Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
TOXISCHE SHOCK SYNDROOM (TSS):
TSS DOOR STAFYLOKOKKEN
Klinische aspecten en commentareno Kan het gevolg zijn van om het even welke primaire infectie of kolonisatie door stafylokokken [brand- en andere wonden (ook propere chirurgische wonden), longmucosa (geassocieerd met influenza), catheters voor dialyse, …]. Menstrueel TSS treedt op binnen de 2 dagen na het begin of het einde van de menses en wordt geassocieerd met het gebruik van sterk absorberende vaginale tampons.
o Acute, multisystemische infectie: meest fulminante expressie van pathologieën die worden veroorzaakt door bacteriële toxines [weefselbeschadiging, aantasting van de werking van de organen en orgaanfalen (meerdere organen kunnen aangetast zijn)].
Hoge koorts, hypotensie (systolische bloeddruk ≤ 90 mm Hg bij volwassenen), coagulopathie (<100.000 thrombocyten/mm3 of gedissemineerde intravasculaire coagulatie), nierfalen (BUN en/of creatinine
con-centraties ≥ 2 x de bovenste normale limiet), leverbeschadiging (verhoogde AST en ALT waarden, bilirubi-ne concentratie ≥ 2 x de bovenste normale limiet), ARDS, braken en diarree, veralgemeende, erythemateu-ze, maculaire rash (kan na 7 tot 14 dagen aanleiding geven tot desquamatie, vooral ter hoogte van de handpalmen en voetzolen), myalgie, mucosale hyperemie (vaginaal, orofaryngeaal, conjunctivaal, ...), desoriëntatie of bewustzijnsveranderingen zonder focale neurologische tekens, vaak hypocalcemie (ongekend mechanisme), ....
o Behandeling.
Antibiotherapie (zie lager).
Flucloxacilline, oxacilline en vancomycine hebben geen invloed op het initieel syndroom, maar doen het aantal recidieven dalen (treden anders op in 1/3 van de gevallen).
Clindamycine wordt aan het regime toegevoegd omdat het in staat is de toxineproductie te on-derdrukken.
Behandeling van de septische shock, chirurgische broncontrole.
Toedienen van polyclonale immuunglobulines (1 g/kg op dag 1 en 0.5 g/kg op dagen 2 en 3) kan worden overwogen, maar wordt niet aanbevolen (in België worden immuunglobulines niet door het RIZIV terugbetaald in deze indicatie).
Betrokken pathogenen
o Staphylococcus aureus.
• Empirische anti-infectieuze behandeling
o Regimes.
Patiënten zonder risicofactoren voor infecties door MRSA (of met gedocumenteerde infectie door MSSA).
Flucloxacilline + clindamycine. Oxacilline + clindamycine.
Patiënten met risicofactoren voor infecties door MRSA (of met bewezen infectie door MRSA): vanco-mycine + clindavanco-mycine.
o Standaard posologieën.
Clindamycine: 600 mg iv q6h of 900 mg iv q8h. Flucloxacilline: 2 g iv q6h.
Oxacilline: 2 g iv q6h.
Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: 7 tot 10 dagen (als de hemoculturen negatief zijn).