SMOORVERLIEFD vorige auteur / volgende auteur
Meer zien? Klik hier…
De herinnering is sterk. De eerste keer dat ik haar zag. Aan het werk. Die concentratie en doelgerichtheid. Elke beweging afgewogen en soepel, haast teder. Tegelijkertijd die adembenemende schoonheid van haar lichaam. Perfect tot in de kleinste details. Feeëriek. Die taille, haar sprekende ogen, de
eigenwijze blik waarmee ze alles in de gaten houdt. Ze deed haar ding. Ze keek even op, alsof ze voelde dat ze geobserveerd werd. Ik was om. Liefde op het eerste gezicht. Ze zou mijn leven gaan bepalen…
Het kan raar gaan in een mensenleven. Verliefd worden op… een studieobject. In mijn geval een parasitair insect, een sluipwesp. Daar zit je dan aan het eind van je biologiestudie die eigenlijk gericht is op planten- en zoetwaterecologie en dan ervaar je zoiets. Totaal gefascineerd door deze slechts millimeters grote, beeldschone, en ook nog eens uiterst belangrijke insecten. Die je letterlijk de adem benemen als je ziet hoe geconcentreerd ze hun slachtoffer, een ander insect zoals een rups, uitzoeken. Haast sluipend benaderen ze het, tastend met hun poten en antennes wordt de vondst zintuigelijk gekeurd. Is het de juiste soort voor mijn nakomelingen, zie je haar denken. Een uiterst
belangrijke beslissing die ze moet nemen. Want het insect waar ze haar eieren in legt – eufemistisch ‘gastheer’ genoemd – moet wel van de juiste soort en liefst van hoge kwaliteit zijn, anders verspilt ze haar eieren. De euforie is groot als het raak is! Met een voor de waarnemer haast voelbaar genoegen besluit ze haar kostbare eieren te leggen. Ze prikt met haar legboor in het ten dode opgeschreven insect en dan... een intens moment. Je voelt je een voyeur als je blijft kijken. Ze trilt, is even helemaal van de wereld. Als
gedragsecoloog interpreteer ik het als een sensorisch, fysiologisch en
neurologisch proces. Als mens zie ik een op orgasme gelijkend genoegen. En dan te bedenken dat ze tijdens het ei leggen ook nog zelf beslist of ze er een zoon of een dochter van maakt. Want dat kan ze. Vader heeft niets in te brengen, die heeft bij een paring slechts sperma afgegeven. Zij beslist zelf over het wel of niet bevruchten van haar eieren. Met sperma erbij wordt het een dochter. Zonder sperma een zoon. Zonen hebben dus geen vader. Zo kan het ook. Eerder heeft ze al op geur de voedselplant van haar slachtoffer gevonden. Als er gevreten wordt van een plant gaat deze geurstoffen
produceren die de sluipwespen ‘roepen’. Zij maken dankbaar gebruik van deze roep om hulp. Ze kunnen die plantengeuren zelfs onthouden om de volgende keer nog efficiënter te kunnen zoeken.
En dan die verscheidenheid. Evolutie heeft hier feestgevierd. Er zijn honderdduizenden soorten met een enorme variatie aan kleuren, vormen, leefwijzen en gedrag. De ene is nog mooier dan de andere! Maar verliefd word je niet alleen op mooi. Vrouwen vallen ook op lelijke mannen, als ze maar boeiend of machtig zijn. En dus dragen eigenschappen als interessant en belangrijk ook bij aan mijn smoorverliefdheid. Mijn hemel, wat zijn deze kleine prinsesjes belangrijk. Juist voor ons als mens. Zonder hen zou onze planeet niet groen zijn. De planten zouden door de vele rupsjes-nooit-genoeg worden opgepeuzeld. Sluipwespen voorkomen dit door hun efficiënte moordpartijen. Ze lijken lief en schattig, maar zijn experts in de meest creatieve en macabere vormen van biologische oorlogsvoering. Uiteindelijk legt de van binnenuit opgevreten gastheer het loodje en levert de nieuwe generatie sluipwespen. En dat is fantastisch voor ons mensen, die immers voedselgewassen verbouwen die we niet graag met insecten delen. Zo’n 95 procent van de 100.000
potentiële soorten plaaginsecten wordt door hun natuurlijke vijanden zoals sluipwespen onder de duim gehouden. Deze gratis-en-voor-niets
‘ecosysteemdienst’ heeft een minimumwaarde van zo’n 400 miljard dollar per jaar. Petje af voor die kleine schatjes.
Dus volgde ik aan het eind van mijn studie mijn hart en gooide mijn carrière om. Met liefde schreef ik een voorstel voor onderzoek aan de University of California, het toenmalige walhalla van de biologische bestrijding. De
referenten voelden mijn passie. Ik kreeg geld om van deze verliefdheid mijn beroep te maken.
Biologische oorlogsvoering. Veelal gratis, én we kunnen het actief benutten. Onderzoek naar het gedrag van sluipwespen levert hiervoor de benodigde kennis. De gifspuit is niet nodig als we ervoor zorgen dat deze sluipwespen kunnen excelleren. Ze zijn onze bondgenoot. De vijand van je vijand is
namelijk je vriend. Bij biologische bestrijding zetten we ze met succes in. Met minder reden tot vreugde voor de producenten van chemische
bestrijdingsmiddelen. Die mogen dan machtig zijn, maar verliefd ben ik daar toch niet op geworden.
Louise Vet
Directeur Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW); hoogleraar ecologie; lid KNAW; TEDxAmsterdam-spreker; winnaar British Rank Prize for Nutrition; winnaar Gouden Piramide 2012