Citation for published version (APA):
Hoens, H. P. J. (1983). Toevoerinrichting voor scharnierbeugels. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPB0042). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1983
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
Afdeling bedrijfsmechanisatie.
ToeToerinrichting voor scharnierbeugels
Rapportnr. WPB 0042
oktober 1983 H.P.J. Hoens
Verslag van de 1-1 opdracht, u1tgevoerd onder begeleiding
Tan ire A. Smals.
Inhoud
Inhoud
InJ.eiding
Hoofdstuk 1. Opdrachtomschrljving
Hoofdstuk
2.
Het afzonderenHoofdstuk
3.
Vormherkenning Hoofdstuk4.
Richten Hoofdstuk 5. De constructie 5.1 De uitva1poort5.2
De vormherkenner Hoofdstuk 6. Slot Bijlage 1. AfzonderingsmechanismenBijlage 2. Proeven met transportbanden en hefmagneet
Bijlage 3. Opnemers Bijlage
4.
Richter Bijlage5.
UitvalpoortBij1age 6. De optimale afvoerhoek
Bijlage
1.
Berekening veerstijfheid uitva1poort Bijlage 8. Benadering massatraagheidsmoment poort Bijlage 8A.Draaimagneet Bijlage 9. Vormherkenner Literatuur I 1 3 4 8 12 15 15 16 19 20 22 2528
29
3132
33 34 36 40InJ.eiding
In het kader van mijn I-1 opdracht heb ik gewerkt aan het
ont-werpen van een flex:i.be1e toevoerinrichting. Als voorbee1d van het toe te voeren product werd de scharnierbeuge1 genomen.(zie fig.1 )
De scharnieTbeuge1 is een onderdee1 van een steigerkoppeling, een product van van Thi.el Uni.ted B. V. te Beek en Donk. De stei-gerkoppe1ing wordt gebru:i.kt voor het op_ ••nvoudige wijze aan e1-kaar koppe1en van de buizen van een steiger.(zie fig.2)
"
"
figuur 2. De steigerkoppe1in~
Op dit moment gebeurt de montage van deze koppeling nog met de hand. Het is de bedoeling dat dit in de toekomst automatisch gaat gebeuren.
t?t1
' < i ' ',-~ " i Aanllll bladen: Schaal: ye.::5 +1 / GeL ~. I "~---'-JJ~--,~
bJ~
.~~t03~
\(1 Get·I
CG-~
. .I
I ;
I
~ Datum;?
i
::sI
'.,
1
:.1
Blad no.; . . .. . . y~
VERENlGDE BEDRIlVEN VANTHIE\;:' ) ,Ji.VAN THIEL UNITED B.V.· .
POSTBUS 8. - BEEK ENDONK -H'~NtJ
~., -' .:
..
a.
Maleriael;.
~ 5
t
~1'
2.
-11
~
1- "
(~,,~;ifiN
11'
oJ:>
G e.4:.~(;) \c\.< Q.\1.0s:::.: l . ~ o.0 $ ')('l~6;0S . ~.IBenamlng; ~ \A ll'0' f ' < b /'
~;~
n
il
f+-
rt--~I
I
I
~iL';,o~
f----~ 'D C\J, I I 'VR=5.S
Hoofdstuk 1. Opdrachtomschrijving
De scharnierbeugel wordt geproduceerd met een snelheid van 60 stuks per minuut. Hierna ondergaat de beugel een
warmtebehan-deling en een reinigingsbehanwarmtebehan-deling, waarna hij gereed is voor
montage. Tussen deze vier bewerkingen wordt hij steeds weer
on-geordend opgeslagen in normbakken met een inhoud van t 3.300
beu-gels (zie fig.
3).
r - - - . - - - - ~ ~
;PRO-
I .
OP-' WARMTEBE- Op-" REI- OP- \ ; MON....!DUCTIE
'1
SLAGH HANDELING, SLAGH NIGING , I SLAGI: TAGEfiguur
3.
Productieschema van de scharBierbeugel.De montagemachine waaraan deze beugels in de toekomst moeten
worden toegevoerd, heeft een productiesnelheid van 15 beugels/min •• Een voor de hand liggende oplossing om de beugels gericht te kunnen toevoeren,is het geordend opvangen van de beugels na de productie. Dit is echter niet gewenst. Door een opvangmechanisme op de productiemachine aan te sluiten, ontstaat er een extra sto-ringsbron die de productie zou kunnen hinderen. Tevena zou geor-dende opvang aanpassingen eisen van de oven waarin de warmtebehdeling plaatsvindt. Deze oven wordt echter ook gebruikt voor an-dere producten van van Thiel United en werkt met producten die worden aangevoerd vanuit een ongeordende voorraad. Het geordend
.
opvangen betekent ook dat de toevoerinrichting specifiek voor dezebeugel zou z~n en dus niet flex1bel is.
De te stellen eisen aan de toevoerinrichting zijn daarom: - werken vanuit een ongeordende voorraad.
- leversnelheid minimaa1 15 beugels/min ••
- beugels mogen niet vet worden vanwege de lasbewerking tijdens de montage.
- lawaaiproductie zo gering mogel~k.
- b~vullen van de beugelvoorraad niet vaker dan 1x per uur.
Lichte beschadigingen van de beugels zoals krassen en deukjes zijn toegestaan.
Hoofdstuk 2. Het afzonderen
Omdat gewerkt moet worden vanuit een ongeordende voorraad,
moeten de beuge~s eerst worden afgezonderd uit deze voorraad.
Bij eommige afzonderingsmethoden kan de beugel m.b.v. !i~ters
ge~ijktijdiggericht worden. Bij andere methoden moet na het
afzon-dereB nog apart gericht worden. A~vorens hierop verdeI' in te gaan
wi~ 1k eerst een betere productomschrijT1ng geven.
De beugel is gemaakt van koudgetrokken sta~. Het opperTlakte
is glad,doch kan lasspetters vertonen. Het gerlcht is ongeveer
170 gram. Het zwaartepunt ligt in het midden van de breedte en
van de dikte.(zie fig.4) Op de plaatsen waar de beugel gebogen
is, is de beuge~ ca. 1 Mm. dikker geworden. Voor geometrische
ge-gevens zie fig. 2 en fig. 4.
...
rr .,.. C\I C\Ifiguur 4. Zwaartepuntsligging van de beuge~
De beugels kunnen e~kaar op diverse manieren hinderen in de Trije
doorgang. Door hun vorm kunnen ze op verschi~~ende manieren over
elkaar liggen. Ook kan het p~atte uiteinde op
4
verschi~~endema-nieren gaan vastzitten in het oog van een andere beugel. Het
ver-breken van deze verbinding is niet moge1ljk d.m.v. tri~~en. Dit
zou de verbinding eel' del' verstevigen. Omgooien, ~aten v~len e.d. blijkt wel effectief.
Er zijn vele moge~ijkhedenom producten vanuit een ongeordende voorraad af te zonderen. In de literatuur over dit onderwerp wor-den de toepassingen van afzonderingsmechanismen besproken aan de
onder-scheidt o.a. de volgende productvormen: - rotatorisch symmetrisch
- prismatisch - rechthoekig - diverse
Zoals wel duidelijk is valt de scharnierbeugel onder de rubriek diversen. Voor deze rubriek wordt geen pasklare oplossing ge-boden. Men moet daarom de toepasbaarheid van de diverse voeders a!zonderlijk toetsen. Atzonderingsmechanismen die gebaseerd zijn op excentrische zwaartepuntsligging, zijn niet toepasbaar omdat
het zwaartepunt in het midden van de breedte ligt. Oak het
re-latie! grote gewicht beperkt de toepasbaarheid van vele voeders. De in aanmerking komende voeders zijn:
1. de zwaardvoeder 2. de schijfvoeder
3.
de magneetschijfvoeder 4. de trilvoeder5.
de verticale bandvoeder6.
de horizontale bandvoeder7.
de trammelveeder.Na atweging van de voor- en nadelen van deze voeders (zie bijlage
1) lijkt de horizontale bandvoeder het meest geschikt. Hij is
na-mel~K vrij stil en niet productgebonden. Met dit laatste wordt be-doeld dat deze voeder gemakkelijk geschikt te maken is voor het toevoeren van andere producten.
De horizontale bandvoeder zou als volgt uitgevoerd kunnen
wor-den. (zie fig. 5) Door meerdere transportbanden acater elkaar te
zetten, met ieder een verschi11ende bandsnelheid, is het moge1ijk
de beugels af te zonderen. voor tevens twee banden haaks op
e1-kaar te zetten, komen de beuge1s die op de ene band naast ele1-kaar liggen op de andere band achter elkaar te liggen. Met behulp van
afschuivers en richters komen de beugels asn achte~ e1kaar tussen
een geleiding te 1iggen.
Om niet te veel transportbanden nodig te hebben, mogen er niet
v2 v3 1 ~ • ~~~<~ 2 j : "'~-'-~- 3 ~ ~ ~ 4
5
r' 6,
~ --
---'~ ~ figuur5.
Voeder1: a!schuiver; 2,3,4:transportband;
5:
normbak;6:
hefmagneet.Men zou dit kunnen regelen door bijvoorbee1d de normbak, waarin de beugels zijn opgeslagen, beetje bij beetje leeg te sehudden. Dit blijkt echter niet mogelijk omdat doot het aan elkaar klitten van de beugels deze alleen met grote trossen uit de bak vallen. Het
is wel mogel~K de eerste band te voeden met een hefmagneet of een
verticale bandvoeder.
Omdat de opbrengst van dit systeem onbekend en niet te berekenen
is, heb ik enkele proefjes gedaan met transportbanden en een
hef-magneet. Hierbij werd gekeken naar de spreiding op de transportban-den vear en na het doorlopen van een snelheidsverschi1. De invloed van een afschuiver hierop en de invloed van het hasks achter e1-kaar zetten van transportbanden.(zie bijlage 2)
Uit de resultaten van deze proeven blijkt dat het m.b.v. het in figuur 5 gesehetste systeem, zondermeer mogelijk moet zijn de
beu-gels af te zonderen en aehter elkaar tussen een geleiding te
krij-gen.
Het optimaliseren van dit afzonderingssysteem is alleen mogelijk door te experimenteren met het aantal banden, transportsnelheden, bandbreedtes, bandmateriaal, afsehuivers e.d •• Dit zal veel tijd
vergen. Daarom is na overleg met mijn opdraehtgever dhr. Smals en
te beperken tot het vervolg op dit systeem t namel~K het ontwer-pen van een richter.
De gestelde ingangsvoorwaarden voor deze richter zijn:
- De beug&ls worden aangevoerd op een horizontale transportband.
- Ze Iiggen tussen een geleiding t zodat overlappen weI mogelijk
is maar in elkaar haken niet.(zie fig. 6)
- De onderlinge afstand tussen twee opeenvolgende beugels is on-bekend.
6a. Overlappen figuur 6. Beugelstanden.
6b. In elkaar haken
Omdat de opbrengst van het atzonderingamechanisme nog onbekend is, moet het richtsysteem zo snel mogelijk kunnen werken en een maximale opbrengst aan gerichte beugela hebben. Tavena moet dit systeem continu werken, dus geen stap-rust beweging vertonentom-dat dit anders een opstuwing van de beugels in het afzonderings-mechanisms veroorzaakt en ci,,-c.. de opbrengst hiervan
nadeIi~bein
vloeden.Hoofdstuk. 3. Vormherkenning
De eis van maximale opbrengst van het richtsysteem heert
tot gev01g dat het richten van de beuge1s actief moet gebeuren.
Het passief richten, waarb~ al1een de beuge1s die in de goede
positie gebruikt worden, heert immers een 1agere opbrengst.
De beuge1 kan tussen de ge1eiding
4
standen innemen.(ziefig. 7) Om de beugels allen in een bepaalde stand te ~gen
figuur 7. De 4 beugel~tanden
moet men ze over een hoek van 1800 kunnen draaien. Afhankelijk
van de beginstand moet deze rotatie om de
x-,
y- of z-asplaats-vinden. Stel we nemen stand 4 als gewenste stand, dan moet
beu-gel 1 1800 draaien om de z-as, beugel 2 om de y-as en beugel 3
om de x-as.
Het is mogel~K om een richtsysteem te ontwerpen waarbij de
beugels allen in de goede stand worden gezet zonder dat van
te-voren hun stand wordt waargenomen.
C
3] Deze oplossing is tespecifiek gericht op toepassing voor deze beugel. Daarom heb ik gekozen voor een oplossing waarbij eerst de stand' van de aange-voerde beugelbepaald wordt en daarna pas de beugel gericht wordt.
Zeals reeds beschreven in fig.
7
kan de beugel tussen dege-leiding vier standen innemen .. Leggen we deze vier standen
over-elkaar, (zie fig. 8) dan kan men zien dat het mogelijk is met
twee metingen, in de punten A en B. aJ.le Tier de standen waar te nemen. Omdat de beugels bewegen ten opzichte van de meetpunten, zal in punt Cook de aanwezigheid van de beugel gemeten moe ten worden. Deze aanwezigheidsmeting moet op het moment dat een
trans~rt
richtl.ng
AB:A
figuur
8.
MeetpuntenAB:~
A B : V
de metingen in de punten A en B worden afgelezen. Dit laatste
ver-eist een besturing van de vormherkenner.
De beugels worden aangevoerd liggend op een transportband. Ook indien men de beugel rechtop op de transportband zou aanvoeren be-tekent dit dat de beugels slechts aan drie zijden toegankelijk zijn
voor opnemers: de bovenzijde en twee z~~anten. Omdat ze ook zo
wor-den aangevoerd kies ik voor een liggende positie van de beugel
voor het herkennen van zijn stand. Dit houdt in dat de opnemers die op de plaatsen A en B zitten een zodanig werkingsprincipe moeten hebben dat geen last heeft van de onderliggende transportband. De
sro~e hoeveelheid beugels dat de opnemers passeert en het feit dat opnemer per passerende beugel meerdere keren schakelt, eist ook een lange levensduur van de opnemer. Om te kunnen werken met een hoge transportsnelheid wordt ook een hoge schakelfrequentie vereist. De eventueel in aanmerking komende opnemers zijn:
- mechanische schakelaars - foto-electrische schakelaars - benaderingsschakelaars.
Al deze opnemers zijn er in diverse uitvoeringen en met diverse gevoeligheden te koop. Na afweging van de voor en nadelen van deze
schakelaars (zie bfjlage 3) bleek de benaderingsschakelaar het meest geschikt. Deze schakelaar werkt zonder mechanisch contact, heeft een lange levensduur en een hoge schakelfrequentie. Voor het registreren van metalen voorwerpen is de inductieve schake-laar beter geschikt dan de capacitieve schakeschake-laar vanwege het
kleinere bouwvolume bij gel~ke gevoeligneid.
Ik heb gekozen voor een schakelaar met een kopgevoeligheid van
5 Mm. (Honeywell 922AA3W-A6N,zie b~lage 3). Deze schakelafstand
is nodig omdat vanwege de maattolerantie van de beugel, de
scha-kelaar minstens 2 Mm. boven het beugeloppervlak gemonteerd moet
worden.
Voor het verrichten van de aanwezigheidsmeting hab ik gekozen gebruik te maken van een lichtbron met tegenoverliggende fotocel. Deze meting moet namelijk over de gehele breedte van de transport-band gebeuren.
Om te kijken of deze opnemers aan het beoogde doel voldoen, is een proefopstelling gebouwd. AIle dri9 de schakelaars zijn
aangeslo-ten op een PLea Het hierin opgeslagen programma zorgt-ervoor dat op
het moment van verduistering van de fotocel een pulssignaal wordt gegeven waarbij de toestand van de benaderingsschakelaars wordt
af-gelezen. AfhankelfjK van het ingangssignaal wordt een ~ED
aange-stuurd die overeenkomt met de stand van de passerende beugel. Dit uitgangssignaal wordt pas gewijzigd indien de fotocel. weer van
ver-lichte naar verduisterde toestand gaat. (zie fig. 9)
benaderingSSnh~ fotonel
I . ' / , ' I / I / ( I / ~ L~ / I
'L-LLLi
_ . I ' trans~~
: I
I
richtingfiguur
9.
Proefopstelling vormherkennerver-hoogd. Het bleek dat dit systeem nog goed functioneert bij een snelheid van 32 m/min •• Een hogere snelheid is niet geprobeerd' vanwege het ontbreken van een snellere transportband.Het was daarom niet mogelijk de maximale werkanelheid van deze vormher-kenner te bepalen.
Omdat een ricBtsysteem de beugels het liefst "n voor een krijgt aangevoerd. moet ook gemeten worden of de aanwezige beu-gel alleen ligt en hoe groot de afstand is tot de volgende. Dit kan men beraiken met nog enkele extra aanwezigheidsmetingen.
In plaats van de lichtbron + fotocel voor de
aanwezigheids-meting zou men vanwege de uniformiteit ook twee naast elkaar ge-plaatste benaderingsschakelaars kunnen gebruiken. Ook dit sys-teem bleek nog goed te werken bij een snelheid van 32 m/m:i.n ••
De vormherkenner zal er dan uit komen te zien zous geschetst
is in fig. 10.
figuur 10. Vormherkenner met benaderingsschakelaars.
Van de snelheid van het richtsysteem zal afhangen hoe groot de minimale tussenruimte tussen twee beugels moet zijn.en dUB ook het aantal aanwezigheidsmetingen. Daarom wordt de verdere
con-struotieve uitwerking van dit meetsysteem in hoofdstuk 5
Hoofdstuk
4.
RichtenVan het richtsysteem. moet men eisen dat het de beugels zoda-nig snel richt, dat er geen opstuwing ontstaat in het voorgaan-de systeem. Omdat voorgaan-de vormherkenner kan werken met een transport-snelheid van 32 m/min. wordt deze transport-snelheid ook aangehoudeB voor de richter.
Men kan de beugels op vele manieren aa!1 de montagemachine
aan-bieden. Een voorbeeld hiervan is geschetst in fig. 11. Hier
wor-den de beugels na het meten m.b.v. poortjes in
4
kanalen gestuurden zo aan de machine aangeboden. Dit zou echter Yeel opnemers vereisen om te controleren of de poortjes weI geschakeld mogen
worden. Voor de montagemachine is het ook eenvoudiger ala het
aantal aangeboden standen zo klein moge1ijk 18.
<;---§
figuur 11. De 4-kanalen richter
Zoals reeds besproken in hoofdstuk 3 kan men de beugels d.m.v.
een draaiing van 1800 om de juiste as, allen in "n stand brengen.
De rotatie om de x-as (zie fig. 7) wordt echter bemoeilijkt door
de aanwezigheid van de transportband. Deze rotatie is te vervangen door een rotatie om de y-as gevolgt door een om de z-as. Het richt-systeem hoeft dan nog maar twee rotaties te kunnen uitvoeren.
Door de gewenste stand van de beugel niet in het x-y-vlak te plaatsen maar in het y-z-vlak, kan men de rotatie van 1800 om de y-as vervangen door een draaiing van 900• Afhankelijk van de stand
van de beugel moet deze in positieve of negatieve richting draaien.
Zo gaat men over van
4
standen naar 2 standen. (zie fig. 12)Daar-na kan de rotatie om de z-as plaatsvinden.
De rotatie om de y-as is vrij eenvoudig uit te voeren. Door de beugel gedeeltelijk langs een hellend vlak te laten lopen, wordt
~
0 zlu-y
- 90 om y-as=>
rvt
0r
+ 90 om y-as~
0 z~y
- 90 om y-as~
x~
0 + 90 om y-asf:Lguur 12. De ",oyergaag van 4 Daar 2 staD.Qen
deze rechtop gezet. Afhankelijk van de beg:Lnstand moet d:Lt vlak l:Lnks of rechts van de beugel zijn. Het vlak moet wel glad zijn om zo de voortstuwing door de transportband te verzekeren. Een mo-gelijke u±tvoer.i~g is geschetst in fig. 13.
Doorsnede A-A
~ID
1:nsportband
poort
f:Lguur 13. Het rechtop zetten van de beugel
De rotatie om de z-as is veel moeilijker uit te voeren. Men kan
de beugel draa:Len door de zijgeleiding te draaien op het moment dat de beugel aanwezig ia.(zie fig. 14) De massatraagheid van dit sys-teem is veel groter dan d:Le van het poortje uit fig. 13. H:Lerdoor :Ls de rotatiesnelheid due veel lager. Dit betekend dat deze rota-t:Le bepalend 18 voor de tussenruimte tussen de beugels en dus voor ae opbrengst van de r:Lchter.
beslo-.I
F====:a-~=====@D:::::!:i.,t-==f::1
'\,
"
... -_..-""",.,
/ /- --
..
...,
\ bovenaanzichtfiguur 14. Het omdraaien van de beugel
zijaanzicht
ten de rotatie om de z-as te laten vervallen en de beugels in twee standen aan te bieden. Zoals te zien is in fig. 13 zijn er na het rechtop zetten in ieder kanaal nog twee standen aanwe-zig. Door deze kanalen samen te voegen en daarna de beugels
weer te splitsen krijgt men twee kanalen met elk nog
een
stand.Indien de Qpbrengst van het afzonderingssysteem groot genoeg is zou men eventueel twee montagemachines kunnen voeden.
De beugels die met een te kleine tussenruimte aan de richter worden aangeboden Moeten als uitval beschouwd worden. Het actief creeren van de goede tussenruimte heett namelijk opstuwing tot ge-volg. Daarom moet veer de richter een uitvalpoort zitten.
Hoofdstuk 5. De constructie
De totale oplossing komt er uit te zien zoals geschetst in
b~~age ~. Nadat de beugel door het afzonderingsmechanisme tUB-sen twee geleidingen wordt aangeToerd, wordt door de Tormher-kenner de stand waargenomen en de minimale tussenruimte
gecon-troleerd. Is deze ruimte te klein, d~~ wordt de uitvalpoort
ge-opend en de beugel atgevoerd. Indien de afstand groot genoeg is gaat de poort weer dicht. Als de uitvalpoort gepasseerd is, wordt
de beugel weer waargenomen waarna de volgende poort kan schakelen.
Als de beugel dan rechtop staat wordt hij nog eens waargenomen,
waardoor de derde poort kan schake len en hij in de juiste baan
1I'Ordt geleid.
Het gea.el wordt beatuurd door een FLe. De tweede en de derde
poort kunnen juist aangestuurd worden door in het
besturingspro-gramma gebruik te maken van een meelopend geheugen (schuitregis-ter).
5.1 De uitvalpoort
---De uitTalpoort bestaat uit twee verbonden Terenbaadetalen strips die dOor een draaimagneet verdraaid kunnen worden. (zie bijlage 5) De ligging van het draaipunt is zo gekozen dat indien de poort gesloten is deze dient als geleiding voor de doorgaande
beugel. Om de beugels zo snel mogelijk at te voeren moet de poort
. onder 8en hoek Tan 330 met de transportrichting staan. De hierbij horende poortpasseertijd t=o,445 seconde (voor berekening zie
bij-1age 6)..
Voor de uitToering met Terenbandstalen stips is gekozen van-wege het harde en gladde oppervlakte en de lichte coDS'tructie. De gladheid is nodig om de beugel erlangs te laten glijdeB. de hardheid om bestand te zijn tegen de scherpe uiteinden van de beu-gela.
De kracht waarme de beugels tegen de poort boteen hangt at van de veerstijtheid c van de poort. Deze is te benaderen door c=5650
N/m • Het masea Tan de beugel m=170 g •• De botasnelheid loodrecht
Fb = vb. Ifm.c· = 8,44 N. (zie bijJ.age 7) De poor't ia s'terk genoeg om deze kleine krach't op te· vangen.
Indien we de 0,445 seconde als tussenruim'te nemen dan is de tijd waarin de poor't meet kunnen openen of sluiten gelijk aan 0,101
seconde (zie b~~age 6). De snelheid Tan de PLC + interfaces is
20 ms. De werkeli;jke openings'tijd t is dan 0,081 s. He't maaaa'traag-heidsmoment van het poortje..,I=
2,~2.10-4
kgm2 (zie bijlage 8).p
Nemen we voor de zekerheid een draaitijd van
0,05
s dan Tolgthieruit II.b. T..
'I
=
i;;
t2 en M =,I het benodigde aanTangsdraai-T a pmoment M = 0,093 NIl.
a
Gekozen is voor aandrijTing met een dubbele draaimagneet om
zo snel 1I0geljjk te kunnen draaien. Omdat de bek:.rachtigingstijd
onbekend is is de vereiste inschakelduur ED
=
100%.8 -6 2 I = ,5.10 kgm m
-4
2 I= I +1 =2,105.10 kgm p mDe Kuhnke draaimagneet UE5 24 Tolt heeft een aanTangsmoment
M
=
8,4 Nem en een eindmoment M=
16,2 Nem. (voor Terderege-a e
gevens zie bijlage SAl
Het traagheidsmement van de magneet
Het totaJ.e traagheidsmoment is dan
De hoekversnelling
c.p
=I
Ma = 399 s-2 Dit levert een draaitijd t=V~.'
• 0,054 scp
De tijdsconstante van de draaimagnee't
T=
0,024 s, zedat detota-_1 Z 2'
le draaitijd van de poort td
=
vt +~ = 0,059 s. Deze aandrijv1ngvoldoet dus.
5.2 De vormherkenner
---_._---,---De gekozen tussenruimte van 0,445 s komt bij een bandsnelheid
van 32 m/min. overeen met 237 Mm. Om d1t te kunnen meten zijn er
voor de Tora.l!eTke1U1er in totaal 10 benaderingssehakelaars nodig. (zie bijJ.age 9) De gekozen sehakelaar(Honeywell 922AA3W-A6N, zie bijJ.age 3) heeft een urnvormig schakelgebied waardoor de ma'ten
von het huis van de vormherkenner niet
zO
nauwkeurig hoevea tezijn. Men kan nameljjk door de schakelaar in hoogte te stellen het schakelgebied veranderen.(zie fig. 15)
beugelopp.
figuur 15 Het veranderen van achakelgebied
Omdat de schakelaars Tear de aanwezigheidsmetingen kort naast elkaar moe ten worden geplaatst, mogen ze alleen kopgevoelig ziju. Ook moet er een busje gemaakt worden om te zorgen dat de borg-moeren elkaar niet hinderen.
Het programma voor de besturing van de vormherkenner is
ge-schetst in fig. 16. Ala x9 of x10 bekrachtigd zijn en alle andere opnemers niet, wordt m.b.v. een pulssignaal(cr2) een geheugen(yO) geset dat aangeeft dat er gemeten mag worden. Als daarna x1 of x2 bekrachtigd worden,wordt m.b.v een tweede pulssignaal(cr5) de toestand van de andere opnemers afgelezen en het geheugen yO ge-reset. Uitgang Y5 geeft aan dat de tussenruimte te klein is. Hier-mee kan de uitvalpoort aangestuurd worden.
De uitgangen y1 tot en met y4 geven de standen weer van de pas-serende beugel.
Indian niet aan de voorwaarde yO
en
x1~~f x2 wordt voldaan wordt®
®
@)
e
®
6
---.
e
@)
e
@
??7 ) ? > , 7 ? 77 ? > >? 77 ? 7 7 7 7 7 > 7 7 7 </ 10 r2 0 r1tr
0 r3l
r3I
cr4 r5 3 cr4 r5 x6 7 x9 10 cr2o
2 3 4 oHootdstuk 6. Slot
De toevoerinrichting is vanwege tijdgebrek nog niet geheel voJ.tooid.
- De poorten voor het rechtop zetten en het spJ.itsen in twee
banen moeten nog ontworpen worden. Ze moeten even sneJ. of sneJ.J.er draaien dan de uitvalpoort. Dit moet mogeJ.~g zijn omdat ze kJ.einer en dus J.ichter kunnen worden uitgevoerd.
- Voor het rechtop zetten moeten de beide gJ.ijTJ.akkeft nog nader bekeken worden. Onder andere moet de heJ.J.ingshoek worden be-paaJ.d.
- De beugeJ.s kunnen niet direct na de rich~er aan de
montage-machine worden aangeboden. Er moet een buffervoorraad van
gerichte beugeJ.s worden aangeJ.egd.
He~ programma voor de besturing van de poorten moet nog
wor-den gemaakt.
De toevoerinrichting zaJ. ongetwijfeJ.d op velerlei gebieden ver-beterd kunnen worden, maar zal in de huidige toestand kunnen func-tioneren bij een bandsneJ.heid van 32 m/min ••
Ean verbetering die me nog op hat laatste moment is ingeval-len is het weglaten van een zijkant bij het huis van de vormherken-ner. Het systeem is dan beter bereikbaar indien er beugeJ.s mochten vast1open.
Tot s10t zou ik iedereen wi11en bedanken die een positieve bijdrage heeft ge1everd bij de totstandkoming van dit ontwerp en met name de heren:
Smals.(opdrachtgever en coach),
van Hoof (medewerker van van Thiel United B.V.), Renders,
van Rooij en van Stiphout.
Bi11.age- 1. Af'zonderingsmechanismen
Zwaardvoeder:
\
"'" !/;
IQ~
'\:.J...:- ,J{• •~
voor: - m.b.v het juiste prof'iel is
de beugel meteen te richten. tegen: - lage opbrengst.
- "'11 lawaa:i.
- groot Termogen nodig voor aandrijving tSwaard.
tegen: - lage opbrengst.
- kan aIleen werken met klei-ne beugelTOorraad.
- groot bouwvolume.
~~~!!~!:.~!!~!~!~lDeze voeder is reeds getest voor dit probleem. Tegen: - maar juist voldoende opbrengst.
- Teel lawaai.
- kan aJ.leen werken met kleine werk-voorraad.
Trilvoeder: Deze voeder werd door van Thiel United getest.
---Voor:- Beugel kan m.b.v. af'schuivers en richters ge-lijktijdig gericht worden.
Tegen:-Teel lawaai.
-geringe opbrengst omdat trillen de binding tussen de beugels verstevigd.
Vertic ale bandvoeder:
-,---Voor:- weinig lawaai.
Tegen:- moeilijke beugelaf'voer waardoor - lage opbrengst.
ZwaardTOeder:
voor: - weinig lawaai. tegen:- groot bouwvolume.
Trommelvoeder:
voor: - m.b.v. juist profiel is de beu-gel meteen te richten.
tegen:- Teel law-ad. - lage opbrengst.
groot Termogen nod1g om trom-mel te draden.
BtU'Se 2. P~oeven met transportbanden.en hefmagneet.
~~:~~_~~~2~:Om te kijken hoe de beugels uit de voorraadbak vulen werd deze langzaam omgekeerd.
Als de bak onder een kleine hoek staat, vallen er een paar beugels ui de bake Staat de bak on-der een hoek van 900 dan blijkt dat nog bijna al-le beugela in de bak zitten. Wordt de hoek nog groter, dan vallen de bellgels met grote hoeTeel-heden eruit.
Hieruit b1ijkt dat deze manier van Toeden van de tranaportband niet gesehikt is.
~!!!!!e!!:!?.!
Gebruik makende van de hefmagneet die aaDWes1g was b~ de firma
van Thiel in de aideling voor warmtebehandeling, werd gekeken naar het aantal beugels dat de magneet uit de voorraadbak zou nemen, en naar de speiding van deze beugels indien men ze zou la-ten vallen op een hrizontaal vlak.
De magneet nam gemiddeld
36
beugels uit de bakeBij een valhoogte van 600 mm verspreidde deze beugels zich over
een cirkel met een gemiddelde doorsnede van 52 em.
~~!!!~_!=~_~!!!!E~~~~!!~!~.!
Aanwezig: Band I breedte 200 mm
lengte 2m
snelheid 10,9 m/min.
Band II breedte 200 mm
lengte 2 m
snelheid 20 m/min. Materiaal band RVS Bchakels.
Test I;
I
- ~ I I
O_L.--====t---cr=---..:;;l:-~~
,,~
~.
0
Op de stilstaande band I laten we van een hoogt VaJl
30
em30
beu-gels vaLlen die op een sehep van
200x200
mm liggell. Dan wordtge-keken over welke lengte de beugels verspreid liggen. Daarna
'Wor-den de ban'Wor-den ingeschakeld. Als alle beugels op band 2 liggell wordt
oak daarop de spreiding gemeten. ResuJ.taten:
band I 128
50
emband II
100
em'l'es1: 2:
Zelfde test a1s test I maar dan beugels laten vallen met bewegeude
band I. Resultaten: band 'I band em em em em em and I v66r
42
75' 52
50
I55' 56 '
48 .63
I57 . 53
en n& hark80 113
94
88
80 100
75
100125
85
band II ~46202 175 142 147 180 142 163 225 153
'rest3:
Zefde als te st 2 maar dan met toepassing
van een hark. Deze hark wordt m.b.v hand-kraeht heen en "eer be"ogen dwars op de loopriehting van band I
Resultaten: b
~st 4:
Band II loodrecht op band I; Aantal beugels
15.
De rest is gelijk. ,aan test
5.
Resultaten: m m m band I v66r'~5 I57' 32' 32 . 30 ' 45' 48
I
35' 50
I 35 e en ns. hark74
59
60
45
47
45
50 : 55 . 63
55
c band II120 115 110
74
75
94
75 \105 100 1104
e Test5:
Hierbij werd v66r~aarld I nog een band geset.,. . . .':ltad een snelheid
van
3.75
mlm1n ••Op band IIwerden twee buisjes plllaakt op een hoogte25
0met de transportrichting. De re8t was gelijk aan test 2. De resUltaten van deze test waren gelijk aan die van test I.
De
spreiding van de beugels op de laatste band kon echter nietgemeten worden omdat deze de lengte ""an de band overtrof.
De invloed van de afstrijker was dat na het passeren hiervan bjjna geen beugel meer reehtop stond.
Bij al deze proe>fjes bleek dat Tlak liggende beugel bij de over-gang van de ene naar de andere transportband t.g.v. het niveau-Tersehil gingen stuiten waardoor velen weer reehtop gingen staan. Het tegenovergestelde werd ook waargenomen.
milage 3. Opnemers
Mechanisch scha.kela~:
--
....
_----
...
'_._---Voordeel: lange levensduur
± 20 miljoen schakelingen
Nadeel: mechanisch contact is vereist.
Foto-electrische schakelaar:
--
..
---_
....
_---_
..
_---Het TOordeel van deze schakelaar is dat er geen mechanisch contact vereist is. Nadeel: gevoelig voor vervuiling.
Er zijn 3 typen:
1. Lichtbron tegenover opnemer
2. Lichtbron en opnemer naast elkau tegenoyer een reflector.
3. Lichtbron en opnemer naast elkaar zonder reflector. Het
pro-ductoppervlakte dient als reflector
De typen 1 en 2 zljn niet toepasbaar omdat het product maat aan "n
kant te benaderen is. Aan de andere kan zit de transportband. Ze
zljn eventueel weI voor de aanwezigheidsmeting bruikbaar.
Type 3 is niet bruikbaar vanwege het grijze oppervlakte van de
beu-gel. en omdat op de plaatsen waar geaeten moet worden het opp. on-regelmatig is.
~~!~!~!~~!!~~~!!~~;
Er zijn twee typen: 1. Inductieve 2. Capac1.tieve.
Voordelen: - Geen mechanisch contact - Hoge scaakelfrequentie
De inductieve schakelaar is alleen bruikbaar voor metalen voor-werpen. Deceapacitieve ook vC?or ander materiaal. De laatate heeft bij gelijk bouwvolume een kleiner meetbereik.
NPN &22AA3W-A6N_ 922AA4w-A6N922AA3W-B6N 922AA4W-B6N 922AA3W-c6N 922AA4w-c6N 922AA2W-A6N 922AA2W-B6N 922AA2W-C6N 922AAlY-A4N 922AAlY-B4N Typenbezeichnung Schliesser Geffner
Schliesser und Oeffner
CENELEC-Norm
Induktiv
Schalter
PNP Sch~iesser OeffnerSchliesser und Oeffner
922AAlY-A4 922AAlY-B4P 922AA2W-A6p 922AA3W-A6p 922AA2W-B6p 922AA3W-B6P 922AA2W-c6p 922AA3W-c6p 922AA4W-A6p 922AA4W-B6p 922AA4w-c6p Technische Daten ~ Un
24v-
bzw. 48V-/Tr 2QOC Nennschaltabstand Sn Realschaltabstand Sr @ Nutzschaltabstand sReprod. des Schaltabstandes @
Schalthysterese Schalt frequenz Betriebsspannung Un Max. Restwelligkeit
Stromaufnahme (ohne Last) .@
Reststrom I r bel gesperrtem Ausgangstransistor
Spannungsabfall Ud Max. Ausgangsstrom Umge bungs temperatur Schutzart Seitenempfindlich Anschluss 1,4 DIm
±
10%
Sn -10%/+15%sr ~ ± 1 % , 3 ••• 10% Sr5
kHz 5 •• • 30V-.; 10 % ~ 10 mA ~2i1A ~ O,5V-160 mA '-25 .•. +850C IP67
nein Kabel 2m 3xO,14mm2 2mm ± 10 %sn -10%/+15%sr 'lit ±l% 3 ... 10% Sr 2 kHz 9,6 •.• 30V-~ 10 % ~ 12 mA ~ 2 p.A ~ lV-200 mA -25 ••• +850C IP67
nein Kabel 2m 3xO,34mm25mm.
± 10%
Sn -10%/+15%sr ~ ± 1 % 3 ••• 10% Sr 1 kHz 9,6 .•. 30V-~ 10 % ~12mA ~2pA ~ lV-200 mA -25 ••• +850C IP67
nein Kabel 2m 3xO,34~ 10 DIm ± 10%
sn -10%/+15%sr ~ ± 1 % 3 ••. 10% Sr 0,5 kHz 9,6 ... 30V-~ 10 % ~12mA ~ 2 pA ~ lV-200 mA -25 ••• +850C IP67
nein Kabel 2m 3xO,34mm2 Abmessungen(Auf Anfrage auchin Kurz-Gehause lieferbar)
-H KI.inschak.ldifferenti...·4;l'1EtV80 de.ffectieveschak.lafst80d in het gehele spannings·.n temperatuurbereik m.u.v. 932AA 1 en 932ABl
p Bewiligd tegen overblllesting. koruIuiting en foutief eanslulten van elk der driB aansluitdraden. Temperatuurber.ik -25°C tot+700<:. Aileen verkrijlJba- voorvoedingsspanning van 9,6 tot 36 V= .n normaelgeopendeuitgang !typen A6N en ASP) ; Voor lpenningsval zi. grafi.k in fig. S. biz. S an punt 3 (Uitgangupecificatiesl.
R Ingebouwde belestingsweerstand S,2. k.l.Lalleen leverbaar met normaalgeopende uitgang (Ichak.lfuncties A&01;
zi. noot5, biz 3. Ni.t leverbaar voor ko" model (Kl. Voor gegevens over uitgangscircuit zie fig. 5.n 6, biz. 7.
T Verhoogd temperatuurbereik -25°C tot +125°C. Schak.lcapacitelt 200 mA blj +S5°C lineair teruglopend tot 100 mA bij 125°C voor de typen 932AoA2, 932AA3 en 932AA4 lvoor type 932AA 1 II de schak.lcapaciteit 100 mA tot +l25°C ; voor 48 V= typenisdit50 mA tot +1250CI. Niet lev.rbaat voor kop/zijkantgevoelige schak.laars of schak.laars met ltekerverbinding. HR Combinati. van H en R
HT Combinatie van H an T
LR Met LEO indicator.licht op all een metalen voorwerp zich in h.t deteetieveld bevindt, ltaat in sari.meteenInwendige bIIlestingaweentand v.... S,2 kn. AUeen leverbaar met norm'"geopendeuitgang (schekelfuncti. A)
RT- Combinatie van R en T' HLR Combineti. van H, L en R HRT Combinatie van H, R en T Schakelkarakteristieken 1.20 1,10 1.00 0.90 0.07 0.40 0.35 0.30 Cornctiafactor(1) Sx Smm Sx Smm 12x12mm 12x 12mm 18x 1S mm 24x 24mm 3Ox30mm 45x45mm 932AA1 932AB1 932AA2 932AB2 932M3 932AB3 932AA4 932AB4 Mu-metaai Gietijzer Staal37 Aluminiumfolie 10.05mmdik) Roestvrij staal Messing Aluminium Koper Standaardobject
Overeenkornstig de normen vestgelegd in CENEI.EC EN50010 is hat ltandaardobject een vierkante plat staal 37 van 1mmdikte. Oe afmetingen van de pleat zijn aangegeven In onderstaande tabel. jeet parallel un de benaderingsschekalaar voorbijschuiftopeen af· stand van4 mm bijvoorbeeld dan zal hat gedetecteerd worden all
de voorzijdeop een Ifstendvan 6 mm van cia • van het detectie· gebied il gekomen.
Oa schakelafstand lactiveringspunt) van de 932A
benaderingsscha-kalaersis afhankelijk van de afmeungenanhet mat8!'iaalvanhat
0b-ject. VOOfWllrpen kleiner danhat standaar~hebben Ideinera
detecti_fstanden tot gevolgdende afstanden aangegeven In fig. 1. Oa g1oba1e correctiefouten VOOf dediversemetalen zijnaangegevan in onderstaande tabel.
111Gernetan bij frontale benadering; object met standaardafma-tingen (behalve dikte a1uminiumfoliel.
I 1 1,.1 I
~~
-
. -~-
-
-
.
, ~-
.
~ -I-- ,· f
,.
"".,. ./ .... · 1 1 _ 1 1 I , , ... ·u. . . .If wi ~' / _. . . .. ~~"~'/
r\-.
~~-=
.. AM--.
.'. ')1 ........
'\.. .'. . ' .. 1.W.
-r---
" I(K
10--r
l&A..i..-' " ~.--"
":/
.-' ... ..~BilIJ
r--...~~
~
:;;;
~f\
-,
III~,....
.
.
'/ K,
.
,-
-,
v./ '\' '\.
\ -. .../- --
.~, .-
.,. .. -:..t..
..
..., ~'.j. rL. D""~ -.;;~-:s:
.\~ I"'A~:1/
~l
V
d
,
~
'\
....
[\
l\
\'
, lA~I
, ,...~:/
, ~/J..
oJ-'
K
~- l\~iYI.
J.
~-\ Ml ,, MI fl if iI." "'I., \. \' ,.
141,.
12 10 8 ~..
2 0 2 .. 8 8 10 12,.
141 -r.;;r M I I A 8 1 -f - - - W41A82-AA:11A83 AAfI_ 8 10 12 4 o 14All voorbeeld oeman wij type 932AA4 met h.t ltandaardobjeet van 30 X30 mm det de gevoelige ziide frontaal benade" en wur· van hat middelpunt zich opde • V8I1 hat deteetieQebied bevindt.
Het object zel zich tangentiaal ten opzichte "'" dedeteetiecurven
van de 932AM bevinden op een afstBnd V8I1 10 mm. Als hat ob-6
B
2
Fig. 1: Meetkundigepl8lItSvan de schaketafstanden bij Itlndaard-objecten.
On
,
...
16
Oa benaderingllChakelaars 932A raageren op aile metalan voor· werpen die de gevoefige zijde axiaal Ifrontale benaderlng). radiaal (zijdelingM benederingl of in een 8ndere richting benaderen. Ten· gevolge ven de uiale Iymmetrie van hat elektromegnetischa veld heeft de grafiek v.... deschaketafstandan de yorm zoels die voor standMrdobjcten in de fig. hieronder is afgebeeld.
milage 6. De optimale afvoerhoek
I
-~
54 ...---io~v y= 533 mm/s10=
114,5 mm 46 s:in~ ~ + L Poortpasseertijd t=
~~--.p P vcosO(Differentiatie van t naarIX levert een minimua van t
=
0,445 sp p
bij 0(= 330•
Nemen we t
=
0,445 seconde dan is de reactietijd veor de poort:p
t
=
~
=
0,101 s.milage 7. Berekening veerstijfheid ui tvaJ.poort
De be1asting .,.an de verenbandstaJ.en strip bij botsing van een beuge1 is aJ.svo1gt te benaderen:
b a • (1+
;1)
3 2 3
F b.1 .a .b 4E.. l.12.13 Doorbuiging f=
strip: 150%10%1 mm e1astioiteitsmodulus E:2,1. 105N/~2
Opperv1aktetraagheidsmoment I =b~2
=
8,3 •
10 -13 m4
Botskraokt: Fb a = 50 mm b = 100 mm F b Veerstijfheid 0=
-r
=
5650 N/m. Bij~age 8. Benadering massatraagheidsmoment poort 162 ._.... _.._'. . -_.,--- -- .. . - " --'----zr _ _ _ _L -I
t~=-P--~
I 5 '~
I
.. 14J
Strip: Massa m= 0,0127 kgIs~~.m.
{(16.2.10-3)2+(48,E.10-3)2+(81.10-3)2+(113.4.10-3)2+ +(145.8.10-3)2} I.=
1,01. 10-4 kgm2 s Blokje I: Massa m= 0,0039 kg 1 2 _-3
2 I 1 =3.m.1
= 0,v013.(5. 10 ) -8 2 I1=3,25.
10 kgmBlokje II: maasa m= 0,013 kg
1 (h -3)2 12 = 3.0,013. 1~.10 -7 2 I 2
=
8,6.10 kgm-4
2Totaal voor poort: 1
Bjjlage
eA.
DraaimagneetDrehmagnet
I
Typ E
BestellformelI
E
5 4 •
26 LOO • N • 24V
-
-
100% ED
I
9TTJ
- r - .p"" E 35°, 4=
45°. 6=
65°, 9= 95° • e Selte ) ndardlitzenlAnge20emkhOIsenanschlu8 passend fOr SteekhUlse 6.3 DIN 46 247 u. testeekdoseZ 801
schiuBart N nur bel GrOBen 5 und 9)
e EinschaltdauerbelLuftkiihlun LK Orehmagnet Typ GrOBe" Orehwinkel -2= 25°. 3 = Spulennummer AusfOhrung(sleh AnschiuBart -F Sta N Stee Gert (An Nennspannung 24V = 180V= zulAssigerel'tiv lsolierstoffldasse:B 130" C PrOfspannung: 2500 V eff
Zubeh6r (IleheSelte 48) GrOBe Gerlte-steekdOl8 5 und 9 Z801
e
I 41Umkehr-Drehmagnet UE 5
AnsehluBart F= StandardlitzenUlnge20em N= SteckhOlsenanschluB6.3 DIN 46247I
I
--'-~---r
I
1---
'12,5- - - l;::..-.,w.-~r-'-'-'--H---A-'-'-'---F~~
5 ] 5 - - - - 4 2 0 - + - - - 60 - - - + - - 2 0 p...---050 Orehwinkel UE52 UE53 UE 54 UE56 UE 59 25" 35" 450 es" 95" Spule Nenn- Nenn- Nenn- ED· Orehmoment in HemNr. wdal spng. strom LK g V A % MA
I
Me MAI
Me MAI
Me MAI
Me MAI
Me 26"
37 24,. 0.85 100 10.5 17.5 8.4 16.2 5.5 15 3.3 13.3 1,8 11.9 29 24 1.0 62 14.2 21.2 11 19.5 7.5 18.5 4.7 15.5 2.4 13.2 32 17.2 1.4 44 18 25 13.5 22.5 10 19.5 8.5 18 3.3 14.5 36 10.5 2.29 25 23.5 30 20.5 26 15 22.5 10.5 20..2 5.2 15.6 38 6.8 3.53 15.5 28 33.1 25 28.1 19.5 24.5 14.1 21.2 7.4 16 42 2.2 10.9 4.5 40.5 41.5 36 31 30.5 27 23.5 22.2 15.8 13.5 07 2234 180= 0.08 100 9.6 15.5 7.1 14.5 4.8 12.5 2.5 11.5 1.4 10.5 08 1587 0.11 7••5 12.5 19." 9.6 18.4 8.8 15.5 3.8 14 2 12.5 09 1183 0.15 54.5 16 22.4 12.5 20.5 8.7 17.5 5.3 16 2.6 13.5 11 603 0.3 26.5 22.3 28.2 18.5 25.2 13.8 21.5 8.7 19.5 4.8 15.5 13 337 0.53 14 27.8 . 33 25 28.2 19.5 24.3 14 21.4 7.4 18 17 150 1.20 5.9 39 39 35 30.1 29.2 26.2 22.8 22 13.5 13.5 Gewlcht ea.11509Oyn.Traghettsmoment (Orehmasse): ca.8.5x 1o-e kg m2
Zeltkonstante: ea. 7-24ma
• LK= LuftkOhlung.betKOh'f1Ache~300 cm21st die 1.7facheEDzu'Assig
-8
TR
A~n•. Jt« HAf\.In.
1
4
BUS
WB1't-D3
6
4
CILINDER KOPSCm..:.r
M5x25
88
NEN 1241
5
4
SLUITRING
S.
3- St - NEN 2270
4
2
ONDERLEGSTRIP
'\3
1
HUIS
Iwe
·u.1-n,
2
10
MOER
SW 24
1
10
!iENA~t~S-Hon.yw..
922AA 3W-A6N
stuJt
a3\-BENAMING
MATERIAAI
deuil tet!.OPMERKINGEN
nr. tal nr.
lQ.~ "". . . . .UII PlIQKTII ~
...
11.. . . ., • • : : : :
.d.. ..
w . . .AM
A... vLGI . . .
I
auwwlGlWAMDIN'I\.Ga . . . AAHr~ ""~~
TECHMSCHE
HOCi6CHOOI.
BtI)HOVEN
ICHNIol. ~1UI'I T1&II . . . . .NDIUHG: Uf.:
8. HOENS
we
".01
AA
GIlOEP:
GIC.:
~lGINGl
J'
f i t
...
-
--
r-"'-
---+-I"----l---+-4---'--...
..
·07,
t : ITOUAANTIII V\.GI . . .u.a PI.QIC1II . . . .PWC
..."...
tS~:::~.t
...
AM
BUS
-...
~
IIOilSCIIOOL
fIlllIlCWE14
T
GtIOIP: SCHAAL1: 1
GeT.:8. HOEN 5
GIC.: ...1\M , . . .• •- .WB
143-03
WllZIGINci/I I I 1
I
i)]
Dubbel LiteratuurTaschenbuch fur den Maschinenbau Band I+II Berlijn 1974
(2J v.d.Hoek W. Het voorspellen van dynamische gedrag en
positioneringsnauwkeurigheid van constructies en mechanismen
[3J Linssen M.
THE dictaat 4007 1981
Toevoerinrichting van scharnierbeugels
I-1 verslag THE 1979
(4] Boothroyd G. Handbook of feeding and orienting techniques
for small parts Massachuchettes