• No results found

Gedoseerde waterverstrekking aan dragende zeugen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gedoseerde waterverstrekking aan dragende zeugen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gedoseerde waterverstrekking aan dragende

zeugen

. . Carola van der Peet-Schwering, PV; Mechie Voermans, VPB-Sterksel

Op het Varkensproefbedrijf te Sterksel wordt bij dragende zeugen onderzoek gedaan naar het effect van verschillende water:voerverhoudingen op de mestproduk-tie en de reprodukmestproduk-tieresultaten. Doel van het onderzoek is meer inzicht krijgen in de waterbehoefte van dragende zeugen om daarmee de mestproduktie te kunnen ver-lagen en de mestkwaliteit te verbeteren.

Drinkwaterbehoefte

Zeugenmest heeft een hoog vochtgehalte (95-97%). Dit betekent hoge transportkosten en dus hoge mestafzetkosten. In verband hier-mee is het belangrijk om het waterverbruik per zeug zo laag mogelijk te houden.

Over de waterbehoefte van guste en dragende zeugen is weinig bekend. Wel is bekend dat de waterbehoefte afhankelijk is van veel factoren, zoals: voeropname, staltemperatuur, ruw eiwit-en elektrolyt(eiwit-en)geh in het voer, produktie-stadium van het dier en stress. Het Centraal Veevoederbureau geeft de volgende adviesnor-men: 8 tot 10 liter water per dag tijdens de eer-ste 85 dagen van de dracht en daarna 10 tot 12 liter water per dag. De Agricultural Research Council adviseert voor dragende zeugen een watergift van 5 tot 8 liter per dag. De variatie in geadviseerde watergiften is dus groot. Dit geldt in nog sterkere mate voor de wateropname. In onderzoek zijn zowel bij onbeperkte als beperk-te drinkwabeperk-terverstrekking aan dragende zeugen grote variaties in de wateropname gevonden (van 4 tot 54 liter/ zeug/dag). Momenteel wordt op veel bedrijven beperkt (tweemaal I à I ,5

uur per dag) water gegeven aan de dragende zeugen. De gemiddelde wateropname van de zeugen op deze bedrijven varieert tussen de I I en 15 liter per zeug per dag.

Onderzoek

Het ID-DL0 en het Praktijkonderzoek Varkens-houderij hebben gezamenlijk een onderzoek opgezet om meer inzicht te krijgen in de water-behoefte van dragende en guste zeugen. Op het Proefstation te Rosmalen wordt nagegaan -wat de variatie in wateropname is van dragende zeugen in groepshuisvesting bij onbeperkte drinkwaterverstrekking. Op het Varkensproefbe-drijf te Sterksel wordt bij verschillende water-voerverhoudingen nagegaan wat het effect is op de voeropname, de mestproduktie, het droge-stofgehalte van de mest, de reproduktieresulta-ten en de conditie van individueel gehuisveste zeugen.

In het onderzoek, dat in december 1994 is gestart, worden drie verschillende water:voer-verhoudingen met elkaar vergeleken:

I Water:voerverhouding van 3,6: I gedurende de totale dracht.

Tabel I : Te verstrekken hoeveelheid voer en water aan de dragende zeugen

Periode kg voerldierldag liters water/dier/dag 3,6: I 2,8: I 2,0: I 0 - 60 dagen dracht 212 8,O 692 4,4 60 - 8 5 dagen dracht 218 IO,2 738 5,6 8 5 - I 14 dagen dracht 3,4 I2,2 916 6,8

(2)

2 Water:voewerhouding van 2,8: I gedurende de totale dracht.

3 Water:voewerhouding van 2,0: l gedurende de totale dracht.

De te verstrekken hoeveelheden voer en water aan de dragende zeugen zijn weergegeven in tabel 1,

De zeugen krijgen individueel water verstrekt met behulp van een waterdoseercomputer. ‘s Ochtends na het voeren krijgen de zeugen de helft van de dagelijks te verstrekken hoeveelheid water en ‘s middags na het voeren het resteren-de resteren-deel. De guste zeugen krijgen 8 liter water per dag verstrekt. Vanaf de dag van dekken wordt de watergift van 8 liter water per dag geleidelijk verlaagd met I liter water per dag tot het gewenste niveau is bereikt.

Gedurende de dracht wordt bij de helft van de zeugen driemaal een urinemonster genomen, In de urinemonsters worden onder andere de pH, het soortelijk gewicht en de osmotische waarde gemeten en daarnaast wordt nagegaan of er glucose, eiwit of bloed in de urine voorkomt. Als zeugen te weinig water krijgen zal de osmo-tische waarde van de urine te hoog worden en is er mogelijk een grotere kans op eiwit of bloed in de urine. Daarnaast wordt de voerop-name van de zeugen nauwlettend in de gaten houden. Uit de literatuur is bekend dat als die-ren te weinig water opnemen ook het voer niet opgenomen wordt.

Eind dit jaar worden de resultaten van het onderzoek gepubliceerd. n

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De aanpak bestond uit een bootcamp met daarin een Lean Starup aanpak voor het opzetten van een eigen bedrijf of initiatief waarbij het in het echt (de praktijk) ging over kansen

Overstap agrarisch beheer SNL naar gebiedsaanvraag agrarisch collectief Agrarisch natuurbeheerders met een SNL-beheersubsidie die doorloopt na 1 januari 2016 en binnen de

De Index vervangt eerdere natuurtypologieën: de natuurdoeltypen, de Programma Beheerpakketten, PSAN-pakketten, de subdoeltypen van Staatsbosbeheer en de natuurtypen

Wanneer in de proeven aangetaste bollen in de nabijheid van gezonde bollen werden bewaard in pootbakken of kisten, konden levende mijten reeds na enkele weken in de gezonde

In een normblad wordt een beschrijving gegeven van de werkmethode en worden ook de tijden vermeld van on- derdelen van een bepaald werk1. In de praktijk blijkt behoefte te bestaan

hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 2 overige bronnen: huishoudelijke, ongerioleerde lozingen, verkeer, vervoer, etc. 3 dit is de som van de atmosferische depositie op

[r]

In de zomermaanden van 1969 t/m 1973 is in tien gebieden de verza­ digde horizontale doorlatendheid van diverse veensoorten gemeten, om meer inzicht in deze materie te