• No results found

CAD : plooihouderloos dieptrekken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CAD : plooihouderloos dieptrekken"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CAD : plooihouderloos dieptrekken

Citation for published version (APA):

Tabor, L. D. (1985). CAD : plooihouderloos dieptrekken. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPB0190). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1985

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Cf)

CAD

-

PLOOIHOUOERLOOS OIEPTREKKEN.

~

Q) /J,)JJ

-~~

0 door L.o. Tabor. c;j +-,

::3

0 :~

«

juni -85

·

J

·

Vf code 01/02 WPB-nr. 0190 ---1

·

~ Opdrachtgever

·

·

HTS Venlo Docent •

·

Ir P.B.G. Peeters

Begeleider

·

·

Dr Ir O.A.H. Ramaekers Gekommi tteerde • Ir L.J.A. Houtackers Afdeling

·

·

Werktuigbouwkunde THE Vakgroep • Produktietechnologie &

BedrUfsmechanisatie Afstudeerperiode • 5-3-1985 tot 12-6-1985

(3)

voorwoord. Juni, 1985.

De afgelopen drie maanden bebben wij onze afstudeeropdracbten met veel plezier uitgevoerd. Dit was zonder goede begeleiding en bulp niet mogelijk geweest.

Onze speciale dank biervoor gaat uit naar :

dbr. L.J.A. Houtackers, dbr. J.A.H. Ramaekers, dbr. J.H. Dautzenberg,

dbr. M.J.H.Smeets, dhr. T. de Groot, dbr. A. v. Ierland, dbr. N.A.L. Touwen, welke aIle werkzaam zijn in de vakgroep produktietechnologie van de THE en onze docent van de HTS-Venlo, dhr. P.B.G. Peeters.

A. Flos, A. Hall, L. Tabor.

(4)

The process, deep-drawing without a blank-holder will be simulated in steps.

This process-simulation is the base of a software program. The most important theoretical results of these calculations are drawing-force and -load and the geometrical dates of the drawing tool design.

Some assumptions on which the program is based

are~xperimental)

checked. bj e I(t,0'LCi/Ylv11

(5)

SAMENVATTING.

Het ploo1houder1oos d1eptrekproces wordt in stapjes ges1muleerd.

Deze process1mu1at1e d1ent als basis voor een software-pakket.

Be1angrUkste uitkomsten van de bereken1ngen zUn de

benodigde kracht en arbe1d, en geometr1sche data voor het gereedschapontwerp.

Een aanta1 aannamen die aan het programma ten gronds1ag 11ggen zlln exper1mentee1 getoetst.

(6)

n R

a-n-lf

Dbl mm s mm r x

p

mm mm mm mm

-rad rad mm mm mm dieptrekverhouding natuurlUke rek effectieve voordeformatie ~

karakteristieke deformatie weerstand verstevigings exponent

,<J

anisotropie factorJ met index 0-45-90, t.o.v. walsrichting

drie richtingen van het lokale assenstelsel diameter blank

dikte blank

stempel afrondings radius stempel diameter

diameter afgeplatte deel stempel totaal aantal elementen

lengte omgebogen flensdeel

index, geeft de jde buighoek aan index, geeft het ide element aan buighoek per buiging of stap totale buighoek

hulpmaat, t.b.v. de simulatie berekening

hulpmaat, idem

hulpma~t, idem

1 mm lengte van ~en element

o I i?dex Oof3 fto nk..d.-; k.. DI u2f ;]CVtA-5's fUx:Y~d

~ N/mm2 met index, de spanning in een vlak Al mm absolute verlenging van een element

H mm slag ~ a 1 ,a2 ,a3 ,b AW Nm W Nm r' mm rIO mm B mm

AR

k mm c 1 c 2 konstanten t.b.v. de contourvergelUking arbeid per stap

arbeid

hulpmaat t.b.v. de arbeids-berekening hulpmaat t.b.v. de arbeids-berekening bewerkingstoegift pothoogte

planaire anisotropie

correctie factor pothoogte

correctie factor afh. van 0( en H

(7)

SYMBOLENLl~ST (-vervolg-)

P mm gewenste pothoogte

carl • c l

cor2

=

c2

path

-

pothoogte berekend <::Iv N/mm2 vloeispanning

To

N/mm2 schui fspanning ~ ten gevolg van de wrUving

(8)

1 Inleiding plooihouderloos dieptrekken 1.2 ProjektomschrUving

Inleiding simulatie model

2 Theoretische procesanalyse De simulatie

2.2 Processimulatie per buiging en element

2.2.1 Berekening bUighoek,

£

en de nieuwe maten per

1 1 1 3 4 buiging en element 4

2.2.2 He~ ?epalen van de optimale matrUsvorm 6

2.2.3 Het berekenen van de theoretische arbeid per stap 7

2.2.4 De kracht-weg kromme 9 2.2.5 Anisotropie 9 2.3, Het programma 2.4 De FLOW-CHART 3 VergelUking theorie-werkelUkheid Het bodemverloop 3.2 De rek- en spannings-verhoudingen 4 Discussie en conclusies Literatuurl!jst 10 10 11 12 13 14

(9)

BUlagen. BUlage 1.1 BUlage 2.1.A BUlage 3.1 BUlage 3.2 BUlage 3.3 BUlage 3.4 BUlage 3.5 BUlage 3.6 BUlage 3.7 BUlage 3.B BUlage 3.9 tim H

Schematische voorstelling van het plooihouder-loos dieptrekken.

FLOW-CHART met handleiding en tekeningen. Dikte verloop van de bodem.

Tabel met rekken. Tabel met rekken. Tabel met rekken.

Berekening en tabel spanningsverhouding

%'

Ir-v .

Cirkels van MOHR.

wruvings model volgens VON MISES. Grafiek En -

£.

a .

Afleiding vergelUking (3.51.. en (3.6) en

(10)

1 INLEIDING PLOOIHOUDERLOOS DIEPTREKI<EN.

Het plooihouderloos dieptrekproces wordt gekenmerkt door het ont-breken van de plooihouder en door zgn speciale matrgsvorm.

Het dieptrekken zonder 'plooihouder heeft een aantal voordelen ten opzichte van het dieptrekken met plooihouder. Te weten:

- de maximale perskracht bU gelgkbUvende vervormingsenergie is lager,

- de dieptrekverhouding

(3

is hoger ( max. 2,8 ), - de pers kan eenvoudig van constructie zUn.

Als nadelen kunnen genoemd worden de gecompliceerde matrusvorm en de relatief grote slaglengte. BU het zoeken naar een optimale matrUsvorm werden twee theoretische. modellen opgesteld:

[1J

1 de flenshoogte ( pothoogte ) is constant,(

ea

= 0 ) 2 de wanddik-te blUft constant.(

£

n = 0) Zie bglage 1.1

Ket eerste model. ook wel bekend als traktrix. geeft een goede benadering vaQ de theoretische kracht-weg kromme.[1] Aan de hand van praktgkproeven blUkt dat geen van beide modellen werkelgk

kloppen. Wanddikte en flenshoogte blDven tUdens het plooihouderloos dieptrekken niet constant.

1.2 Projektomschruvin~.

Het doel van dit projekt is het ontwerpen van een softwarepakket in de vorm van een stapjesprogramma dat,uitgaande van een

ge-optima11seerd deformat1eproces de data voor het gereedschapontwerp levert. Als invoer data voor het programma wordt gebruik gemaakt van ontwerpgegevens ( pothoogte, blenkdiameter. materiaaldikte), mater1aalconstanten ( C, n, R ), en eventuele correctiefactoren ( c1 , c2 , k ). Het belangrgkste uitvoergegeven is de matrUsvorm. De uitvoer moet gekoppeld kunnen worden aan een-bestaand- CAM

programma dat het gereedschap maakt.

[2J

1.3 Inleiding s1mulatie model.

Het model wordt ges1muleerd doof een blank. verdeeld in een e1nd1g aantal elementen, af te rollen over het omvormlichaam. Het afrollen gebeurt in stapjes. In iedere stap wordt 66n element gebogen.

(11)

De andere elementen kwispelen ten gevolge van deze buigingmee. Elk element wordt dan afzonderlnk doorgerekend. Door koppeling van de elementen ontstaat een model. BelangrUk voor de afleiding is de keuze van de assenstelsels. ( Zie bUlage 1.1 )

(12)

2 THEORETISCHE PROCESANALYSE. 2.1 De simulatie.

Hat proces, plooihouderloos dieptrekken, wordt door een simulat1e proces benaderd. Het model bestaat uit twee hoofdelementen:

de stempel en de blank. ( Zie fig 2.1 )

--t-~

SteMpe.e.

~---~~---~-1

Fig. 2.1, blenk met stempel.

De te vervormen blank wordt onderverdeeld in een bekend concentrische ringen die om de hartlUn van de blank zUn Oe ringen hebben allen een breedte 10 en een dikte so'

De stempel is een afgeplatte cylindrische staaf met een bekende afrondingsradius r st ' ( Zie fig. 2.1 ) Door nu 'An elemant

(= concentrische ring) over de stempelradius ret te buigen, zullen alle andere elementen ( gerekend vanaf het gebogen element tot aan de rand van de blank) vrU 'meekwispelen', ( Zie fig 2.2 )

Aangenomen wordt dat de elementen die tagen hat afgeplatte deel van de stempel li9gen n1et vervormen. In deze theoretische be-schouwing wordt onderscheid gemaakt tuseen het gebogen element : het bUigelement en de elementen die meekwispelen: de volgelementen. BU het bUigelement wordt aangenomen dat:

a) de lengte van de neutrale lun onveranderd blUft, 0) de verplaatsing van de neutrale lUn nul is.

(13)

2.2 Processimulatie per buiging en element.

Het proces wordt aan de hand van figuur 2.2.A+B beschreven. Het eerste element wordt over de lengte 10 om de stempelradius gebogen.

~i

Dit detail is in figuur 2.2.B vergroot weergegeven. \ \ \ \ \ I \ I

--y

Fig. 2.2.A, overzicht tekening. Fig. 2.2.8. detail met maten. Het gevolg is dat de elementen die meekwispelen een andere ligging

ten opzichte van de stempelhartlUn hebben gekregen. De nieuwe

posities van de volgelementen geveneen lengte en dikte verandering per element. Sommatie van de nieuwe lengtes geeft de nieuwe flens-lengte. De buighoek is,zoals zal blUken uit de volgende paragraaf ook bekend. Met deze twee gegevens is de geometrie van de gereed-schapvorm te bepalen.

-2.2.1 Berekening buighoek«

E

en de nieuwe maten per buiging en element.

De hoek (2.1 ) (2.2)

waarover wordt gebogen is gelUk aan: dO<

=

10

t/,

met

f

=

r st + ~ • So

Voor het buigelement geldt: (Zie fig 2.2.8 ) De rek in de a-richting van het buigelement is:

(2.3)

£a

=

In

1i

=

.en

dp0tJ)

(14)

Doordat de lengteverandering en de verplaatsing van de neutrale lUn verwaarloosd wordt ( zie

§

2.1 ), is de straal, stempelhartlHn en het zwaartepunt l e element gelUk gebleven. 0it betekent dat :

tee=

o.

Vanwege volume-invariantie geldt nu:

£

n &:I -

€.

a.

Dit ingevuld in de vergelUking van de effectieve deformatie[~

geeft: I

n (

~_ I

(2.4)

t:::

Vj

('2

£0..'2.)

=

~

I

M1

1+

7 )

V~~r de volgelementen geldt:. ( Zie fig 2.2 )

De volgelementen komen op een kle1nere streal te liggen. b.v. element 2, van r 1 naar r2 • Het gevolg hiervan is dat de elemehten gestuikt zullen worden. In figuur 2.2 is duidelUk te zien dat de volgelementen vrU 119gen. De spanningen in,de a- en n-r1cht1ng zUn dus nul.

(2.5)

..q-

a &:I 0 en '\in = O.

Uit VON MISEs-vergelHking [3J volgt nu: (2.6)

<J'

=

<rte

BIUkens de LEVY- VON MISES vergelUkingen [~ geldt dat: (2.7)

£.

a &:I

En

&:I - }t •

Elf

Deze relatie invullen volgens fi~~

( 2.8 )

E.

Cl =. -

~

E.

t.e .

-=>

r 2 en 12 zUn een functie van A IJ 1 en 11 zUn bekend. Dit betekent da~ wanneer

r

l , r 2 , 11 en 12 in vergelUking (2.8) ingevuld worden

Al als enige onbekende opge1ost kan worden. De 1engte 12 is dan: (2.9) 12 &:I 11 + A1 •

Evenzo geldt: (U1t LEVY - VON MISES en (2.7) )

(2.10)

t./h

= -

~. £.((

=->

~

?to;::

--h:.

~ ~

Hieruit volgt direkt de nieuwe dikte sl. U1t de vergelgking voor de effectieve deformatie

[3]

en (2.7) volgt:

(2.11)

£"::

CU!

Door nu steeds 66n element te buigen en vervolgens de nieuwe

maten van de volgelementen uit te rekenen, wordt het .proces staps-gewUs doorgerekend en beschreven. Het uiteinde van de blank be-schrUft h1erbU een baan. Elke stap levert een punt van deze baan

OPe De matrUsvorm wordt door deze punten bepaald. Bovendien kan

aan hat einde van de simulatie voorspeld worden wet de uiteindelUke pothoogte zal worden.

(15)

·2.2.2 Het bepalen van de optimale matrUsvorm.

Uit de vorige paragraaf blUkt hoe per stap van het deformatie-p roces de t.otale buighoek O<j met bUbehorende flenslengte L

j bepaald

worden. ( Zie fig 2.3 ) De parameters (0(. en Lj ) moeten nu

om-" J

gezet worden in x - y coordinaten. Dit zUn dan punten van de gereedschapcontour.

-

//

+x

Fig 2.3, situatie teken£ng.

Worden twee opeen volgende stappen met elkaar vergeleken, punt 0 en punt 1, dan blUkt dat de X· - coordinaat vastligt. Punt 0 ligt

in het nulpunt van de x - y assen. ( Zie fig 2.3 )

(2.12) x1 = ~ • Dbl - ~ • dk - (rst + so) • sin doC1 - L1 • COSOCi

De y - coordinaat ligt meetkundig niet vast. De verplaatsing van

J

de stempel ( H ) in relatie met de buighoek is niet bekend. Analytisch ziln er een aantal mogelukheden om de y - coordinaat

ui t t e rekenen.

Bekend zUn de waarden: xo ' Yo '

(~)o

' xi en

(~)1

(16)

Stel door de punten 0 en 1 loopt een kwadratiach vergelUking:

y - a1 + a2 • x + a3 • x 2 Met als afgeleide:

g~

-

a2 + 2

-

a 3 • x De nu bekende waarden kunnen in deze vergelUkingen ingevuld worden. Dan geldt: y .. a1+ a2

·xo

+ 2 1\

{~)o=

2. Xo

0 a 3 ·xo a2+ .a3

-Y1- a1+ s2-x1+

a3-x~

1\

(g~)1=

a2+ 2.83 - Xi

Dit is een stelael van 4 vergelUkingen en 40nbekenden~dus oplosbaar. De gevonden Y1 is een punt van de gereedschapcontour. De stempel-verplaatsing H is nu ook beken~: ( Zie fig 2.3 )

(2.13) H= (rst+ so)·

sin2d~+

l1. sinC1 + (Y1- yo)

Een tweede mogeluke oplossingsmethode loopt parallel aan de hier-boven beschreven methode. AIleen de kwadratische vergelUking is dan vervangen door een exponenti51e'vergelHking, met als algemene

- - - b

gedaante: Y. a1+ a

2• e ~

Er zyn dus nu twee oplossingen voor Y1 bekend, ~r moet een keuze ~ gemaakt worden. Een eerste keuze-kriterium is de inbouwhoogte van

het gereedschap, liefst zo laag mogelUk. Een tweede kriterium zou de grootte van de kracht kunnen zUn. De theoretisch benodigde arbeid per stap ( zie

§

2.2.3 ) is bekend. Doordat de stempelvar-plaatsing

H

"variabel- is, (afhankelUk van de keuze van Y1) ken ook de minimale kracht gekozen worden.

2.2.3 Het berekenen van de theoretische arbeid per stap.

BU

hat berekenen van de omvormarbeid per stap ( = buiging ) zgn een paar punten van belang:

a} er moet onderscheid gemaakt worden tussen buigelementen en volgelementen.

b) omdat de arbeid per step berekend moet worden, moet de arbeid van de vorige stap ervan afgetrokken worden.

Uit de vergelUking van LUDWIK [3] en de specifieke arbeid [3] voIgt: (2.13)

W~~

(E-i-Eoy",'+L

dV

De omvormarbeid per stap:

(2.14)

W

=

/m4~

((to1"E

)Mt-1._

((0

)lht:L)

d

V.

-Algemeen voor dit model:

W··

~

c ((

-

).N\-t-:l

)M+!.)

V

(17)

8

De omvormarbeid per stap van hat buigalement.

De volume verandering dV is gelUk aan: ( Zie fig 2.4.A )

1/ Fil. 2.4.A ( (2.16) dV. '2. rr.-

r'.

ly. dy (2.17) l y . (t'+ y ). dO( Uit (2.16) en (2.17) volgt: «2.18) dV. 2. 7T.r'. (I.d C>< + y. do<) dy Verge1Uk1ng (2.4) en (2.18) in (2.15) ingavuld: , / ( 1 Qeeft het elementnr. aan en j de jde bu1ghaek. )

( 2.19) A

\.J

i'd

=

1

hm.cu:

i'J

+

[~

Q.y,

(J

t

it)])~

(C

i,J

)"'+!).

iT..'I.'.

<10<..

~

(r

~ ~

Opm. : Aangenomen is dat de verplaats1ng van het zwaartepunt

( van het volume-element ) gelUk is aan nul. De omvormarbeid per stap van de volgelementen.

Het volume van de volgelementen is:

(2.20) V. 2.1T. r". s2 •. l2 (Zie fig 2.4.8 )

VergelUking (2.11) en (2.20) 1ngevuld in de vergelUking v~~r de omvormarbe1d per stap (2.15):

W·.

~

((

c c .. )MtL

(f:'

)/V'lt-i)

II 1\

(18)

2.2.4 De kracht-weg kromme.

In de vorige paragraaf is de theoretische arbeid per buiging en element bepaald. De sommatie van de theocetische arbeid per element van aen buiging is de arbeid van aen stap. De arbeid is het produkt van kracht Xweg. De 'weg' is bU dit_ proces de slaglengte

H.

( Zie fig 2.3 ) Deze wordt berekend in paragraaf 2.2.2. Beide variabelen, A W en H. bepalen dus de kracht per buiging. Kracht en

weg kunnen in het programma tegen elkaar uitgezet worden. ''\/ f) :!~a6A:

2.2.5 Anisotropie.

Het is bekend dat de mate waarin een blank anisotroop is invloed heeft op de vorm van het dieptrekprodukt en deformatie verdeling.

-Ten gevolge van deze anisotropie ontstaat oorvorming aan het pro-dukt. De anisotropie factor of R-factor is de verhouding tussen de natuurlUke dwarsrekken evenwUdig aan en loodrecht op het plaat

oppervl~k.

[4].

~n deze afleiding is dat: (Zie fig 2.5 )

If)

.

f.~

If

a.

Fig 2.5, tekening element met lokaal ass~nstelsel.

(2.22) R 11:

£

a

Tn

Er is in ~ 2.2.1 aangenomen dat de dikte en lengte rek aan elkaar gelUk zUn. Dit is echter alleen waar indien er wordt uitgegaan van isotroop materiaal.( R

=

1 } Dit wordt in het programma aangepast.

Vanwege volume-invariantie en vergelgking (2.22) geldt:

(2.23 ) ( 2.24)

R~

1·£1{=

fa

R! 1 ·

t,t.e

=

£

n.

en

VergelUking

(2.S)

wordt nu:

{2 .25} en vergelUking R r2 . I n -R + 1 r1 (2.10) wordt dan: (2.26) ln~ = ___ 1_

So

R + 1

(19)

10

De R-waarde wordt als gegeven beschouwd c.q. wordt berekend uit \.

II

Ro' R45 en RgO. [4J BU een R

I

1 ontstaan oren aan het

produkt~~~:11

• \'V'l)/1

Een maat voor oorvorming wordt gegeven door de planaire aniso~ropl.e"

AR. Oeze 'A R kan gebruikt worden als correctie factor op de

pot-hoogte. ( Een bewerkings toegift op de pothoogte omdat de oren altud afgedraaid worden. ) Oaarvoor zal de pothoogte verminderd worden met een waarde B;

( 2.27) B

=

A R • k

De wearde k ken empirisch bepaald worden.

2.3 Het programma.

In de voorgaande paragraven is de kern van hat programma afgeleid.

Om deze kern moet het programma gebouwd worden.

Tot op oit moment is slechts een gedeelte van het programme af. De uiteindelUke vorm van het programma ligt dan ogk nog niet vast. Een mogelUke opbouw van het programma is v.rw~rkt in

§

2.4, de FLOW-CHART. Nu is gekozen voor een interaktief programma ( ge-. bruikers vriendeluk) dat als uitvoer heeft de flenshoogte

bg

verschillende buighoeken, de x,y coordinaten' van de matrUsvc>rm. het F - H diagram en Fmax •

2.4 De FLOW - CHART.

De FLOW-CHART is opgenomen in bUlage 2.2A tot en met 2.2H, zie aldear.

(20)

3 VERGELIJKING THEORIE-WERKELIJKHEIO. 3.1 Het bodemverloop.

In de theoretisch afleiding zUn een aantal aannamengedaan. In een aantal proeven wordt nagegaan in hoeverre deze aannamen kloppen en/of gecorr.igeerd moeten worden. De eerste aanname was, zie

~

2.1, dat de elementen die tegen het afgeplatte deel van de stempel

liggen niet vervormen. Om deze stelling te controleren is een proef genomen waarin 7 blanks ziln diepgetrokken, elk tot een willekeurig stadium ( zie bUlage 1.1 ) van het proces. De meetresultaten en de grafische verwerking daarvan zUn opgenomen in bUlage 3.1. Uit de meetresultatan blilkt dat de bodemverdunning maximaal 3,6

%

is. De invl~ed d~~rvan op de pothoogte is klein. In dit stadium is het redelUk te stellen dat de bodemverdunning nul is. Oit kan zo nodig later nog g~corrigeerd worden.

3.2 De rek- en spannings-verhoudingen.

'1 n 2.2.1 wordt aangenomen dat de spanningen

e

a en

E.

n nul zUn. (verg.(2.5» Om dit te controleren zUn btl 3 blanks een aantal

lokale rekken gemeten. Daarvoor zUn een aantal concentrische ringen in de blanKS gekrast. De radius van de ri~gen is bekend.

Vervolgens worden de blanks tot een willekeurige stand diepgetrok-ken. ( Zie bOlage 1.1 ) De nieuwe dikte en radius van elke ring wordt opgemeten. Oeze zUn een maat voor de lokale rekken. Zie bUlage 3.2, 3.3, 3.4 • Uit de afleiding uit bUlage 3.5 voIgt: (3.1) <:;[0..:..1. •

(Ec.e

+

2.

[CA.)

~v

3

r

Is de verhouding ~)rv= nul, dan geldt de uitgangsstelling:

<:fa = ~ n = 0, lUnspanning. In de tabel ook op bUlage 3.5, wordt die verhouding voor een aantal meetpunten uitgerekend. De conclusie is

dat~a

F

0 • Du1delUk is ook dat

~a

in het begin van het proces negatief is en tudens het proces naar een positieve waarde

ver-loopt. Oit is z1c~tbaar gemaakt met behulp van dec1rkels van MOHR op bUlage 3.6 • De spann1ng~a is aen direkt gevolg van de wrliving, zie bUlage 3.7 • Nu· de uitgangsstell1ng niet correct is, moet ook de rekverho~ding herzien worden. H1ervoor zUn aile

(21)

Aan de hand van die grafiek kan geconcludeerd worden dat niet

e

a I :

c..

n maar dat veel algemener geldt:

( 3.2)

£.

n III c

1 + c2•

E

a ,

waarbU c1 afhankelUk is van de bulghoek~ en de slaglengte H:

( 3.3) c

l I : f ( 0(. H)

en c2 afhankelUk is van anisotropie factor R ( zie ~ 2.2.5 )

( 3.4)

VergelUking (3.2) kan in het programma ingebouwd worden •

VergelUking (2.25) wordt nu:

( 3.5) c1 + ln

~.

(1 + c2) III

-11

en vergelUking (2.26) wordt:

( 3.6)

In-~.

(1

+..L )

I : . . : . . . - In

~

sl c2 c2 r1

De keuze van de factoren c l en c'2 is vrU. Het wordt aanbevolen deze langs emp~rische weg te b~palen.

In

§

2.2.3 , waarin de theoretisch arbeid per stap !!..ordt berekend, is voor het berekenen van de effectleve deformatie

E ,

ook gesteld dat

f..

a· I :

C.

n (verg .(2.7» In bUlage 3.9 is de procentuele

afwUklng berekend van [_zoals die nu wordt aangenomen. ten op-zichte van de werkelUkeC • De fout die hierbU gemaakt wordt is klein.Oit ken in een later onderzoek alsn09 gecorrigeerd worden.

,

(22)

4 DISCUSSIE EN CONCLUSIES.

Het simuleren van het plooihouderloos dieptrekproces met behulp van de computer is goed mogelUk. De eerste door het programma berekende uitkomsten zUn, vergeleken met een diepgetrokken pot, goed te noemen. Toch moeten hier twee kanttekeningen btl geplaatst worden:

8) het programma is nog niet compleet, en

b) het vergelUkingsmateriaal, de diepgetrokken potten zUn gemaakt met behulp een traktrix matrUsvorm, een andere matrUsvorm dan het programma berekent.

Het programma verdeelt de blank nu in elementen van gelUke grootte. Het zou beter zUn als de eerste elementen die worden gebogen

kleinere afmetingen hebben (a kleinere stapgrootte ).

Oit zou bUvoorbeeld gekoppeld kunnen worden aan het krachtmaximum. Oit wil zeggen dat als het krachtmaximum gepasseerd is de elemen~.n

grotere afmetingen krUgen. (a grotere stapgrootte)

Het zoeken naar oplossingen van de y-punten ( van de gereedschap-vorm ) zou uitgebreid kunnen worden. Gedacht kan worden aan aen cirkelinterpolatie en/of goniometrische functie als oplossing. De diverse correctiefactoren zoudennauwkeuriger bepaald moeten worden. ( = Door het doen van een groot aantal proeven.)

De matrusvorm zou niet in z'n gehee1 door de simulatie bepaa1d hoeven te worden.Is het krachtmaximum gepasseerd dan kan via een afbreekfunctie en een calibreergedee1te [~ de matrUsvorm

gecompleteerd worden.

De invloed van een aantal technologische factoren zou wat diep-gaander bekeken moeten worden. Met name het niet recht blUven

van de f1ens.( nu wordt veronderste1d dat de flens oneindi~ stUT ls) In werke1Ukheid ontstaat er een dubbele buig1ng.[~ De vergroting van het contactv1ak ten gevolge van deze buiging heeft direkte gevolgen v~~r de wrUving en dus op de tot ale proceskracht.

(23)

Literatuurlijst.

[~ "Het verlagen van de inbouwhoogte van een matrUs, bestemd voor het plooihouderloos dieptrekken."

G. de Bruin.

rapportnr. WPT-0546, 1982.

[~ "Een geavanceerde meet- en fabricagemethode voor het maken van een traktrix dieptrekgereedschap."

P.3.G.M. 3anssen,

rapportnr. WPB-0104. 1984.

[3] "Plastisch omvormen van metalen, grondbegrippen." :l .A.G. Kals,

:l.A.A. Ram~ekers,

L.:l.A. Houtackers.

Omtec stichting, mei 1983. (41 "Omvormtechnologie A."

3.A.G. Kala,

:l.A.H. Ramaekera, 3.H. Dautzenberg.

TH Eindhoven, diktaatnr. 4.558 • 1983.

[~ "Vervolgonderzoek plooihouderloos dieptrekken." P .A.G .M. Dings.

rapportnr. WPB-0103, 1984.

~ "Onderzoek naar de wrUvingsinvloed btl het plooihouderloos dieptrekken ...

A.P.A. van Mierlo,

rapportnr. WPB-0020, 1983.

(24)

SCHEMATISCHE VOQRSTELLING VAN HET PLOOIHOUOERLOOS OIEPTREKKEN. (

--+----"0

stemRJl lakaal

assen-C:::::::::::::::::::l=~~t=~~~[::::r~~~~~~~.:J

stelsel --+---~~---~ I I

---,/~I

.b.uJ.

gho"k blank in een w1llekeur1g! stang· de slag

....,..-!---

de ma t rU!.:. I

,

,

wand

~---het

,

e1nd-I I I I produkt

(25)

FLOlJ

-C

r/ART.

14 C~

~

BUlage 2.1.A

'1

'Roa

-ckute.

R.F.

(26)

UeJL.~

.

( 3.5)

duM.

R.F

(f

~:'> tJ(j~)=t.Qc'l"j

~

L

Y)

ftA/JoIflJ

(27)

BUlage 2.1.0

N

(28)

Betekgnis van de diverse blokken

van

de FLow-oHART. Algemene opmerkingen:

- de gebruikte symbole" zUn terug te vinden in de symbolenlUst, - de gebruikte maten zUn getekend in bDlage 2.1.

- de flow-chart is in een zo eenvoudig mogelUke vorm weergegeven, dit betekent dat het programma qua structuur kan afwUken van de flow-chart.

- niet alle,in de flow-chart vermeidde blokken zUn in het programma opgenomen. siok nr. 1 2 3 4 5

Korte omschrHving van het blok.

Invoergegevensa ObI' so' rst' det' q, C, n,Eo' Ro' R45 • RgO')Smax' cormax ' cormin , P(.gewenste pothoogte},k. Cant role invoergegevens b.v. max dieptrekverhouding.

Berekening afgeleide gegevene: Lo • ~ (Dbl - dst ) + rst'

dk • dst - ( 2 • r st ),

Raem en A R,C

4J •

lnitialieeren: CO»..'].:' ,

0{0=0) '1.(0.0 \ =0..1

QlOP):O,

F

MJQ« =OJ

Cott=

C~~

.

Toekennen van wsarden aan de element en in de uitgangs-situatie: I(i •• q,o)· Lo : q ,

s(i •• q,O)· So ,

hulpmaat:

Jt(i ..

,j

,0)

=

'l.l;-i.O)

+

'ta. ftci-!.O)+

lCi

1

o)1

I Bareken hulpmaat ~

l7(j,-

rat + }~.e (i ,j ) ,

de buighoek

doC

l

IJd' .::

.R.t.i,

J}:

f(J) ')

de totale buighoek

CX(ci).:: OC(

j-1)

+

"do(. {

iJd )

hulpmaat

x~\

= Pfj)'

~

o<.(j} ,

Lti)

)

=0 4J

b

Hierbg is c1 gelUk aan cor1 en c2 is gelgk aan cor2• opm. : Bedoeld zUn c1 en c2 uit verge (3.5).

(29)

BUlage 2.1.E Blok nr. Korte omschrUv1ng van het bloke

7 !egula falsi: procedure om vergelUking (3.5) op te lossen. Gevonden wordt·6 l( 1,.1 }.

8 Berekend de nieuwe lengte van het element: l(i,j) .61{1,j) + 1(i,j_1) ,

9

L(j) • 1(i,j) ,

de nieuwe strea1 is:

r(i,j) • X(j) + ~. dlX(i,.1) •

Berekend de nieuwe d1kte met verge

(3.6).

opm.: De b10kken 6,7,8,9 worden alleen doorlopen door de elementen die naast het gebogen element l1ggen. 011:' omdat alleen hier de maat Xj berekend hoeft te worden.

10 Idem als btl 8, alleen de nieuwe straa1 wordt:

r (i,j) • r{i_1,j) + ". coscc(j) • ( 1(i_1,j)· 1(1,.1» de flenslengte wordt:

L(j) • L(j) + l(i,j) 11 zie

~

2.2.2

12 cor1 wordt verhoogd met (cormax- cormin ) J 3 •

De keuze,bU welke buighoek de £2!rectiefactor 1 opgehoogd 881 worden" is vrU. ( Zie ook

§

3.2 )

13 Pothoogte is gelUk aan.: poth • L(j) + rat

14 Correctie op de pothoogte. Dit 1.v.m. de oren die aan het produkt ontstaan, techni$ch geen ~etekenis hebben en dus afgedraaid worden. Deze bewerkings toegift is afhankelUk van

6R

en een factor k.

poth • poth - A R.k

15 Uitvoer: de vereiste pothoogte is niet gehaald.

Evt. a~nbevelingen b.v. kies een groter~ bl ... nkdiameter.

16 r' is een hulpmaat t.b.v. de arbeids-berekening van de buigelementen.

r' • ~.dk + " ~ 11 ( zie fig 2.4.a)"

(30)

S10k nr.

18

19

Korte omschrDving van het b1ok.

r" is een hulpmaat t.b.v. de arbe1dsberekening van de vo1ge1ementen.

r" .~. dk + 11 +~. 12 • cosC«j) •

{z1e fig 2.4.b )

(31)

BUlage 2.1.H

Schematlsche tekening met mate" na de eerate bulging t.b.v. de FLOW-CHART.

d

\

\

(32)

Schematische teke"ing met mate" na de eerste buiging t.b.v. de

4

0 FLOW-CHART • ---~--~~--1A--~----~r_--T_--~r_--~--1

.-_--+{-~:-::::::::::-- -~o::::---

- - t - - - - " ' - -- - " " 1 - - - ; -

5

0 -

5.to=

~~~~~~~ ___________ ~ ______ ~~~O~ \

\

\ \

\

\ .\ \

\

\

I

(33)

Bnlage 3.1

Het dikte verloop van de bodem.

Meet r9sul tat en:

Buighoekoc 20° 250 30° 35° 55° 70° 90°

So (mm) 2,93 2,94 2,90 2,97 2,92 ],00 2,97

sl (mm) 2,905 2,915 2,87 2,93 2,832 2,90 2,865

£.a -0,005 -0,009 -0,01 -0,014 -0,031 -0,033 ·0,036

So .. oorsp~ongkelUke plaatdikte.

to,

~ 0< (in graden)

1_0 0_0 0 00 0090 -o,OOS -0,01 -o,oiS

- £:.0.

-0,01 -Q01S -0;03 -o.o~S •

(34)

ie~~~~~;

/

/ f

1

60

SS.'-/

:-0,010

'3.81

3,'J2

O,01~

..

<1,00.3

0,012

2.

62

bl.l

-Oju13

3.8,/

3.

~i olOiO

0003

O,Oi3

3

6

'-1

63~O

-o.olb

3,873. Sl..

0,01.3

OiOO~ OIOi~

It

bb

b,;,}6

-0,0'9

3.d?

3.103 o.oiS

0

1

004

0,020

"

5

68

bb,6

--C)f02.\

3.87

3

1

9S

0,02.0 QOOi

0,023

b

~

0

bailS

~OJOlS

3.8

t

'3,

as

C\020

O,OOS

D,D'll:.

.

'1

12.

'10,0

-o/oLd

9.,87

3.~S

0,02.0

~oo& o,o~8

8

14

'tl.?

-0

40'3.2.

3,87

3,

':jb

0,02..3

Q,oog

0,033

g

~

b

'1

3,

~ -o,()~b

3.

31

3.

tiD

010

la

o,ooa

0,03

7

to

-'7

a

1~,a

-o,vLj.2

3.81

3.93

O,Ol(]

0,01

'1.

O,D42-/.1.

80

.1'1',6

-0,0'-;3

3,&7

~,S<3 O,O'~'

0,013

0,04,

12

82.

'+'t.~s

-o.oSi

3,J~

Lt,01

0,036

(J,(';JS

O,OS~

{3

a

'-I

'ts.

s

--0,055

~/)9 4,o~

u/()

3

~~

o,OJ

9

O,05~

tit

f)

b

Ji,0

-0,060

'18?

'-t

.01

OJD

3d

0,022

o,obc

is

88

<1"2.5

-().d:)'~

3.fJ?

~.()l

CJl:)3J

OJo·21

o/Obs

16

80

04,0

-o;ub.9

3.

8

7

'-I.()~

u,U

"S

Qc

2.'-/

O/O~'C

Ro

=

~

:·J.~clJjr.),A.J..

-

~

So

=-

cL.Ju:r.

.J...,~ (P,u~~e)

[3J

G~

joJt.W\~:

-

to.

~

[.

;J;;~;---:.:::.[c:..:..-,12

_ _ _ _ _

(35)

Bulage 3.3

~be.IL

OOM

ck

~

ti

~

~.

2~~

\

I

cef

~J

I

J)~CXJv.S~ ~UM.k

.

'lito

\\\'R

M.

Ro

.1..

E'(

SO

5:f

E",

1

60

2-

6'1

'3

64

it

66

5

68

b

1

8

g

/.0

J.1

1.2

is

8'7

1.4

[)b

15

8

a.

i6

80

0

J

R

0

=

shtooJ:

J.aA.!'AtuclclJio

h1.J -

~

So

~

d.J.tL .

.Je...~ (B~e)

[3J

G~

~~

.: - £0.:::

ct{..,.

[4'). . .

l:

=:

JI} (

Eo..

'1. .,.

Eft

(,.,,'4

(36)

3e.4bu.b~·

1

bO

it

bb

5

68

8

.[.0

J.1.

1.2

-£.

(37)

BUlage 3.5

r(~

§)

Lt{~~ '~C{-

Z.

2..[0..:'

*"V(2Tc.._~)

---~---

t-- 'c:.!(t--t

2

Co.

=-

fv

(~~)

-=>

(3.

i)

~

=

-1

(cce

+; .

c:cJ

() .

~Q..

vua~~'<l

:

~

:=

0 .

~IoJ> ~~J&.~-s~~~~~.

Lltk

~~

11, 33

QIv.

~.4 ~

3

~A.\~ ~:

eLI

Lv...

-

(,

To..Kv

N L

- 0,36

('If'J -o/o~q

0.004

0,02..0 ~

--0.036

o,ooQ

0.0 g

't

- 6L36

~J

. - :)J I

- ULl

6

f\1..D

- OOS'

0 4 0 1

s-

o

05"'2..

~

-.o/obo

O,Ot..jo

o

obi

OJ

2._~

,..n ~

0060

3

- 0,0<:.\0

o

o~/ 02.2-.~~ '-..J ...,

K..Q

- 0 I l').U O/OliO 011-0 DL

0

'-L

::s- • ..., I (""i

- 0

101- O,Q{)1 0, J

J3

Ql40 Q)

~~

,

I

- OJ

l\..jlf 0, J

oc.

0,1'52

0,3J

I ..." . - -'l -OI2.I~

6

11..J2

0

1 l ().

6

1

L

2.

N ,

(38)

CIRKELS VAN MOHR.

~~~:

~M~I

<f~=

0 )«"'':'0)

(39)

anlage 3.7

---

).

'f{\ \XX)}L

~

~

NV\0l.~~ :b~d

:

$[a./~v

Si,('"

-Q?b

..

3.~3

-O.Sb

3.98

-o,'1b

/",01

0,21

3.94

0,'12- I.t~g 0,01.{

4,'21

0.40

'3,9$

O.5i. 4,02

0,12-

If. I

6

LI"""J

i.i

i i

i i

25

25

15

32-31

3.2

..m

0,2.

'l

0.23

0, f

6

0,06

c

ob

0.01

O,og

OiO'].

O.OS

=~~~[t

____

~ck \.O~u4~~

{nn}

__ }LO¥d

ck

Cio1·

(40)

L

+

Co...

+

~

<f. -:.

0

=>

c

1.

-&. (.2..

E.""

+

~

= -

C

f{

~

. .;-)

_ c'f:( ::.

Cd.

+

c..~

(

J of- (,2.

)~

=">

EM

+

(ee

[;n

[Ck

I

~~

-0.032-

0.01.-3

0.003 0.033

r

u..it

i>1:Jia

ff

'3.1

-0,055

0.038

o.Ol'J

0.056

.'

-Q069

0.045

0,01

Lj

0.0']0

'IJM

ftYl.eiAMr

-O,Ot

OfO~

0.05

0,(/12

UA1

~i~.e

'3.3

- 0,12-

0,05

0,07-

0,12i

- 0;17

0,0E)

0,09

0,1

~

J}u~~r

- 0

i3lJ

003b

0,098

0,i38

uJ:.

t~la.tf

3.4

- 0,214 Q

O'}:t

0,1

4

'1.

Ol1i7

- 0,

2.55

qiil

0,/lf3 OJ~55

CL~MJ~~~'LM

%

+

3.i

+

1,&

+

1.5

+

31

0

+

o.

S'

+

0,0

-l-

3

5

+

1,8

+

q2.5

-

.

(41)

-f)

ppfUJ\

d..vx. .

~ Fo-.~4

'2..2..3

woAdx.

d..L

~~~

CULb£AJ

pRA-

~

Q»\

~W ~

(

~

~

do.

~~

ccon.ck

()JlW

~

~JW\X.

1~'

Ie

f([

-)MH -

"'1"<1\\

0..IS)

\J;,~

",J;vIti

1!

Ol~d-i

T [

. -

LOti'd-

i ))

Jd~

~

~~lM~~J~~~~ ~~

~

~ b~

~ ~~.eM1.

.

~ ~\)~ ~~

M

6+~

~

Jw.

'J).kC

~-~

~~)

C)

0 $ '

\"k

WMck

~C~)

1M

~

~w

(rM2-

Fi~

(2.4.0.

1

QM

M'lCek

cb.-~Q. o:k r~

wo~b~ ~~0u~~

ll2.l~

')

lA.)on&

~:

s

.

. . .

() / 2.[ .

2..

I) (

Jj) -)

M1'd.

w

~

::.

'1

('ilL' .

do(

..£

C

Vy,l::#)

I

+

t ".

f.o

_ C;H10T

~ Jd~.

~

8ru.l

cLQ.

MLl~

~

i-s

~.

&..

(.0

filA-

~~

IVv'o-oJt

W-t'

kr

boVt QQ.M

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daar beide vakken (overeenkomstig de exameneisen) zich tot hun kern beperken valt het interessante randgebied, dat juist in de krant veel aandacht krijgt, in beide buiten de boot.

alles vooraf ”smart” maken ontneemt ruimte voor participatie en initiatieven. • bevoegdhedenverdeling raad

Door slechte timing van bespuitingen tegen valse- en echte meeldauw is de bestrijding niet effectief en wordt vaak onnodig gespoten.. Door het gebruik van breedwerkende

Dit document geeft een systematische inventarisatie van onderdelen van de wiskunde die op de basisschool, het vmbo, het havo en het vwo bij de vakken rekenen en wiskunde

/ Popstars is geënsceneerd en Worlds

betrokkenheid van een financieel deskundige van een overheidsinstelling. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat aan de naamsbekendheid en het feit dat men op de vrije

Er zijn veel negatieven van afslagen met fouten te zien op de kern, ook zijn er een aantal afslagen geslagen vanaf plaatsen waar deze logischer wijs niet

• Afvalscheiding moet zo veel mogelijk worden gestimuleerd door invoering van diftar (betaling per aanbieding); Wel dient het variabele tarief voor de aanbieding van containers