DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
--- Algemeen
1
Op aarde komen er verschillende reliëfvormen voor.
Welke reliëfvorm wordt op deze foto afgebeeld? A laagland
B heuvelland C middelgebergte D hooggebergte
2
Bekijk de zwarte zee op de kaart.
Deze zee is een A binnenzee. B buitenzee. C middenzee. D randzee.
3
De aardkorst is opgebouwd uit verschillende soorten gesteenten.
Hoe heet de wetenschap die zich bezig houdt met de bestudering van deze gesteenten? A archeologie B geologie C hydrologie D seismologie Kusten en formaties 4
Onze kustvlakte is opgebouwd uit een aantal formaties.
In welke formatie komen er ritsen voor? A Coesewijneformatie
B Demeraraformatie C Nickerieformatie D Onverdachtformatie
5
Kusten kunnen afhankelijk van hun ontstaan verschillende vormen hebben.
Welke kust is als gevolg van erosie door gletsjers ontstaan?
A een duinkust B een lagunekust C een riakust D een waddenkust
6
Langs kusten vindt er zowel landaanwinst als landverlies plaats.
Hoe wordt een kust genoemd waar er landverlies plaats vindt?
A aanwaskust B afslagkust C lagunekust D waddenkust Klimaat 7 Bekijk de tekening.
De klimaten op aarde kunnen we met behulp van parallellen indelen in klimaatgebieden. Welk klimaat hebben we tussen de
Steenbokskeerkring en de Zuidpoolcirkel? A een gematigd klimaat
B een poolklimaat C een tropisch klimaat D een woestijnklimaat 8
Suriname heeft over het algemeen een tropisch regenklimaat.
Welk kenmerk van ons klimaat is juist?
A Als de ITCZ zich boven ons land bevindt, hebben we een droog seizoen.
B In de regentijd zijn de verschillen tussen dag- en nacht temperatuur het grootst in het kustgebied.
C Juli is de warmste maand van het jaar. D ’s Avonds waait in het kustgebied een landwind.
Vegetatie 9
In ons land onderscheiden we verschillende vegetatiesoorten.
Welke vegetatiesoort komt niet voor in ons land? A kustvegetatie B rivieroevervegetatie C savannevegetatie D steppevegetatie 10
De savannen die in het Zanderijlandschap voorkomen zijn ontstaan door
A de geringe hoeveelheid regen gedurende het gehele jaar.
B de grote hoeveelheid regen gedurende het gehele jaar.
C de kleibodems die daar voorkomen en water vasthouden.
D het ontbreken van oeverbanken in de bodem. Rivieren en getijden
11 Bekijk deze kaart.
X
Hoe heet de rivier die met X is aangeven? A de Gran Rio
B de Pikin Rio C de Surinamerivier D de Tapanahonyrivier
12
De Surinaamse rivieren worden gerekend tot bronrivieren, omdat deze
A bovengrondse rivieren zijn.
B een trechtervormige riviermond hebben. C hun water van de regen ontvangen. D in de Atlantische Oceaan uitmonden.
13
Binnen een etmaal wisselen eb en vloed elkaar twee keren af.
Hoe wordt de overgang van eb naar vloed genoemd? A doodtij B kentering C laagwaterstand D springvloed Cultuur en bevolking 14
Bij sommige natuurgodsdiensten is het traditie om eten en drinken op een speciale plek voor de overleden voorouders te plaatsen.
Het plaatsen van voedsel, bestemd voor de voorouders, noemen we A animisme. B dynamisme. C etnocentrisme. D totemisme. 15
In Suriname zijn er veel arbeiders die dagelijks grote afstanden afleggen van hun woonplaats naar hun werkplaats.
Hoe heet deze vorm van migratie? A emigratie
B forensisme C suburbanisatie D urbanisatie
Middelen van bestaan 16
Steeds meer jongeren kiezen voor een
opleiding in de Informatie, Communicatie en Technologie(ICT).
In welke sector zullen ze dan werk vinden? A de informele sector
B de primaire sector C de secundaire sector D de tertiaire sector
17
Industrieën kunnen we indelen naar de soort grondstoffen die ze verwerken.
In de zuivelindustrie wordt
A cassave tot cassavemeel verwerkt. B melk tot yoghurt verwerkt.
C tomaten tot ketchup verwerkt. D vis tot vismeel verwerkt.
18
Vele woongebieden in Suriname beschikken nog niet over schoon drinkwater.
Welk ministerie is belast met de distributie van drinkwater in ons land?
A Ministerie van Handel, Industrie en Toerisme
B Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen C Ministerie van Openbare Werken en Transport
D Ministerie van Regionale Ontwikkeling 19
De Blanche Marie vallen vormen een prachtig natuurgebied in ons land.
Welk middel van bestaan kan hier voor werkgelegenheid zorgen?
A industrie B landbouw C mijnbouw D toerisme
Districten 20
Berg en Dal is een prachtig toeristenoord. In welk district ligt dit oord?
A Brokopondo B Marowijne C Para
D Sipaliwini
21
Een bus met toeristen rijdt vanuit Paramaribo, via de Indira Ghandiweg, naar Colakreek. Welke twee districtshoofdplaatsen passeren zij? A Domburg en Republiek B Lelydorp en Onverdacht C Lelydorp en Onverwacht D Onverwacht en Zanderij Begrenzing 22 Bekijk deze tekeningen
Welke tekening is van toepasing bij de grens in het westen van Suriname?
A tekening I B tekening II C tekening I en II
D geen van beide tekeningen
23
Het district Commewijne ligt in het oosten van Suriname.
Door welke districten wordt het westen van Commewijne begrensd?
A Marowijne, Paramaribo en Para B Marowijne, Wanica en Paramaribo C Para, Paramaribo en Wanica
D Para, Paramaribo en Saramacca Milieu
24
Milieuvervuiling ontstaat doordat de mens haar omgeving met afvalstoffen vervuilt. Op welke manier zou je kunnen bijdragen aan een schoon milieu?
A alle plastic afval zoveel mogelijk begraven B alle plastic afval zoveel mogelijk verbranden C een drinkfles aanschaffen die je herhaaldelijk gebruikt
D een petfles weggooien na een keer gebruik De Amerika’s, Caribisch gebied en Azië
25
In Brazilië trekken de meeste kleine boeren vanuit het platteland naar de stad.
Wat is de oorzaak van het wegtrekken?
A Er is veel vruchtbaar land in handen van de grootgrondbezitters.
B Het klimaat is ongeschikt voor de gezondheid van de boeren.
C In de favelas kan men een beter bestaan opbouwen.
D In de steden zijn gezondheidszorg en onderwijs gratis.
26
Door welke Zuid-Amerikaanse landen stroomt de Orinocorivier?
A Argentinië en Peru B Brazilië en Ecuador C Guyana en Bolivia D Venezuela en Columbia
27
In Zuid-Amerika komen veel grote rivieren voor.
Welke rivier stroomt door Zuid-Amerika? A de Colorado
B de Mississippi C de Missouri D de Rio Negro
28
In het oosten van de Verenigde Staten van Amerika ligt een bekend gebergte.
Hoe heet deze berg? A Appalachen B Kustgebergte C Rocky Mountains D Sierra Neveda Azië 29 Bekijk de kaart.
Wat is juist ten aanzien van de windrichting van de moesson?
A Deze is aanlandig voor Australië en aflandig voor Azië.
B Deze is een natte moesson voor Azië en een droge moesson voor Australië.
C Deze waait in de winter over Azië en in de zomer over Australië.
D Deze waait vanuit een minimumgebied in Australië naar een maximumgebied in Azië.
30
De industrie is belangrijk in de meeste Caribische landen.
Wat is een belangrijk kenmerk van de industrie?
A Deze is een deviezenbron voor het buitenland. B Deze leidt tot monocultuur.
C Deze leidt tot brain drain.
D Deze voorziet in werkgelegenheid. 31
Waar komen de convectieregens het meest voor?
A op de Grote Antillen en vastelandgebieden B op de Kleine Antillen en vastelandgebieden C op de Grote Antillen en Kleine Antillen D op de Kleine Antillen, Grote Antillen en vastelandgebieden
Amerika
32 Bekijk de kaart.
Het land met de letter X op de kaart is een buurland van Haïti. De nationale dans is de merengue en het exportproduct is suiker. Hoe heet de hoofdstad van dit land? A Kingston
B Port au Prince C San Juan
Regionale en Internationale organisaties 33
De Veiligheidsraad is één van de zes
hoofdorganen van de Verenigde Naties (VN). Welke vijf permanente leden maken deel uit van de Veiligheidsraad?
A China, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Rusland.
B China, Engeland, Frankrijk, Rusland en V.S.A.
C Duitsland, Engeland, Frankrijk, Rusland en V.S.A.
D Duitsland, Frankrijk, Japan, Rusland en V.S.A.
34
De anti-tabakswet werd in het jaar 2013 ingebruik genomen.
Met welke regionale organisatie werkt het ministerie van Volksgezondheid samen voor het naleven van deze wet?
A OAS B FAO C PAHO D WHO
35
Welke organisatie binnen de VN is belast met het financieren van gemeenschap ontwikkelings- projecten? A UNDP B UNESCO C UNHCR D UNICEF 36 De Caricom is een regionale vrije
handelsorganisatie voor de Caribische landen. Welk Midden-Amerikaans land is ook lid van deze organisatie? A Belize B El Salvador C Guatemala D Honduras Graadnet en Tijdsberekening 37 Plaats M ligt op 100° W.L. en 24° N.B. Plaats N ligt op 39° O.L. en 4° Z.B. Wat is het tijdsverschil tussen deze twee plaatsen? A 1 uur en 40 minuten B 2 uur en 19 minuten C 6 uur en 4 minuten D 9 uur en 16 minuten 38 Bekijk de tekening
Wat is de geografische ligging van plaats A? A 20° N.B. en 10° O.L. B 20° N.B. en 10° W.L. C 20° Z.B. en 10° W.L. D 20° Z.B. en 10° O.L. Cosmografie 39
De aarde is opgebouwd uit verschillende sferen. In welke sfeer speelt zich het leven op aarde af? A in de barrysfeer
B in de biosfeer C in de lithosfeer D in de troposfeer
40
De rotatie en de revolutie zijn twee bewegingen die de aarde maakt.
Wat is een gevolg van de revolutie? A het verschil in eb en vloed B het verschil in dag en nacht C het verschil in jaargetijden D het verschil in tijd