• No results found

Grondbewerking gericht op de permanente teelt van droge eenjarige gewassen in Suriname : proef Celos - terrein : occupatie 14 en 15; Grondbewerking gericht op de permanente teelt van droge eenjarige gewassen in Suriname : proef in de Stiprisproeftuin te C

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Grondbewerking gericht op de permanente teelt van droge eenjarige gewassen in Suriname : proef Celos - terrein : occupatie 14 en 15; Grondbewerking gericht op de permanente teelt van droge eenjarige gewassen in Suriname : proef in de Stiprisproeftuin te C"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CENTRUM VOOR LAHDBOtFWNDÏG ONDERZOEK ITT SUEIHAME

GRONDBE^EPKING GERICHT OP DE PERTINENTE TEELT VM DROGE EENJARIGE GRASSEN IK SUPI1WWE; PROEF CELOS-TERREIN

( O n d e r z o e k p r o j e c t 70/25)

O c c u p a t i e XIV en XV

T. van d e r S a r

LaiK-bouvrhorres c h o o l - ^ a g e n i n g e n

(2)

van de wetenschappelijke staf van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname

(3)

I, N H O U D biz. 1. Samenvatting 5 2. Voorvoord 5 3 . Doel ven h e t o n d e r z o e k 5 k. O p z e t en u i t v o e r i n g ^ U,1, P r o e f t c r r e i n 6 h.2. T e e l t b e s c h r i j v i n g van de gewassen . . . . 6 1 . 2 . 1 . G e v i s m a i s . . 6 ^ . 2 . 2 . Gewas s o j a . . . 9 5 . R e s u l t a t e n 10 5 . 1 . Vaarnerdngen aan do grond 10

5 . 1 . 1 . F a s e n v e r h o u d i n g 10 5 . 1 . ? . O r g a n i s c h e s t o f g e h a l t e . . . 13

5 . 1 . 3 . Z u u r g r s a d van de g r o n d . . . 1U

5 . 2 . Waarnemingen aan h e t gewes 17 5 . 2 . 1 . Het gewas rai:> 17 5 . 2 . 2 . H e t gewas s o j e 19

(•. D i s c u s s i e 20 7. Conclusie 20 8. Literatuur 20

(4)

1 . SAMENVATTING

In de periode van 25 naart - 21 juli 1976 verd op het grondbewerkings-proefveld op het Celos-terrein het gewas mais (6805*+ CS1) verbouwd. Dit werd opgevolgd door het gewas soja (cv. Laris) in de periode van

3 september - 15 december 197*5.

De extreme weersomstandigheden ven dit jaar (1e halfjaar veel te nat, 2e halfjaar veel te droog) hebben vermoedelijk ook er toe bijgedragen dat de opbrengsten van beide gewassen zeer laag varen (zie Tabel 1).

Tabel 1. Gemiddelde opbrengst per bewerking per gewas (kg/ha; 12% vocht w.b.) gewas mais s o j a groeiperiode 25/3-21/7 3/9-15/12 frezen 1291 605 ploegen 911

m

ondiep bewerken 111*8 Clh gen. 1116 659

Vermoedelijk door de organische bemesting (dit jaar zeer beperkt van omvang) en de jaarlijkse bekalking is de grond iets minder zuur geworden, zovel pH KCl als pH H2O vertoont in de loop van het jaar een lichte stijging.

Het luchtgehalte bij veldcapaciteit vertoont in de loop ven het jaar een zeer sterke stijging. Dit komt echter niet tot uitdrukking in de gewasopbrengsten.

Het organische stofgehalte handhaaft zich op hetzelfde niveau van ca. 2,5$. Tussen de grondbewerkingssystemen bestaan kleine verschillen. Het gehalte op de RP veldjes is doorgaans het laagste, mogelijk oen gevolg van de betere doorluchting van de grond bij risterploegen.

2. VOOFV0ORD

In het kader van het meerjarig grondbewerkingsonderzoek op het Celos-terrein verd in het jaar 1976 de veertiende en vijftiende occupetie uitgevoerd. Het Celos, directie en personeel ben ik zeer erkentelijk voor de verkregen medewerking bij de uitvoering van de proeven.

3. DOEL VAN HET ONDERZOEK

Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de beste wijze van grondbewerken voor droge éénjarige gewassen en de invloed

daarvan op enkele fysische en chemische eigenschappen van de grond. De teelt van diverse gewassen geeft een inzicht in de mogelijkheden deze gewassen op de kustvlaktekleigronden van Suriname gemechaniseerd te telen.

(5)

6

-k. OPZET EM UITVOERING k.1. PRCEFTERREIN

Het proefveld, bestaande u i t een zware kustvlakte k l e i g r o n d , heeft een b r u t o g r o o t t e van 1,06 h a . Het i s opgedeeld i n 6 n brede en 60 m lange bedden. Per bed wordt een wijze ven grondbewerken t o e g e p a s t . Aangezien

de proef i n 6 herhalingen l i g t en er d r i e grondbewerkingssystenen z i j n en er aan de noord- en zuidzijde van het proefveld v i e r randbedden z i j n , t e l t h e t gehele proefveld ïü+h = 22 bedden (zie Fig. 1). Op v i j f plaatsen (de gearceerde sübvakken) worden enige malen per j a a r r i n g -nonsters genomen i n de lagen van 10-15 en en van 20-2.5 en volgens h e t bemonsteringsschema weergegeven i n F i g . 2 .

Er worden d r i e wijzen van grondbewerking t o e g e p a s t , waarbij het belang-r i j k s t e ondebelang-rscheid de webelang-rkdiepte i s . Deze bemebelang-rkingen z i j n :

F.P : Risterploegen net een tweescharige r i s t e r p l o e g , werkdiepte 20-25 cm, werkbreedte ca. 35 en per s c h a a r . ?Ta do ce bewerking wordt i n 6en of meerdere werkgangen het zeeibed gemaakt net behulp van een rotorkopegge; werkdiepte ca. 7 cm, werkbreedte

300 cm.

FR : Frezen met een messenfreer. : werkdiepte c a . 15 cm, werkbreedte 150 en. De grond l i g t na deze bewerking enigszins ruw doch i s doorgaans d i r e c t geschikt om i n t e zaaien.

ÎTB : n i e t diep bewerken. Deze bewerking heeft ten doel het maken van een zaaibed. De bemesting wordt doorgaans uitgevoerd met de messenfrees welke dan op er,. 5 en werkdiepte wordt a f g e s t e l d . Als de r e g e n t i j d op handen is,worden na du grondbewerking doch voor h e t zaaien per bed 6 ruggen opgetrokken met een b r e e d t e van 90 cm en een hoogte von ca. 25 cm.

k.2. TEELTBESCHRIJVING VAN DE GENASSEN

U . 2 . 1 . Gewas n a i s (68051* CS 1 ; p e r i o d e 2 5 / 3 - 2 1 / 7 / 7 6 )

Terrein k l a a m a k e n . Ket duurde 3 maanden ns de oogst van h e t voorgaande gewas s o j a voordat de grond, weer voldoende droog werd om bewerkt t e kunnen worden. Op 23 maart werd begonnen om de grasopslag met een maaikneuzer t e maaien en t e verpulveren. Het verpulverde materiaal werd d i r e c t achter de machine weer op de grond geworpen.

Grondbewerking. Direct na h e t naaikneuzen werd met de tweede t r e k k e r met de grondb ewerking begonnen. .Alle bewerkingen verliepen v l o t en naar wens. De PP-veldjes werden na h e t ploegen gerotkopegd. Een dag l a t e r werden a l l e veldjes bewerkt met de hekenfrees en werden e r t e g e -l i j k e r t i j d ruggen opgetrokken.

Zaaien. Na h e t ruggen optrekken werd e r d i r e c t gezaaid met de pneumpi-t i s c h e preci3iezaaimachine. Een r i j per rug (90 cm r i j a f s pneumpi-t a n d en 15»1 cm zaaiafstand i n de r i j op c a . 5 cm z a a i d i e p t e ) .

(6)

H g . 1. Schaal 7 ; 1000 IV V VI FR RPNB RP NB FR FR RP NB S3 10 11 12 13 14 15 16 17 18 S4 \f> midden pad ^

£

12%

C2.4

3ZSS2

S i l 23 4 - 5 6 7 8 9S2 RP FR NB FR RPNB FR NB RP I II III RP s rister ploegen

FR s frezen

NB • niet diep bewerken ; alleen rotorkopeggen

vak waarin bemonsterd wordt.

(7)

8 -a» cv >* •#» E •> •o co et > 9 o. XI o o W l en e •-• * "O e o ka c a ^ ui OJ *Zl>l l Z Z "~ i— i "' Z "'- Z I' Z ' 2 ^ 2 " ' ^ P ' w V • • * o . > • E « f • o o •a e o » => co o o M en e .M k . » * . O XI o t_ ——— i 9 i i * - - -•< » — * I Z Z Z Z Z Z Z Z Z —-UI oz r—-^w

(8)

Onkruidbestrijding. Vanwege de frequentie en grote hoeveelheid regenval tijdens het groeiseizoen was mechanische onkruidbestrijding niet moge-lijk. Het onkruid werd daarom chemisch bestreden met gramoxone, het-geen dan weliswaar onder een spuitkap verspoten werd om het gewas zelf niet te raken. Tweemaal werd een bestrijding uitgevoerd, nl. op 20 april en 20 mei.

Bestrijding van ziekten en plagen. Tijdens het groeiseizoen zijn er

geen bestrijdingen uitgevoerd tegen hoorders (Laphygma fungiperda.).

Bemesting. Voor het hakenfrezen en ruggen opwerpen werd op herh. I t/ia III ca. 3000 kg compost verdeeld. Tijdens het groeiseizoen werd het gewas bemest volgens onderstaand scheme.

Tabel 2. Bemestingsdata, soorten en hoeveelheden kunstmest (kg/ha)

Datum Soort Hoeveelheid Hoeveelheid mineraal * P205 F„0 C 5 a p r i l 29 a p r i l 25 mei ureum dubbelsuperfosfaet patentkali ureum. dubbelsuperfos faat patentkali ureum kh 93 77 hh 93 96 Uit totaal 20 20 20 to 1*0

ko

ec h5

Oogsten. Op 20 en 21 j u l i werd h e t proefveld geoogst. In handwerk werden de kolven van de p l a n t geplukt, i n manden verzameld en i n zakken ge-s t o r t . In een ge-s t a t i o n a i r Borga dorge-smachine met een dichte dorge-strommel werden de kolven met s c h u t v l i e s g e d o r s t . Na dorsen en wegen werd h e t

zaad kunstmatig gedroogd t o t bewaarvcchtgehalte ca. 12% vocht w.b.

U . 2 . 2 . Gewas s o j a ( c v . L a r i s ; p e r i o d e 3 / 9 - 1 5 / 1 2 / 7 ^ ) Terrein klaarmaken. Feeds i n de tweede h e l f t van augustus bleek de grond al zo droog t e zijn det ze bewerkt zou kunnen word*n. De meis-r e s t e n en de gmeis-rasopslag wemeis-rden gemaaid met de mee.ikneuzemeis-r.

Grondbewerking. Op 23 augustus werd begonnen met do grondbewerking op de herh. IV t / n VI. Ov de herhalingen I t/m I I I kon pas een week l a t e r met de grondbewerking worden begonnen.

(9)

10

-Zaaien. D G herh. IV t/m VI werden reeds op 2r< augustus ingezaaid. Echter door een slechte opkomst (niet kiemkrachtig zaad) werden deze herha-lingen tegelijkertijd met de herh. I t/n III op 3 september nogmaals ingezaaid met de pneumatische zaaimachine. Pijafstand 50 cm,in de rij

15 cm en 5 cm zaaidiepte.

0_nkruidbestrijding. Het onkruid werd mechanisch bestreden. Tussen de rijen werd driemaal geschoffeld met een schoffelgarnituur opgehangen in de driepuntshefinrichting. In de rij werd het onkruid in handwerk gewied met behulp van de tjap.

Bestrijding ziekten en plegen. Tijdens het groeiseizoen kwamen geen ziekten en plagen in zodanige vorm voor dat het noodzakelijk werd ge-acht te bestrijden.

Bemesten. Na de grondbewerking werd op de herh. I t/m III 1000 kg/ha Emcal en op herh. IV t/m vi 500 kg Emcel/ha gegeven. De kalk werd voor het zaaien ingeSgd net behulp van de rotorkopegge. Vervolgens werd het gewas bemest volgens onderstaand schema.

Tabel 3. Bernestingsdata, soorten en hoeveelheid kunstmest (kg/ha)

Datum

20 sept.

7 oktober

Soort

ureum.

dubb elsuperfos faat patentkali dubbelsuperfos faat Hoeveelh. 10; 70 96 70 totaal Hoeveelheid mineraal F 20 20 F2°5 30

21

60

25 25

Oogsten. Door het tijdig invallen van de regens bleek het niet mogelijk om met de J/F combine de soja te oogsten. De trekker en combine zakten weg in de reeds weer week geworden grond. In de periode ven 8 t/m 17

december werd de soje in handwerk geoogst, de gehele plant werd met de sikkel afgesneden en verzameld in zakken. Fa enig drogen werden de gehele planten gedorst met de stationair Borga dorsmachine.

5. RESULTATES

5.1. WAARNEMINGEN AAN DE GPOND

5.1.1. Fasenverhouding

In augustus 1976 en in februari 1977 werden er ringmonsters gestoken. De uitkomsten staan vermeld in de Tabellen Ua, kt en lic.

(10)

Tabel 1+a. Bewerking en f a s e n v e r h o u d i n g a u g u s t u s 1076 Bewerking Bern. d i e p t e FR 10-15 20-25 P o r i ë n v o l . f v / v 57,01+ 55.U8 L u c h t g e h . p F 2$ v / v 7 , 8 7 7 , 6 6 Vochtgeh.pF 2% w/w UUjU 1*1,93 V o c h t g e h . b e m . # v / w 1+3,50 1+0,91 PP 10-15 20-25 5 3 , 9 5 5^,70 6 , 3 5 6 , 9 6 1+0,55 M . 2 1 39,71 1+1,18

m

10-15 20-25 58,01 55,55 7,1*3 6,55 1+6,85 ^2,3U 1+5,58 1+0,77 Gemiddeld 10-15 20-25 56,33 55,21+ 7,22 7,06 M+,05 1+1,83 l<-2,93 1+0,95

Tabel Ut»- Bewerking en f a s e n v e r h o u d i n g f e b r u a r i 1977 Bewerking Ben. d i e r t e FR ?P YB 20-2_c 10-15 P o r i ë n v o l . % v / v 53,70 5 3 , 3 ^ L u c h t g e h . p F 2 ? v / v 11,1+2 10,36 Vochtgeh.pF 2.f w/w 35,1+3 3 5 , 5 ^ Vo chtgeh .b e n . < w /w 29,1+1+ 29 ,51+ Gemiddeld 10-15 20-25 10-15 20-25 10-15 20-25 5 2 , 0 3 53,61 9,93 11,21 3l+,0T 3 5 , 0 7 28,53 28,98 53,91 53,91+ 9 , 9 0 9 , 7 0 36,81 36,77 30,70 30,1+5 53,21 53,63 10,1+1 10,51 35,^+ 35,79 29,56 29,66

Tabel 1+c. Bewerking en f a s e n v e r h o u d i n g november 1977 •' (na b r a a k p e r i o d e van 10 maanden)

Bewerking B e m . d i e p t e FR 10-15 20-25 P o r i ë n v o l . %v/v 5 7 , ^ 6 5 5 , 9 5 L u c h t g e h . p F 2% v / v 1 ^1 1 13,29 V o c h t g e h . p F ? ^ w/w 38,16 37,50 V o c h t g e h . b e n . £ v / v 2 9 , 1 5 30,21+ PP 10-15 20-25 55,25 5l+,6p 13,76 12,05 36,07 36,'+3 29,16 30,80 NB 10-15 20-25 57,91 56,81 1 5 , M 13,16 38,99 38,80 30,98 32,9>4 Gemiddeld 10-15 20-25 56,91+ 55,82 15,10 12,83 37,71+ 3 7 , 5 8 2 9 , 7 7 3 1 , 0 3

je C i j f e r s z i j n gemiddelde van 1+ subvakken i . p . v . 5 sub v a k k e n ; z i e v o o r t s Tabel 5 c

(11)

12

-De reeds bij het begin van het jaer gesignaleerde stijging van het luchtgehalte bij veldcapaciteit (pF 2) heeft zich verder doorgezet. Puira 2 jaar geleden (jan. 1975) bedroeg het gemiddeld luchtgehalte

3 , 7 ^ v/v en het is nu gestegen (februari 1977) tot 10,^6? v/v. Peze stijging doet zich bij alle bodentypen voor evenwel niet alle in dezelfde mate (zie Tabellen 5a, 5b en 5c).

Tabel 5a. Bodemtype en fasenverhouding augustus 1976

Bern. d i e p t e (cm) 10-15 it H ii 20-25 « ii tt Subvak no. bodemtype PoriSnvol. f= v / v Luchtgeh.pF 2? v / v Vochtgeh.pF 2$ v / v Vochtgeh.bem. % v/w Poriënvol. % v/v Luchtgeh.pF 2% v / v Vochtgeh.pF 2% v/\r Vochtgeh.bem. % v / v 1 1,^ 5**,59 8,ei* 39,07 38,10 51.9U 6,91 3^,89 35,37 2 2,3 62,50 6,89 56,99 56,1*2 61,5U 7,39 53,81 5 3 , U? 2 > 50,06 7,57 1*8,39 1*6,52 58,32 7,86 1*6,28

kk,m

2,1 53,18 7,1U 38,07 37,08 52,73 7,61* 36,68 35,77 5 2,2 52,31* 5,<U 37,71 36,53 51,70 5,1*8 36,1*6 35,29

Tabel 5b. Bodentypen en fasenverhouding februari 1977

Bem. ' Subvak no. 1 2 3 1* 5 diepte bodemtype 1,1* 2,3 2,1* 2,1 2,2 (cnè) 10-15 II II II 20-25 II II II Poriè'nvol. % v / v Luchtgeh.pF 2% v / v Vochtgeh.pF 2% v/w Vocht geh .ben. % v / v Porienvoi, f v / v Luchtgeh.pF 2% v / v Vochtgeh.pF 2% w/w Vochtgeh.bem. % v / v 52,58 12,8U 32,25 26,56 53,07 13,83 31,87 27,06 57,20 7,H> 1*1* ,Q0 25,69 57,08 6,60 »*!*, 77 26,22 5l*,33 9,30 37,8o 32,07 55,01 9,78 38,35 32,01* 51,76 12,50 31,1*6 36,1*3 52,39 12,1+8 32,25 36,76 50,16 10,29 3 0 / 9 27,01* 50,59

9 M

31,71 26,22

(12)

Tabel 5c. Bodemtypen en fasenverhouding november 1977 (na braakperiode van 10 naanden)

Ben. d i e p t e (era) 10-15 t! »t »f 20-25 ti tt tr Subvak n o . bodemtype P o r i e n v o i , f v / v L u c h t g e h . p F 2% v / v Vochtgeh.pF 2% v/w Vocht geh . b e n . % v/w P o r i e n v o i . % v / v L u c h t g e h . p F 2% v / v Vochtgeh.pF 2% w/w Vochtgeh.bem. % v/w 1 5 3 , 3 3 1H,19 32,56 26,90 5 1 , 7 * 12,38 3 1 , 1 8 2 6 , 8 5 2 2 , 3 60 ,28 12,08 ^ 6 , 5 5 37,ln 5 9 , 0 2 10,27 ^ 5 , ^ 9 38,06 3 2 , * 59 19 39 27 ,77 ,00 ,01 ,83 5 8 , 7 7 1U U1 31 ,07 ,32 ,76 h 2 , 1 5^,36 if>,ue 3 2 , nu 2 6 , 9 1 53,66 1U,60 32,31 2 7 , ^ 3 5 * 2 , 2

-* Subvak is niet bemonsterd.

5.1.2. Organische stofgehalte

De grond uit de ringmonsters verd gebruikt voor het maken van meng-monsters waarvan het organische stofgehalte bepaald werd volgens de Walkey & Black methode. De uitkomsten staan vermeld in de Tabellen 6a, 6b en 6c. Hieruit blijkt dat het organische stofgehalte van de KB-veldjes gemiddeld het hoogst is en dat van de PP-KB-veldjes gemiddeld het laagst is. De FR-veldjes nemen een tussenpositie in. Er is enig verband te constateren tussen het organische stofgehalte en het lucht-gehalte bij veldcapaciteit. De bodemtypen met een hoog luchtlucht-gehalte hebben daarentegen een laag organische stofgehalte. Vermoedelijk wordt dit veroorzaakt door een betere doorluchting van de grond waardoor het verteringsproces van de organische stof gemakkelijk en sneller verloopt. Met hetzelfde argument ken vermoedelijk ook het hogere organische stof-gehalte verklaard worden in augustus 1976 oen het einde van de regentijd. Door de zware regenval van de regentijd zal de doorluchting van de grond minder zijn geweest (veel poriën met water gevuld) waardoor het ver-teringspreces van organische stof stagneerde.

Tabel 6a. Bewerking en organische stofgehalte augustus 1976

Subvak 1 2 3 h 5 gemid( Bodem-t y p e

M

2 , 3 2,U 2 , 1 2 , 2 l e i d 10-15 3,10 ^ , 3 2 3,70 2 , 3 2 2,6U 3,22 F^ 20-25 2 , 3 8 3,58 3,32 2,10 2 , 2 0 2 , 7 2 10-15 2 , 3 2 3,50 2,9 h 2,l'-2 2,26 2,69 • p p 20-25 1,92 3 , 1 2 2 , 7 * 2,30 2 , 1 6 2 , 4 5 10-15 2 , 8 8 3,8!i 3 , 3 8 2 , 9 8 2 , 9 6 3 , 2 1 NB 20-25 2 , 3 8 2 , 9 8 2 , 9 2 2,70 2 , 7 1 Gemiddeld 10-15 20-25 2 , 7 7 3,89 3 , 3 * 2 , 5 7 2 , 6 2 3,0U 2 , 2 3 3 , 2 3 2,99 2 , 3 7 2.31 2 , 6 3 2 , 8 ^

(13)

11;

-Tabel 6o. Bewerking en organische stofgehalte februari 1977

Sub vak 1 2 3

k

5 genidc Bodem-t y p e

M

2 , 3 2,U 2 , 1 2 , 2 i e l d 10-15 2,0k 2 , 9 8 3 , 1 2 2,90 2 , 3 8 2 , 6 8 FR 20-25 1,76 2 , 6 2 3 , 1 6 1,82 2 , 0 6 2 , 2 8 10-15 2,02 2,10 2,50 2 , 6 6 2,1U 2 , 2 8 EP 20-25 2 , j v 2 , 6 2

2,ue

3,00 2 , ^ 6 2 , 5 3 10-15 2 , 2 8 3,12 2,80 2 , 7 8 2 , 0 8 2 , 6 1

w,

20-25 2,90 2,l|6 2 , 8 6 2,06 2 , 5 6 Gemi 10-15 2,11 2 , 7 3 2 , P 1 2 , 7 8 2,20 2 , 5 3 à a e i a 20-25 2,25 2 , 5 7 2 , 8 3 2,29 2,35 2 , ^ 6 2,50

Tabel 6c. Bemesting en organische stofgehalte november 1977 (na 10 maanden braak)

Sub vak 1 2 3

k

5 gemidc Bodem-t y p e 1.U 2 , 3 2.U 2 , 1 2 , 2 l e i d 10-15 2 , 7 6 2,80 2 , 1 6 2 , 5 8 2 , 5 8 FF 20-25 2 , 1 6 2,30 2 , 3 6 2 , 2 t -2 , -2 7 10-15 1,52 2 , 1 6 2,li8 2,3'* 2 , 1 3 HP ... 20-25 2,20 2 , 3 8 2 , & 2 , 5 2 2 , 3 6 10-15 2 / 0 1,98 3,30 2 , 5 6 2 , 6 1

w.

20-25 2,0U 2,00 2 , 7 2 2 , 6 8 2,36 Gemiddeld 10-15 20-25 2,29 2,31 2,61+ 2 , l £ 2 , ^ 3 2 , 1 3 2 , 2 3 2,U? 2,U8 -2 , 3 3 2 , 3 8 | 5 . 1 . 3 . Z u u r g r a a d v a n de g r o n d

In de zuurgraad van de grond b l i j k t i n de loop van de twee groeiseizoenen nauwelijks v i j z i g i n g e n t e z i j n opgetreden ( z i e de Tabellen 7a t/m 7d en Tabellen 8a t/in 8d).

Beziet men de gemiddelde pil KCl dan t r e e d t er een l i c h t e s t i j g i n g op i n de loop van de t i j d . De t r e n d wordt i n zekere mate ook weergegeven door de gemiddelde pH FgO.

Tussen de beverkingssystemen z i j n nauwelijks v e r s c h i l l e n aan t e wijzen. De d i e p t e van grondbeverking en v i j z e van grondbewerking h e e f t kennelijk geen invloed op h e t verloop van de z\mrgraad van de grond i n de t i j d . De regen s p o e l t kennelijk de kalk van de v e r s c h i l l e n d e g i f t e n ook b i j n i e t - d i e p beverken n e t dezelfde snelheid de grond i n ? l s b i j de diepere grondbeverkingen.

(14)

Tabel 7 a . Bewerking en pH KCl j a n u a r i 1976 Subvak 1 2 3 U 5 gemiddeld 10-15 ^ , 0

U,o

fc,o

3 , 8 3,8 3,9 FR 20-25 U,0

U,U

M

u.o

3,6 * . 1 ^P 10-15 3,6 fc,1 3,7 U ,0 3 , 8 3,8 20-25 3,9 U.8 U,0 3 , 8

IA

U,o EB 10-15 U,2 * . 0 3,U •3 T . 3 , i

2xi

3,9 20-25 fc.2 3 , 8 3,6 3 , 7 3 , 7 3,8 Geipit 10-15 3,9 U,0 3 , 7 3 , 8 3,7 3 , 8 3.deld 20-25 U,0

M

fc.1 3 , 8 9 g U.0 | 3,9 Tabel Tb. B w e r k i n g en pH KCl augustus 1976 Sub vak. 1 2 3 U 5 gemiddeld 10-15

M

fc.1 3 , 8 U.8 1 » 6 * . 3 FR 20-25 3,8 3 , 8 3,6 U.2 U.2 3,9 PF 10-15 U.0 U.2 3,8 * . 2 U.3 20-25 3,9 3 , 8 3,6 U.2 U.2 3,9 TTp 10-15 U.2

*M

U.2 U,2

u,u

U,2 20-25 3,8 3,7 3 , 7 ^ , 2 U.0 3,9 Gemic 10-15 * . 1 U..1 3,9 U,U

u

t

u

Ideld 20-25 3,8 3,8 3,6 fc,2 U . l 3,9 ! U,1 Tabel 7 c Bewerking en pH KCl f e b r u a r i 1977 Subvak 1 2 3 U 5 gemiddeld 10-15

M

3,9 3,9 k,k U,8 U,2 FR 20-25

M

3,9 3 , 8 U.U U.2 * . 1 FF 10-15

u,u

3,9 3,7

M

U.1

* . 1 20-25 * . 1 3 , 8 U,0 U,0 U,3 U,0 TTT 10-15 ^ . 1 U,0 3,8 3,9

U.o

U,o

20-25 3 . « U,0 3 , 8 &.T U.0 * . 1 Gemic 10-15 * . 2 3,9 3,8

M

U.U >*.1 l d e l d 20-25 t . 1 3,9 3,9 U,U U.2

M

fc.1

(15)

1 6

-Tabel 7d. Bewerking en pH KCl november 1977 (na braakperiode van 10 maanden) Sub vak 1 2 3 k 5 gemiddeld 10-15 h ,6 k.k 3,9 * . 3 ^ . 3 '«V. 20-25 fc.0 3 , 8 3 , 8 1»,0 3,9 PT 10-15 1* ? 3,9 Iv,2 U,0 fc.1 > 20-25 2* ,6 3 , 8 U.U 3 , 8 * . 2 FR 10-15 3,9

M

* . 2 3.9 * . * 20-25

M

5 , 6 3,9 3,9 * . 5 Gemic 10-15 * , 2 U,U * , 1 fc.1 k,2 Ideld 20-25 Ii.ïf. k,k

M

3,9 -^ , 2 U , 2 |

Tabel 8a. Bewerking en pH2 H2O j a n u a r i 1976

Subvak 1 2 3 4 5 gemiddeld 10-15 5,0 5,0 5,0 5,0 U.8 5,0 pp 20-25 5,0 5,5 5 , 6 5 , 2 U.8 5,0 10-15 U,8 5 , 2 U,6 5,0 5,0 PP 20-25 5,0 5 , 8 5,1 5,0 K9 10-15 5,U 5,0

M

U,8 KB 20-25 5 , H 5,0 fc.T U,8 U,8 U,9 Gemiddeld 10-15 20-25 5 , 1 5 , 1 U.8 * . 9 5,0 5 , 1 5.U 5 , 1 5 , 0 U.8 5 , 1 5,0

Tabel 8b. Beverkinrr en pH H2O augustus 1976 Sub vak 1 2 3 )+ 5 gemiddeld 10-15 5 , 2 5 , 2 5,0 5 , 8

IA

5.U pp 20-25 fc.9 5,0 U,8 5 , 2

1*2

5,0 10-15 5 , 2 5 , 2 5,0 5 , 3

SA

5 , 2 PP 20-25 5,o 5,o

M

5 , 2 5 . 3 5 , 1 10-15 5 , 2 5 , 2 5 , 2 5 , 2 5 , 2 FR 20-25 5,0 U,8

M

5 , 2 5 . 1 5,0 Gemic 10-15 5 , 2 5 , 2 5 , 1 5.U 5,5 5 , 3 Ideld 20-25 5,0 * , 9

**.e

5 , 2 5 . 2 5,0 5 , 2

(16)

Tabel 8c. Bewerking en pH H90 februari 1977 Subvàk 1 2 3 1* 5 gemiddeld 10-15 5,0 5,0 5,0 5.fc 5,9 5 , 3 FR 20-25 5,5 5,1

M

5,6

IA

5 , 3 10-15 5,U 5,0

M

5 , 2

XL

5 , 2 RP 20-25 5 , 2

M

5,0 5,1

il

5 , 1 10-15 5 , 2 5 , 1 * . 9 5,0 5,1 TO 20-25 ^ , 9 5,1 5,0 5 , 8 5 . 2 5 , 2 Gemiddeld 10-15 20-25 5 , 2 5,0

K9

5,2 5,6 5 , ? 5,2 5,0 5,0 5,5 5.U 5 , 2 5 , 2

Tabel 8d. Bewerking en pH V.^0 november 1977 (na braakperiode van 10 maanden)

Sub vak 1 2 3 1+ 5 gemiddeld 10-15 5 , 2 5,2

U,8

5 , 2 5,1 FR 20-25 fc.9

M

M

^ fc,8 10-15 5 , 1 U.8 5,0 5,0 PP 20-25 5 , 3 U,8 5 , 3 h,6 5,0 10-15 5 , 3 5,6 5,0 U,8 5,2 FR 20-25

u,e

6 , 2 U,8 '4,8 5 , 2 Gemiddeld 10-15 20-25 5 , 2 5 , 2

U,o

S O 5,1 5,0 5 , 2 ^ , 9 U,8 5,0 5,1 |

5.2. VMFHE?INGEN AAIT HET GW AS

5 . 2 . 1 . Het gewas m a i s (6805U CP1)

Op 5 a p r i l werd e r een p l a n t e n t e l l i n g uitgevoerd om de p l a n t d i c h t h e i d t e bepalen. Vlak voor h e t oogsten werd deze t e l l i n g herhaald t e g e

-l i j k e r t i j d werd toen h e t a a n t a -l ko-lven per p -l a n t g e t e -l d en de gemidde-lde planthoogte per 2,50 m r i j l e n g t e geschat. Opvallend i s de teruggang en zelfs in de h e r h . I t/m I I I zeer s t e r k e teruggang i n h e t a a n t a l planten per meter. Op deze herhalingen i s de p l a n t d i c h t h e i d t o t onge-veer de h e l f t van de optimale p l a n t d i c h t h e i d om een maximale op-b r e n g s t t e verkrijgen ( z i e Taop-bel 9 ) . Het a a n t e l kolven per p l a n t i s op deze herhalingen ook zeer l a a g , t e r w i j l de gemiddelde planthoogte

(17)

1 8

-Tabel 9 . Gemiddeld aantal planten per meter per "bewerking

(1 = enige weken na zaaien; 2 - enige dagen voor de oogst)

Herh. I I I I I I IV V VI gemiddeld FF 1 fc.9

M

»».7 k,k ky6 U.g ^ . 5 2 2 , 2 1.7 1,8 2 , 7 3,9

i i E

2 , 9 PP 1 l»,U 3 , 8 ^ , 7 U.3 • * , 7

Jul

k,h

2 2 , 5 1.1 2,U >*.2 3,7 3,U 2,9 NB 1 5 , 2 U.8

M

5,1

M

k , 5 U,8 2 2 , 2 3,0 2 , 0 3 , 8 fc,1 2 , 8 2 , 8 Gern i d 1 k,8

M

* . 7

us

M

kh3 kt6 d e l d 2 2 , 3 1,6 2 , 1 3,9 3,9 3,5 2,9

Tabel 10. Gemiddeld a a n t a l kolven p e r p l a n t (1) en'planthoogte i n ca (2) H e r h . I I I I I I IV V VI gemiddeld FF 1 0,7!+ 0,59 0 , 5 1 0 , 9 3 0 , 8 *

££2

0 , 7 6 2 15* 133 138 181 190 187 Ifk PP 1 0 , 8 3 0 , 5 2

o,a

0 , 8 1 0 , 8 1 0,70 0 , 7 3 2 lit* 13* 1U3 161 163 _16U 152 NB 1 0 , 7 7 0,l& 0 , 6 6 0 , 8 5 0,80

0J&

0 , 7 5 2 156 138 157 177 183

j a

163 Gemid 1 0 , 7 8 0 , 5 3 0,60 0 , 8 6 0 , 8 5 V,,*,;.. 0 , 7 ^ d e l d 2 152 136 1^6 173 179

m

160

De opbrengsten zijn l a a g op de h e r h . IV t/m VI en zeer l a a g op de herhalingen I t / n I I I . Zie Tabel 11.

Gemiddeld gespreken b l i j k t FP de hoogste opbrengst t e hebben geleverd t e r w i j l KP de l a a g s t e . NB neemt een t u s s e n p o s i t i e i n .

Tabel 11. Maisopbrengsten per bewerking per herhaling (kg/ha; 125? vocht v e t base) I l e r h . I I I I I I IV V VI gemiddeld FF 561 U85 310 1897 2335 2155 1291 FP 50 h 159 772 1578 1227 122U 911 NB 631 201 56,< 2120 2033 1337 111*8 Gemiddeld 565 282 5!'9 18*5 1865 1572 1116

(18)

5 . 2 . 2 . Het gewas s o j a ( c v . L a r i s )

Na de opkomst verd op 1U en 15 september een p l a n t e n t e l l i n g uitgevoerd. Vlak voor de oogst op 8 december verd deze h e r h a a l d . De opkomst bleek

zeer matig t e z i j n . Fr bleek maar de h e l f t van h e t a a n t a l planten

aanwezig t e z i j n . Voor een goede opbrengst moeten e r een dubbel a a n t a l planten aanwezig z i j n . Daarbij kwam nog dat t i j d e n s h e t groeiseizoen nog een a a n z i e n l i j k e teruggang i n de p l a n t d i c h t h e i d optrad (Tabel 12). De opbrengsten stemmen met deze zeer dunne stand overeen (Tabel 13). Tabel 12. P l a n t d i c h t h e i d ( a a n t a l planten/meter) na opkomst (1) en

vlak voor de oogst (2) per bewerking

H e r h . I I I I I I IV V VI gemiddeld 1 3.U 3 , 2 2 , 7 3 , 1 U.0 3 , 8 3.U FP 2 3,0 3,0 2 , 5 2 , 7 2 , 8 2 . 6 2 , 8 1 3,9 3 , 3 2.«* 3 , 7 U,0 3 , 2 3,U p p 2 2 , 5 2,0 1,9 3 , 3 3 , 2 2,9 2 , 6 1 3,6 2,H 2.U 3,0 3,6 3 , 1 3,0

m

3,6 2,U 2 , 3 2,9 2,U 2 . 1 2 , 6 Gemi<3 1 3,6 3,0 2 , 5 3 , 3 3,9 3%h 3 , 3 Ideld o 3,0 2 , 5 2 , 2 3,0 2 , 8 2 . 6 2 , 7

Tabel 13. So ja-opbrengst en bewerking (kg/haj 12? vocht wet base)

Herh. I I I I I I IV V VI gemiddeld FR 591 523 393 lrffó 7^9 906 605 F.P ko S 302 311 935 1162

JP-52

696 KB 868 kik k9h 796 825

Ä

67U Gem. 622 U33 399 732 913 850 659

Gemiddeld gesproken bleken nu de PP-veldjes de hoogste opbrengst t e hebben geleverd en de F?-veldjes de l a a g s t e . Echter de v e r s c h i l l e n

z i j n maar k l e i n . Tussen de herhalingen traden e r n i e t zulke prote opbrengstverschillen op als b i j h e t voorgaande gewas n e i s .

(19)

19A

-5 . 2 . 3 . Het gewas s o j a ( c v . L a r i s ) d e c . 1977 - m r t . 1978 Vanwege het f e i t d a t de weersomstandigheden gunstig waren na de ringbemonstering i n november, werd de grond veer bewerkt volgens het proef schema. Ma de gro nabewerking werd het gewas soja c v . L a r i s i n -gezaaid. De opkomst van het gewas was goed en de ontwikkeling daarna r e d e l i j k . In de beginfase van de ontwikkeling t r a d e r een s t e r k e onkruidgroei op v n l . schijngrassen (Cypcrus rotundus). Deze werd een keer doodgespoten met Gramoxone. Later werden deze schijngrassen door de soja overvleugeld en b i j de oogst vond men e r weinig meer van t e r u g . Het gewas werd op de normale wijze bemest met twee bemestingen evenals het voorgaande gewas. De opbrengsten waren a a n z i e n l i j k b e t e r dan het voorgaande gewas. Zie Tabel 1H.

Tabel "\k. So ja-opbrengst per bewerking (kg/ha; 12$ vocht w . b . )

Herh. I I I I I I IV V VI gemiddeld FR 1030 759 510 1603 1520 1185 1102 RP 1190 607 673 121+5 1500 1373 1098 EB 611 510 622 1532 1505 1257 IOO6 Gemiddeld 9UU 625 602 1U62 1508 1272 10é9

De opbrengsten bleken op de herh. IV t/m VI op het normale niveau t e l i g g e n . Men kan dus concluderen dat de bekalking die een b e t e r e bodemstructuur t o t gevolg had (hoger l u c h t g e h a l t e b i j pF 2) u i t -e i n d -e l i j k g -e r -e s u l t -e -e r d h-e-eft i n -e-en normal-e opbr-engst. In d-e h-erha- herha-l i n g e n I t/m I I I (vooraherha-l I I en I I I ) i s de v e r b e t e r i n g van de

bodem-s t r u c t u u r nog n i e t zo ver gevorderd, zodat er een normale opbrengbodem-st u i t v o o r t v l o e i t ; weliswaar z i j n de opbrengsten al wel hoger.

(20)

6. DISCUSSIE

Het eerste halfjaar van 1977 vas zeer net. In éên van <5e weinige drogere perioden ervan kon een grondbe-^erking werden uitgevoerd en een gewas mais worden gezaaid. De groei en ontwikkeling van het gewas was slecht tot zeer slecht. Vooral op de zwaarste grond, op de herh. I t/m III, Hierdoor was bij het afoogsten, ondanks dat het onkruid tijdens het groeiseizoen twee keer was doodgespoten, een grote hoeveelheid gras-onkruid aanwezig. De zeer hoge regenval heeft vermoedelijk ook een ne-gatieve invloed gehad op de groei en ontwikkeling van het gewas

Het tweede halfjaar was zeer droog. Het daarin verbouwde gewas soja werd regelmatig beregend om het vochtgehalte van de grond op een

vol-doende hoog peil te houden. Ondanks deze maatregel bleef de groei en ontwikkeling aanmerkelijk achter en resulteerde uiteindelijk in een lage opbrengst.

Hoewel in de loop van het jaar het luchtgehalte van de grond bij veld-capaciteit duidelijk is toegenomen in de loop van het jaar kont dit in de gewasopbrengsten niet tot uitdrukking. Mogelijk hebben de extreme weersomstandigheden van dit jaar, eerste helft veel te nat en de

tweede helft veel te droog hierin een overheersende rol gespeeld.

7. CONCLUSIE

- Fr is geen duidelijkheid welke grondbewerking gemiddeld de hoogste opbrengst geeft. FR en PP wisselen elkaar af terwijl IIB in beide gevallen de tussenpositie inneemt.

- Het luchtgehalte bij veldcapaciteit is in de loop van het jaar duidelijk verbeterd en toegenomen. Deze verandering treedt bij alle grondbewerkingssystemen in ongeveer dezelfde mate op. f - Het totaal poriënvolume is bij alle grondbewerkingssystemen aan

het eind van de regentijd enige punten hoger" dan aan het einde van de droge tijd. Het lijkt alsof de kleigrond in de regentijd in zekere mate irreversibel opzwelt, pas een langdurige droogte-periode doet de grond weer wet inkrimpen.

f" Deze verbetering komt ook tot uiting in een betere gewasonbrengst. Zie punt 5.2.3.

8. LITERATUUR

(21)
(22)

GFONDBEFEFKING GERICHT OP DE PERMANENTE TEELT VM DROGE EENJARIGE GENASSEN IN SURINAM; PROEF IN DE

STIPPJS-PPOEFTUIN TE COFBITI O n d e r z o e k p r o j e c t 7 3 A (CO ?9) O c c u p a t i e s v u t / p XI T. van d e r S a r Landbouwhoges chool-Wageningen j a n u a r i 19TB

(23)

I N F O U D "biz. 1 . S a n e n v a t t i n g 5 2 . V o o r w o o r d 5 3 . D o e l v a n h e t o n d e r z o e k 5 k. O p z e t er. u i t v o e r i n g ^ h. 1. P r o e f v e l d £ h,?. T e e l t h e s c h r i j v i n g van de gewassen 6 k . 2 . 1 . Gewas p i n d e c v . T ' a t j e . n £ h.2.2. Gewas s o r g h u r c v . Ma r t i r 9 ^ . 2 . 3 . Gewas c o u p e s , c . v . A f r i c a n P e d . . . . 10 U . 2 . U . Gewas E . e i s C^O^h. e s 1 11 U . 2 . 5 . Gewas s o j a c v . L a r i s 12 5 . P e s u l t P t e n 1?

5 . 1 . TTaa.rneningen aan de grond 13

5 . 1 . 1 . F p.s e n v e r h o u d i n g : 1? 5 . 1 . 2 . E o d e m c h e r i 3 c h e v a a r n e r i n g e n 1U

5 . 1 . 2 . 1 . O r g a n i s c h e s t o f g e h a l t e 1U 5 . 1 . 2 . 2 . 7uurrrar.d vnn de grond 15

5 . 2 . Wpp.merinpen aan h e t gewas 1^ 5 . 2 . 1 . H e t g e w a s p i n d a c v . 1 ' a t j a n . . . 1^ 5 . 2 . 1 . 1 . P l a n t d i c h t h e i d 1* 5 . 2 . 1 . 2 . . O p b r e n g s t V' 5 . 2 . 2 . H e t g e w a s s o r g h u r c . v . î ' a r t i n . . . . 1£ 5 . 2 . 2 . 1 . P l a n t d i c h t h e i d 16 5 . 2 . 2 . 2 . Opbrengst 17 5 . 2 . 3 . H e t g e w a s c c w p e a c . v . A f r i c a n P e d . . 17 5 . 2 . 3 . 1 . P l a n t d i c h t h e i d 17 5 . 2 . 3 . 2 . Ophrengst 1P 5 . 2 .1: - . H e t g e w a s m a i s PP051» <"p 1 18 5 . 2 . U . 1 . P l a n t d i c h t h e i d en gewashoogte . . 1? 5 . 2 . U . 2 . Opbrengst 18 5 . 2 . 5 . H e t g e w a s s o j a c . v . L a r i n 10 5 . 2 . 5 . 1 . P l a n t d i c h t h e i d 19 5 . 2 . 5 . 2 . Opbrengst 1o f>. D i s c u s s i e 20 7 . C o n c l u s i e 20 ft. L i t e r a t u u r 21

(24)

1 . SAMENVATTING I n de v e r s l a g p e r i o d e 29 j a n u a r i 1976 t o t en n e t 11 november 1977 v e r d e n a c h t e r e e n v o l g e n s v i j f gewassen verbouwd. De g r o e i p e r i o d e n en o p b r e n g s t e n s t a a n vermeld i n Tabel 1. Tabel 1. G r o e i p e r i o d e n en o p b r e n g s t e n ( k g / h a ; "\2% v o c h t v . b . ) van de v e r s c h i l l e n d e gewassen p e r b e w e r k i n g . (FF. = f r e z e n ; 3P = s c h i j v e n p l o e g e n — » r o t o r k o p e g g e n ; FR = o n d i e p f r e z e n ) Gewas p i n d a sorghum cowpea mais s o j a P e r i o d e 29 j a n . - 1 0 mei »76 28 j u l i - 9 n o v . ' 7 6 17 dec.-2H f e b r . ' 7 7 15 a r t . - 1 8 j u l i »77 10 a u g . - 1 1 n o v . ' 7 7 FR 2329 271 735 2211 137*+ SP 22kr. 280 871 2Î+23 1U33 ÏB 2110 2^2 55^ 21U9 1H2C Gem. 2228 271 720 2261 1U09 S.A. 153 32 167 197 102

De o p b r e n g s t van p i n d a i s z e e r goed t e noemen, t e r w i j l de o p b r e n g s t van sorghum c a . 1/10 b e d r a a g t ven de normaal t e v e r w a c h t e n h o e v e e l h e i d . Deze o p b r e n g s t i s zo l a a g door de extreme d r o o g t e d i e t o e n h e e r s t e i n h e t g r o e i s e i z o e n . De cowpea- en de s e j a - o p b r e n g s t z i j n n o r m a a l . De o p b r e n g s t van n a i s i s aan de l a g e k a n t . D i t werd v e r m o e d e l i j k v e r o o r

-z a a k t door een t e g e r i n g e p l a n t d i c h t h e i d .

I n b i j n a a l l e g e v a l l e n l e v e r d e n de S P - v e l d j e s de h o o g s t e o p b r e n g s t t e r w i j l de NB-veldjes n e e s t a l de l a a g s t e o p b r e n g s t l e v e r d e n . De z u u r g r a a d van de grond b l i j k t i n de v e r s l a g p e r i o d e e n i g s z i n s g e -s t e g e n t e z i j n . pH KCl van 3,9 n a a r U,3 en pH ÏÏ2O van 4 , 6 n a a r 5 , 0 , t e n / i j l h e t o r g a n i s c h e s t c f g e h s l t e i n december 197^ 2 , 9 7 ^ en i n

december 1977 2 , 5 9 ? (gew. % v a n - s t o o f d r o g e g r e n d ) b e d r o e g .

2 . VOCP.WOOPP

I n h e t k a d e r van h e t n e e r j a r i g grondbewerkingso:ider?oek werd op de

S T I P F I S - p r o e f t u i n C o e b i t i i n de j a r e n 197^ en 1977 e e n z e v e n d e , a c h t s t e , n e g e n d e , t i e n d e en e l f d e o c c u p a t i e u i t g e v o e r d met a c h t e r e e n v o l g e n s de gewassen p i n d a , sorghum, cowpe8., mais e.n s o j a .

Het b e s t u u r van de STIPPIS en de a c h t e r e e n v o l g e n d e b e h e e r d e r s van de p r o e f t u i n , de h e r e n San A J o n g , T'eyer en D r u i v e t a k , b e n i k z e e r e r k e n -t e l i j k voor de v e r k r e g e n medewerking b i j de u i -t v o e r i n g van de p r o e v e n .

3 . DOEL VAN HET 0NDEPZ0EK

Het d o e l van h e t onderzoek i s h e t v e r k r i j g e n van i n z i c h t i n de u i t

-v o e r i n g en de ge-volgen -van d i e p e , m a t i g d i e p e en o n d i e p e g r o n d b e -v e r k i n g ( h e r h a a l d gedurende een a a n t a l j a r e n ) t e n behoeve van de t e e l t van d r o g e e e n j a r i g e gewassen op de z a n d i g e leemgronden z o a l s d i e i n C o e b i t i voorkomen.

(25)

6

-Het onderzoek verschaft tevens i n z i c h t in de mogelijkheden van de

permanente t e e l t van droge éénjarige gewassen op "bovengenoemde gronden. Ook v e l k e opbrengstni veaux e r voor de v e r s c h i l l e n d e gewassen t e r e a -l i s e r e n z i j n .

1». OPZET EN UITVOERING U . 1 . PROEFVELD

o Het p r o e f t e r r e i n heeft een "bruto g r o o t t e van 120 x 85 = 10.200 m" =

1,02 h a . Om h e t gehele p r o e f t e r r e i n heen l i g t een randstrook t e r g r o o t t e van 0,21 ha ( o o s t e l i j k e en w e s t e l i j k e strook i s 5 in b r e e d ; noordelijke en z u i d e l i j k e strook i s 6 m "breed). Het proefveld i s i n g e -deeld i n 9 vakken van 75 x 12 = 900 m2. Bij h e t i n handwerk oogsten

wordt i e d e r vak nog een keer i n drieè'n gedeeld zodat dan de vakgrootte 25 x 12 « 300 n2 b e d r a a g t . De grondbewerking wordt b e u r t e l i n g s i n

o o s t e l i j k e en w e s t e l i j k e r i c h t i n g uitgevoerd ( z i e F i g . 1). In de ge-arceerde gedeelten worden doorgaans éénmaal p e r j a a r ringmonsters gestoken t e n behoeve van de bepaling van de fasenverhouding en ven h e t organische s t o f g e h a l t e van de grond. In F i g . 2 z i j n de bemonste-r i n g s p l a a t s e n pebemonste-r vakje weebemonste-rgegeven.

Er worden d r i e soorten van grondbewerking u i t g e v o e r d , waarbij het b e l a n g r i j k s t e onderscheid de werkdiepte i s . Deze bewerkingen z i j n :

RP : schijvenploegen met d r i e s c h i j v e n p l o e g ; werkdiepte 20-25 cm, werkbreedte 100 cm. Na de bewerking wordt er een zaaibed

gemaakt met behulp van een rotorkopegge; werkdiepte c a . 7 cm, werkbreedte 300 cm.

FF. : frezen met een messenfrees; werkdiepte ca. 15 cm, werkbreedte 150 cm. De grond l i g t na deze bewerking voldoende vlak en i s d i r e c t geschikt om i n t e zaaien,

NB : n i e t diep bewerken. Het doel van deze bewerking i s u i t s l u i t e n d h e t maken van een zaaibed. T e g e l i j k e r t i j d wordt de opslag van onkruidzaad en van zaad van h e t voorgaande gewas gedood en gemengd door een grondlaag van 5 à 7 cm. De bewerking wordt uitgevoerd met de nessenfrees afgesteld op een werkdiepte van c a . 5 cm.

Na de bovengenoemde grondbewerkingen l a a t men het veld ca. 10 dagen l i g g e n . Veel onkruidzaden kiemen dan. Na d i e t i e n dagen worden a l l e vakken nogmaals geggd met de rotorkopegge waarbij de gekiemde

onkruid-zaden grotendeels worden v e r n i e t i g d .

k.2. TEELTBESCHRIJVING VM DE GEWASSEN

U . 2 . 1 . Gewas p i n d a c v . Kat j a n ( p e r i o d e ?Q j a n u a r i - 1 0 m e i ' 7 6 ) Terrein klaarmaken. Na de maisoogst werd h e t gehele veld gemaaid met

een maaikneuzer. Deze machine neemt a l l e gewasresten goed op en v e r -p u l v e r t ze.

Grondbewerking. Op 22 en 23 j a n u a r i werd de grondbewerking op normale wijze uitgevoerd met dien verstande d a t nu NB-veldjes werden geploegd

en de RP-veldjes n i e t diep werden bewerkt.

(26)

proj. 73/4 (Co 29)

schaal 1 : 500

jmgeraêttuia-V/JA subvak waarin g»ringmenst*rd wordt. SP.1.NB.S »nx... vtld nummtt

SP • xehijvtn plotgtn F H = trextn

(27)

~ < 9

-fig. 2. Plattegrond bemonsteringsplaatsen per veldje pro). 73/4 f Co 29 ) afstanden in meters o

5

e • i 6 e

1

*

1

O O 8. de * * » •o "te ! ia ! " > 5 -< ~i -< -< --~o ! 5 J •"" —• \ > "C r L ) V > — < ( — - ö J-r 5 25 ! 't' S j 5 -i ' S •• c ^ ' C ! 1 i ! r—— ». > t i f o c j w . •* *.,, >' ' ' > J —0 ' >

1

i 1 i t i t } ! i i

1

!

1

, Ö i

—f

i

i i Ö , 1 i (

i

i i i ! i i ! 1 t

(28)

Zaaien. Op ,29 j a n u a r i werd h e t gewas pinda ingezaaid met de pneuma-t i s c h e precisiezaaimachine; r i j a f s pneuma-t a n d 50 en, afspneuma-tand in de r i j 16,8 cm en zaaidiepte k cm.

Onkruidb es t r i j di ng. Door de aanhoudende regenval "bleek machinale b e -s t r i j d i n g weinig e f f e c t i e f t e z i j n . Daarom werd h e t onkruid tu-s-sen de r i j e n doodgespoten met gramoxone. Hierna werd de pinda aangeaard, zodat h e t nog i n de r i j aanwezige onkruid onder aarde werd bedolven. Deze l a a t s t e bewerking geschiedde ruim k weken na zaaien. Hierna s l o o t h e t gewas zich v o l l e d i g en was e r geen o n k r u i d b e s t r i j d i n g meer nodig. B e s t r i j d i n g van ziekten en -plagen. Regelmatig verden er bespuitingen uitgevoerd tegen Cercospcra met Benlate. Deze b e s p u i t i n g e n werden u i t -gevoerd op 1? maart, 26 maart en 9 a p r i l . Het gewas b l e e f hierdoor t o t aan de oogst v r i j van Cerooepora.

Bemesting. Het gewas werd tweemaal bemest volgens Tabel 2.

Tabel 2 . Bemestingsdata, meststofsoorten en hoeveelheden mineraal ( a l l e uitgedrukt i n kg/ha) Bemestings-datum 12 februari i« « 18 maart Soort Ureum Patent kali Dubb. superfosfaat Patent kali Dubb. superfosfaat Hoeveel-heid

hh

135 81 135 81 Totaal. TT 20 -^^^ 20 P

2°5

-35 -35 • W ^ H 70 K20 -35

-_3_5_

70

Oogsten. Op 29 a p r i l werd begonnen met h e t oogsten van de pinda. Tn handwerk werden de planten u i t de grond getrokken, waarna ze t e velde met een ritemachine werden a f g e r i t s t . Op 10 mei kwam men met de oogst-werkzaamheden gereed. Door h e t afwezig z i j n van Ceroospora en t i j d i g

oogsten traden er geen noemenswaardige oogstverliezen op.

U . 2 . 2 . Gewas s o r g h u n c v . M a r t i n ( p e r i o d e 28 j u l i - 9 n o v e m b e r 1976)

Terrein klaarmaken. Doordat de grondbewerking a a n z i e n l i j k v e r t r a a g d werd door de zeer r e g e n r i j k e r e g e n t i j d moest, toen h e t weer wat droger werd, h e t veld gemaaid worden met een slagmaaier.

Grondbewerk in g. Half j u l i bleek h e t weer mogelijk om de grond t e b e -werken. Het bewerken had t o t gevolg dat de doorlatendheid van de grond

(29)

10

-Zaaien. Op 28 juli werd na nogmaals rotcrkopeggen sorghum ingezaaid, rijafstand 50 cm, afstand in de rij 10 ca. en zaaidiepte U cm.

Onkruid beatrijden. Op 9 en 10 augustus werd het onkruid tussen de rijen bestreden met een kleine êênwielige Hondafrees. Op 19 augustus werd de

gehele proef een keer geschoffeld met behulp van een schoffelgarnituur gemonteerd achter een tweewielige Kubota dieseltrekker.

Bestrijden ziekten en plagen. Er werden geen bestrijdingen uitgevoerd.

Bemesting. Er werd, doordat de droogte scherp inviel, slechts eer. bemes-ting uitgevoerd. Zie ^abel 3.

Tabel 3. Bemestingsda,tum, soort meststof en hoeveelheid in kg/ha

Bemestings-datum 10 augustus tr ft Soort Ureum Dubb. ; Patent superfosf. k a l i Hoeveel-heid 111 93 135 F 50 -P2°5 -Uo

-*2°

-35

Oogsten. Het gewas had ernstig te lijden van de droogte die omstreeks half augustus begonnen was. Eind september h?d ca. 2*,% van de planten een pluim. Alhoewel de overige planten niet afstierven waren ze toch niet in staat nog tot pluimvorming over te gaan. Door de droogte stond de groei zo goed als stil. Begin november waren de aanwezige pluimen gevuld en werd het gewas afgeoogst met de getrokken J/F combine. Het oogsten leverde ondermeer door het droge weer geen enkel probleem op.

^ . 2 . 3 . Gewas cowpee c.v. Africen Ped (periode 17 december '76 - 2.k februari f7 7 )

Terrein klaarmaken. De nog aaravezige sorghum stoppelresten werden door een moaikneuzer afgemaaid en verpulverd.

Grondbewerking. Met de grondbewerking werd begonnen toen de eerste tekenen van regen kwamen. Op 8 december werd de grond onder zeer goede omstandig-heden bewerkt.

Zaaien. Op 17 december werd het proefveld ingezaaid nadat het eerst nog-maals geé'gd was door de rotorkopegge. Pijafstand 50 cm, afstand in de rij

15 cm en zaaidiepte k cm.

Onkruid bestrijden. Bij het verder doorkomen van de regens bleken er in de grond vele kiemkrachtige onkruidzaden aanwezig te zijn. Peeds $£n week na zaaien werd het onkruid bestreden door machinpal te schoffelen. Cn.

10 dagen later werd tussen de rijen gefreesd met een lichte cenwielige Honda-frees, waarna nc enige uren aengerard werd zodat het merendeel van het onkruid in de rij begraven werd.

(30)

Ziekten en plagen b e s t r i j d e n . Op 11 j a n u s r i Tferd een b e s p u i t i n g met Lj'pterex uitgevoerd tegen i n s e c t e n velke v r e t e r i j veroorzaakten. Enige dagen voor h e t oogsten verd met een 1$ Feglone-oplossing gespoten on h e t gewas i n z i j n geheel t e l a t e n a f s t e r v e n .

Bemesten. Vermoedelijk veroorzaakt door de eracm voorafgaande droge periode (geen u i t s p o e l i n g van mineralen) b l e e k h e t gewas zeer goed t e groeien. Om een t e g e i l e groei t e voorkomen, werd s l e c h t s eenmaal bemest ( z i e Tebel h).

Tabel h. Bernestingsdatum, soort en hoeveelheid meststof in kg/ha

Bemestings-datun 28 december »» H Soort Ureum Dubb. superfosf. Patent k a l i Roeveel-heid ï+5 58 9* Totaal N 20 -, 20 P2°5 — 25 M MI I 25 K2° -25 25

Oogsten. Nadat h e t gewas enigszins was afgestorven, verd e r op 21 februari met h e t oogsten begonnen net behulp ven de J / F combine. De peulen en h e t s t r o waren e c h t e r nog t a a i .

Hiervan ondervond de combine d u i d e l i j k h i n d e r . Het u i t d o r s e n ging wat m o e i l i j k , t e r w i j l h e t t a a i e s t r o op v e r s c h i l l e n d e p l a a t s e n wikkelde om draaiende d e l e n , zoals draaipunten i n h e t haspel en de assen van de o p v o e r k e t t i n g . Zouden i n de machine hiervoor s p e c i a l e voorzieningen worden aangebracht, dan zou h e t gewas goed t e oogsten

z i j n geweest. Nu moest herhaalde malen gestopt-worden om de machine schoon t e naken.

h.2..k. Cewes m a i s S8051* CS1 ( p e r i o d e 15 n a a r t - 18 j u l i ' 7 7 )

Terrein klaarmaken. Doordat b i j h e t oogsten van de cowpea h e t gewas vlak boven de grond werd afgeknipt, behoefden er verder geen bewerkingen t e worden uitgevoerd om de grond gereed t e maken voor h e t grondbeirerken. • Grondbewerking. D i r e c t na de oogst van de cowpea werd de grond bewerkt op de aangegeven w i j z e . Hierna werd na bekalken h e t veld geë*gd m.b.v. de rotorkopegge. Vlak voor h e t inzaaien werd h e t veld nogmaals geSgd. Zaaien. Het gewas werd op 15 maart gezaaid. Rijafstand 75 cm> afstand i n de r i j 30 cm en zaaidiepte k cm.

Onkruid b e s t r i j d e n . Op h en '\k a p r i l werd een machinale onkruidbe-s t r i j d i n g u i t g e v o e r d . De e e r onkruidbe-s t e maal werd geonkruidbe-schoffeld en de tweede maal gefreesd en aangeaard. Voor h e t frezen werd breedwerpig cowpeazaad ge-s t r o o i d om middelge-s een bodecfoedekkend gewage-s de bodem tuge-sge-sen de maige-s- mais-planten voor de regens van de r e g e n t i j d t e beschermen. De opkomst van de cowpea was r e d e l i j k e c h t e r de ontwikkeling b l e e f onder de verwachting. Mogelijk beschaduwde de mais alreeds t e v e e l .

(31)

12

-Ziekten en plagen bestrijden. Regelmatig werd er gespoten ret Dipterex

tegen hoorders {Laphygma frugiperda).

Bemesten. De bemesting werd volgens het in Tabel 5 vermelde schema uitgevoerd.

Tabel 5. Bemestingsdata, soort en hoeveelheid kunstmest in kg/ha

Bernestings-datum 7 maart 5 a p r i l r? ft 5 mei 1! tl 25 mei Soort Emcal Ureun Pübb. superfosfi Patent k a l i Ureum Dubb. superfos f. Patent k a l i Ureum Hoeveel-h e i d 1000 80 93 isU 8Q 93 1SU 89 Totaal TI ko -ko

-_uo

120 P2°5 -1+0 -to 80 K20 -1+0 -ko 1 1 1 80

Oogsten. Op 18 juli werd begonnen net het oogsten van de mais. In hand-werk werden de kolven geplukt, welke daarna in een stationaire dors-machine met schutvlies gedorst werden. Het zaad werd daarna kunstmatig gedroogd tot het bewaarvochtgehalte van 12$ w.b.

1+.2.5. Gewas soja c v . Laris (periode 10 augustus -11 november 1977)

Terrein klaarmaken. De resten van het voorgaande gewas mais werden met een maaikneuzer gemaaid, verpulverd en weer terug op het land geworpen.

Grondbewerking. De grondbewerking werd. uitgevoerd zonder noemenswaardige moeilijkheden. Op de PP-veldjes stroopten de maisresten enigszins bij het ploegen.

Zaaien. Ca. 10 dagen na de hoofdgrondbewerking werd het gehele proef-veld nogmaals geêgd met de rotorkcpegge waarna direct werd ingezaaid.

50 cm rijafstand, 15 cm afstand in de rij en k cm zeaidiepte.

Cnkruidbestri jding. Ca. 1Î+ dagen na zaaien werd het onkruid bestreden met een kleine Honda rijenfrees. l'erkbreedte Uu cm. Deze machine freesde de grond tussen de rijen. Hierdoor werd het daar aanwezige onkruid

losgeslagen en begraven. De machine werkte ook wat grond in de rij. Het in de rijen aanwezige onkruid werd hierdoor grotendeels begraven.

Ziekten en plagen bestrijden. Na de bloei werd het gewas nogal aange-tast door een kevertje die gaatjes in het blad vreet. Hiertegen werd een bestrijding uitgevoerd met Dipterex.

(32)

B e m e s t i n g . S l e c h t s een k e e r werd h e t gewes "bemest. P i t gebeurde c e . êên week na z a a i . Bemest werd p e t ureum, dubbel s u p e r f o s f a a t en p a t e n t k a l i i n zodanige h o e v e e l h e d e n d a t e r 20 kg N/ha» 30 kg PpO^/ha en 25 kg KpO/ha gegeven w e r d .

O o g s t e n . Op 11 november werd e r een aanvang g e n a a k t met h e t o o g s t e n van h e t g a r a s . Door de s c h e r p e d r o o g t e was h e t gewas de l a a t s t e week s n e l a f gaan r i j p e n . Op 11 november was h e t gewas j u i s t voldoende r i j p om g e m a a i d o r s t t e w o r d e n , e r had t o e n nog geen z a a d u i t v a l p l a a t s g e v o n d e n door o p e n s p r i n g e n d e p e u l e n , evenzo t r a d e r b i j de s n i j t a f e l van de combine zo goed a l s geen v e r l i e s op omdat h e t zaad nog voldoende v a s t i n de p e u l z a t . Door machinepech en h e t weekend werd e r pas op 1U, 15 en 16 november v e r d e r g e o o g s t . Toen was e r a l wel z a a d u i t v a l door h e t o p e n s p r i n g e n van de p e u l e n o n t s t a a n . Tevens t r a d e n e r v o o r a l i n h e t midden van de dag a l s h e t gewas knappend droog was n o g a l wat s n i j t a f e l -v e r l i e z e n d o o r o p e n s p r i n g e n d e p e u l e n o p . Door h e t l a g e -v o c h t g e h a l t e t r a d b i j h e t u i t d o r s e n door de h e k e l t r o m n e l n o g a l wat zaadbreuk o p . De v e r l i e z e n d i e o p t r a d e n door o p e n s p r i n g e n van de p e u l e n , h e t z i j v a n -z e l f of b i j a a n r a k i n g door de s n i j t a f e l werden b e p a a l d door o v e r een a a n t a l v i e r k a n t e m e t e r s de op de grond g e v a l l e n zaden t e t e l l e n . Deze v e r l i e z e n t o t a a l v a r i e e r d e n van 90-280 kg Ai a o f t e w e l £ t o t 20% van de

z a a d o p b r e n g s t . Deze v e r l i e z e n z i j n t e b e p e r k e n d o o r ' s morgens v r o e g of ' s avonds t e n a a i d o r s e n , h e t gewas i s dan v o c h t i g van de dauv en d a a r d o o r t a a i e r en minder g e v o e l i g voor o p e n s p r i n g e n d e p e u l e n b i j a a n r a k i n g .

5 . RESULTATEN

5 . 1 . VAAFNEFINGEN AAN DE GPOND 5 . 1 . 1 . F a s e n v e r h o u d i n g

I n december 197^ en december 197? werden e r r i n g m o n s t e r s g e s t o k e n op de d a a r v o o r aangewezen v a k k e n . De u i t k o m s t e n s t a a n vermeld i n de T a b e l l e n 7a en 7 b .

Tabel 7 a . Bewerking en f a s e n v e r h o u d i n g december 197^ Bewerking Bern. d i e p t e FF 10-15 20-25 SP 10-15 20-25 NB 10-15 20-25 Gemiddeld 10-15 20-25 P o r i ë n v o l . $ v / v 1+9,80 5 1 , 0 2 H9,21 5 0 , £ 8 1*9,30 51,70 ^9»UU 5 1 , 1 3 L u c h t g e h . p F 2f, v / v 31,70 31,86 3 0 , 7 ? 32,51 3 0 , 3 ^ 3 1 , 6 1 3 0 , 9 5 32,06 Vochtgeh.pF 2? v/v 13,8U 1U,92 13,°9 1U,08 lU,37 15,75 1U.07 ^»92 Vochtgeh.ben.5E w/w 10,61 12,02 10,99 11,27 1 1 ,Q^ 12,92 11,19 12,07

(33)

- 11»

-Tàbel 7b. Bewerking en fasenverhouding décerner 1977

Bewerking FR HF FB Gerdddeld Bern. d i e p t e 10-15 20-25 10-15 20-25 10-15 20-25 10-15 20-25

Poriënvol. % v/v U7.29U8.75 U6,71 U8,2U U6.73U8.57 U6,91 U8.52 Luchtgeh.pF 25? v/v 26,90 27,85 26,35 28,28 2U.57 26,39 25,9U 27,51 Vochtgeh.pF 2% v/v 1U,?5 15,60 1U,7U 1U.75 16,03 16,53 1?,2U 15,63 Vochtgeh.bem.ft v / v 13,92 1U,51 13,79 13,80 1U,6O 15,31 1U,13 1U.5U

5 . 1 . 2 . B o d e m c h e m i s c h e wo.arneniingen 5 . 1 . 2 . 1 . Organische s t o f g e h a l t e

Van de grond die vrijkvan u i t de nonsterringen werden rengmonsters genaakt v a a r u i t monsters verden genomen voor de b e p a l i n g van het organische s t o f

-g e h a l t e vol-gens de methode van Walkey & Plack. Pe r e s u l t a t e n staan weer-gegeven i n de Tabellen 8a en 8b.

Tabel 8a. Organische s t o f g e h a l t e (gew. % van de stoofdroge grond) p e r bewerking, per laog en per veldje (deceniber 1976) Bewerking Veldje/laag A B C gemiddeld FP 10-15 20-25 3,26 2,8U 2,82 3,62 2,88 2,66 2,99 3,0U 10-15 3,22

3.66

2 J 8

3,22 SP 20-25 2,58 2,7* ?,1£ 2.51 trp 10-15 20-25 3.0U 2,86 2,88 3,18 3,02 3,20 2,98 3,0* Gemiddeld 10-15 20-25 3,17 2,76 3,12 3,19 2,89 2,67 3,06 2,87

2.97J

Tabel 8b. Organische s t o f g e h a l t e (gew. f. van de stoofdroge grond) per bewerking, per l a a g en per veldje (december 1977)

Bewerking Veldje/laag FP. 10-15 20-25 SP 10-15 20-25 ?TB 10-15 20-25 Gemiddeld 10-15 20-25 A 2,58 2,6U 2,52 2,76 2,92 2,3>> 2,67 2,58 B 2,88 2,76 1,50 2,?U 2,5^ 2,U< 2,31 2,52 C 3 J 2 2.3U 2M 2,66 2,56 3,08 2,72 2,69 2,86 2,58 2,17 2,59 2,68 2,63 2,57 2,60 | 2,59 gemiddeld

(34)

5 . 1 . 2 . 2 . Zuurgraad van de grond

Uit de mengmonsters werden ook monsters genomen voor h e t bepalen van de pH KCl enpH.II20. Zie Tabellen 9a en 9"b en 10a en 1Ct.

Tabel 9 a . pH KCl per bewerking, per laag en per veldje

Bewerking V e l d j e / l a a g A B C geirdddeld FP 10-15 3 , 8 4 , 2 3.9 4,o 20-25 3,8 3,9 3,9 3,9 BP 10-15 3,8 4 , 2 3 . 8 3,9 20-25 3 , 8 4 , 0 3.9 3,9 r ? 10-15 3,9 4 , 0 3.8 3,9 20-25 3 , 8 4 , 2 3.8 3,9 Gemiddeld 10-15 20-25 3,8 4 , 1 3 . 8 3,9 3 , 8 3,0 3,9 3,9

Tabel 9b. pH KCl per bewerking, per l a a g en per veldje

Bewerking V e l d j e / l a a g F? 10-15 20-25 SP 10-15 20-25 FB 10-15 20-25 Gemiddeld 10-15 2C-25 A B C gemiddeld 4,2 4.7 4,4 4,1 4,3 k.3 4,2 4,1 4,1 1.1 4,2 4.2 U.7 4 , 1 M 4,3 4,2 4,2 4,3 4.4 4,3

1x1

4,5 4,2 4,2 4.4 4,3 4,1 4,3 4.6 4,3 4,3

Tabel 10. pïï H?0 per bewerking, per l a a g en per veldje

Bewerking SP ITO Gemiddeld

Veldje/laag 10-15 20-25 10-15 20-25 10-15 20-25 10-15 20-25 A 4,4 4,2 4,4 4 , 3 4,6 4 , 4 4,5 4,3 B 5,0 4,6 5,0 4,8 4 , 7 5,0 4,9 H.8 0 ]±A M l i l ^ h*4 h*k U' 5 u>5

gemiddeld 4,7 4,5 4,6 4,6 4,6 4,6 4,6 4,5 |U,6

n

Tabel 10b. pH HJD per bewerking, per l a a g en -per veldje Bewerking V e l d j e / l a a g A B C gemiddeld FP 10-15 5 , 1 5,0

lA

5 . 2 20-25 4 , 9 5 , 1 4 , 9 10-1 4 , 9 4 , 8

Axï

4 , 8 SP 5 20-25 4 , 7

IA

5,0 ÏTB 10-15 5,0 4 , 8 4 . 5 4 , 8 20-25 * . 9 5,0 5.1 5,0 Gemiddeld 10-15 20-2S 5,0 4,9 4 . 9 4 , 9 4 , 8 5,0 _5»1 5,0 5jo\

(35)

16

-5 . 2 . WAARNEMINGEN AAIT HET GEWAS

5 . 2 . 1 . H e t gewas p i n d a c v . F a t j e n 5 . 2 . 1 . 1 . P l a n t d i c h t h e i d

Alleen na opkomst werd e r een p l a n t e n t e i l i n g uitgevoerd. Zie Tabel 11, Gezaaid werden 5,9 zaden per meter. De opkomst heeft dus c a . 80$ b e dragen en i s goed t e noemen. De indruk was dat b i j de oogst de p l a n t -dichtheid n i e t of nauwelijks was afgenomen.

Tabel 11. Gemiddeld a a n t a l planten per m per bewerking

Bewerking

FR S P KB Gemiddeld

k

,7 H,5

M M

5 . 2 . 1 . 2 . Opbrengst

De peulopbrengsten s t a a n vermeld i n Tabel 12. De opbrengsten z i j n goed t e noemen. De FR-veldjes hebben nu h e t meest opgebracht. Het v e r s c h i l tussen SP en NB i s k l e i n e r , mogelijk een gevolg van h e t verwisselen van de bewerkingen. Het n i e t diep bewerken van de SP-veldjes (= nu NB) veroorzaakt een l a g e r e opbrengst dan h e t diep bewerken van de HB-veldjes (* nu SP).

Tabel 12. Pindaopbrengsten (kg/ha; 12$ vocht) per bewerkingsveldje

P.A. Herh. I I I I I I gemiddeld pp 2353 2U8U 21?U 2329 NB 2119 2036 212U 2110 SP 2356 232Q 201'? 221+5 Gemiddeld 227^ 2300 2109 2228 153,3

5.2.2. Het gewas sorghum c v . Martin

5.2.2.1. Plantdichtheid

Na opkomst en enige dagen voor de oogst werden plantentellingen uitge-voerd. De uitkomsten hiervan staan vermeld in Tabel 13. Hieruit blijkt dat ondanks de droogte de plantdichtheid in de loop van het groei-seizoen slechts weinig is teruggelopen.

(36)

Tabel 13. Gemiddeld a a n t a l planten per meter per bewerking na opkomst (10 augustus) en enige dagen voor de oogst (5 november)

T i j d s t i p augustus november FF 5,1 fc.5 Bewerking SP 5,0

M

m

Gemiddeld >!,8 >»,5 5 . 2 . 2 . 2 . Opbrengst

Het per veldje verkregen zaad v e r d gedroogd, geschoond en daarna ge-wogen. Door h e t droge v e e r en de k l e i n e gewasinput waren de

maeidors-v e r l i e z e n zeer k l e i n ( maeidors-v i s u e e l b e o o r d e e l d ) . De o p b r e n g s t c i j f e r s hebben betrekking op de geoogste hoeveelheid zaad. De opbrengsten waren zeer

l a a g , globaal 6ên tiende van de normale opbrengst. Zie Tabel 1U. Tabel 1H. fcrghunopbrengsten (kg/ha; "\2$ vocht wet b a s e ) per veldje

E e r h . I I I I I I gemiddeld FF 238 227 2 97 271 Bewerking SP 2^9 292 300 280 PP 218 296 271 2^2 Gemiddeld 252 272 _2j& 271 S.A. 32

Opvallend i s de toch weer i e t s hogere opbrengst van de SP-veldjes.

. 5 . 2 . 3 . Het gewas cowpea c v . . A f r i c a n P.ed 5 . 2 . 3 . 1 . P l a n t d i c h t h e i d

Fa opkomst en vlak voor de oogst werden p i a n t e n t e l l i n g e n uitgevoerd om de p l a n t d i c h t h e i d t e berekenen. De uitkomsten staan vermeld in Tabel 15, Tijdens h e t groeiseizoen i s de p l a n t d i c h t h e i d s l e c h t ? weinig afgenomen en bestonden e r tussen de bewerkingen geen noemenswaardige v e r s c h i l l e n . Tabel 15. Gemiddeld a a n t a l p l a n t e n per meter per bewerking na opkomst

(30 december) en vlak voor de oogst (12 f e b r u a r i )

T i j d s t i p december februari pp 10,2 9,2 Bewerking SP 10,5 9,6 NB 9t9 9,2 Gemiddeld 10,2 9 , 3

(37)

18

-5 . 2 . 3 . 2 . Opbrengst

De zeadverliezen, die b i j h e t maaidorsen ontstonden, hebben ca. 5% bedragen. Pe i n Tabel 16 vermelde c i j f e r s hebben b e t r e k k i n g op de

verkregen hoeveelheden zaad.

Tabel 16. Cowpea opbrengsten (kg/ha; 12/5 vocht w . b . ) per veldje

Herh. I II III gemiddeld FR 813 662 731 735 Bewerking SP 1023 756 83U 871 rB U36 6H: 612

55U

Gemiddeld 757 677 726 720 S.A. 167 5 . 2 . Î + . Het gewas m a i s (6805h CS 1 ) 5 . 2 . U . 1 . Plantdichtheid. en gewashocgte

IIa opkomst en vlak voor de oogst verden e r p l a n t e n t e l l i n g e n uitgevoerd waaruit de p l a n t d i c h t h e i d werd berekend. Ook werd vlek voor de oogst

de gemiddelde planthoogte bepaald. Zie Tabel 17.

De p l a n t d i c h t h e i d i s i n de loop van h e t groeiseizoen nogel wat afgenomen ( c a . 15$). Tussen de bewerkingen bestaan geen noemenswaardige v e r s c h i l l e n evenmin t . a . v . de planthoogte.

Tabel 17. Gemiddeld a a n t a l planten per meter per bewerking op 5 wei en 12 j u l i en gemiddelde planthoogte op 12 j u l i per bewerking

plantdichth. ir planthoogte (cm) 5 mei 12 juli 12 juli FR 2,9 2,6 237 Bewerking SP 3,1 2,6 236 .TÎB 2,9 2,5 239 Gemiddeld 3,0 2,6 238 5.2.U.2. Opbrengst

De maisopbrengst was l a g e r dan van h e t vorige gewas mais. De reden van deze l a g e r e opbrengst i s n i e t d u i d e l i j k . Mogelijk heeft de zeer grote regenval een nadelige invloed gehad, r e s u l t e r e n d in een nogal s t e r k e afname van de p l a n t d i c h t h e i d . De RP-veldjes hebben weer de hoogste ge-middelde opbrengst opgeleverd. Zie Tabel 18.

(38)

Tabel 18. Mais opbrengsten (kg/ha; ^2% vocht v . b . ) per bewerkingsveldje H e r h . I I I I I I gemiddeld FR 1998 223*+ 21+00 2211 Bewerking SP 2U06 236T 2 I 9 7 W 2025 2U01 2021 21UQ Gemiddeld 2lU3 233^' 230£ 22^1 S.A. 197

5 . 2 . 5 . Het gewas s o je. c v . L a r i s 5 . 2 . 5 . 1 . P l a n t d i c h t h e i d

Na opkomst en vlak voor de oogst verden e r p l a n t e n t e l l i n g e r uitgevoerd v a a r u i t de p l a n t d i c h t h e i d verd berekend. Zie Tabel 19.

Tijdens h e t groeiseizoen i s de dichtheid v a t afgenomen. De dichtheid b l e e f e c h t e r ruim voldoende om een goede opbrengst t e kunnen l e v e r e n .

Tabel 19. Gemiddeld a a n t e l planten p e r meter per bemerking op ?h augustus en 8 november 2k a u g u s t u s 8 november FR 8,2 7,1 Bewerking SP 8,9 7 , 8

m

8,2 7 , 2 Gemiddeld 8,U 7 . * 5 . 2 . 5 . 2 . Opbrengst

De soja-opbrengst l a g op h e t z e l f d e niveau als van een voorgaand gevas s o j a op h e t proefveld. Bij h e t oogsten bleek de gemiddelde p l a n t l e n g t e t e v a r i ë r e n van 1 m t o t 1.20 meter. Ondanks deze lengte vas h e t gevas s l e c h t s v e i n i g gelegerd. De weelderige groei betekende een s t e r k e vegetatieve ontwikkeling waardoor een goede v r u c h t z e t t i n g mogelijk v a t ongunstig beïnvloed verd ( z i e Tabel 2 0 ) .

Tabel 20. So ja-opbrengsten (kg/ha; 12? vocht v . b . ) per beverkingsveldje

H e r h a l i n g I I I I I I gemiddeld FP. 11*88 1370 1263 137U Bewerking SP 152U 11+62 1312 1U33 HB 1538 1U21 1303 1U20 Gemiddeld 1S17 11+18 1293 1k)9 S.A. 120

(39)

20

-6 . DISCUSSIE

Soms kan droogte toch zeer s t e r k de opbrengst i n negatieve zin b e -invloeden. Een voorbeeld i s h e t gewas sorghum. Dit gewas had voldoende vocht b i j de kieming en e e r s t e deel van de ontwikkeling ven h e t gewas. Echter toen h e t gewas wilde gaan doorschieten om i n b l o e i t e gaan, was h e t zodanig droog geworden dat d i t voor h e t gewas nauwelijks mogelijk

was, veel planten bleven dan ook in h e t vegetatieve stadium staken en stonden a l s h e t ware t e wachten t o t d a t h e t weer eens zou gaan regenen. Overdag

stonden de planten wel t e knijpen naar ze gingen n i e t dood. De planten die wel i n b l o e i kwamen leverden een k l e i n e pluim met zaad van de normale omvang. Had men b e s c h i k t over een b e r e g e n i n g s i n s t a l l a t i e dan zou h e t gewas een r e d e l i j k normale opbrengst geleverd kunnen hebben.

De v e r s c h i l l e n tussen de opbrengstniveaux en de berrerkingssystemen zijn i n h e t algemeen maar k l e i n . Het ene gewas b l i j k t gevoeliger t e z i j n dan h e t andere. Bijvoorbeeld cowpea i s zeer g e s t e l d op een diepe grondbe-werking t e r w i j l d i t b i j s o j a deze maal minder d u i d e l i j k i s .

Het organische s t o f g e h a l t e i s mogelijk enigszins gedaald, daar tegenover s t a a t een s t i j g i n g van de pH KCl en pH H^O. In hoeverre men door zal

moeten gaan met de pH t e verhogen door bekalking i s n i e t d u i d e l i j k . Hogelijk zal b i j een verdere s t i j g i n g van de pïï de verbranding van org?v nische s t o f s n e l l e r gaea verlopen waardoor h e t organische s t o f g e h a l t e verder gaat dalen.

Door na de grondbewerking ca. 10 dagen t e vachten alvorens na nog een keer eggen i n t e z a a i e n , i 3 h e t vaak goed mogelijk om de onkruidgroei t i j d e n s de groei van h e t gewas onder controle t e houden. Bij de l a a t s t e maal eggen worden veel onkruidzaden v e r n i e t i g d waardoor h e t onkruidbezwaar s t e r k afneemt. Een of twee onkruidbestrijdingsbewerkingen per gewas i s dan doorgaans voldoende. Tussen de r i j e n kan men dan h e t onkruid machinaal v e r n i e t i g e n door frezen of door schoffelen. Bij beide bewerkingen wordt dan vanwege de l i c h t h e i d van de grond wat grond i n de r i j gewerkt. De grond bedekt voor een groot d e e l , vooral a l s h e t onkruid nog k l e i n i s , h e t onkruid i n de r i j .

Mocht h e t onkruid i n de r i j toch nog een bezwaar vormen den kan men nog een bewerking met aanaarders uitvoeren waarbij veel grond in de r i j wordt gewerkt. Om deze bewerking met succes t e kunnen uitvoeren moet h e t gewas een zekere g r o o t t e hebben b e r e i k t .

T. CONCLUSIE

- In h e t algemeen kan men s t e l l e n dat de d i e p s t e grondbewerking (SP = schijvenploegen; werkdiepte c a . 25 cm) de hoogste opbrengst g e e f t . De ondiepe grcndbererking (NB; werkdiepte ca. 7 cm) met h e t doel om a l l e e n een zaaibed t e maken geeft in h e t algemeen de l a a g s t e opbrengst, t e r w i j l h e t frezen (FF; werkdiepte ce. 15 cm) t u i s e n beide opbrengst-ni veaux i n l i g t . De minder i n t e n s i e v e vermenging ven de grond die op-t r e e d op-t b i j h e op-t schijvenploegen i n v e r g e l i j k i n g op-t o op-t h e op-t frezen wordop-t voor een deel gecorrigeerd door h e t rotorkopeggen op c a . 7 cm d i e p t e . - De grond i s minder zuur geworden. Er i s geen v e r s c h i l t e bespeuren

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De suiker- opbrengst ligt echter beduidend hoger (0,59 t/ha). Wanneer men de opbrengsten met andere typen van deze reeks, die een veel gunstiger profiel hebben, vergelijkt, komt

De methaan die uit de koe zelf vrijkomt (de enterische emissie) is verantwoordelijk voor ongeveer 75-80% van de methaanemissie in de melkveehouderij.. Het vaststellen van de

34 Ruwe celstof 6 Ruw eiwit 43 Zandvrije as 74 Werkelijk eiwit 34 Caroteen 24 Door verhitting van het perssap werd een coagulum verkregen, dat de volgende.. samenstelling had (in

o Patiënten met anatomische, structurele of functionele anomalieën van de urinewegen (aanwezigheid van stents, tumoren of stenen, stoornissen van het urinetransport,

Wanneer de vochtspanning van de grond op een lage waarde wordt gehandhaafd, dient men de groei te beheersen door middel van regeling van de osmotische waarde van het bodemvocht.

Er zijn echter geen data beschik- baar om de dominante hoogte en dominante diameter te bepalen, dus deze gegevens ko- men niet meer voor in deze opbrengsttabellen.. Voor een

De punten, die betrekking hebben op rode klaver, die in het voorjaar is gemaaid, sluiten weer zeer goed aan bij de lijn; de gehalten aan vert, werkelijk eiwit van klaver, die in

Totale lengte in gesloten stand 72,5 cm Lengte bek 15,5 cm Lengte stelen 57 cm Diameterstelen 1,4 cm Lengte handvatten 16 cm Diameter handvatten 3,6 cm Bekwijdte in gesloten