Bijlage 7. Reinigen van wonden
U reinigt een wond voorafgaand aan onderzoek, bij een controle of bij een ver- bandwisseling.
Doel
• Het verwijderen van oppervlakkig, loszittend vuil, débris of exsudaat.
• Het creëren van voldoende zicht op de wond om deze te kunnen onderzoeken.
Benodigdheden
Reinig de wond met lauwwarm stromend kraanwater (eventueel gazen en 10 en 20 cc spuiten). Als de kraan die dag nog niet gebruikt is, deze eerst 30 seconden laten stromen om besmetting met leidingcommensalen te voorkomen.
Uitvoering
Afhankelijk van het type wond, de lokalisatie daarvan en de toestand van de patiënt kan de wond op vier manieren worden gereinigd:
• Uitspoelen onder de douche.
• Uitspoelen onder de kraan.
• Uitspoelen met behulp van een injectiespuit met water.
• Voorzichtig deppen met natte gazen (bevochtigd met kraanwater).
Bijlage bij Wondzorg in de huisartsenpraktijk, derde druk. Lees voor het gebruik van deze bijlage de uitleg in het boek.
© Nederlands Huisartsen Genootschap.
W O N D Z O R G I N D E H U I S A R T S E N P R A K T I J K
