• No results found

Kennis in actie voor het landschap: inleiding themanummer over kennisco-creatie in wetenschapswinkelprojecten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kennis in actie voor het landschap: inleiding themanummer over kennisco-creatie in wetenschapswinkelprojecten"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

110 Landschap 32(3)

object voor onderzoek. Toch wordt er weinig over weten-schapswinkelprojecten gepubliceerd in wetenschappe-lijke tijdschriften (Muijden & Verbrugge, 2015). De zoektocht naar kennis die beter werkt in nieuwe samenwerkingsverbanden is inmiddels in volle gang (Tress & Tress, 2003; In 't Veld, 2014). Een belangrijk as-pect daarvan is co-creatie, het samenbrengen van we-tenschappelijke, professionele en ervaringskennis, om daarmee een handelingsperspectief te ontwikkelen (Begeer & Bunders, 2007; Hadorn et al., 2008; Wickson et al., 2006; In 't Veld, 2014; Bouma, 2015). Het nieuwe wetenschapsbeleid sluit hier op aan. Burgers en bedrij-ven moeten bij de ontwikkeling van kennis betrokken worden (OC&W, 2014). Dit roept tal van vragen op, zoals over de borging van wetenschappelijke kwaliteit. Wetenschapswinkelprojecten laten zien hoe kennis-co-creatie in de praktijk kan uitwerken. De onderzoe-ker wordt uitgedaagd om actieonderzoek te doen en zijn kennis te delen met leken die alles behalve passie-ve ontvangers van kennis zijn. Ze strepassie-ven vaak strategi-sche doelen na en willen het project gebruiken voor de versterking van hun machtspositie. De ontwikkeling en toepassing van kennis kan soms rechtstreeks indruisen tegen de opvattingen van de onderzoekers of tegen de dominante mores van de universiteit waar het project wordt uitgevoerd. Het is niet ondenkbaar dat de kennis die ontwikkeld wordt op gespannen voet staat met die Eind 2014. Een groep natuurliefhebbers kondigt aan

na-tuurgebied het Wageningse Broek te willen kopen om het blauwgrasland ter plekke zelf te gaan beheren (Mooi Wageningen voor Landschap en natuur, 2014). Volgens ecoloog Frank Berendse, een van de initiatiefnemers en werkzaam als onderzoeker bij Wageningen Universiteit, zal dit beheer grotendeels met de hand moeten gebeu-ren. Deze aanpak sluit goed aan bij de kracht van een burgerinitiatief (voornamelijk uit vrijwilligers be-staand), maar zou niet snel als advies aan een grote ter-reinbeherende instantie gegeven worden. Ook de ken-nisproductie die bij dit initiatief past, zou wel eens van aard kunnen veranderen en van invloed kunnen zijn op de Wageningse onderzoeksagenda.

nieuwe vormen van kennisproductie

Wetenschapswinkelprojecten bieden burgerinitiatieven toegang tot de kennis en expertise die binnen een uni-versiteit aanwezig is en tot onderzoekers en studenten die hen kunnen adviseren. Bij wetenschapswinkelpro-jecten wordt de onderzoeksvraag vaak pas gedurende het proces helder, wordt gestreefd naar een handelingsper-spectief dat kans van slagen heeft en participeren vaak partijen met verschillende perspectieven en belangen. Dat maakt ze als het ware laboratoria waarin de relaties tussen kennis, macht en handelen vaak expliciet aan de oppervlakte liggen (Beunen et al., 2012) en een dankbaar

Kennis in actie voor het landschap

R aO UL BEUnEn, J O s dEK K ER , M a R T I Jn d UInE V EL d, ROEL d UR In G , J OK E L U T T IK & GER a R d s T R aV ER dr. Ir. R. Beunen redactie dr. J.n.M. dekker hoofd-redacteur dr. Ir. M. duineveld Wageningen UR dr. R. during Wageningen UR dr. J. Luttik redactie Ir. G.h.M.B. straver Coördinator Wetenschaps-winkel, Postbus 16, 6700 AA Wageningen gerard.straver@wur.nl

Inleiding

Burgerinitiatieven op het terrein van natuur- en landschapsbeheer, traditioneel het domein van over-heden, nemen in aantal toe. Wat betekent dat voor de rol van kennis en van kennisproducenten op deze terreinen? Daar is nog maar weinig empirisch onderzoek naar gedaan. Maar ervaring met onderzoek voor en met burgerinitiatieven is er wel degelijk, namelijk bij wetenschapswinkels. In dit themanummer van LANDSCHAP zijn projecten van de Wageningse Wetenschapswinkel object van analyse naar de verande-rende rol van kennis in de participatiemaatschappij.

(2)

111 waar beleids- en uitvoeringsorganisaties zich op

base-ren. Wetenschapswinkelprojecten kunnen de machts-verhoudingen en vertrouwensrelaties tussen de betrok-ken partijen dan ook doen verschuiven. De onderzoeker bevindt zich daardoor bijna per definitie in een precaire situatie. In hoeverre is hij nog verantwoordelijk voor de kennis die ontstaat in co-creatie of voor de wijze waarop die kennis strategisch wordt ingezet?

analyse van vier projecten

Een belangrijke vraag die we in dit themanummer willen beantwoorden is die naar de ontwikkeling van kennis voor de doe-het-zelfmaatschappij. Welke inzichten leve-ren wetenschapswinkelprojecten hierover op? We heb-ben daartoe een aantal projecten geanalyseerd aan de hand van reflexieve vragen als:

• Hoe is generieke wetenschappelijke kennis in dit pro-ject gecontextualiseerd?

• Welk handelingsperspectief voor natuur en landschap is ontwikkeld?

• Wie heeft zich de kennis toegeëigend?

• Welke invloed heeft het project uitgeoefend op de be-staande kennis-machtsverhoudingen?

Vier wetenschapswinkelprojecten worden besproken. Stobbelaar en Hoofwijk begeleidden een experiment met doe-het-zelfnatuur in Zundert en beschrijven hoe gene-rieke natuurkennis is gebruikt om ‘streeknatuur’ tot ontwikkeling te brengen. Krimp in Kloosterburen leidde tot een burgerinitiatief dat het voormalige kloosterter-rein weer in ere wilde herstellen. Aalvanger en Beunen analyseren de consequenties daarvan voor de bestaan-de kennis-machtsverhoudingen. During, Van bestaan-der Jagt en Kruit bespreken de toe-eigening van kennis en de daar-aan verbonden handelingsperspectieven die een belang-rijke rol speelden in het project rond de Renkumse land-goederen. De vierde casus betreft een ontwerpstudie

voor het Europaplein in Renkum. Duineveld, Ten Cate en Van Assche bespreken het wederzijds onbegrip en on-vermogen van actieve burgers en gemeentebestuur om een gezamenlijk handelingsperspectief te ontwikkelen. We willen met deze analyse eventuele vanzelfsprekend-heden in het denken over landschap en kennisco-creatie ter discussie te stellen in het licht van de veranderende verhoudingen tussen overheden, landschapbeherende organisaties en burgers.

Literatuur

Begeer, B., & J. Bunders, (2007). Kenniscocreatie: samenspel tus-sen wetenschap & praktijk. Complexe maatschappelijke vraagstukken transdisciplinair benaderd. Amsterdam. VU.

Beunen, R., M. duineveld,R., during, G.h.M.B., straver & a. aalvanger, 2012. Reflexivity in performative science shop pro-jects. Gateways: International Journal of Community Research and Engagement, 5(1), 135-151.

Bouma, J., 2015. Transdisciplinariteit en organisatie van het onder-zoek. Landschap 32/2: 91-95.

hadorn, h., G. hoffmann-Riem, s. Biber-Klemm, W. Grossen-bacher-Mansuy, d. Joyce, c. pohl, U. Wiesmann & E. Zemp, 2008. Handbook of Transdisciplinary Research: Springer.

Mooi Wageningen voor Landschap en natuur, 2014. Burgers nemen de handschoen op, plan Wageningse Broek voor topnatuur. Opgehaald op 23-11-2014.

Muijden, d. van & F. Verbrugge, 2015. Aan de hoge tafel. Een lite-ratuurstudie naar de wetenschappelijke impact van Wetenschaps-winkels. Wageningen. WUR.

Oc&W, 2014. Wetenschapsvisie 2015, Keuzes voor de Toekomst. Den Haag. Tress, B. & G. Tress, 2003. Interdisciplinary and transdisciplinary landscape studies: potential and limitations. Wageningen. Delta Program.

Veld, R. in 't, 2014. Transgovernance. Duurzame ontwikkeling in een kennisdemocratie. Tilburg. Tilburg University.

Wickson, F., a.L. carew & a.W. Russell, 2006. Transdisciplinary research: characteristics, quandaries and quality. Futures, 38, 1046-1059.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

terselfdertyd leerling asook leerlingleier is. Hy staan in verhouding teenoor sy medeleerlinge wat bepaalde verwagtinge van hom koester asook teenoor die

And these three terms tie the five routes or sets of conditions (acritical, ecosophic, noological, irreductionistic, euretic) together into a strong unique comprehensive scope

The relation can be described by a directed graph in the set of tasks, and the logical sequence of tasks can be determined by sorting the graph topologically, if the graph is

Dit onderzoek dient antwoord te geven op de vraag ‘Wat zijn de knelpunten bij de dienst PO&O van GGz Groningen ten aanzien van kennismanagement en welke

Ex-post meten doen we door output (dat zijn korte termijn resultaten als bijv. publicaties, of guidelines), outcome (dat zijn middellange termijn resultaten bijv. in

Bij frequentie 1:2 aardappelen en grondontsmetting volgens praktijk leek de suikeropbrengst hoger, dit verschil was echter niet significant ten opzichte van 1:2 aardappelen

Om de voorwaarden voor een succesvol proces van co-creatie te definiëren is het van belang om eerst te duiden wanneer dit proces geslaagd is. Uit de conclusie kwam naar voren dat

ACTIVITIES RELATED TO STAGE OF DEMOCRACY MATURE DEMOCRACY: information and communication via well-developed and sponsored website, annual conference with top speakers, promotion of