UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)
UvA-DARE (Digital Academic Repository)
The many faces of Duchess Matilda: matronage, motherhood and mediation in
the twelfth century
Jasperse, T.G.
Publication date
2013
Link to publication
Citation for published version (APA):
Jasperse, T. G. (2013). The many faces of Duchess Matilda: matronage, motherhood and
mediation in the twelfth century. Boxpress.
General rights
It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.
Samenvatting
Summary
291 saMenvatting
In dit proefschrift betoog ik dat de visuele en geschreven bronnen die betrekking hebben op Mathilde (* 1156-† 1189) inzicht geven in haar taken en verantwoordelijkheden aan het hof van haar echtgenoot Hendrik de Leeuw. Het Roelandslied, een munt waarop Hendrik en Mathilde zijn afge-beeld en het Evangeliarium dat zij bestelden staan centraal. Zij worden bes-tudeerd in combinatie met diverse geschreven bronnen en in de context van middeleeuwse ideeën over vrouwen en de mogelijkheden die vrouwen hadden om deel te nemen in de samenleving. Zo kunnen Mathildes activi- teiten beter begrepen worden. Tegelijkertijd nuanceert een hernieuwde bestudering eerdere interpretaties die betrekking hebben op de datering van de objecten en hun betekenis. In deze studie staan vier thema’s centraal: 1. Vrouwen in geschreven en visuele bronnen; 2. Autoriteit en macht; 3. Vrouwen als ‘makers’ van kunst; en 4. Performativiteit.
Om een beter inzicht te krijgen in Mathildes taken en verantwoor-delijkheden aan het hof en tevens een meer algemeen beeld van twaalfde- eeuwse edelvrouwen te krijgen, staat in hoofdstuk 1 het Roelandslied centraal. Deze tekst over de heldhaftige ridder Roeland werd rond 1173 door Mathilde en Hendrik besteld. Hoewel dit niet de enige tekst is die in één adem met Mathilde genoemd wordt, is het wel de enige die overtuigend aan haar gekoppeld kan worden. Door de epiloog nauwkeurig te bestuderen, wordt duidelijk dat de tekst te makkelijk aan Hendriks patronaat verbonden wordt. Dit is mede te danken aan het feit dat middeleeuwse kronieken en oorkonden echtgenoten vaak als opdrachtgevers van kunst en architectuur noemen, terwijl we uit andere bronnen soms weten dat het in werkelijkheid hun echt-genotes waren. Het is dan ook vreemd dat zulk opdrachtgeverschap steeds als ‘patronaat’ bestempeld wordt en niet als ‘matronaat’. Het Roelandslied laat niet alleen zien dat Mathilde als opdrachtgeefster beschouwd kan worden, maar maakt ook duidelijk dat het een bron is die inzicht geeft in de verant-woordelijkheden van middeleeuwse edelvrouwen. Zij treden op als verloof-den, echtgenotes, moeders, heersers, regentessen en bemiddelaarsters. Hun taken en verantwoordelijkheden worden duidelijk als we door de list, het bedrog en het bloedverlies heenkijken. Tot op heden is dit te weinig erkend door literatuurhistorici die de tekst bestudeerden.
genoemde kinderen. Op basis daarvan opper ik dat het Evangeliarium een votief geschenk zou kunnen zijn geweest als dank voor een eerstgeboren kind of in de hoop dat er een zoon geboren zal worden.
Dit boek, de eerste studie die geheel aan Mathilde gewijd is, laat het belang van kunstwerken als bron voor de bestudering van taken en ver-antwoordelijkheden van adellijke vrouwen zien. Samen met geschreven bronnen wordt duidelijk dat de meeste van Mathildes taken als typische vrouwelijk beschouwd kunnen worden. Dit betekent echter niet dat Mathilde geen autoriteit bezat en alleen deed wat haar echtgenoot wenste. Ik ben ervan overtuigd dat de visuele en geschreven bronnen aantonen dat Mathilde niet gemarginaliseerd was. Ze trad op als moeder, opdrachtgeefster en intermediair. Zodoende wordt duidelijk dat vrouwen – samen met man-nen – de kern van de samenleving vormden.
suMMary
In this book I argue that the varied visual and textual source material related to Matilda (* 1156-† 1189) provides an insight into her duties and responsibilities at her husband’s court. In order to address this question I have taken the visual evidence as my starting point. These sources are studied in combination with a variety of written sources. Together they are examined within the context of medieval ideas about women and their participation in this society. This will provide a better understanding of Matilda’s actions. Additionally, the renewed study of the art works will also nuance some former interpretations concerning their dating and meaning. Within this study there are four important themes: 1. women in textual and visual sources; 2. authority and power; 3. women as makers of art; and 4. performativity.
In order to examine Matilda’s responsibilities and duties at the court and to get an insight into those of noblewomen in general the first chapter is concerned with the Rolandslied. This chanson de geste was commis-sioned by Matilda and Henry around 1173 and while it is not the only text associated with Matilda, it is the only one that can be connected to her con-vincingly. A close reading of its epilogue convinced me that the text has been too easily attributed to Henry’s patronage. That Henry has been considered die aan één zijde geslagen is) waarop Hendrik en Mathilde zijn afgebeeld
getuigt van het feit dat Mathilde een rol speelde als Hendriks echtgenote (consors). Het idee van partnerschap werd middels dit munttype gecommuni-ceerd. Dit idee is enerzijds aannemelijk gemaakt door de bestudering van de iconografie van de munt. Het is het enige type waarop Mathilde is afgebeeld. De scepter die zij vasthoudt duidt op heerschappij en autoriteit. Anderzijds pleiten er ook omstandigheden voor om de munt als uiting van gezamen- lijke heerschappij te zien. Hendrik trok namelijk in januari 1172 naar het Heilige Land en keerde pas een jaar later terug. Deze periode bood Mathilde de kans om als plaatsvervanger op te treden, juist omdat zij zijn echtgenote was. Ik bepleit dan ook dat het munttype waarop Hendrik en Mathilde samen zijn afgebeeld een uiting is van gezamenlijke heerschappij. Dit wordt ondersteund door het herlezen van een passage uit Arnold van Lübecks
Slavenkroniek (ca. 1210). Arnold was goed bekend met het reilen en zeilen aan
het hof van Hendrik en diens familie.
In het laatste hoofdstuk staat het idee centraal dat de schenkings- en kroningsminiaturen in het Evangeliarium van Hendrik en Mathilde en het bijbehorende schenkingsgedicht beschouwd moeten worden in relatie tot ‘performativiteit’. Dit begrip is gekozen omdat uitdrukt dat er een handeling plaatst vindt, dat hiervoor een publiek is en dat er een speciale tijd en plek zijn waarbinnen de handeling plaats heeft. Bovendien suggereert de term ‘performativiteit’ een bewust bewerkstelligen van iets. In dit geval gaat het erom dat de constructie van Hendrik en Mathildes identiteit in woord en beeld die als handeling wordt opgevat. Mathildes aanwezigheid in het Evan-geliarium was een bewuste keuze en daarom van groot belang. Ze kan dan ook gezien worden als één van de ‘makers’ van het boek. In het algemeen maakt haar aanwezigheid in het Evangeliarium inzichtelijk dat van Mathilde – net als de vrouwen in het Roelandslied – verwacht werd dat ze verschillende rollen moest vervullen. Ze werd gezien als dochter van de Engelse koning, als echtgenote van Hertog Hendrik en in die hoedanigheid was ze ook de moeder van zijn kinderen. Bovendien werd ze beschouwd als steun en toe- verlaat van de stad Braunschweig en de kerken aldaar. Meer specifiek betekent Mathildes portrettering dat ze bijdraagt aan de positie van haar echtgenoot. Haar koninklijke afkomst benadrukt de faam van Hendrik. Tenslotte is de betekenis van haar aanwezigheid onderzocht in relatie tot de H. Egidius, de titel ‘bedgenote’ (consorte thori) en de afwezigheid van de (met naam)
294 295
as such the mother of Henry’s children. Additionally she was a benefactor of the town of Brunswick and its churches. Moreover, the way she is portrayed also contributes to her husband’s position: his fame is enhanced by marrying a princess. Lastly, I have studied Matilda’s presence in relation to St Aegidius (or Giles), the expression consorte thori and the visual absence of (named) children. This has led me to suggest that the Gospel Book might be consid-ered a votive offering in order to render thanks to the birth of a child, or to secure the birth of a male heir.
This study, the first dedicated completely to Matilda, demonstrates that the art works and written sources testify that Matilda’s held a variety of duties and responsibilities. Most of these can be considered typically female, such as motherhood. Yet this not to say that Matilda held no authority and was merely acting according to her husband’s will. It is my contention that the visual and written sources reveal that Matilda was not marginalised, but that she acted as mother, matron and mediator. Demonstrating that women – together with men – were at the heart of society.
ZusaMMenfassung
In diesem Buch vertrete ich die These, dass das bildliche und schriftliche Quellenmaterial, das sich auf Mathilde (* 1156-† 1189) bezieht, Einblick in ihre Aufgaben und Zuständigkeiten am Hof ihres Gemahls Heinrich des Löwen gibt. Visuelle Quellen dienen dabei als Ausgangspunkt. Diese Quel-len werden im Verein mit verschiedenen geschriebenen QuelQuel-len untersucht, wobei sie in Bezug zu den mittelalterlichen Ideen über die Frau und deren Möglichkeiten einer Teilnahme am gesellschaftlichen Leben gesetzt werden. So können Mathildes Aktivitäten besser eingeordnet werden. Zugleich nuan-ciert meine Betrachtung der Kunstwerke frühere Vorschläge hinsichtlich ihrer Datierung und Bedeutung. Im Mittelpunkt dieser Studie stehen vier Themen: 1. Die Frau in geschriebenen und bildlichen Quellen, 2. Autorität und Macht, 3. Die Frau als „Kunstmacherin“ und 4. Die Performativität.
Um einen deutlicheren Eindruck von Mathildes Aufgaben und Zuständigkeiten am Hof und darüber hinaus ein Bild der Edelfrau im 12. Jahrhundert zu erhalten, steht in Kapitel 1 das Rolandslied zentral. Dieser Text über den heldenhaften Ritter Roland wurde um 1173 von Mathilde und the text’s patron is due to the fact that medieval chronicles and charters
often credit men as the patrons of art and architecture, when in fact women were the driving forces. The Rolandslied not only testifies to female patron-age, which I have labelled matronpatron-age, but will prove an important source as well when we want to explore the responsibilities medieval noblewomen held. Of course, this epic story about Charlemagne and his fighting heroes is a story for and about men defending the emperor and Christianity. Yet if we set aside the brutal fights and the way the Christians and Saracens try to mis-lead each other, it becomes evident that women play a role in the story as well. Thus far this has not been acknowledged by literary historians studying the German Rolandslied.
In Chapter 2 I contend that the bracteate depicting Henry and Matilda is not merely a confirmation of Henry the Lion’s authority, but that it communicated the notion of Matilda as a consort as well. This idea is supported by the coin’s iconography. This is the only coin type on which Matilda is depicted. That she holds a lily-crowned sceptre testifies to author-ity and rule. Moreover, there are circumstances that I believe requested this coin type to be issued. Henry’s long-term absence in the years 1172-1173, when he went to the Holy Land, offered Matilda the opportunity to wield authority as his consort. I suggest that the idea of consors regni, or co-rule, was put into practice. This is supported by a rereading of a passage from Arnold of Lübeck’s Chronicle (ca. 1210). Arnold was closely related to the Welf court.
The last chapter takes as its point of departure the idea that the dedication and coronation miniatures in the Gospel Book of Henry and Mathilda together with its dedicatory text can be considered in relation to performativity. I have chosen this concept since it refers to acts and the pres-ence of an audipres-ence at a specific time and place. Moreover, performativity suggests a conscious construction of identity. The construction of Matilda and Henry’s identities in word and image in the Gospel Book can be seen as the result of performativity. Since Matilda was intentionally added to the Gospel Book in text and image, her contribution was considered important. Therefore be considered as a ‘maker’. On a general level her presence in the Gospel Book is instructive, because it underscores the notion that Matilda – like the women in the Rolandslied – was expected to perform several roles. She was considered daughter of the English king, Duke Henry’s consort and
dazugehörige Schenkungsgedicht im Zusammenhang mit der „Performativi-tät“ zu betrachten sind. Diesen Begriff habe ich gewählt, weil er ausdrückt, dass eine Handlung stattfindet, dass diese ein Publikum hat und dass sie an einem bestimmten Ort und zu einer bestimmten Zeit stattfindet. Außerdem unterstellt der Begriff „Performativität“, dass etwas bewusst herbeigeführt wird. In diesem Fall geht es um das Konstruieren von Heinrichs und Mathildes Identität in Wort und Bild, das ich als eine Reihe von Handlungen auffasse. Dass Mathilde im Evangeliarium vorkommt, war eine bewusste Entscheidung und daher voller Bedeutung. Sie gehört in dem Sinne zu den „Machern“ des Buches. Im Prinzip macht Mathildes Vorkommen im Evangeliarium klar, dass von ihr – genau wie von den Frauen im Rolandslied – erwartet wurde, dass sie verschiedene Rollen ausfüllte. Man nahm sie wahr als Tochter des englischen Königs, als Ehefrau des Herzogs Heinrich und in dieser Eigen-schaft auch als Mutter seiner Kinder. Überdies sah man sie als große Stütze der Stadt Braunschweig und der dortigen Kirchen. Im engeren Sinne trägt die Art, wie Mathilde dargestellt wird, zur Stärkung der Position ihres Ehe-mannes bei. Ihre königliche Abstammung unterstreicht Heinrichs Ruhm. Abschließend wird die Bedeutung die Darstellung Mathildes im Evangeliar-ium in Beziehung zum heiligen Ägidius (von St. Gilles), zu dem Terminus
consorte thori und zu dem Fehlen der (namentlich aufgeführten) Kinder
gesetzt. Auf dieser Grundlage äußere ich die Vermutung, dass es sich bei dem Evangeliarium um eine Votivgabe zum Dank für ein erstgeborenes Kind oder in der Hoffnung auf die Geburt eines Sohnes handeln könnte.
Die vorliegende Arbeit, die erste Studie, die ausschließlich Mathilde gewidmet ist, zeigt die Bedeutung von Kunstwerken als Quelle für die Untersuchung der Aufgaben und Zuständigkeiten adliger Frauen auf. Im Verein mit geschriebenen Quellen verdeutlichen sie, dass die meisten Aufga-ben Mathildes als typisch weibliche betrachtet werden können. Das heißt jedoch nicht, dass Mathilde keine Autorität besessen und nur getan hätte, was ihr Gemahl wünschte. Ich bin davon überzeugt, dass die bildlichen und schriftlichen Quellen belegen, dass Mathilde nicht marginalisiert wurde. Sie trat als Mutter, Auftraggeberin und Vermittlerin in Erscheinung. Damit wird klar, dass Frauen – zusammen mit Männern – den Kern der Gesellschaft bildeten.
Heinrich bestellt. Obwohl es nicht der einzige Text ist, der in einem Atem mit Mathilde genannt wird, handelt es sich doch um den einzigen, der über-zeugend mit ihr verknüpft werden kann. Bei genauerer Betrachtung des Epi-logs wird deutlich, dass Heinrichs Schirmherrschaft beim Rolandslied zu leicht unterstellt wird. Das erklärt sich unter anderem aus dem Umstand, dass in mittelalterlichen Chroniken und Urkunden oft die Ehemänner als Auftraggeber von Kunst und Architektur genannt werden, während wir zuweilen aus anderen Quellen wissen, dass eigentlich die Ehefrauen die Initi-atoren waren. Das Rolandslied verrät nicht nur, dass Mathilde als seine Auf-traggeberin zu betrachten ist, sondern es gibt auch Auskunft darüber, wofür die Edelfrauen im Mittelalter zuständig waren. Selbstverständlich war die Geschichte von Kaiser Karl dem Großen und seinen Paladinen eine Geschichte über und für Männer, die den Kaiser und das Christentum verteidigten. Wenn man jedoch hinter die Oberfläche von List, Betrug und Blutverlust schaut, wird sichtbar, dass die Frauen durchaus eine Rolle spielen. Die Literaturhistoriker, die sich mit dem Text befassten, haben das bisher kaum beachtet.
In Kapitel 2 versuche ich nachzuweisen, dass der Brakteat (eine einseitig geprägte Silbermünze), auf dem Heinrich und Mathilde abgebildet sind, nicht nur die Autorität Heinrich des Löwen bezeugt, sondern auch zum Ausdruck bringt, dass Mathilde seine Gemahlin (consors) war. Zu dieser Annahme gibt die Analyse der Ikonographie der Münze einigen Anlass. Es ist das einzige Münzstück, das die Herzogin zeigt. Sie hält ein Zepter in der Hand, ein Attribut, das für Autorität und Herrschaft steht. Andererseits ver-anlassen auch bestimmte Umstände dazu, die Münze als Ausdruck einer gemeinschaftlichen Herrschaftsausübung zu betrachten. Heinrich brach nämlich im Januar 1172 ins Heilige Land auf und kehrte erst ein Jahr später zurück. Seine Abwesenheit bot Mathilde Gelegenheit, als Stellvertreterin aufzutreten, gerade weil sie seine Gemahlin war. Ich vertrete denn auch die These, dass das Münzstück, das Heinrich und Mathilde zusammen zeigt, ein Beleg für ihre gemeinschaftliche Herrschaft ist. Die Neulektüre eines Abschnitts aus Arnold von Lübecks Chronica Slavorum (um 1210) unterstützt meine Position. Arnold wusste gut über das Hof- und Familienleben Hein-richs Bescheid.
Das letzte Kapitel kreist um die Idee, dass die Schenkungs- und Krönungsminiatur im Evangeliarium von Heinrich und Mathilde sowie das
