• No results found

Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening - 2015 RIVM | RIVM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening - 2015 RIVM | RIVM"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening - 2015 RIVM. RIVM Briefrapport 2017-0015 E. Bom.

(2)

(3) Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening - 2015 RIVM RIVM Briefrapport 2017-0015 E. Bom.

(4) RIVM Briefrapport 2017-0015. Colofon. © RIVM 2017 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave. DOI 10.21945/RIVM-2017-0015. E. Bom (auteur), RIVM , W. Rodenburg (auteur bijlage 1), RIVM Contact: Erik Bom IDS-PNB erik.bom@rivm.nl Dit onderzoek werd verricht in opdracht van het Centrum voor Bevolkingsonderzoek, in het kader van het landelijk programma voor de Downsyndroom screening. Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven Nederland www.rivm.nl Pagina 2 van 37.

(5) RIVM Briefrapport 2017-0015. Publiekssamenvatting. Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening – 2015 RIVM Het screeningslaboratorium van het RIVM is een van de zeven laboratoria in Nederland die de zogeheten combinatietest uitvoert voor zwangere vrouwen op de syndromen van Down, Edwards en Patau. Dit rapport beschrijft de kwaliteitsindicatoren van de analyses die het laboratorium uitvoert voor de combinatietest. In 2015 voldeden de analyses aan de gestelde kwaliteitseisen. Op basis van deze conclusie zijn er geen aanbevelingen voor verbeteringen nodig. De combinatietest bepaalt de kans op de syndromen door een hormoon en een eiwit te meten, in combinatie met een echoscopische nekplooimeting en de leeftijd van de moeder. In 2015 zijn 12.258 combinatietesten uitgevoerd bij het RIVM. Het percentage ‘hoog risico’uitslagen was iets lager dan in 2014. De percentages ‘hoog risico’ uitslagen voor het Edwards- en Patausyndroom zijn vrijwel gelijk gebleven aan het voorgaande jaar. Naast de jaarlijkse kwaliteitsindicatoren is dit keer de prestatie van de combinatietest beschreven op basis van RIVM-analyses voor de regio Utrecht en Leiden van 2013 tot en met 2015. Het screeningslaboratorium van het RIVM, voert de analyses uit voor de Stichting Prenatale Screening Regio Utrecht (SPSRU) en het Regionaal Centrum Prenatale Screening noordelijk Zuid Holland (RCNZH). Kernwoorden: downsyndroom, combinatietest, prenatale screening. Pagina 3 van 37.

(6) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 4 van 37.

(7) RIVM Briefrapport 2017-0015. Synopsis. Quality indicators of regional laboratories for Down syndrome screening – 2015 RIVM The RIVM screening laboratory is one of seven Dutch laboratories that perform the so-called combined test for Down syndrome, Edward's syndrome and Patau syndrome on pregnant women. This report describes the quality indicators of the combined tests performed by this laboratory. In 2015, the tests met the determined quality requirements. Based on this conclusion, there are no required recommendations for improvements. The combined test determines the risk of these syndromes by measuring a hormone and a protein, combined with an ultrasound scan measuring the nuchal translucency, and the age of the mother. In 2015, RIVM performed 12,258 combined tests. The percentage of 'high risk' results was somewhat lower than in 2014. The 'high risk' percentages for Edward's syndrome and Patau's syndrome were essentially similar to the previous year. This time, we have described both the annual quality indicators and the performance of the combined test based on tests performed by the RIVM in the Utrecht and Leiden regions in the period from 2013 to 2015. The RIVM screening laboratory performs the combined test for the Stichting Prenatale Screening Regio Utrecht (SPSRU, the regional centre for prenatal screening for the Utrecht region) and the Regionaal Centrum Prenatale Screening noordelijk Zuid Holland (RCNZH, the regional centre for prenatal screening for the northern part of Zuid Holland). Keywords: down syndrome, combined test, prenatal screening. Pagina 5 van 37.

(8) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 6 van 37.

(9) RIVM Briefrapport 2017-0015. Inhoudsopgave. Samenvatting — 9 1. Inleiding — 11. 2.. Verdeling maternale leeftijd, zwangerschapsduur en maternaal gewicht — 13. 3.. Verdeling leeftijdsrisico. — 15. 4.. Verdelingen van de biochemische parameters (pregnancyassociated plasma protein A; PAPP-A) en de vrije ß subunit van choriongonadotropine (fß hCG). — 17. 5.. Correctie MoM voor maternaal gewicht. — 19. 6.. Normaalverdelingen PAPP-A, fß hCG en NT — 21. 7.. Overzicht maandelijkse mediane MoM — 23. 8.. Correlatiecoëfficiënten — 25. 9.. Percentage ‘hoog risico’ uitslagen — 27. 10.. Conclusies — 29. 11.. Aanbevelingen — 31. 12.. Bijlage I, RIVM jaarrapport 2015 — 33. 13.. Referenties — 37. Pagina 7 van 37.

(10) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 8 van 37.

(11) RIVM Briefrapport 2017-0015. Samenvatting Het screeningslaboratorium van het RIVM is een van de zeven laboratoria in Nederland die de zogeheten combinatietest uitvoert voor zwangere vrouwen op de syndromen van Down, Edwards en Patau. Dit rapport beschrijft de kwaliteitsindicatoren van de analyses die het laboratorium uitvoert voor de combinatietest. In 2015 voldeden de analyses aan de gestelde kwaliteitseisen. Op basis van deze conclusie zijn er geen aanbevelingen voor verbeteringen nodig.. Pagina 9 van 37.

(12) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 10 van 37.

(13) RIVM Briefrapport 2017-0015. 1. Inleiding. Dit jaarrapport geeft de kwaliteitsindicatoren weer voor het laboratorium van het RIVM, dat de analyse van het serum ten behoeve van de combinatietest uitvoert voor de Stichting Prenatale Screening Regio Utrecht (SPSRU) en het Regionaal Centrum Prenatale Screening noordelijk Zuid Holland (RCNZH). Tabel 1 Overzichtstabel. Totaal aantal serumtesten 2015 Waarvan tweelingen Waarvan zwangerschappen voorafgegaan door een zwangerschap van een kind met Down syndroom. Totaal aantal testen in deze analyse. 12258 231 22. 12005. RIVM2015. Pagina 11 van 37.

(14) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 12 van 37.

(15) RIVM Briefrapport 2017-0015. Verdeling maternale leeftijd, zwangerschapsduur en maternaal gewicht.. 10. 9. 8. 7. 6. Verdeling (%). 2. 5. 4. 3. 2. 1. 0 15. 20. 25. 30. 35. 40. 45. 50. maternale leeftijd (moment van de test). RIVM2015. Figuur 1 Verdeling maternale leeftijd op het moment van de test Tabel 2 Maternale leeftijd op het moment van de test. Maternale leeftijd minimum. 14,6. maximum. 49,4. mediaan. 32,8. Pagina 13 van 37. 55.

(16) RIVM Briefrapport 2017-0015. Figuur 2 Verdeling zwangerschapsduur. 20 18 16. Verdeling (%). 14 12 10 8 6 4 2 0 35. 60. 85. 110. Gewichtsklasse RIVM2015. Figuur 3 Verdeling maternaal gewicht Tabel 3 Maternaal gewicht. maternaal gewicht minimum 38.0 maximum 159.0 mediaan 67.0. Pagina 14 van 37. 135. 160.

(17) RIVM Briefrapport 2017-0015. Verdeling leeftijdsrisico.. 1200 1000. 1:a priori risico. 3. 800 600 400 200 0 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 Maternale leeftijd bij bloedafname (jaar). Figuur 4 Verband tussen a priori kans op een zwangerschap van een kind met down syndroom en de maternale leeftijd (op het moment van de bloedafname).. Pagina 15 van 37.

(18) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 16 van 37.

(19) RIVM Briefrapport 2017-0015. Verdelingen van de biochemische parameters (pregnancyassociated plasma protein A (PAPP-A) en de vrije ß subunit van choriongonadotropine (fß hCG)).. PAPP-A concentratie (mIU/l). 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500. Software. 1000. PAPP-A. 500 0 9. 10. 11. 12. 13. Figuur 5 Verband tussen de serumconcentratie PAPP-A en zwangerschapsduur Noot: de blauwe symbolen geven de mediane concentraties aan zoals gedefinieerd in de kansbepalingssoftware. Figuur 6 Verband tussen de fß hCG serumconcentratie en zwangerschapsduur. 120 fb hCG concentraie (ng/ml). 4. fb hCG 100. Software. 80 60 40 20 0 9. 10. 11. 12. 13. Figuur 6 Verband tussen de fß hCG serumconcentratie en zwangerschapsduur Noot: de blauwe symbolen geven de mediane concentraties aan zoals gedefinieerd in de kansbepalingssoftware. Pagina 17 van 37.

(20) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 18 van 37.

(21) RIVM Briefrapport 2017-0015. Correctie MoM voor maternaal gewicht.. PAPP-A MoM software. PAPP-A. 2.5 mediane MoM (betrouwbaarheidsinterval). 5. 2 1.5 1 0.5 0. Maternale gewichtscategorie (kg) Figuur 7 Verband tussen de mediane MoM PAPP-A en het maternale gewicht Noot: de blauwe symbolen geven de gewichtscorrectie aan zoals gedefinieerd in de kansbepalingssoftware. Figuur 8 Verband tussen de voor maternaal gewicht gecorrigeerde mediane MoM PAPP-A en het maternale gewicht. Pagina 19 van 37.

(22) RIVM Briefrapport 2017-0015. fb hCG MoM software. fb hCG. mediane MoM (betrouwbaarheidsinterval). 1.6 1.4 1.2 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0. Maternale gewichtscategorie (kg) Figuur 9 Verband tussen de mediane MoM fß hCG en het maternale gewicht Noot: de blauwe symbolen geven de gewichtscorrectie aan zoals gedefinieerd in de kansbepalingssoftware. Figuur 10 Verband tussen de voor maternaal gewicht gecorrigeerde mediane MoM fß hCG en het maternale gewicht. Pagina 20 van 37.

(23) RIVM Briefrapport 2017-0015. Normaalverdelingen PAPP-A, fß hCG en NT. PAPP-A MoM distributie 0.5 0.4 0.3 log-MoM-PAPP-A. 0.2 0.1 0.0 -2.5. -1.5. -0.5. 0.5. 1.5. 2.5. -0.1. MoM-PAPPA: gewichtscorrectie. -0.2. y = 0.2592x - 0.0154. -0.3 y = 0.2759x - 0.034. -0.4. MoM-PAPPA: geen gewichtscorrectie. -0.5 z-waarde. RIVM2015. Figuur 11 Normaalverdeling MoM PAPP-A en voor maternaal gewicht gecorrigeerde MoM PAPPA Noot: de rode lijnen geven een normale verdeling aan. Bij grote verschillen tussen de gegevens van de verdeling en de rode lijn is er geen sprake van een normale verdeling van de. 10. log MoM fBhCG MoM distributie 0.5 0.4 0.3 0.2. log-MoM-fß hCG. 6. 0.1 0.0 -2.5. -2.0. -1.5. -1.0. -0.5. -0.1. 0.0. 0.5. 1.0. 1.5. 2.0. 2.5. -0.2. MoM-fß hCG: gewichtscorrectie. -0.3. y = 0.2594x + 0.0216 y = 0.264x + 0.0196 MoM-ß hCG: geen gewichtscorrectie. -0.4 -0.5. z-waarde RIVM2015. Figuur 12 Normaalverdeling MoM fß hCG en voor maternaal gewicht gecorrigeerde MoM fb hCG. Noot: de rode lijnen geven een normale verdeling aan. Bij grote verschillen tussen de gegevens van de verdeling en de rode lijn is er geen sprake van een normale verdeling van de. 10. log MoM. Pagina 21 van 37.

(24) RIVM Briefrapport 2017-0015. NT-Distributie 0.5 0.4 0.3. log-MoM-NT. 0.2 0.1 0.0 -2.5. -1.5. -0.5. 0.5. 1.5. 2.5. -0.1 -0.2 -0.3 -0.4 -0.5. y = 0.0974x - 0.0004. z-waarde RIVM2015. Figuur 13 Normaalverdeling MoM NT Noot: de rode lijnen geven een normale verdeling aan. Bij grote verschillen tussen de gegevens van de verdeling en de rode lijn is er geen sprake van een normale verdeling van de. 10. log MoM. Tabel 4 Overzicht 10. 10. log (gemiddelde) en. log(SD) van de screeningsparameters. PAPP-A. fß hCG. NT. log (gemiddelde). -0,035. 0,019. 0,001. 10. 0,279. 0,266. 0,104. log (gemiddelde). -0,015. 0,021. 10. 0,263. 0,261. PAPP-A. fß hCG. NT. 0,940. 1,030. 1,000. 0,980. 1,040. log(SD) Na gewichtscorrectie 10. 10. log(SD) Median. Na gewichtscorrectie Median. Pagina 22 van 37.

(25) RIVM Briefrapport 2017-0015. 7. Overzicht maandelijkse mediane MoM. Figuur 14 Maandelijkse voor maternaal gewicht gecorrigeerde mediane MoM PAPP-A (met betrouwbaarheidsinterval). Figuur 15 Maandelijkse voor maternaal gewicht gecorrigeerde mediane MoM fß hCG (met betrouwbaarheidsinterval). Pagina 23 van 37.

(26) RIVM Briefrapport 2017-0015. Figuur 16 Maandelijkse mediane MoM NT (met betrouwbaarheidsinterval). Figuur 17 Voor maternaal gewicht gecorrigeerde mediane MoM (en 25-75 percentiel) per zwangerschapsweek Noot: In rood: PAPP-A, in blauw: fß hCG. Pagina 24 van 37.

(27) RIVM Briefrapport 2017-0015. 8. Correlatiecoëfficiënten. Over 2015 was de correlatiecoëfficiënt tussen PAPP-A en fß hCG gelijk aan 0.2885 (na logaritmisering) of 0.2356 (na gewichtscorrectie en logaritmisering).. Pagina 25 van 37.

(28) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 26 van 37.

(29) RIVM Briefrapport 2017-0015. Percentage ‘hoog risico’ uitslagen. Er wordt een kansberekening uitgevoerd voor downsyndroom, Patau syndroom en Edward syndroom. Voor 72,9% van de analyses wordt een volledige kansberekening gedaan. Voor de overige 27,1% wordt perifeer een kansberekening uitgevoerd. De afkapgrens voor een ‘hoog risico’ uitslag ligt voor alle drie de trisomieën op 1:200. Het percentage ‘hoog risico’ uitslagen voor downsyndroom was in de huidige onderzoekspopulatie met volledige kansberekening 5,77%. Voor Edward syndroom was het percentage ‘hoog risico’ uitslagen 1,11%, en voor Patau syndroom 0,88%. De prestatie van de combinatietest, sensitiviteit en specificiteit, over de periode 2013 -2015 staat in Bijlage I. Een onderverdeling naar maternale leeftijdscategorie van de volledige kansberekeningen en het percentage ‘hoog risico’ uitslagen staat beschreven in figuur 18. 90 T21. T13. T18. 80. 70. Percentage 'hoog risico uitslag'. 9. 60. 50. 40. 30. 20. 10. 0 15-19 RIVM2015. 20-24. 25-29. 30-34. 35-39. 40-44. Maternale leeftijd. Figuur 18 Percentage hoog risico uitslagen per leeftijdsklasse (maternale leeftijd op het moment van de test, met het betrouwbaarheidsinterval). Pagina 27 van 37. 45-49.

(30) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 28 van 37.

(31) RIVM Briefrapport 2017-0015. 10. Conclusies. Verdeling maternale leeftijd Geen bijzonderheden Verdeling zwangerschapsduur Geen bijzonderheden Verdeling maternaal gewicht Geen bijzonderheden Verdeling leeftijdsrisico Geen bijzonderheden Verdelingen van de biochemische parameters (pregnancyassociated plasma protein A; PAPP-A) en de vrije ß subunit van choriongonadotropine (fß hCG) en de NT meting. Een nieuw AutoDELFIA systeem is door het laboratorium in gebruik genomen in september 2015. Er zijn op dat moment nieuwe PAPP-A en fβ-hCG medianen in gebruik genomen. Correctie MoM voor maternaal gewicht Geen bijzonderheden Normaalverdelingen PAPP-A, fß hCG en NT Geen bijzonderheden Overzicht maandelijkse mediane MoM Geen bijzonderheden Percentage ‘hoog risico’ uitslagen Het percentage ‘hoog risico’ uitslagen was in de onderzochte populatie van 8746 zwangeren iets lager dan het percentage ‘hoog risico’ uitslagen van 2014, te weten 5,77% versus 6,72% voor down syndroom. Het percentage ‘hoog risico’ uitslagen voor Patau syndroom en Edward syndroom zijn vrijwel gelijk aan het voorgaande jaar.. Pagina 29 van 37.

(32) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 30 van 37.

(33) RIVM Briefrapport 2017-0015. 11. Aanbevelingen. Geen aanbevelingen op basis van dit rapport. Pagina 31 van 37.

(34) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 32 van 37.

(35) RIVM Briefrapport 2017-0015. 12. Bijlage I, RIVM jaarrapport 2015. Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening - 2015.Laboratorium RIVM Erik Bom, Wendy Rodenburg, Jeroen Pennings Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) Laboratorium voor Infectieziekten onderzoek, diagnostiek en Screening (IDS), Centrum Gezondheidsbescherming (GZB) Prestatiewaarden voor de combinatietest uitgevoerd op RIVM 2013-2015. Om de prestatie van de combinatietest (CT) in kaart te brengen zijn data van RIVM-analyses voor de regio Utrecht en Leiden van 2013-2015 gebruikt. Doel is om prestatie uitgedrukt in sensitiviteit, specificiteit, false positive rate (FPR) en positief voorspellende waarde (PPV) uit te zetten, uitgesplitst voor trisomie 13, 18 en 21. Methode Deze periode bevat gegevens over n=32665 zwangerschappen. Alle zwangerschappen met volledige CT gegevens (risicoberekening op bloed en nekplooi) en follow-up zijn gebruikt, dit betrof n=9108 enkelvoudige zwangerschappen. Resultaten Van de 9108 enkelvoudige zwangerschappen had 7.5% een hoog risico uitslag voor één of meer trisomieën (7,3% T21; 1,3% T18; 1,0% T13). De sensitiviteit, specificiteit, False Positive Rate, Positive en Negative Prediction Value berekend voor trisomie 21, 18 en 13, plus deze in combinatie (T(x) ) staan in tabel A.. Pagina 33 van 37.

(36) RIVM Briefrapport 2017-0015. Tabel A. Prestatiekenmerken voor T21, 18 en 13 en de combinatie T(x) met 95% betrouwbaarheidsintervallen ). DR=sensitiviteit CI.lo CI.up. T21 78.4% 64.7% 88.7%. T18 71.4% 29.0% 96.3%. T13 50.0% 6.8% 93.2%. T(x) 77.4% 65.0% 87.1%. Specificiteit CI.lo CI.up. 93.1% 92.6% 93.7%. 98.8% 98.5% 99.0%. 99.1% 98.8% 99.2%. 93.0% 92.4% 93.5%. FPR CI.lo CI.up. 6.9% 7.4% 6.3%. 1.2% 1.5% 1.0%. 0.9% 1.2% 0.8%. 7.0% 7.6% 6.5%. PPV CI.lo CI.up. 6.1% 4.4% 8.1%. 4.3% 1.4% 9.9%. 2.3% 0.3% 8.0%. 7.0% 5.2% 9.2%. NPV CI.lo CI.up. 99.9% 99.8% 99.9%. 100.0% 100.0% 99.8% 99.9% 99.9% 99.7% 100.0% 100.0% 99.9%. Voor T21 is in deze dataset de sensitiviteit 78% (95%CI, 64.7-88.7), de specificiteit 93.1% (95%CI, 92.6-93.7) en de positief voorspellende waarde 6.1% (95%CI, 4.4-8.1). Door het ontbreken van volledige follow up zal de data een bias hebben (zie “beperkingen”). Omdat T18 en 13 veel minder vaak voorkomen zijn deze waardes minder nauwkeurig te bepalen, wat zich uit in grote betrouwbaarheidsintervallen. Beperkingen De data is gebaseerd op zwangerschapsuitkomst op basis van zelfrapportage, zonder verificatie van de gerapporteerde uitkomsten. Deze gegevens zijn niet volledig, de rapportage kan een bias hebben naar hogere rapportage bij fout negatieven. Meldingen van terecht positieven zullen de DR doen stijgen, meldingen van vals negatieven zullen de DR doen dalen, voor de FPR geldt een soortgelijke aanname. Dit alles betekent dat de DR wat onderschat en de FPR wat te hoog geschat kan zijn. De gegevens zijn zo berekend dat de uitslag van de test te vergelijken is met de afwijking waarop getest is. Bij de vrouwen die hoog-risico testen voor T21 maar geen T21 zwangerschap hebben zitten deels vrouwen met andere chromosoom- of andere zwangerschapsafwijking. Er is veel te zeggen voor of tegen het meenemen van deze nevenbevindingen, maar voor de berekening van de prestatie op T21 (en tevens T18, T13) tellen ze als vals positieven.. Pagina 34 van 37.

(37) RIVM Briefrapport 2017-0015. Literatuurwaarden Literatuurwaarden voor T21 screening met de CT geven bij variërende afkappunten een sensitiviteit variërend van 75.9-95.2% bij een specificiteit van 93-97% (Tabel B). Belangrijk is te onderscheiden waar de afkapwaarde ligt van de betreffende studie en wat de leeftijdsverdeling is. De prestatie waarden vanuit (gemoduleerde) studies liggen hoger dan waarden genoemd uit daily screen practice. De reden hiervan zijn beperkingen genoemd in Wortelboer et al. 2009. Tabel B. Overzicht CT prestatie T21 in literatuur. Referentie. Bijzonderheden. Wald 1997 Spencer 2003 Canick 2006 Wortelboer 2009 Kozlowski 2007. Diverse datasets. Ekelund 2015 Engels 2011 Deens jaarrapport Luthgens 2011 Spencer 2014 RIVM jaarrapport 2015 Norton 2015 Cuckle 2016. NL data 2004-2006 Verschillende zorg settings vergeleken Prestatie Deens nationaal screen programma 2008-2012 Prestatie landelijk screenprogramma Denemarken 2014 Rekening houdend met incomplete follow up geeft gemodelleerde DR van 79.8% 2013-2015, waarden T21 1e trimester screening 20122013 Gemodelleerde data. DR (%) 80 92 84 75.9 78.9, 88.5 82-90. FPR (%) 5 5.2 5 3.3 5. 95.2 83. 6.6 4.5. 79.8, 89.0. 4.7. 85 78.4 78.9. 5 6.9 5.4. 85. 5. Pagina 35 van 37. 3.5-5.

(38) RIVM Briefrapport 2017-0015. Pagina 36 van 37.

(39) RIVM Briefrapport 2017-0015. 13. Referenties. 1. 2. 3. 4. 5. 6.. 7.. 8.. 9. 10.. 11. 12.. 13.. N.J. Wald, A.K. Hackshaw. Combining ultrasound and biochemistry in first-trimester screening for Down syndrome Prenat Diagn, 17 (9) (1997), p. 821 Spencer K1.Scand J Clin Lab Invest Suppl. 2014;244:41-7. Screening for Down syndrome. J.A. Canick, G.M. Lambert-Messerlian, et al. Comparison of serum markers in first-trimester Down syndrome screening Obstet Gynecol, 108 (5) (2006), p. 1192 Wortelboer EJ, Koster MP, et al. First-trimester Down syndrome screening performance in the Dutch population; how to achieve further improvement? Prenat Diagn. 2009;29(6):588-92 Kozlowski P1, Knippel AJ, Stressig R. Comparing first trimester screening performance: routine care gynaecologists' practices vs. prenatal centre. Ultraschall Med. 2007 Jun;28(3):291-5. Ekelund CK1, Petersen OB2, et al; The Danish Fetal Medicine Database: establishment, organization and quality assessment of the first trimester screening program for trisomy 21 in Denmark 2008-2012. Acta Obstet Gynecol Scand. 2015 Jun;94(6):577-83. Engels MA1, Heijboer AC, et al. Performance of first-trimester combined test for Down syndrome in different maternal age groups: reason for adjustments in screening policy?Prenat Diagn. 2011 Dec;31(13):1241-5. Jaarrapport Denemarken 2014, FØTOdatabasensarsrapport, 2014. Available online at: https://www.regionh.dk/kliniskedatabaser/rkkpdatabaser/Documents/F K. Lüthgens, H. Abele, et al, Cross-Validation of the First Trimester Screening Algorithm of the FMF London on 38700 Pregnancies in Germany. Ultraschall in Med 2011; 32: 367–372 K. Spencer, C.E. Spencer, M. Power, C. Dawson, K.H. Nicolaides. Screening for chromosomal abnormalities in the first trimester using ultrasound and maternal serum biochemistry in a one stop clinic: a review of three years prospective experience BJOG, 110 (2003), pp. 281–286 Bom E, Rodenburg W, Pennings JL. Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening 2015.Laboratorium RIVM (SPSRU/RCNZH). RIVM 2015 Norton ME1, Jacobsson B, Swamy GK, Laurent LC, Ranzini AC, Brar H, Tomlinson MW, Pereira L, Spitz JL, Hollemon D, Cuckle H, Musci TJ, Wapner RJ. Cell-free DNA analysis for noninvasive examination of trisomy. N Engl J Med. 2015 Apr 23;372(17):158997 Cuckle H1, Maymon R2.Semin Perinatol. 2016 Feb;40(1):12-22. Development of prenatal screening--A historical overview.. Pagina 37 van 37.

(40) Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele Periode 2013 RIVM Briefrapport 2015-0010 P.J.M. Kwakman | R.M.W. Overwater. RIVM De zorg voor morgen begint vandaag.

(41)

Afbeelding

Tabel 1 Overzichtstabel
Figuur 1 Verdeling maternale leeftijd op het moment van de test
Figuur 2 Verdeling zwangerschapsduur
Figuur 4 Verband tussen a priori kans op een zwangerschap van een kind met  down syndroom en de maternale leeftijd (op het moment van de bloedafname)
+7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Eindelijk verzoek ik een ieder (daar ik bij deze erfmaking (Wipgeding) geen Juridische vormen of woorden gebruike, om goede redenen), dat men mijn persoon

Lukas was een Syriër van Antiochië, een geleerd medicijnmeester en daarom ook zeer ervaren in de heidense wijsbegeerte. De Heere heeft hem echter willen gebruiken tot een

CONTACTPERSOON 1 in noodgeval NAAM EN

HALT Rotterdam Rijnmond (bestaat dit nog?) ja Openbare Gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond

-- Minnelijke en/of juridische verdediging van de juridische belangen: In het kader van de door de verzekeringsnemer gekozen dekking, verbinden wij ons er toe

De gemeenschappelijke regeling behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van milieu, waaronder in ieder geval begrepen een

1913 Geen bezwaren Hesjes (schoon) waren niet geleverd voor zowel shift 1 als shift 2 ==> melding naar helpdesk waardoor er rond 14:00 schone hesjes zijn geleverd + nieuwe

[r]