5

Gebruik resultaat als input voor Integratie ad hoc MTR

humaan

en ad hoc MTR

eco

ad hoc MTR

eco

lucht

1

Is er een officieel MTR

eco

beschikbaar voor

lucht?

ja

Er wordt geen ad hoc MTR

voor lucht afgeleid

STOP

nee

2

2

Zijn er experimentele ecotox-data voor

lucht voor deze stof?

ja

3

nee

Baseer ad hoc MTR

lucht

op

(24)

Nr

Vraag / Statement

Antw. Conclusie

Ga naar

3

Bereken ad hoc MTR

lucht

1.

2.

Zoek AF

lucht

op in Tabel B1

ad hoc MTR

lucht

=

LOAEL/AF

lucht

Tabel B1

4

4

Gebruik resultaat als input voor Integratie ad hoc MTR

humaan

en ad hoc MTR

eco

ad hoc MTR

eco

bodem

1

Is door een officiële instantie in de laatste 10

jaar een MTR of vergelijkbaar afgeleid voor

bodem?

ja

Er wordt geen ad hoc MTR

voor bodem afgeleid

STOP

nee

2

2

Zijn er experimentele ecotox-data voor

bodem van deze stof?

ja

3

nee

6

3

Bepaal kans op doorvergiftiging: voldoet de

stof aan de criteria in Tabel B2?

ja Bereken

AF

bodem

en

AF

doorvergiftiging

4

nee

Bereken ad hoc MTR

bodemEXP5

(Tabel B5)

5

4

Deze berekening houdt rekening met

additionele effecten als gevolg van

bioaccumulatie en doorvergiftiging (DV)

Bereken ad hoc MTR

bodemEXP

met AF =

AF

bodem

(Tabel B5) * AF

doorvergiftiging

(Tabel B3)

5

5

Bereken ook ad hoc MTR

bodemEP6

6

6

Zijn er experimentele ecotox-data voor water

van deze stof? (zie Bijlage 2)

ja

Bereken ad hoc MTR

water

(zie

stappenschema ad hoc

MTR

water

)

7

nee

Baseer ad hoc MTR

bodem

op

humane tox

5

Ad hoc MTR

bodemEXP

= ad hoc MTR

bodem

gebaseerd op experimentele ecotox-data voor bodem

6

Ad hoc MTR

(25)

Nr

Vraag / Statement

Antw. Conclusie

Ga naar

7

Bereken ad hoc MTR

bodemEP

uit ad hoc

MTR

water

ad hoc MTR

bodemEP

= ad hoc MTR

water

*

K

p

(bodem/water) *

F

bodemNL 7

8

8

Is ad hoc MTR

bodemEXP

beschikbaar?

ja

9

nee

ad hoc MTR

bodem

= ad hoc

MTR

bodemEP

10

9

Is ad hoc MTR

bodemEP

< ad hoc MTR

bodemEXP

? ja

ad hoc MTR

bodem

= ad hoc

MTR

bodemEP

10

nee

ad hoc MTR

bodem

= ad hoc

MTR

bodemEXP

10

10

Gebruik resultaat als input voor Integratie ad hoc MTR

humaan

en ad hoc MTR

eco

ad hoc MTR

eco

sediment

1

Is door een officiële instantie in de laatste 10

jaar een MTR of vergelijkbaar afgeleid voor

sediment?

ja

Er wordt geen ad hoc MTR

voor sediment afgeleid

STOP

nee

2

2

Zijn er experimentele ecotox-data voor

sediment van deze stof?

ja

3

nee

6

3

Bepaal kans op doorvergiftiging: voldoet de

stof aan de criteria in Tabel B2?

Ja Bereken

AF

sediment

en

AF

doorvergiftiging

4

nee

Bereken ad hoc

MTR

sedimentEXP8

(Tabel B6)

5

4

Deze berekening houdt rekening met

additionele effecten als gevolg van

bioaccumulatie en doorvergiftiging (DV)

Bereken ad hoc MTR

sedimentEXP

met AF

= AF

sediment

(Tabel B6) * AF

doorvergiftiging

(Tabel B3)

5

5

Bereken ook ad hoc MTR

sedimentEP9

6

7

F

bodemNL

= 3,33; deze factor dient voor de omrekening naar drooggewicht Nederlandse standaard bodem.

8

Ad hoc MTR

sedimentEXP

= ad hoc MTR

sediment

gebaseerd op experimentele ecotox-data voor sediment

9

Ad hoc MTR

(26)

Nr

Vraag / Statement

Antw. Conclusie

Ga naar

6

Zijn er experimentele ecotox-data voor water

van deze stof?

ja

Bereken ad hoc MTR

water

(zie

stappenschema ad hoc

MTR

water

)

7

nee

Baseer ad hoc MTR

sediment

op

humane tox

§ 3.4

7

Bereken ad hoc MTR

sedimentEP

uit ad hoc

MTR

water

ad hoc MTR

sedimentEP

= ad hoc

MTR

water

* K

p

(sediment/water) *

F

sedimentNL10

8

8

Is ad hoc MTR

sedimentEXP

beschikbaar?

ja

9

nee

ad hoc MTR

sediment

= ad hoc

MTR

sedimentEP

10

9

Is ad hoc MTR

sedimentEP

< ad hoc

MTR

sedimentEXP

?

ja

ad hoc MTR

sediment

= ad hoc

MTR

sedimentEP

10

nee

ad hoc MTR

sediment

= ad hoc

MTR

sedimentEXP

10

10

Gebruik resultaat als input voor Integratie ad hoc MTR

humaan

en ad hoc MTR

eco

§ 3.4

Integratie ad hoc MTR

humaan

en ad hoc MTR

eco

Nr

Vraag / Statement

Antw. Conclusie

Ga naar

1

Bereken de verspreiding van de stof over de

milieucompartimenten met EUSES 2.0.3

Gebruik de input voor

EUSES 2.0.3 en de default

settings

2

2

Input in HUMANEX:

• stof-eigenschappen

• EUSES 2.0.3-verdeling (fate)

• ad hoc MTR

humaan

(µg/p/d) (§ 3.2)

• ad hoc MTR

eco

(µg/L, µg/m

3

) (§ 3.3)

11

Bereken

HUMANEX-output:

MTR

humaan

en MTR

eco

per

compartiment

3

3

Bepaal per compartiment de meest kritische

(= laagste) ad hoc MTR-waarde

STOP

10

F

sedimentNL

= 2,71; deze factor dient voor de omrekening naar drooggewicht Nederlands standaard sediment.

11

Wanneer volgens het stappenschema (§ 3.3) voor een bepaald compartiment geen ad hoc MTR

eco

kan worden

(27)

Tabel B1. Afleiding ad hoc MTR

lucht

gebaseerd op toxiciteitsgegevens

a,b)

Beschikbare

data

Aanvullende criteria

ad hoc MTR

gebaseerd

op

Onzekerheids-factor

Basisgroepen

Plant of (korst)mos, ongewervelden,

gewervelden

NOEC voor 1

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) (= de laagste NOEC) van soort in

basisgroepen

NOEC

min

1000

NOECs voor 2

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van verschillende soorten in de

basisgroepen

NOEC

min

300

NOECs voor 3

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van verschillende soorten in de

basisgroepen

NOEC

min

100

L(E)C50s voor

basisset

b

L(E)C50s van minimaal 1 soort behorende

tot de basisgroepen

L(E)C50

min

1000

L(E)C50

min

/1000 < NOEC

min

/100 L(E)C50

min

1000

Basisset + 1 x

chronische tox

(NOEC)

L(E)C50

min

/1000 ≥ NOEC

min

/100

NOEC

min

100

NOEC

min

< LC50

min

en

NOECs voor 2 soorten met verschillend leef-

en voedselpatroon

NOEC

min

50

Basisset + 2

NOECs

Indien condities niet vervuld zijn, ga naar

basisset + 1x NOEC

NOEC

min

< LC50

min

en

NOECs voor 3 soorten met verschillend leef-

en voedselpatroon

NOEC

min

10

Basisset + 3

NOECs

Indien condities niet vervuld zijn, ga naar

basisset + 2x NOEC

a) Het ad hoc MTRlucht is gebaseerd op de bepalende toxiciteitswaarde volgens het schema (kolom 3) gedeeld door de AF (kolom 4). De AF-waarden die moeten worden toegepast wanneer er alleen NOECs beschikbaar zijn en geen LC50s, zijn ontleend aan Tabel B4. Wanneer minder gegevens beschikbaar zijn dan de basisset, worden de juiste factoren toegepast op de beschikbare LC50- en NOEC-waarden; vervolgens wordt het laagste resultaat gebruikt voor afleiding van het ad hoc MTR.

b) De TGD geeft geen basisset voor blootstelling via lucht. De basis zoals hier gebruikt is gebaseerd op de INS-guidance (zie Traas, 2001) en bestaat uit primaire producenten (planten of (korst)mossen), ongewervelden en gewervelden. De TGD schrijft geen standaard factoren voor; er is hier gekozen voor analogie met afleiding van ad hoc MTRbodem (Tabel B5). In het kader van de ad-hoc MTR-methode wordt, wanneer de basisset niet compleet is, en/of er alleen acute gegevens zijn, het ad hoc MTRlucht altijd vergeleken met die op basis van equilibrium-partitie vanuit water, en wordt de meest kritische waarde hiervan genomen.

(28)

Tabel B2. Condities om een stof als potentieel bioaccumulatief te classificeren

a)

Karakteristieken

Condities

Fysisch-chemisch

• Log K

ow

> 3 en molecuulgewicht <

700

• Indicatie op basis van expert

judgement

(Organo)metalen

• Indicatie op basis van literatuur/

experiment

a)Een stof kan in potentie accumuleren in de voedselketen. Vogels en zoogdieren kunnen blootgesteld worden aan toxische stoffen via het voedsel. Dit proces wordt aangeduid als doorvergiftiging. Meer detail over de condities wordt gegeven in de EU-TGD.

Tabel B3. Onzekerheidsfactoren ter voorkoming van doorvergiftiging

Log K

ow

range

AF

3-4 2

4-5 5

5-8 10

8-9 3

> 9

1

(29)

Tabel B4. Afleiding ad hoc MTR

water

gebaseerd op toxiciteitsgegevens

a)

Beschikbare

data

Aanvullende criteria

ad hoc MTR

gebaseerd

op

Onzekerheids-factor

Basisgroepen

Alg, Daphnia, vis

L(E)C50 voor 1

van de 3

basisgroepen

LC50(min) van soorten in basisgroepen L(E)C50

min

10000

NOEC voor 1

van de 3

basisgroepen

NOEC(min) van soorten in

basisgroepen

NOEC

min

1000

L(E)C50s voor

2 van de 3

basisgroepen

LC50(min) van 2 testen voor

verschillende soorten in de

basisgroepen

L(E)C50

min

3000

NOECs voor 2

van de 3

basisgroepen

NOEC(min) van 2 testen voor

verschillende soorten in de

basisgroepen

NOEC

min

300

NOECs voor

basisset

Alg, Daphnia, vis

NOEC

min

100

L(E)C50s voor

basisset

Alg, Daphnia, vis

L(E)C50

min

1000

Basisset + 1 x

chronische tox

(NOEC)

NOEC voor dezelfde taxonomische

groep als de laagste L(E)C50 ?

Ja

NOEC

min

100

Nee:

L(E)C50

min

/1000 <

NOECaqua/100

L(E)C50

min

1000

Nee: L(E)C50

min

/1000 ≥ NOEC

min

/100 NOEC

min

100

Basisset + 2

NOECs

NOEC(min) voor dezelfde

taxonomische groep als de laagste

L(E)C50?

Ja: Daphnia of vis

NOEC

min

50

Nee: NOEC

min

≤ LC50

min

NOEC

min

100

Nee:

LC50

min

< NOEC

min

LC50

min

100

Basisset + 3

NOECs

NOECs voor alg, Daphnia, vis?

Ja

NOEC

min

10

Nee:

NOEC

min

voor dezelfde

taxonomische groep als de laagste

L(E)C50 en NOEC

min

≤ LC50

min

(30)

Beschikbare

data

Aanvullende criteria

ad hoc MTR

gebaseerd

op

Onzekerheids-factor

Nee:

NOEC

min

niet van dezelfde

taxonomische groep als de laagste

L(E)C50 en NOEC

min

≤ LC50

min

NOEC

min

50

Nee:

NOEC

min

niet van dezelfde

taxonomische groep als de laagste

L(E)C50 en LC50

min

< NOEC

min

LC50

min

100

a) Het ad hoc MTRwater is gebaseerd op de bepalende toxiciteitswaarde volgens het schema (kolom 3) gedeeld door de AF (kolom 4). Wanneer minder gegevens beschikbaar zijn dan de basisset, worden de juiste factoren toegepast op de beschikbare LC50- en NOEC-waarden; vervolgens wordt het laagste resultaat gebruikt voor afleiding van het ad hoc MTR.

(31)

Tabel B5. Afleiding ad hoc MTR

bodem

gebaseerd op toxiciteitsgegevens

a,b)

Beschikbare

data

Aanvullende criteria

ad hoc MTR

gebaseerd

op

Onzekerheids-factor

Basisgroepen Planten,

microorganismen

(decomposers), ongewervelden

(consumers)

NOEC voor 1

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van soort in basisgroepen NOEC

min

1000

NOECs voor 2

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van verschillende soorten

in de basisgroepen.

NOEC

min

300

NOECs voor 3

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van verschillende soorten

in de basisgroepen.

NOEC

min

100

L(E)C50s voor

basisset

b

L(E)C50s uit minimaal 1 van de drie

basisgroepen

L(E)C50

min

1000

L(E)C50

min

/1000 < NOEC

min

/100 L(E)C50

min

1000

Basisset + 1 x

chronische tox

(NOEC)

L(E)C50

min

/1000 ≥ NOEC

min

/100

NOEC

min

100

NOEC

min

< LC50

min

NOECs voor soorten uit 2 trofische

niveau’s

NOEC

min

50

Basisset + 2

NOECs

Indien condities niet vervuld zijn, ga

naar basis set + 1x NOEC

NOEC

min

< LC50

min

NOECs voor soorten uit 3 trofische

niveau’s

NOEC

min

10

Basisset + 3

NOECs

Indien condities niet vervuld zijn, ga

naar basisset + 2x NOEC

a)Het ad hoc MTRbodem is gebaseerd op de bepalende toxiciteitswaarde volgens het schema (kolom 3) gedeeld door de AF (kolom 4). De AF-waarden die moeten worden toegepast wanneer er alleen NOECs beschikbaar zijn en geen LC50s, zijn ontleend aan Tabel B4. Wanneer minder gegevens beschikbaar zijn dan de basisset, worden de juiste factoren toegepast op de beschikbare LC50- en NOEC-waarden; vervolgens wordt het laagste resultaat gebruikt voor afleiding van het ad hoc MTR.

b) De TGD-basisset bestaat in principe uit primaire producenten (planten), decomposers (microörganismen) en consumers (vele soorten ongewervelde bodemfauna). De TGD laat voor bodem toe, dat de factor 1000 wordt gebruikt wanneer de basisset niet compleet is. Wanneer er echter maar één LC50 beschikbaar is, wordt het ad hoc MTRbodem vergeleken met het ad hoc MTRbodem op basis van equilibrium-partitie. In het kader van de ad hoc MTR-methode wordt, wanneer de basisset niet compleet is, en/of er alleen acute gegevens zijn, het ad hoc MTRbodem altijd vergeleken met die op basis van equilibrium partitie. Dit is analoog aan de TGD-werkwijze voor sediment. De meest kritische waarde wordt genomen als ad hoc MTRbodem (zie stappenschema).

(32)

Tabel B6. Afleiding ad hoc MTR

sediment

gebaseerd op toxiciteitsgegevens

a,b)

Beschikbare

data

Aanvullende criteria

ad hoc MTR

gebaseerd op

Onzekerheids-factor

Basisgroepen Sediment-bewonende

organismen

NOEC voor 1

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van soort in basisgroepen NOEC

min

1000

NOECs voor 2

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van verschillende soorten

in de basisgroepen.

NOEC

min

300

NOECs voor 3

van de 3

basisgroepen

a

NOEC(min) van verschillende soorten

in de basisgroepen.

NOEC

min

100

L(E)C50s voor

basisset

b

L(E)C50s van minimaal 1 soort

behorende tot de basisgroepen

L(E)C50

min

1000

L(E)C50

min

/1000 < NOEC

min

/100 L(E)C50

min

1000

Basisset + 1 x

chronische tox

(NOEC)

L(E)C50

min

/1000 ≥ NOEC

min

/100

NOEC

min

100

NOEC

min

< LC50

min

en

NOECs voor 2 soorten met verschillend

leef- en voedselpatroon

NOEC

min

50

Basisset + 2

NOECs

Indien condities niet vervuld zijn, ga

naar basis set + 1x NOEC

NOEC

min

< LC50

min

en

NOECs voor 3 soorten met verschillend

leef- en voedselpatroon

NOEC

min

10

Basisset + 3

NOECs

Indien condities niet vervuld zijn, ga

naar basisset + 2x NOEC

a) Het ad hoc MTRsediment is gebaseerd op de bepalende toxiciteitswaarde volgens het schema (kolom 3) gedeeld door de AF (kolom 4). De AF-waarden die moeten worden toegepast wanneer er alleen NOECs beschikbaar zijn en geen LC50s, zijn ontleend aan Tabel B4. Wanneer minder gegevens beschikbaar zijn dan de basisset, worden de juiste factoren toegepast op de beschikbare LC50- en NOEC-waarden; vervolgens wordt het laagste resultaat gebruikt voor afleiding van het ad hoc MTR.

b) De TGD geeft geen basisset voor blootstelling via sediment, maar specificeert wel dat de aanvullende chronische gegevens alleen leiden tot verlaging van de AF als het gaat om soorten ‘met verschillend leef- en voedselpatroon’. Volgens de TGD wordt, waneer er alleen acute gegevens voorhanden zijn, het ad hoc MTRsediment altijd vergeleken met die op basis van equilibrium-partitie vanuit water. De meest kritische waarde hiervan wordt genomen als ad hoc MTRsediment.

(33)

Bijlage 2

Achtergrondinformatie per stof

Deze bijlage bevat per stof detailinformatie over de afleiding van de ad hoc MTR’s. De

informatie wordt gepresenteerd in rapportageformulieren, die zijn opgebouwd volgens een

vast format en achtereenvolgens de volgende onderdelen bevatten:

-

een samenvattend overzicht van de afgeleide ad hoc MTR’s

-

gegevens over de identiteit

-

fysisch-chemische gegevens

-

(eco)toxicologische gegevens

-

resultaten van het doorlopen van het stappenschema (zie Bijlage 1)

-

uitvoergegevens van het model Humanex voor de integratie van het ad hoc MTR

eco

en

het ad hoc MTR

humaan

Wanneer voor een stof reeds bestaande normen en/of PNECs beschikbaar zijn, worden deze

ter informatie in de rapportageformulieren vermeld (met de vermelding ‘reguliere norm’).

Deze normen maken echter feitelijk geen deel uit van dit rapport. De overname van PNECs

als reguliere INS-normen voor de betreffende stoffen wordt op termijn elders gerapporteerd.

De uitvoergegevens van het model Humanex worden standaard gegeven met twee decimalen.

Dit kan tot gevolg hebben dat de uiteindelijke ad hoc MTR-waarden in bepaalde gevallen met

teveel significante cijfers worden vermeld.

(34)

Rapportageformulier

SAMENVATTING

STOFNAAM Alcohols,

ethoxylated,

C

9

-C

11

CAS-NUMMER

68439-46-3

AD HOC MTR*

(grond)water 0,2

µg/L

lucht

38,2

µg/m

3

bodem

64,6

µg/kg

dwt

sediment

65,0

µg/kg

dwt

* Gebaseerd op ecotoxicologische gegevens. Op basis van expert judgement worden deze normen ook geschikt geacht om de mens voldoende te beschermen.

1. IDENTITEIT

Stofnaam Alcohols, ethoxylated, C9-C11

CAS-nummer 68439-46-3

Stofgroep geëthoxyleerde alcoholen; neutral organics (volgens epiwin 3.12)

Synoniemen C9-11 Pareth-3; (C9-C11) Alkyl alcohol, ethoxylate; (C9-C11)Alkyl alcohol

ethoxylate; Neodol 91-6; Polyethylene glycol, nonyl, decyl, undecyl ether Molecuulformule Afhankelijk van keten, bijv. C11H42O. De gerapporteerde fysisch-chemische

parameters zijn op deze molecuulformule gebaseerd. Structuurformule C11H42O:

2. FYSISCH-CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN

Eigenschap Waarde ref.

Molecuulgewicht (g/mol) 172,31 (in geval van C11H42O) SRC PhysProp; Epiwin 3.12

Smeltpunt (°C) -20 -15 SRC PhysProp Epiwin 3.12 Kookpunt (°C) 180 206 SRC PhysProp Epiwin 3.12

Dampdruk (Pa) 50,6 (geschat) SRC PhysProp; Epiwin 3.12 Oplosbaarheid in water (mg/L) 8,83 (geschat op basis log Kow)

19,25 (geschat op basis fragmenten)

SRC PhysProp; Epiwin 3.12 Epiwin 3.12

Log Kow 4,49 (geschat)

4,57 (geschat) SRC PhysProp; Epiwin 3.12 MedChem ClogP LogKoc 2,50 (geschat) 3,74 (QSAR) Epiwin 3.12

Sabljic (pred. hydrophobic) Henry-coefficient (Pa-m3/mol) 1114,3

988,4

453

SRC PhysPRop Epiwin 3.12

zelf berekend op basis S en VP Relatieve dichtheid (-) -

pKa -

Dikgedrukte gegevens zijn gebruikt in de ad hoc MTR-afleiding.

3. GEDRAG EN LOTGEVALLEN IN HET MILIEU

Eigenschap Waarde ref.

(Aerobe bio)degradatie gemakkelijk afbreekbaar:

MITI linear: 0,64 MITI non linear: 0,79

Epiwin 3.12

(35)

4. TOXICITEIT

4.1 Humane toxiciteit

Eigenschap waarde ref.

experimentele gegevens geen bestaande reviews beschikbaar, geen HSBD-file, publicatie met dermale studies (repro, semichronisch). Geen bruikbare data voor afleiding ad hoc MTR.

carcinogeniteit - mutageniteit -

Dikgedrukte gegevens zijn gebruikt in de ad hoc MTR-afleiding. 4.2 Ecotoxiciteit species duur (uur) parameter waarde (mg/l) opmerking ref. vissen

Pimephales promelas 28 d NOECsurvival 1,01 vis e-toxBase

Pimephales promelas 48 uur NOECsurvival 10,27 ei e-toxBase

Pimephales promelas 96 uur LC50 8,5 e-toxBase

Pimephales promelas 28 d LC50 4,87 e-toxBase

kreeftachtigen

Daphnia magna 48 uur EC50 5,3 e-toxBase

Ceriodaphnia dubia 48 uur EC50 5,36 e-toxBase

algen

Dikgedrukte gegevens zijn gebruikt in de ad hoc MTR-afleiding.

5. CLASSIFICATIE

5.1 Classificatie volgens de Material Safety Data Sheet

Geen informatie van aanvrager.

Gelabeld volgens http://www.sparkleauto.com/msds/meguiars/M118.pdf Xn: Schadelijk.

R22: Schadelijk bij opname door de mond.

5.2 Classificatie volgens Annex I (gezocht via ESIS op de ECB-website)

CAS-nummer wordt niet herkend in ESIS.

6. AD HOC MTR (VIA STAPPENSCHEMA)

Ad hoc MTRhumaan

stap resultaat opmerking

1 Nee 2 Nee

3 Nee, op basis van expert judgement wordt echter aangenomen dat de ad hoc MTReco’s

voor milieu voldoende stringent zijn om ook de mens te beschermen. Dit wordt mede onderbouwd door een orale rat LD50 van 1,4 g/kg (http://toxnet.nlm.nih.gov/cgi-bin/sis/search/f?./temp/~iOdY56:6) 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

(36)

17

18 Geen integratie humaan en eco. Normen voor de compartimenten gebaseerd op eco.

Ad hoc MTReco (grond)water

stap resultaat opmerking

1 Nee 2 Ja

3 Ja, log Kow = 4,49 AFdoorvergiftiging = 5

4 Ad hoc MTRwater = 0,2 µg/l NOEC voor Pimephales promelas van

1,01 mg/L, AF = AFwater x

AFdoorvergiftiging= 1000 x 5 = 5000

5 Geen integratie humaan en eco. Normen voor de compartimenten gebaseerd op eco.

Ad hoc MTReco lucht

stap resultaat opmerking

1 nee

2 nee Het ad hoc MTR voor lucht is (in afwijking van Hansler et al., 2006) via evenwichtspartitie berekend uit het ad hoc MTR voor water (zie stap 3) 3 ad hoc MTRlucht = ad hocMTRwater x

Kplucht/water x 1000 (van L -> m3) = 0,2 μg/L x

0,191m3/m3 x 1000 = 38,2 μg/m3

Kplucht/water = 0,191 m3/m3 volgens

EUSES 1.0. 4 38,2 μg/m3 gebruikt voor integratie humaan en

eco

Ad hoc MTReco bodem

stap resultaat opmerking

1 nee 2 nee 3 4 5

6 ja, ad hoc MTRWater = 0,2 μg/L

7 ad hoc MTRbodem = ad hoc MTRwater x

Kbodem/water x 1000/1700 (RHObodem) = 0,2

μg/L x 165 x 0,59 = 19,4 μg/kg wwt. Omrekening naar NL-bodem en op basis van drooggewicht:

19,4 x 3,33 = 64,6 μg/kg dwt

Kbodem/water = 165 m3/m3 volgens EUSES

1.0.

MTR moet ook gecorrigeerd worden voor de karakteristieken van een NLstandaardbodem.

8 Ja 9 Ja

10 Geen integratie humaan en eco. Normen voor de compartimenten gebaseerd op eco.

Ad hoc MTRECO sediment

stap resultaat opmerking

1 nee 2 nee 3 4 5

6 ja, ad hoc MTRwater = 0,2 μg/L

7 ad hoc MTRsediment = ad hoc MTRwater x

Ksusp/water x 1000/1150 (RHOsusp. matter) = 0,2

μg/L x 138 x 0,87 = 24 μg/kg wwt. Omrekening naar NL-sediment en op basis van drooggewicht:

24 x 2,71 = 65,0 μg/kg dwt

Ksusp/water = 138 m3/m3 volgens EUSES

1.0.

MTR moet ook gecorrigeerd worden voor de karakteristieken van een NLstandaardsediment.

8 ja 9 ja

10 Geen integratie humaan en eco. Normen voor de compartimenten gebaseerd op eco.

(37)

Integratie ad hoc MTRHUMAAN en ad hoc MTRECO

stap resultaat opmerking

1 PECopp. water (opgelost) = 1,97x10-4 mg/L

PEClucht = 1,74x10-4 mg/m3

PEClandbouwgrond = 0,0143 mg/kg wwt

PEClandbouwgrond, poriewater = 1,47x10-4 mg/L

PECsediment = 0,0352 mg/kg wwt

2 Humanex-output: zie tabel hieronder

3 Meest kritische ad hoc MTRs staan boven aan rapportage formulier vermeld.

(38)

Rapportageformulier

SAMENVATTING

STOFNAAM Natriumdodecylbenzeensulfonaat

CAS-NUMMER

25155-30-0

AD HOC MTR

(grond)water 0,7

µg/L

lucht

n.v.t. (zie stappenschema)

bodem

699 µg/kg dwt

sediment

701 µg/kg dwt

1. IDENTITEIT

Stofnaam Natriumdodecylbenzeensulfonaat CAS-nummer 25155-30-0

Stofgroep surfactants (volgens epiwin 3.12)

Synoniemen AA-10; AA-9; Abeson nam; Benzenesulfonic acid, dodecyl-, sodium salt; Bio-Soft D-35X; Bio-Soft D-40; Calsoft F-90; Calsoft L-40; Conco aas-35; Conco 35H; Conco 40; Conco 40S; Conco 45S; Conco aas-50; Detergent HD-90; Dodecyl benzene sodium sulfonate; Dodecyl benzenesulfonic acid, sodium salt; Dodecylbenzene sodium sulfonate; Dodecylbenzenesulfonic acid sodium salt; Dodecylbenzenesulphonate, sodium salt; Mercol 25; Mercol 30; Pilot SF-40B; Richonate 1850; Richonate 45B; SDBS; Sandet 60; Santomerse 3; Santomerse No. 1; Santomerse No. 85; Sodium dodecylbenzene sulfonate; Sodium dodecylbenzenesulfonate; Sodium dodecylbenzenesulfonic acid; Sodium dodecylbenzenesulphonate; Sodium dodecylphenylsulfonate; Sodium laurylbenzenesulfonate; Steinaryl NKS 100; Steinaryl NKS 50; Stepan DS 60 Stepantan DS 40; Sulfaril paste; Sulframin 1238 slurry; Sulframin 1250 slurry; Sulframin 40 flakes; Sulframin 40 granular; Sulframin 40RA; Sulframin 85; Sulframin 90 flakes; Sulfuril; Trepolate F 40; Ultrawet 60K; Ultrawet K; Ultrawet KX; Ultrawet SK; Vista C 550; Witconate 1238; Witconate 1250; Witconate 60 B; X 2073; sodium n-Dodecylbenzene sulfonate

Molecuulformule C18H29O3S1Na

Structuurformule

2. FYSISCH-CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN

Eigenschap waarde ref.

Molecuulgewicht (g/mol) 348,48 Epiwin 3.12

Smeltpunt (°C) 288 Epiwin 3.12

Kookpunt (°C) 661 Epiwin 3.12

Dampdruk (Pa) 3,05x10-13 (geschat)

verwaarloosbaar bij een zout SRC PhysProp; Epiwin 3.12 Oplosbaarheid in water (mg/L) 800 (experimenteel)

4x105 (experimenteel)

2x105

17,44 (geschat op basis log Kow) 2,64x10-4 (geschat op basis fragmenten)

SRC PhysProp Chemfate ICSC Epiwin 3.12 Epiwin 3.12

Log Kow 1,96 (experimenteel) SRC PhysProp (experimenteel is niet betrouwbaar bij een zout vanwege oppervlakteactiviteit)

(39)

3,00 (geschat)

6,49 (geschat)

Epiwin 3.12 Medchem ClogP LogKoc 2,04 (geschat uit WS)

2,44 (geschat uit log Kow) 4,23 (geschat voor het zuur) 4,39 (geschat) 3,28 (geomean) Kd: 590-1400 L/kg (primary sludge) 660-5200 L/kg (activated sludge) 40-360 L/kg (river sediment) HSDB HSDB HSDB; Epiwin 3.12

Sablijic QSAR (Non-hydrophobics)

EHC

Henry-coefficient (Pa-m3/mol) 6,35x10-3 (geschat)

6,35x10-3 (geschat)

2,66x10-16

verwaarloosbaar voor een zout

SRC PhysProp Epiwin 3.12

Zelf berekend op basis van gekozen Sw en Vp

Relatieve dichtheid (-)

pKa 2,554 HSDB

Dikgedrukte gegevens zijn gebruikt in de ad hoc MTR-afleiding.

Voor de water oplosbaarheid zijn twee experimentele waarden beschikbaar (800 en 4x105 mg/L). Er is gekozen om 4x105

mg/L te gebruiken in EUSES 1.0. De verdeling van de stof over de verschillende compartimenten verandert overigens nauwelijks als er een wateroplosbaarheid van 800 mg/L wordt gebruikt.

3. GEDRAG EN LOTGEVALLEN IN HET MILIEU

Eigenschap Waarde ref.

(Aerobe bio)degradatie Redelijk afbreekbaar (experimenteel)

Readily and ultimately biodegradable (Linear Alkylbenzene Sulfonates) Niet gemakkelijk afbreekbaar:

MITI linear: 0.23 MITI non linear: 0.17 Biowin 1: 0.53 Biowin 2: 0.44

Inherently biodegradable (gebaseerd op exp. data + QSAR)

Chemfate EHC Epiwin 3.12

Dikgedrukte gegevens zijn gebruikt in de ad hoc MTR-afleiding.

4. TOXICITEIT

4.1 Gezondheidseffecten

Eigenschap waarde ref.

experimentele gegevens uit HERA evaluatie komt een overall-NOAEL van 85 mg/kg bw/dag

(http://www.heraproject.com/files/4-F-E7AA1D19-0072-281E-D42AFC94BEA5BD2F.pdf). De NOAEL van 85 mg/kg lg/dag HERA verdient de voorkeur boven de LOAEL van 120 mg/kg lg/dag uit de eerdere RIVM-beoordeling voor Virkon S omdat hij gebaseerd is op uitgebreidere beoordeling van de data (de NOAEL is ook niet in tegenspraak met de LOAEL). Met onzekerheidsfactor 100 resulteert 0,85 mg/kg lg /dag als humane norm.

carcinogeniteit - mutageniteit -

Dikgedrukte gegevens zijn gebruikt in de ad hoc MTR-afleiding. 4.2 Ecotoxiciteit

species duur

(uur) parameter waarde (mg/l) opmerking ref. vissen

Oncorhynchus mykiss 96 LC50 3,2 eTox-Base

Rita rita 96 LC50 6,9

Oryzias latipes 48 LC50 0,7

Gammarus italicus 96 LC50 20,5

Lepomis macrochirus 96 LC50 6,5 Purity: 73%

kreeftachtigen

Daphnia pulex 48 EC50 19,9 eTox-Base

Ceriodaphnia dubia 48 EC50 7,81

Ceriodaphnia dubia 7 d NOEC 4,00

(40)

algen

Chlamydomonas variabilis 4 EC50 3,0 Immobilisatie? eTox-Base Selenastrum capricornutum 96 EC50 70,3 eTox-Base

Dunaliella sp. 24 EC50 3,3

Chlorella pyrenoidosa 96 EC50 29

Dikgedrukte gegevens zijn gebruikt in de ad hoc MTR-afleiding.

5. CLASSIFICATIE

5.1 Classificatie volgens de Material Safety Data Sheet

Geen info van aanvrager:

Volgens http://www.sparkleauto.com/msds/meguiars/d21.pdf is natrium dodecylbenzeensulfonaat geclassificeerd als: Xn: Schadelijk

R22: Schadelijk bij opname door de mond

5.2 Classificatie volgens Annex I (gezocht via ESIS op de ECB-website)

Niet geclassificeerd in Annex I van Richtlijn 67/548/EEC. Het is echter niet bekend of deze stof al beoordeeld is m.b.t. classificatie en labelling.

6. AD HOC MTR (VIA STAPPENSCHEMA)

Ad hoc MTRhumaan

Stap resultaat opmerking

1 Nee.

2 Ja, uit HERA evaluatie komt een overall-NOAEL van 85 mg/kg bw/dag. De NOAEL van 85 mg/kg lg/dag HERA verdient de voorkeur boven de LOAEL van 120 mg/kg lg/dag uit de eerdere RIVM-beoordeling voor Virkon S omdat hij gebaseerd is op uitgebreidere beoordeling van de data (de NOAEL is ook niet in tegenspraak met de LOAEL). Met onzekerheidsfactor 100 resulteert 0,85 mg/kg lg /dag als humane norm.

HERA-evaluatie: http://www.heraproject.com/files/4- F-E7AA1D19-0072-281E-D42AFC94BEA5BD2F.pdf 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

18 ad hoc MTRhumaan van 0,85 mg/kg lg/dag gebruikt

voor integratie humaan en eco.

Ad hoc MTReco (grond)water

Stap resultaat opmerking

1 Nee 2 Ja

3 Nee, log Kow = 1,96

4 Ad hoc MTReco (water) = 0,7 µg/L Gebaseerd op LC50 voor Oryzias latipes

van 0,7 mg/L. AF = AFwater = 1000

5 6

7 ad hoc MTReco (water) van 0,7 µg/L gebruikt

(41)

Ad hoc MTReco bodem

stap resultaat opmerking

1 Nee 2 Nee 3

4 Ja, ad hoc MTReco (water) = 0,7 µg/L

5 6

7 ad hoc MTReco (bodem) = ad hocMTReco

(water) x Kbodem/water x 1000/1700 (RHObodem)

= 0,7 μg/L x 510 x 0,59 = 210 μg/kg wwt. Omrekening naar NL-bodem en op basis van drooggewicht:

210 x 3,33 = 699 μg/kg dwt

Kbodem/water = 510 m3/m3 volgens EUSES

1.0.

MTR moet ook gecorrigeerd worden voor de karakteristieken van NL standaardbodem.

8 9

10 ad hoc MTReco (bodem) van 699 µg/kg dwt

gebruikt voor integratie humaan en eco.

Ad hoc MTReco lucht

Aangezien het hier een zout met een heel lage dampspanning betreft (Kp = 2,66 x 10-16 m3/m3 volgens EUSES 1.0), zullen

risico’s via lucht te verwaarlozen zijn. Deze norm zal dan ook verder buiten beschouwing worden gelaten (zowel eco als humaan).

Ad hoc MTReco sediment

stap Resultaat opmerking

1 Nee 2 Nee 3

4 Ja, ad hoc MTReco (water) = 0,7 µg/L

5 6

7 ad hoc MTReco (sediment) = ad hocMTReco

(water) x Ksusp/water x 1000/1150 (RHOsusp. matter) = 0,7 μg/L x 425 x 0,87 = 259 μg/kg

wwt.

Omrekening naar NL-sediment en op basis van drooggewicht:

259 x 2,71 = 701 μg/kg dwt

Ksusp/water = 425 m3/m3 volgens EUSES

1.0.

MTR moet ook gecorrigeerd worden voor de karakteristieken van een NLstandaard sediment. 8

9

10 ad hoc MTReco (sediment) van 701 µg/kg dwt

gebruikt voor integratie humaan en eco.

Integratie ad hoc MTRhumaan en ac hoc MTReco

stap resultaat opmerking

1 PECopp. water (opgelost) = 0,109 mg/L

PEClucht = 4,66x10-14 mg/m3

PEClandbouwgrond = 0,341 mg/kg wwt

PEClandbouwgrond, poriewater = 0,0101 mg/L

PECsediment = 6,05 mg/kg wwt

2 Humanex-output: zie tabel hieronder

3 Meest kritische ad hoc MTRs staan boven aan rapportage formulier vermeld.

Afbeelding

Tabel 1. Ad hoc MTR-waarden  Ad hoc MTR Naam CAS-nr   Oppervlakte-water  (ug/L)  Grondwater (ug/L)  Lucht  (ug/m3)  Bodem  (ug/kg dwt)  Sediment  (ug/kg dwt)  geëthoxyleerde alcoholen, C 9 -C 11  68439-46-3  0,2 *  38,2 64,6 65,0  natriumdodecyl-benzeensul
Tabel B1. Afleiding ad hoc MTR lucht  gebaseerd op toxiciteitsgegevens  a,b)  Beschikbare
Tabel B2. Condities om een stof als potentieel bioaccumulatief te classificeren  a)
Tabel B4. Afleiding ad hoc MTR water  gebaseerd op toxiciteitsgegevens  a) Beschikbare
+3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

beeld naar voren dat de opkomst van onbemande tankstations heeft geleid tot steeds hogere kortingen, ook voor bemande stations, waardoor de marges voor exploitanten steeds krapper

Kopersulfaat met kristalwater wordt blauw kopersulfaat en als zodanig een reagens

Use the function in a program readAndPrintTheSquare that reads a line from the terminal which contains characters representing digits, and prints the square of the value represented

This study showed a significant difference in the mean QTc-interval be- tween patients treated with tamoxifen monotherapy and patients treated with tamoxifen therapy concomitantly

This hypothesis will be investigated by: looking at previous related research on computer mouse hand-eye coordination, computer games in education and training, the history of

Dinner and tour at National Museum of Military

Tabel 2 Stoffen met nieuwe MTR-normen (in µg/l) voor het oppervlaktewater sinds vorige versie van bestrijdingsmiddelenatlas.. van Griethuysen van het

B) Bij het vinden van causale factoren die de waardes van de indicatoren verklaren zijn ook veel uitdagingen. Het zou nuttig zijn als een indicator systeem ook een verklaring