• No results found

Beschrijving van de botanische tuinen te Kew bij Londen, naar aanleiding van eene studiereis in augustus 1919

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beschrijving van de botanische tuinen te Kew bij Londen, naar aanleiding van eene studiereis in augustus 1919"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K E W B I J L O N D E N , N A A R A A N L E I D I N G V A N E E N E S T U D I E R E I S I N A U G U S T U S 1919,

DOOR

L. H. BAAS BECKING

OONSEBVATBICE AAN HET HERBABITJM E N ABBOBETUM D E B 1ANDBOT7WHOOGESCHOOL TE WAGENINGEN. Het doel van dit bezoek was, mij op de hoogte te stellen van de inrichting en werkwijze der „Royal Botanie Gardens Kew", om 't goede hiervan tot voorbeeld te nemen bij de inrichting van het Arboretum der Landbouwhoogeschool. Kew's bestem-ming grijpt verder, dan die van ons Arboretum, doordat men zich in Kew ook belast met den invoer van kultuurgewassen in de tropen en het daaraan verbonden wetenschappelijk onder-zoek, zooals 's Lands Plantentuin te Buitenzorg dit voor onze koloniën doet. In vele opzichten hebben beide inrichtingen eene gelijke taak: de vorming van eene botanische collectie en de wetenschappelijke bewerking hiervan. Het Wageningsche Ar-boretum dient rechtstreeks voor het onderwijs in systematische botanie en staat open voor allen, die zich in die richting willen bekwamen; Kew met zijne rijke collecties biedt wel werkge-legenheid voor botanici, doch houdt geen verband met eenig hooger onderwijs.

De Kew Gardens werden in 1759 door prinses Augusta van Saxegotha tot botanischen tuin ingericht met medewerking van

J O H N STTTAET, Earl of Bute, die wetenschappelijk Directeur

werd, Sir WILLIAM CHAMBERS, een bekend architect en voor-vechter van de nieuwe Engelsche landschapstijl1) en WILLIAM

AITON als praktisch leider. AITON gaf in 1789 de Ie Hortus

Kewensis uit, waarin alle vreemde planten genoemd werden, die tot dusver in Engeland waren ingevoerd, toen reeds 5600 stuks. In 1762 schonk de hertog van Argyll een groot aantal vreemde boomen en heesters uit zijn tuin. De graaf van B U T E

werd opgevolgd door Sir JOSEPH BANKS, die op de meest

on-*) Aan hem zijn tallooze bouwwerken in de tuinen t e danken, w a a r v a n o. a. de Pagoda en de tempel van Bellona zijn overgebleven.

(2)

b a a t z u c h t i g e wijze voor K e w werkte. I n dien tijd werden de collecties zeer uitgebreid en de eerste verzamelaars werden n a a r a n d e r e werelddeelen uitgezonden. N a den dood v a n K o n i n g G E O R G E I I I en Sir J O S E P H B A N K S (1820) gingen de K e w Gardens a c h t e r u i t door de weinige belangstelling v a n de volgende regee-ringen. Men d a c h t er zelfs in 1838 over, ze t o t moestuin voor d e koninklijke familie t e m a k e n . Hiertegen k w a m de openbare meening in verzet ; er werd een commissie benoemd, w a a r v a n de bekende botanici D r . L I N D L E Y e n Sir J O S E P H P A X T O N deel u i t m a a k t e n .

I n h u n r a p p o r t s t a a t o.a.:

„A n a t i o n a l g a r d e n ought t o be t h e centre r o u n d which all minor establishments of t h e same n a t u r e should be a r r a n g e d ; t h e y s h o u l d . . . . all a c t in concert w i t h i t . . . .

Médecine, commerce, agriculture, horticulture, a n d m a n y valuable branches of manufacture, would derive m u c h benefit from t h e a d o p t i o n of such a s y s t e m . "

Ook op h e t n u t voor de koloniën wordt gewezen e n veel v a n h e t hier als grondslag gegevene is nog steeds een richtsnoer bij de exploitatie v a n h e t tegenwoordige K e w .

H e t r e s u l t a a t was, d a t K e w als botanische inrichting behouden bleef. De zoon v a n W . A I T O N , die sedert zijn v a d e r ' s dood (1793) de leiding h a d , n a m in 1840 zijn ontslag e n in 1841 werd Mr. (later Sir) W I L L I A M H O O K E R directeur.

Hiermee begint voor K e w een nieuw tijdperk v a n bloei. D e terreinen waren t o e n ongeveer 15 acres1) groot, w a a r v a n h e t eigenlijke Arboretum, d a t hoofdzakelijk om d e „Temple of t h e S u n "2) gelegen was, slechts enkele acres besloeg. Hier waren ook de boomen v a n d e n hertog v a n Argyll geplant, w a a r v a n n u nog enkele leven als een ,;h o l m o a k " (Quercus Ilex), een R o -binia en een Diospyros virginiana. Ook bloeit hier geregeld Sophora japonica, één v a n d e vijf planten, die in 1753 voor ' t eerst uit China ingevoerd waren.

I n 1843 werden er 45 acres toegevoegd en twee j a r e n later begon H O O K E R m e t den aanleg v a n Teerie „nationale collectie boomen en s t r u i k e n " .

I n 1853 werd de grondslag gelegd voor h e t Herbarium en de Bibliotheek door eene gift boeken en gedroogde p l a n t e n v a n D r . Bromfield. H e t gebouw, waar deze ondergebracht zouden worden, was reeds op r a a d v a n Sir J O S E P H B A N K S voor dit doel aangewezen en in 1818 door h e t Rijk gekocht. Sedert woonde

!) 1 acre. = ± Vs H.A. (40,468 aren).

(3)

de Hertog v a n Cumberland erin t o t het n a diens dood zijne eigen-lijke bestemming kreeg. I n hetzelfde j a a r werden de t u i n e n en kassen ook 's Zondags voor het publiek opengesteld.

I n L860 werd een gematigde kas gebouwd, waarin behalve kruidachtige p l a n t e n ook subtropische houtgewassen eene p l a a t s vonden. Hoofdzakelijk s t a a n de houtgewassen b u i t e n en •wel: Ie. in een systematisch gedeelte de geslachten en soorten v a n iedere familie bij elkaar m e t v a n iedere soort of variëteit min-stens t w e e exemplaren voor vergelijking. H e t systematische deel v i n d t men zuidelijk v a n de lijn, die Victoria Gate m e t Brentford F e r r y Gate v e r b i n d t .

2e. in niet systematische groepen, die uit decoratief oogpunt over het geheele p a r k verspreid zijn. Deze plantwijze m a a k t de studie op een terrein als Kew zooveel aantrekkelijker 1)

Telkens treft men er de altijd groene „ h o l m - o a k " uit h e t Middellandsche zeegebied, de kurkeik, p l a t a n e n , dennen en ceders, de l a a t s t e vooral in de omgeving v a n de P a g o d a en in „Cedar-Vista". De groote „ R h o d o d e n d r u m - d e l l " , die reeds om-streeks 1772 door den b e k e n d e n t u i n a r c h i t e c t B R O W N als „hollow w a l k " g e m a a k t was, moet voornamelijk als landschappelijke groep beschouwd worden. Bijzondere soorten zijn a p a r t geplant.

H e t oorspronkelijke p a r k stond zoo vol boomen, d a t de ont-wikkeling v a n h e t nieuwe plantsoen erdoor, geschaad werd en de eerste twintig jaren veel teleurstelling b r a c h t e n . Overigens kon de aanwezigheid v a n boomen ook weer een goede beschut-t e n d e invloed op de jonge p l a n beschut-t e n hebben. De coniferen bleken 't minst b e s t a n d tegen den invloed v a n de Londensche rook, terwijl de nabijheid v a n de Thames en de daardoor vochtige atmosfeer nog t e l k e n j a r e schadelijk blijkt met voorjaarsnacht-vorsten.

I n t u s s c h e n is de collectie houtgewassen er sedert aangegroeid t o t vier à vijf duizend soorten.

I n 1865 stierf Sir W I L L I A M H O O K E R en werd door zijn zoon

J O S E P H opgevolgd. I n 1866 kocht de regeering Sir W I L L I A M ' S

boeken en gedroogde planten voor het H e r b a r i u m . De collectie alpenplanten, die in 1882 werd toegevoegd, werd ' t begin v a n den zeer uitgebreiden alpentuin, voor ' t A r b o r e t u m slechts v a n belang om er h e t voorkomen v a n enkele alpine houtgewassen

"•) I n het Arnold Arboretum te Boston, t e n deele als p a r k dienende, heeft men hetzelfde verkregen door groote groepen v a n één soort als versiering langs de algemeene parkwegen t e planten. Zie P l a a t I V fig. 1 in „De Verzameling* houtgewassen enz. Meded. d. R. H . L. T. B. S. deel X I I I afl. I I .

(4)

op te kunnen nagaan. Plantengeografisch is deze collectie echter niet aangelegd. Evenmin is de bamboe-tuin, die in 1891—'92 werd aangelegd, van dendrologisch gewicht, daar de meesten zelfs in het zachtere Zuid-Engelsche klimaat nog maar matig groeien.

Door toevoeging van „Queen's Cottage and grounds" werd Kew in 1897 weer vergroot en beslaat nu ongeveer 70 H. A. Men houdt dit gedeelte zooveel mogelijk ongerept als wilde tuin.

Negentien kassen i) benevens allerlei vollegrondsverzame-lingen van kruidachtige planten en bollen voltooien de collecties.

De kassen staan in vier complexen: le de gematigde kas, 2e de palmenkasgroep, 3e de T-vormige groep, 4e de groep bij de „Temple of the Sun".

De gematigde kas is voor het Arboretum de belangrijkste. Het is eene reusachtige kas, in drie ruimten verdeeld, welke door achthoekige kassen verbonden zijn. In de noordelijke afdeeling staan alle niet geheel winterharde rhododendrum's, Camellia's, Clethra arborea, een roos uit Burma enz. Bij den ingang zijn twee kleine waterpartijen gemaakt, welke omgeven zijn door een weelde van kruidachtige planten. In de groote middènkas, die voornamelijk door boomvarens en palmen in beslag is genomen, voert eene wenteltrap naar eene rondgaande galerij. Vandaar heeft men een prachtig gezicht op de toppen der varens en palmen, welke laatste voor het meerendeel geregeld bloem en vrueht geven. In deze kas staan planten meest uit de ge-matigde en subtropische streken der wereld : Araucaria's, Musa's, Acacia's en daartusschen klimplanten en lagere gewassen, teza-men een weelderige vegetatie vorteza-mend. Alles wat van de gure Europeesche winters te lijden heeft, wordt hier ondergebracht, ook al kunnen ze den winter wel doorstaan. Zoo treft men hier ook Japansche kersen en pruimen, terwijl als decoratie langs de paden allerlei bloeiende heesters (Azalea's o.a.) en kruidachtige planten (Chrysanthemum's) worden geplaatst; Het zuidelijke gedeelte heet de Mexikaansche kas, al zijn hier ook planten uit andere landen ondergebracht.

Niet minder grootsch is de beplanting van de palmenkas, waarin naast palmen en cycadeeën als hoofdzaak, alle mogelijke andere tropische gewassen te vinden zijn. Dicht hierbij staat het waterleliekasje met een groote Bougainvülea aan den in-gang. Hier groeien de Egyptiache lotus (Nymphaea Lotus) en de Indische lotus (Nelumbuim.speciosum, die in Egypte inge-voerd werd), benevens een schat van andere waterplanten en langs de pijlers mooie klimmers.

(5)

De verdere kassen zijn uit dendrologisch oogpunt minder belangrijk. De T-vormige groep heeft p.a. een Victoria regia-kas, een kas voor Kaapsche planten (Ericaceae, Geraniaceae), voor orchideeën, voor epiphyten en bekerplanten (Nepenthes spec.) enz.

Complex vier heeft kassen voor Aroïdeeën, Succulenten, tropische- en „koudekasvarens" en een kas voor weinig warmte vereischende bloeiende planten, al naar 't jaargetijde ze op-levert (cyclamen, primula's e. d.).

Van de collecties buiten zijn in de eerste plaats de reeds ge-noemde tuin voor alpenplanten, dan de varentuin, een wilde hoek voor bol- en knolgewassen (cyclamen, hepatica's) bij den tempel van Aeolus, een systematisch aangelegde vaste-plantentuin, eene verzameling heiplanten en de kruidentuin van Cambridge Cottage de belangrijksten.

Vier musea bevatten economische planten en hare voort-brengsels; Museum I van de Dicotylen, Museum I I van de Monoootylen en Cryptogamen.

Daar de voorwerpen in volgorde van het natuurlijk systeem geplaatst zijn, staan koloniale en inlandsche voortbrengsels bijeen, zoo ook houtsoorten, de schors, de vruchten en bloemen.

Museum I I I geeft speciaal timmerhout soorten van de heele wereld. Museum IV, de vroegere Cambridge Cottage, is Britsch Boschbouwmuseum geworden, waar ter vergelijking houtsoorten van het vasteland naast gelijke Britsche geëxposeerd zijn. In de North Gallery hangen 800 schilderijen, die door Marianne North van planten en landschappen uit alle oorden der wereld naar de natuur gemaakt zijn.

Het doel van de Kew Gardens bestaat in Ijoofdzaak uit de vier volgende opgaven:

le. De studie van botanie te bevorderen door het uitgeven van flora's, door als botanisch adviseur op te treden en door samen te /werken met de departementen van Landbouw, Kolo-niën, Handel en Buitehlandsche zaken.

2e. Nieuwe, waardvolle planten in te voeren in de koloniën en in het eigen land.

3e. Als nationale tuin te dienen.

4e. Een school te zijn voor tuinbouwstudie.

Hiertoe worden een beperkt aantal leerlingen toegelaten en speciale cursussen worden in de verschillende richtingen gegeven. De leerlingen vinden later betrekkingen in botanische tuinen, als plantenverzamelaars of op plaatsen, waar naast praktische kennis ook wetenschappelijke opleiding geëischt wordt.

(6)

alleen in de houtmusea boschbouwkundig en door de aanwezig-heid der groote gematigde kas en der palmenkas worden er ook vele houtsoorten van sub-tropische en tropische streken aan-getroffen.

Nieuwe, twijfelachtig winterharde houtgewassen worden er dikwijls eerst als muurplanten behandeld, waarvoor de muren om den kruidentuin van Cambridge Cottage en om den vaste-plantentuin gebruikt worden. Hier vinden wij zélfs de granaat-appel en de olijf uit Zuid-Europa.

Eene inrichting als het Kew Arboretum is voor het geheele land van onschatbaar nut.

Ieder kan er zijn kennis komen verrijken en niet ' t minst pro-fiteeren de kweekers van die leerschool. Zaden en stekken worden in het eigen land, de eerste1) ook in het buitenland gegeven,

zoo-dat de planten op die wijze weer verspreid worden. Doorzoo-dat de leek hier zijne planten kan leeren kennen, wordt de vraag naar bijzonderheden vergroot2). Alle planten, ook de vaste planten in

de borders zijn van namen voorzien, een gewoonte, die men ook in de Londensche parken waarneemt. Als etiketten gebruikt men houten paaltjes met looden plaatjes, waar zij zelf de letters inslaan. Oude boomen hebben papieren etiketten met botanische en historische bijzonderheden den boom betreffende, achter glas in lood en dit op den stam gespijkerd. Nieuwe inge-voerde planten krijgen de eerste jaren geen naam, alleen een nummer op ' t etiket, b.v. het nummer uit de collectie van den onderzoeker. Dit is voor de Chineesché planten, die WILSON

verzamelde ' t nummer uit zijn: Plantae Wilsonianae3).

Zij worden eerst op een der kweekerijen gepoot, er wordt zoo mogelijk een kleine voorraad vaii gekweekt en daarna komen zij op verborgen plekjes in de groepen, daar men de ondervinding opdeed, dat begeerige bezoekers ze kaalsnoeiden om aan stek te komen.

De kweekerijen zijn door muren of hooge hagen van ' t overige terrein afgesloten en voor bezoekers niet toegankelijk. De

boom-*) De zaadlij sten verschijnen jaarlijks in het „Bulletin of Miscellaneous information" van de Kew Gardens.

2) E r b e s t a a n v e l e p a r t i c u l i e r e c o l l e c t i e s i n E n g e l a n d , w a a r v a n e n k e l e m e e r g e s p e c i a l i s e e r d e n i n h u n n e r i c h t i n g n o g r i j k e r v o o r z i e n zijn d a n K e w , z o o a l s d e c o l l e c t i e v a n S i r G E O R G E H O L F O R D , . W i s t o n -b i r t , T e t -b u r y ; A l d e n h a m H o u s e t e E l s t r e e v a n d e H O N . V I O A R Y G I B B S m e t d e u i t g e b r e i d s t e v e r z a m e l i n g n i e u w i g h e d e n , v a n S i r E D -M U N D L O D E R L e o n a r d s l e e v o o r r h o d o d e n d r u m s o o r t e n e n h y b r i d e n e n e e r t i j d s F r i a r P a r k v a n S i r F R A N K C R I S P m e t e e n b e r o e m d e a l p e n t u i n .

3) E. H. WILSON. „Plantae Wilsonianae, " uitgegeven door Prof.

CHARLES SPRAGUE SARGENT, Directeur van het Arnold Arboretum te

(7)

kweekerij bij het meer is bovendien door hagen weer in kleine, beschutte v a k k e n ingedeeld. D a a r i s é é n k w e e k k a s j e , half in den grond gebouwd en d a t gelucht wordt door de r a m e n in h u n geheel n a a r beneden t e schuiven en w a a r v a n de luchttoevoer geregeld wordt door zwaar schermJinneii n a a r beneden t e rollen. D e stekpotjes worden in zaagsel v a n p o t l o o d h o u t ( J u n i -perus virginiana) ingegraven, d a t de w a r m t e lang v a s t h o u d t en zuiver blijft. Door een jaarlijksche besproeiing m e t „kalium p e r m a n g a n a a t " wordt het zaagsel gedesinfecteerd. I n het kweekkasje stonden bij mijn bezoek vele R o d o d e n d r u m stek-k e n : R h o d . fastigiatum, R h o d . i n t r i c a t u m enz.

Men kweekte ook Eucalyptus-soorten voor de g r a v e n v a n in Frankrijk gesneuvelde Australiërs. Op de kweekerij zag ik onder meer bijzonderheden de nieuwe Aesculus W i l s o n i i , — indica, — chinensis, F o r s y t h i a suspensa m e t roodgekleurde jonge twijgen, de variëteit atrocaulis Rehd., Abelia longituba m e t voor een Abelia groote rose bloemen, Rosa Sinowilsoni, Vitis himalaïcus enz. Enkele dezer p l a n t e n waren ook reeds in het p a r k t e vinden. E é n k n e c h t heeft geen a n d e r werk d a n e t i k e t t e n en n u m m e r s v a n de collectie n a t e zien. E e n ,,fore-man" g a a t over iedere af-deeling, terwijl de leiding der t u i n e n en kassen bij den c u r a t o r Mr. W A T S O N berust, die v a n h e t A r b o r e t u m en den alpentuin speciaal bij den „ a s s i s t a n t - c u r a t o r " Mr. B E A N . De Directeur eindelijk, heeft n a a s t de verplichtingen, die a a n zijn directeur-schap verbonden zijn, alleen botanisch werk. Hij is redacteur v a n de door K e w uitgegeven boeken en periodieke tijdschriften. Bij den Heer B E A N werkt Mr. D A L L I M O E E , die bekend is om zijne Cytisus kruisingen. De Heer B E A N schreef in 1908 zijn werk over de „Roy. Bot. Gardens K e w " en in 1914 k w a m zijn „Trees a n d Shrubs h a r d y in t h e British I s l e s " uit, een geïllus-t r e e r d 8° werk in geïllus-twee deelen, megeïllus-t beschrijvingen v a n de geïllus- tegen-woordig voorkomende houtgewassen. Hiermee is eene aan-vulling gegeven v a n L O U D O N ' S dendrologische werken, die t o t dusver«de eenige wetenschappelijke bron v o r m d e n welke speciaal Engeland betrof. I n Cambridge Cottage zijn boven ' t Museum de werkkamers v a n de Arboretumafdeeling en hier wordt ook het H e r b a r i u m b e w a a r d v a n de in K e w voorkomende houtge-wassen.

D e groote herbariumcollecties zijn in het reeds genoemde Herbariumgebouw ondergebracht, waar de hertog van Cumber-land t o t ± 1853 woonde en d a t even voor den hoofdingang a a n K e w Green is gelegen. N u wijst men er de gedroogde p l a n t e n a a n v a n Sir W I L L I A M H O O K E R , als de eigenlijke grondslag voor het b e s t a a n d e h e r b a r i u m . Men t o o n t het kastje, waaxin de

(8)

plan-ten bewaard waren, HOOKER'S microscoop en meer historische merkwaardigheden. In de wachtkamer hangen schilderijen en portretten van botanici, die veel in Kew werkten of die door hun werk met Kew in verbinding zijn gekomen, zooals Mr. OLIVER

en Mr. HEMSLEY, beide uit plantbeschrijvingen van den lateren

tijd bekend. Eene fotocollectie in portefeuille bevat alphabetisch gerangschikt de kleinere portretten van botanici. Op de eerste verdieping zijn de werkkamers, vooraan die van de Bibliotheek. De boeken staan alphabetisch volgens den auteur; de kleinere geschriften van iederen auteur zijn bijeen gebonden, ieder werkje door gekleurd papier van een volgend gescheiden en staan als „opuscula" erbij. De- boekenschappen zijn in vakken verdeeld. Boven ieder vak staat een nummer, op iedere schap een letter en zoo zijn ze ingeschreven. Men houdt de schrijvers van de verschillende landen afzonderlek. Losse platen worden, syste-matisch geschikt, in portefeuilles in latafels bewaard, doch nu van alle landen bijeen.

Van de door Kew uitgegeven „Handlists" is gedurende den oorlog in 1915 de „Handlist of tender Monocotyledones" ver-schenen.

Van de Index Kewensis is een nieuw supplement gereed, dat weldra verschijnt; het laatste was over 1905—1910. Zelf ge-bruiken zij den I. K. niet met de afzonderlijke supplementen, doch de tekst van alle deelen wordt uitgeknipt en alphabetisch ingevoegd achter die van de eerste uitgave. Alles is op groot folio formaat Oud-Hollandsch papier geplakt en in leeren banden gebonden. Het zijn nu zulke lijvige boeken geworden, dat men ze alleen ter plaatse kan raadplegen. De Index Kewensis is de botanische nomenclatuurbijbel van de Engelschen, ook die van de andere volken, zoolang zij de vastelandsbenaming niet toepassen, zooals die op verschillende congressen is vastgesteld. De vraagbaak voor de aanwezige plantenafbeeldingen is nog altijd ERITZEL'S „Icônes botanicarum Index", hoewel' dit werk in 1866 geëindigd is. In Kew werden echter geregeld lijsten aan-gehouden van de voornaamste platen. In samenwerking met Kew, met verschillende Engelsche botanici en met het U. S. Plant. Bur. wordt nu de „Revision of Pritzel" uitgegeven door de Roy. Hort. Soc. te Wisley.

Onder de werken, die geregeld door Kew worden uitgegeven behoort het „Bull, of Miscellan. Information", bekend als „Kew Bulletin". Ook wordt door Kew Curtis' Bot. Magazine geregeld voortgezet, welke in 1787 door William Curtis begonnen was. * Hij gaf daarin de beschrijving en afbeelding van vreemde planten,

(9)

kenmerken volgens h e t Linneaansche systeem. De I e serie werd door W . C U R T I S en J . S I M S bewerkt, de 2e serie door S. CXTETIS

en W . J . H O O K E R , de 3e „comprising t h e p l a n t s of t h e R o y . Gds

of K e w a n d of other b o t . establishments in Great B r i t a i n " door W. J . en J O S E P H D A L T O N H O O K E R , de zoon en opvolger van W.

H O O K E R . ZOO werd h e t d u s l a n g z a m e r h a n d een werk v a n Kew en wordt h e t n u ook door den Directeur uitgegeven. P R I T Z E L1)

geeft er in 1872 reeds 96 deelen v a n op. D e beschrijvingen zijn v a n verschillende medewerkers uit K e w . Al het voor ' t eerst bloeiende materiaal uit K e w of d a t v a n elders n a a r K e w wordt opgezonden, wordt hierin opgenomen.

E e n e a p a r t e leeszaal is er n i e t ; men mag zijn boek overal meenemen in h e t gebouw m i t s m e n een k a a r t m e t zijn n a a m op de leege p l a a t s steekt. De bibliotheek s t a a t alleen t e n dienste v a n K e w en wie d a a r k o m e n werken.

Achter de Bibliotheekkamers bevinden zich die v a n het H e r b a r i u m , w a a r v a n de hoofdzaal twee galerijen heeft, die m e t wenteltrappen t e bereiken zijn. H e t heele gedeelte is zooveel mogelijk brandvrij m e t vloeren v a n ijzer en b e t o n ; de ver-warming is centraal, waardoor de collecties minder v a n stof lijden.

De planten, die in h o u t e n k a s t e n liggen m e t kleine deurtjes voor iedere schap, zijn gerangschikt volgens h e t systeem v a n

B E N T H A M & H O O K E R , gewijzigd n a a r de nieuwste opvattingen. Binnen de geslachten liggen de soorten plantengeographisch, volgens eene indeeling, die men g e d r u k t in K e w k a n krijgen. De l a n d e n of werelddeelen zijn op gekleurde strookjes op de omslagen g e p l a a t s t . I n h e t Britsch m u s e u m is alles alleen systematisch geschikt. Beneden Hggen de Ranunculapeae om r o n d g a a n d e n a a r boven t o e de S y m p e t a l a e , d a n de Monochlamy-deae en t e n l a a t s t e de Gymnospermae t e vinden. I n een vol-gende zaal liggen de C r y p t o g a m e n .

De indeeling v a n de zaal in een rij werkkamertjes langs de r a m e n , gescheiden door rijen kasten, die rechthoekig op de pe-n a pe-n t e pe-n tusschepe-n de r a m e pe-n s t a a pe-n , v i pe-n d t m e pe-n ipe-n meer H e r b a r i a . Ieder kamertje heeft een met zwart zeildoek bekleede tafel en een k r u k . I n ' t midden v a n de zaal s t a a n lange latafels, waarin de v r u c h t e n en groote herbarium voorwerpen bewaard worden. De galerijen hebben weer dezelfde kasten- en werkkamerop-volging. Bij iedere k a s t is d u s dadelijk een werktafel aanwezig om h e t materiaal op t e leggen. Weet men bovendien uit welk l a n d de soort afkomstig is, die men wil nazien, d a n heeft men

(10)

alleen het pak te krijgen, waarop dat land aangegeven is. De gangen, die de verschillende zalen verbinden, staan vol boekenrekken. Herbarium en Bibliotheek zijn hier vrijwel een, ieder onder een eigen hoofd: 't Herbarium onder Dr. STAPF,

de bibliotheek onder Mr. SKAN. Ik zag nog een electrisch ver-warmingstoestel om herbariummateriaal op te weeken, wat daarmee geleidelijker wordt verhit dan op gas. Ook hoe 't materiaal opgeplakt wordt, dan met strookjes lijmpapier be-vestigd en 24 uur onder zware gewichten gelegd. Men heeft alleen voor de palmenfamilie een grooter formaat papier, overigens éénzelfde maat. (16.5 :10.5 inches).

Bij een bezoek aan het Jodrell Laboratorium zag ik het werk van

Mr. BOODLE, die gedroogd materiaal anatomisch determineert,

zooals de Heer Jansonius te Groningen dit (volgens het systeem) met de Java-houtsoorten doet.

Mr. BOODLE krijgt verschillend materiaal en had nu juist

graf kransen uit oude Egyptische graven onderzocht. Die uit den Romeinschen tijd waren kransen van olijf- en myrthebladen, doch ook van verschillende bloemsoorten: Celosia cristata, Althaea spec, Lawsonia alba (Henna), Mimusops Schimperi en bloemkroonblaadjes van Nelumbium speciosum, de Lotos, die de Romeinen in Egypte ingevoerd hadden. Het bindmateriaal bestond uit Heleocharis of uit vezels van de dadelpalm (Phoenix dactylifera). In kransen van een oudere dynastie vond hjj Chrysanthemum spec, en Origanum Majoranum. Het Labora-torium staat in de bloemkweekerij, waar ook de „Curator's office" ligt. De „Director's Offices" liggen naast de aangrenzende Cambridge Cottage en zien met het front op Kew Green uit, tezamen een complex gebouwen vormend. Doel en werkwijze van Kew zijn behalve in Mr. BEAN'S werk1) in den laatsten tijd

nog weer beschreven in een studie over botanische tuinen van

Mr. ARTHUR H U L2) , den onderdirecteur van Kew.

Daarin vinden we de functies van kleine en grootere botanische inrichtingen zoo goed uitgedrukt in de volgende woorden: „to stimulate interest and promote sound learning, both as centers of education and of research, while it falls to the lot of the larger institutions to display as far as possible the com-plexity and variety of the vegetable kingdom. The latter with their herbaria, museums, and laboratories, are responsible to the world for the correctness of the information they supply,

1) L. c. pag. 97.

2) The History a n d Functions of botanic. Gardens by A. W. H I L L in

(11)

since in. cases of economic plants incorrect determination or injudicious advitfe may involve incalculable harm to the planting community, whose interests they serve." .

Wij leeren dus uit de geschiedenis en inrichting van Kew: le dat er vanaf 't begin een wetenschappelijk zoowel als eene praktische leiding heeft bestaan;

2e dat zonder steun van de regeering eene dergelijke inrich-ting zich niet kan ontwikkelen, noch zijn nut voor de omgeving kan hebben;

3e dat Herbarium en Bibliotheek gelijktijdig met de ontwikke-ling van de levende collectie ontstonden en er onafscheidelijk mee verbonden blijven;

4e dat een Arboretum 't werk is van vele jaren en men het vanaf 't begin zoo groot moet nemen als op den duur noodig is, om er de planten, in systematisch verband, tot volkomen ontwikkeling te kunnen laten komen ;

5e dat een goed dendrologisch Arboretum een landsbelang is, èn als wetenschappelijke vraagbaak, èn als praktische bron voor den kweeker, terwijl het in den ruimsten zin een volkstuin behoort te zijn.

(12)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

-planten van (licht) bemeste graslanden op matig voedsel rijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond (cfr... bijlage 11, groep 5) [Veronica

 Tijdens deze fase moet men steeds de oren kunnen klaren.. peratuur in de kamer zal stijgen, dit is

 De meeste vissers geven aan weinig te denken bij het zien van de hoeveelheid discards die ze aan boord halen; het hoort bij de visserijpraktijk, zoals bijvoorbeeld visser 6

Their associated conditional copula is Gaussian and their conditional Kendall’s tau is given by τ 1,2|Z=z = 2Φ(z) − 1.. These simple frameworks allow us to compare the

bloemen voorkomen; de groep is dus zowe l éénhuizig als tweehuizig. Vrucht op doorsnede meer of minder elliptisch met ee n spitse punt, met twee of drie kleppen,

De temperatuur zakt in de bedden met T-tape net iets minder ver bij koud weer, maar is bij warmer weer niet hoger dan in het bed, waar geen water gegeven is.. Het verloop van

Fig.7.8 Number Average Particle Sizes of Runs Performed on 600kg Scale using Additional Surfactant and Comparison with Modelled Values (46cm Impeller, 100cm Vessel Diameter,