• No results found

Proef zaaitijden en zaadhoeveelheden bij radijs in een herfstteelt onder glas

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Proef zaaitijden en zaadhoeveelheden bij radijs in een herfstteelt onder glas"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

do

Bibliotheek

^aMwijk" Pio notation voofi de Gfiozntzn- en TnwLttzdU ondojt Gla&, Naaldwijk A

T

R

84

, /

Vnot^ zacUtij dan un z&adhonvzeJLhtdm b<ij siacUjA A.n. een huA^ttaolt ondeA g leu

do OA :

V<, de Raltzn

(2)

/3/V-/3Z ' àv -4-1

h

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, NAALDWIJK

Proef zaaitijden en zaadhoeveelheden "bij radijs in een herfst-teelt onder glas

B ! B L ! O T '; JF F K

F""#':T5a:;nf! yv? •% 'i"ütsr,

fru;«8s'.t on-'isi'' bi&s 'i

door D. de Ruiter Naaldwijk, februari 1973 mei 1973 No. 602/73. r

'22 31^53

(3)

INHOUD 1. Inleiding en doel 2. Opzet 5. Materiaal en methoden 4. Temperaturen 5. Weersomstandigheden

6. Opmerkingen tijdens de teelt 7. Oogstresultaten

8. Bespreking oogstresultaten 9. Samenvatting en conclusie 10. Literatuur

(4)

Proef zaaitijden en zaadhoeveelheden by radijs in een herfstteelt onder glas.

P.N. B11 Jaar 1972 Plaats C2.6 +

A3.3 en A3.4

1. INLEIDING EN DOEL

In deze proef werd de ontwikkeling van radijs onder glas "by een zeer vroege herfstteelt bekeken. Hierbij werden vijf zaaidata aangehouden. Bij elke zaaidatum werden drie zaad­ hoeveelheden gebruikt. Zaadhoeveelheden per m2 werden vast­ gesteld naar aanleiding van de zaadgrootte.

Het gebruikte ras werd gekozen uit de aanbevolen rassen uit de rassenproef by een herfstteelt onder glas in 1971«

2. OPZET

Gezaaid werd op 14, 22 en 29 september in C2.6, op 5 en 12 oktober in resp. A3.3 en A3.4«

De opzet van de proef was bij elke zaaidatum in viervoud. Het gebruikte ras was Kader van C.W. Pannevis; zaadgrootte was 2-g- - 5 • diameter.

De gebruikte zaadhoeveelheden waren 3» 3i en 4 gram per m2. Dit was na vaststelling van het 1000 korrelgewicht resp. circa 330» 390 en 450 zaden per m2.

3. MATERIAAL EN METHODEN

De grond in C2.6 werd na de paprikateelt doorgespoeld, bemest met 5 kg 12+10+18 per are en gefreesd, in A3.3 «n A3.4 werd de grond eveneens gespoeld, bemest met 7 kg 12+10+18 per are en gespit. Na de grondbewerking en bemesting werd nog­ maals overal 10 minuten geregend.

(5)

-2-De gewone handzaaimethode werd toegepast. Hierbij werd de grond voor het zaaien goed fijn en gelijk geharkt. Daarna is het zaad, gemengd met zand, uitgezaaid en licht ingeharkt. De grond werd daarna met een plak licht aangedrukt en 5

minuten beregend. Alle zaaisels hebben dezelfde behandeling gehad.

Bij de eerste zaaiïngen werd in het begin van de teelt zo veel mogelijk gelucht. Desalniettemin liepen de temperaturen in september ebt begin oktober soms tot hoge waarde op. Mede door de hoge lichtintensiteit ondervond de radijs geen na­ delige gevolgen in de ontwikkeling door deze hoge tempera­ turen. Na deze periode werd meer naar de omstandigheden gelucht.

4. TEMPERATUREN

Dagelijks werden de temperaturen genoteerd. In tabel 1 is de gemiddelde maximum- en minimumtemperatuur per decade gegeven in graden C.

Gezien de gunstige verhouding van lichtintensiteit en tem­ peraturen was de verhouding knol-loofontwikkeling eveneens goed.

Tabel 1 Gemiddelde temperatuur per decade in graden C.

Decaden maximum minimum

2e dec. september 25,0 12,7 3e " 11 27,6 12,3 1e " oktober 26,2 7,6 2 e " tl 21,7 10,9 3e " tt 20,6 8,6 1e " november 16,8 9,9 2e " H 14,1 5,2 3e " tt 14,4 5,8 1e " december 14,0 5,0

(6)

-3-5. WEERSOMSTANDIGHEDEN

De weersomstandigheden waren vanaf het zaaien tot half oktober zeer gunstig, daarna was het meer wisselvallig.

In tabel 2 is een overzicht gegeven van het aantal zonuren per decade over de maanden september - oktober - november en december, in de jaren 1971 eïl 1972.

Tabel 2 Zonuren per decade.

clëcâctën~:T97:T sëpïimBër oEïoBêr november dëcëmEër

uren min. uren min. uren min, uren min.

1e dec. 90 45 75 9 34 54 7 15 2e " 75 36 25 48 16 15 7 15 Je 11 50 0 6 5 10 6 27 16 51 decaden 1972 1e decade 57 33 82 33 11 21 12 18 2e 11 41 3 40 57 20 36 22 9 3e " 57 24 30 54 17 51 30 30

6. OPMERKINGEN TIJDENS DE TEELT

De groei had een regelmatig en gunstig verloop. Bij het zaaisel van 12 oktober kwam een lichte uitval voor door zwartbenigheid.

7. OOGSTRESULTATEN

Op elke oogstdatum werd alles in één keer weggebost. Zowel de goede knollen als de afwijkende planten (pennen) en nj® niet volgroeide knollen werden geteld. Het percentage nog niet vol­ groeide knollen, die met een aan zekerheid grenzende waarschijn­ lijkheid tot een goed oogstbaar product zouden uitgroeien, was zeer klein.

(7)

Bij de vroege zaaiïngen lag dit lager dan bij de latere. De geschatte percentages varieerden resp. van 5 "tot 10$ van het aantal niet volgroeide knollen en pennen.

Door het vaststellen van het 1000 korrelgewicht kon het aantal zaden per m2 worden berekend. Hieruit is het persen-tage planten by de oogst berekend.

In tabel 3 en cle grafieken 1, 2 en 3 zijn de oogstresiiltaten

gegeven.

Tabel 3 Opbrengsten per m2.

zääl-^z} zaadhöë- aantal ääütäl nlët âântaî kiëmïngs- per c~™ en oogst- veelheden volgroeide volgroeide geoogste percen- vol­ (o)datum in g/m2 knollen knollen en planten tage groeide

pennen in totaal knollen

van de opgeko­ men . planten z 14/9 3 169 42 211 64 80 o 17/10 178 57 235 60 75 4 184 70 254 56 73 z 22/9 3 148 29 177 54 83 0 31/10 173 41 214 55 81 4 176 51 227 50 77 z 2 9/9 3 162 43 205 62 79 o 16/11 3i 186 55 241 62 77 4 190 76 266 59 71 z 5/10 3 137 58 195 59 70 o 23/11 160 71 231 59 69 4 162 87 249 55 65 z.12/10 3 131 91 222 67 59 o 5/12 137 111 248 64 55 4 147 124 271 60 54

(8)

-5-8. BESPEEKING OOGSTEESULTATEN

Uit de cijfers komt naar voren dat, naarmate er meer zaad gebruikt is, de opbrengsten, zowel aan goede knollen als aan niet -volgroeide planten, hoger zijn.

De latere zaaiïngen in A3.3 en A3.4 bleven lager in opbrengst danyeerste zaaiïngen in C2.6, ondanks de ogenschijnlijke gelijke omstandigheden. Het aantal niet volgroeide planten en pennen was bij de latere zaaiïngen hoger.

Ten opzichte van de gebruikte zaadhoeveelheid is het percentage uitgegroeide knollen en niet volgroeide planten, laag.

Naarmate later.was gezaaid was het percentage goede knollen 'van de aanwezige planten lager.

9. SAMENVATTING EN CONCLUSIE

Getracht is om meer inzicht te krijgen in de herfstteelt van radijs onder glas. De teelt is goed mogelijk. Het gebruikte ras leende zich goed voor deze teelt. De kwaliteit van het geoogste product was goed. De gelijkheid in ontwikkeling laat nog te wensen over. Mede als gevolg van de éénmalige oogst bleven de opbrengsten, ten opzichte van de zaadhoeveelheden vrij laag.

Met een uitzondering by de zaaiïng van 29/9» waren de opbrengsten aan goede knollen, naarmate er later gezaaid was, lager. De hoe­ veelheid afwijkende planten is omgekeerd evenredig hieraan. De lichtintensiteit is een belangrijke voorwaarde voor een goede ontwikkeling vandaar, dat mede hierdoor de latere zaaiïngen minder goed waren. Ook de vakjes langs de gevels waren door de schaduw­ werking overwegend minder goed.

Er was een rechtlijnig verband tussen het zaadgebruik en de opbrengsten. Mogelijk zijn nog hogere opbrengsten by een groter zaadgebruik te krijgen.

-6-r

(9)

-6-10. LITERATUUR

Interne verslagen:

Ruiter, D. de. Zaadhoeveelheden in de herfst idem Precisiezaai "bij radijs

idem Zaaidichtheid by radijs

idem Temperatuurbehandeling en zaaidichtheid.

Groenten en Fruit 18 november 1970*

Pro en contra, winterteelt van radijs Groenten en Fruit, 8 september 1971

(10)

grafiek 1

Proef zaaitijden en zaadhoeveelheden bij radijs in

een herfstteët onder glas.

aantal volgroeide

knollen per m2

190 .

180

170 .

160

150

140 .

130

120

aai 5/10

zaai 12/10

31/2

U

zaadhoeveelheid in g/m2

(11)

(NI

c

<L> CD m • •—\ TD ro

!

:

S

T) C CD TD OD _g ~QJ

£

CL> O JZ U 05

N i

co ç "ch * i_ c ^ Ç ~o o $

S

"oî <L» N •+— 4-»

£

CL

J

C

"O c\]

S £

l" t _çr> te o »-*• C "7" ru o en

§ 2

fU rg £ L_ ÛJ CL "O rO

ro

N O) vr

£

rsi ai E CL L_ QJ X» Q. ro ~o ro ~o N

S

en • V M rsj CD ro m fO ro "O 'fÜ ro N O «—• Osl O «"**

ro

en

fNJ CM (Ti vj O CO O C^ O LO

o

vj O ro r O CM vWV

(12)

»

/

grafiek 3

Proef zaaitijden en zaadhoeveelheden bij radijs in een

herfstteelt onder glas.

aantal niet volgroeide

knollen per m2

140 j

120

100 .

80 l

60

4 0

-20.

zaai 12/10

zaai 5/10

zaai

29 B

zaai 14/9

zaai 22/9

31/2

4

zaadhoeveelheid in

g/m2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

YERSEKE - In het Regiocentrum Yerseke van Wageningen Marine Research werken onderzoekers en de schelpdier- en visserijsector samen aan kennis en innovaties voor duurzaam gebruik van

Van de heer Jac.Nugter uit Zaandam werd een monster Onkruiddoder 100% ontvangen.Dit mengsel van minerale oliën moet onverdund worden ver­ spoten en is om deze reden

Hoewel tijdens de eerste teelten zonder fungiciden en vrijwel zonder uitval kon worden geteeld, is na de zesde teelt steeds meer uitval gekomen door o.a. In de laatste teelt was

Slib dat zelf een ongunstige verhouding tussen ijzer en fosfaat heeft, zal niet in staat zijn om in het veld voor een gunstige verhouding te zorgen.. Ook kunnen de concentra-

Aanvoer door middel van kokers, die onder de vloer van de schuur doorlopen en beginnen in de binnenmuur van de stal en eindigen in de buiten­ muur, al of niet voorzien

Evenals bij de vorige proeven was de gewiohtsvermindering bij de komkommers op de stenoilkamer duide­ lijk groter dan bij de komkommers in de kas* Se vruohten, die in de

De Drido kromtandeg werd gebruikt voor het zaaiklaar maken van haverland op lichte zavelgrond, van bietenland op zware klei en voor het bewerken van een per- ceel lichte zavel

Relation between the copper aspergillus number and the relative grain yield of spring wheat in 1954 (yield without copper sulfate manuring in percentage of the yield with a