• No results found

View of "Thijs van Vugt, Een arbeidersbuurt onder de rook van `de Sphinx’. Een sociaal-ruimtelijke geschiedenis van het Boschstraatkwartier-Oost te Maastricht, 1829-1904."

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of "Thijs van Vugt, Een arbeidersbuurt onder de rook van `de Sphinx’. Een sociaal-ruimtelijke geschiedenis van het Boschstraatkwartier-Oost te Maastricht, 1829-1904.""

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Thijs van Vugt, Een arbeidersbuurt onder de rook van `de Sphinx’. Een sociaal-ruimtelijke geschiedenis van het Boschstraatkwartier-Oost te Maastricht, 1829-1904. Maaslandse Mono-grafieën, 78. (Hilversum: Verloren, 2015) 228 p. ISBN 978-90-8704-493-0.

Dit boek, de onverkorte uitgave van het proefschrift van de auteur, is op de eerste plaats fraai uitgegeven. Het bevat veel relevante foto’s, tabellen, grafieken en kaar-ten, waarvan de twee laatste in kleur. Aangenaam is dat de noten staan waar ze naar mijn idee horen: onder aan de bladzijde.

Het thema, al aangegeven in de ondertitel van het boek, wordt wezenlijk aangevuld tot‘de sociale en ruimtelijke effecten van de vestiging en de expansie van het bedrijf van Regout op en in het Boschstraatkwartier-Oost’. Van hieruit wordt de lezer stapsgewijs meegenomen. In het wetenschapstheoretisch kader schetst de schrijver de discussie tussen sociologen, geografen en historici. Zij ont-waarden in verschillende steden en perioden sloppenwijken waarin een verpau-perde onderklasse leefde die in een maatschappelijk isolement verkeerde en die generaties lang een uitzichtloos bestaan leidde. Tegenover deze‘statische’ visie, die tot ver in de jaren vijftig domineerde, signaleert Van Vugt vakgenoten die door onderzoek naar de levenslopen van bewoners juist konden vaststellen dat de bevolking van dergelijke wijken, zeker intergenerationeel gezien, sociaal en geo-grafisch wel degelijk mobiel was. Voor de arbeidersbuurten in Maastricht en de rol van de fabrikantenfamilie Regout hadden de dissertaties van de socioloog Litjens (Onmaatschappelijke gezinnen, sociologisch onderzoek naar de onmaatschappelijk-heid in Maastricht, 1953) en van de historicus Frans van Maenen (Petrus Regout 1801-1878, een bijdrage tot de sociaaleconomische geschiedenis van Maastricht, 1959) een dergelijk statisch beeld neergezet. Met zijn onderzoek wil Thijs van Vugt dit beeld opnieuw tegen het licht houden.

De schrijver beschrijft onder meer, mede dankzij de bewaard gebleven delen van de personeelsboekhouding 1874-1884 en 1900-1915, de ontwikkelingen in wat vanaf 1899 de N.V. Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken De Sphinx zou heten: het productieproces, de variatie in werkzaamheden en de specialisatie van mannelijke en vrouwelijke arbeiders, de lonen, de vaste en‘vlottende’ dienstbetrekkingen en de regionale afkomst van de werknemers. Over de huisvesting van de arbeiders, in het Boschstraatkwartier recht tegenover het fabriekscomplex, stelt Thijs van Vugt dat deze een gesloten samenleving vormde die min of meer los stond van de buitenwereld. De paternalistische Regout had met zijn arbeiders slechts voor dat ze vreedzamer, kuiser en gematigder dienden te worden. In 1863 bouwde hij, naar voorbeelden uit de Luikse omgeving waar hij vandaan kwam, de groëte bòw in de Sint Theunisstraot, een cité ouvrière van zeven verdiepingen met 72 (p. 7) of 68 (p. 123) eenkamerwoningen van 60m3voor 250 à 300 (p. 27), 336 (p. 123) of zelfs 400 (p. 72) bewoners, met voor zijn tijd gemiddeld wooncomfort tegen een

bovenge-AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0160

<TSEG1504_06_rece_1Kv36_proef2 ▪ 24-12-15 ▪ 10:47>

160 VOL. 12, NO. 4, 2015

(2)

middelde prijs. De wijk daaromheen werd met een aandeel van ongeveer drie-kwart sterk gedomineerd door huishoudens waarvan het hoofd een vast of vlot-tend (tijdelijk) contract had bij de Sphinx. In de loop van de onderzoeksperiode blijkt, met de groei van de personeelsomvang, zowel de bevolkingsdruk als de dominantie van de laagste sociale klassen toe te nemen. Het Boschstraatkwartier werd sociaal meer en meer homogeen: een echte arbeidersbuurt. Ten opzichte van de dagloners die in 1829 binnen het kwartier een meerderheid vormden, waren de bewoners inmiddels geschoolde fabrieksarbeiders geworden, zodat er volgens de schrijver sprake was van een gemiddeld lichte verhoging van hun sociale status. Met een steekproef bestaande uit twee medewerkers brengt hij in beeld hoe hun leven en dat van hun families op microniveau met de fabriek en het woonkwartier verweven was. Het gaat om Martinus Habets en Carolus Anten, van wie de levens-lopen vanaf de overgrootouders tot en met de kleinkinderen en inclusief aange-trouwden in totaal 582 personen opleveren, van wie er 435 ouder werden dan 12 jaar en uiteindelijk 192 personen bij Sphinx werkten. Zijn conclusie is dat er in ieder geval geen sprake was van verpaupering, laat staan onmaatschappelijkheid. Wat de ruimtelijke omgeving betreft komt Thijs van Vugt tot een geheel andere conclusie. Volgens het woningonderzoek van 1904 vertoonde de huisvestingssitua-tie duidelijke kenmerken van een achterbuurt in een neerwaartse spiraal van toenemende armoede en verwaarlozing van de woonomgeving, terwijl de huisei-genaren de groei van het inwonertal gebruikten om hun winsten te maximalise-ren. Het hart van de wijk verarmde en werd sociaal homogener, maar de bewoners van de panden aan de buitenrand bleven daartegen gunstig afsteken. De hoogste sociale klassen hadden de wijk al eerder verlaten.

Juist omdat de hoofdvraag een dubbele missie weergeeft en een antwoord nastreeft op zowel de vraag naar sociale en ruimtelijke ontwikkelingen als naar de invloed van de Sphinx, zou het naar mijn mening interessant geweest zijn om de ontwikkelingen binnen het Boschstraatkwartier te vergelijken met de sociale en ruimtelijke ontwikkelingen in de rest van de stad.

Thijs van Vugt levert met dit onderzoek een wezenlijke bijdrage aan het on-derzoek naar de bewoningsgeschiedenis van de verschillende sociale klassen bin-nen de steden in de negentiende eeuw. Het zou mooi zijn als studies zoals deze bij de meer geïnteresseerde geschiedliefhebbers, bijvoorbeeld gidsen van historische stadswandelingen, evenveel aandacht zouden krijgen als publicaties zoals Konink-rijk vol sloppen van Auke van der Woud, die bij het bredere publiek onbedoeld vooral het romantisch beeld van uitzichtloze armoede bevestigen.

Ton Sliphorst

Radboud Universiteit/Tilburg University/Erasmus Universiteit

AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0161

<TSEG1504_06_rece_1Kv36_proef2 ▪ 24-12-15 ▪ 10:47>

161

VOL. 12, NO. 4, 2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De meeste ondertoezichtstellingen werden beëindigd volgens plan en dat aandeel nam ook toe in 2019 (figuur 1.5.1). Deze reden gold voor 8 005 beëindigde maatregelen, wat overeenkomt

Hierop volgde aanvankelijk herstel maar, toen de conditie van patiënt enkele weken later sterk achteruitging, werd in overleg met twee schoonzonen besloten het beleid verder

To achieve this aim, the following objectives were set: to determine the factors that play a role in the pricing of accommodation establishments; to determine

Maatregel Om de aanvoercapaciteit van zoetwater voor West-Nederland te vergroten wordt gefaseerd de capaciteit van de KWA via zowel Gouda als Bodegraven uitgebreid.. Dit

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

Dit wil niet zeggen dat er in Zuid-Limburg helemaal geen geschikte ei-afzetplekken voor de Keizersmantel aanwezig zijn, maar wel dat er onvoldoende geschikte plekken zijn voor

In de eerste plaats moet het vaccin ervoor zorgen dat de dieren niet meer ziek worden, legt Bianchi uit, maar ook moet duidelijk worden of het virus zich via de ge

Deze richtingsspecifieke voorkeur kan mogelijk worden verklaard door enerzijds de ligging van bepaalde steden ten opzichte van verblijfsrecreatieterreinen (zie fig. 6) en