• No results found

Potgrond fosfaat proef bij tomaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Potgrond fosfaat proef bij tomaat"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'ü> Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 B

67

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Potgrond fosfaat proef bij tomaat.

/

door:

G.A.Boertje

(2)

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Sias te Naaldwijk

POTGROND FOSFAATPBOEF

Doel:

Het vaststellen van de hoeveelheid poedersuperfosfaat (17$ ^2^5^ die moet worden toegevoegd aan potgrond die "bestemd is voor het oppotten van tomaten.

Proefopzet:

Samenstelling potgrond: 505È Tuinturf

50ia Tinkeveens Veen 7$ Zand •§ kg z.a per m^ f kg p.k » M A £ C D E 0 kg superfosfaat per m' -3r n tt 11 -| it n it 11 2 m m It ft 4 n tt H Plattegronda A 5 E 10 c 1 5 D 20 B 25 c 4 B 9 A 14 E 19 D 24 D 5 C 8 E 13 B 18 A 23 B 2 A 7 D 12 G 17 E 22 E 1 D 6 B 11 A 16 C 21

(3)

1 .

POTGROND FOSFAAT PROEF BIJ TOMAAT

P.N. I 11.

Doel»

Het vaststellen van de hoeveelheid poedersuperfosfaat (17$ ^2°5^ die moet worden toegevoegd aan potgrond die bestemd is voor het oppotten van tomaten.

Werkwijze:

Er werd uitgegaan van een potgrond met een goede struktuur. Deze was samengesteld uit:

46# Tuinturf

46$ Vinkeveens Teen 8% Zand

Als basisbemesting werd per m^ toegevoegd: f- kg zwavelzure ammoniak % kg patentkali

In de hieronder opgenomen tabel zijn de hoeveelheden superfosfaat

ver-3

meld die per m zijn doorgewerkt:

Behandeling kg Superfosfaat 3 per m A 0 B

*

G 1 D 2 E 4

Na het doorwerken van de voedingszouten zijn er grondmonsters genomen. Deze monsters zijn volledig onderzooht. Aan het eind van de proef zijn er nogmaals grondmonsters onderzocht ter controle van de zout- en voe­ dingstoestand.

(4)

Aan het eind van de proef is er per vak een cijfer toegekend voor de stand van het gewas en voor de bladkleur.

De standcijfers varieerden van 0 tot 10, Naarmate deze cijfers hoger zijn was de stand van het gewas "beter. Toor de "bladkleur werden cijfers ge­ geven van 0 tot 10. 0 » zeer lichte "bladkleur, 5 " normaal, 10 « "bijzon­ der donker.

Tevens werd per vak het plantgewicht "bepaald. Verloop van de proeft

Op 10 mei werden de uitgangsmaterialen gemengd. Tier dagen later werd de kunstmest toegevoegd en zijn er grondmonsters genomen.

De voedingscijfers die bij deze monstername zijn gevonden volgen hieron­ der: Behandeling kg S.F. per m 3 N. P. K. A 0 62.- 3.6 90.-B

*

72.- 71.- 98.-C 1 76.- 137.- 114.-D 2 76.- 130.- 113.-E 4 75.- 140.-

101.-Op 14 mei werd de proef opgezet. Per vak werden 8 planten opgepot in z.g.n. perspotten. De perskluiten werden op een laagje turfmolm gezet, met daaronder plastic.

Voor plattegrond zie "bijlage 1.

Veertien dagen na het oppotten werden de planten uiteengezet. Op 5 juni werd de proef beëindigd en zijn er grondmonsters genomen.

Tijdens de opkweekperiode is er vrij veel gegoten en bijna dagelijks werd er wat gebroesd.

Vijf dagen na het oppotten vertoonden de planten van behandeling A al enigszins tekenen van fosfaatgebrek. Tien dagen na oppotten was dit zo erg toegenomen dat de groei stil stond. De planten hadden een zeer donkere bladkleur, terwijl de onderzijde van de Vladeren een paarsrode verkleuring hadden.

(5)

De verschillen tussen de "behandelingen B, C, D en E waren zeer gering.

Stikstof- en kaligebrek trad in deze proef niet op. Chlorose werd evenmin waargenomen.

Resultaten: Grçindond_erzo£k :

In "bijlage 2 zijn de analysecijfers opgenomen. Bij deze merken we het volgende ops

Het organisch stofgehalte is normaal. Koolzure kalk werd flink gevonden. De p»H. van monster A is goed. De p.H. van de overige "behandelingen ligt "belangrijk lager, vooral "bij monster E.

Dit is een gevolg van de gloeirestdepressie. De cijfers voor ijzer en aluminium zijn gunstig laag*

De keukenzoutgehalten van de monsters die voor de proef zijn genomen zijn laag. Uit de monsters die na de proef zijn onderzocht "blijkt dat deze cijfers flink zijn gestegen. Dit is hoofdzakelijk veroorzaakt door het chloor dat in het gebruikte gietwater aanwezig was. Haarmate er meer voedingsstoffen zijn doorgewerkt stijgt, zoals werd verwacht, de gloei-rest.

De stikstof- en kalicijfers liggen over het algemeen vrij hoog. M.u.v. monster A zijn deze cijfers flink gedaald* Dat de voedingstoestand van monster A constant is gebleven is verklaarbaar, doordat de planten van deze behandeling vrijwel geen voedingszouten hebben opgenomen.

Monster A bevat weinig fosfaat, monster B normaal. De overige mon­ sters veel. Dat de fosfaatoijfers van de monsters C, D en E vrijwel ge­ lijk zijn is verklaarbaar doordat in het laboratorium gemaakte waterfil-traat het oplosbaarheidsprodukt werd bereikt. Uit de monsters die na de proef zijn onderzocht blijkt dat de onderlinge spreiding van de fosfaat-cijfers veel beter is.

De cijfers voor magnesium en mangaan zijn voldoende hoog. Eindresultaten:

In bijlage 3 zijn de volledige gegevens opgenomen. Een korte samenvatting volgt op volgende pagina.

(6)

A ————•—— B C D E Standcij fer 15 35 35 30 30 Bladkleur 4 5 29 27 32 33 Gewicht 6 0 , 7 5 4 3 , 9 5 2 8 , 0 4 8 2 , 9 4 1 8 , 5

De verschillen die zijn ontstaan tussen de behandelingen A, B en E zijn alle zeer betrouwbaar.

Het geringe verschil tussen B en C is niet betrouwbaar.

Wordt aan potgrond die is samengesteld uit Tuinturf en Vinkeveens Veen geen fosfaat toegevoegd dan is het resultaat zeer onvoldoende.

De beste resultaten werden in deze proef verkregen door toevoeging van •§• 3

à 1 kg poedersuperfosfaat per m .

Wordt meer superfosfaat toegevoegd dan wordt het plantgewicht betrouwbaar lager.

Het verband tussen kg poedersuperfosfaat en plantgewicht is aangegeven in onderstaande grafiek:

GU-i cZ L <-i &JD Zc*0 /"Oe OJ-VCL

<2_r~i bcj. Su.per^G'g-foLcu.i:.

6 O O

-5 0 O

700 -3 0 0 -2 0 0 -/ 0 0

H

o<u.j=>

jDe.rJrn

.3

(7)

Konklusiet

Uit deze potgrondproef is gebleken dat aan een mengsel van een ge­ lijke hoeveelheid tuinturf en Vinkeveens veen dat gebruikt moet worden voor het oppotten van tomaten jg à 1 kg poedersuperfosfaat (17$ ^2^5^ "beste resultaten heeft gegeven.

februari 1963. AvB

Naaldwijk, juli 1962. De Proefnemer,

(8)

^ ü L Ol

^ 5 ^ y<?

e * J) lo ? li

e

*

û 1H

£ y

P n

?

*

Q fi

c 1b

13

>? ü 2 t

A

;

•p n

0

/;

i* it f ' 7) * V

lb

' P l a t t e

^ r o n û l .

(9)

t

3 Üj ij û. ûj 1 '• ^

Û.N a L K S e c

i$i t

ft â Vo 0 * t u Na CU AARD VAN DE GROND TOESTAND ZOUT

ummer Merk Orga­ nische stof * Kool­ zure kalk * pH Ijzer *** Alumi­ nium •** Keuken zout ** Gloei-rest *

lo

Oft

A

kt'

u

k l

3 , 5

ko

3 5

1.bß

Na 8fc> ' 3 3 i J k

«

l

ooft

3

5o

kk.- Ik S.i \ k ko ki i ft

Na

H

n k H o

Jooft

a

bi

k i ­ 1.9 5,0 i 1 5,0 kl Jt, 1 k

Nûl

11

10 0

1

' 1 f

?

bl

kt • l.i kS b.o V.' 05 1,0 b

N C L

Sa,

l o k ta, S

Jooft E

Ik

k1 -

/

U k

1, )

b i 3,15

Na

t i k x.

VOEDINGSTOESTAND Stikstof ** Fosfor **

Kali Magne­sium Man­gaan ***

lt.S k

-

ft..-8

.0

y k '

kb

f k

-ik.'

b. b

k o

H

-

Hi b f .

-

bi.-

ibo.-

H-1 ko.

i k è .

0>6.'

&1>-t i ­

k t ­

ak.

ko.

kk 1 1t

k ko

k b X>

H b .

-i k '

1oi.

kk:

k lo

11

-11

11

k k i i . k

* Uitgedrukt in;procenten )

« Uitgedrukt in mg. per 100 g. grond S om*erekend °P bi' 1050 c «»droogde grond »** Uitgedrukt in delen per miljoen (d.p.m.) in het extract

(10)

CB

mj

La Û,t : l a.

$a;

X

k

-lft

t\^

T - —1

a

2

: J

L fi

T>

B

Vc l clclL

i

i

ô

f

~7M

*>

i

K

' 1 /

b

4

H

;

ô

;

'

L

H

.

ô

ô

;

?

l

* /

H

;

ô

t

?

/ /

c

à

/

U^>

5

ô

i

;

b

/

b

/

r"

i «O

1ol CLCLIJ

15

à S

i 0

do

1

1 ^ s ,

I

^ i AN CL C h * à

k £ ft 'C.N,

n

<?

T)

'ic i CLcj'y,

]

1

5 4

L

L

t

i

i

i !

l

s

f

f

i ¥ i

I

i

* 0

c

ê

! -H i 4 3

*

S

t

L

5 5

b

5

r

i

t

«3

ô

1o l clclL 4 5 M

U

à

j l

n

/ /

1

b c

I

L a CL kl t u ft.

(11)

' a, 1/ & 4«. ; 3 £ NU. IuâÏwSS

a

2

*

1

7)

E

lolcLûi

•1

i 0.0 4 Ob 1 ici, I

s M

H

ko S, if

I

ic. i ic 3, to 10 0,$

• —

4&. 5

- 1

18.1 à W. S

3

&>.*

110,1 10 1, b MA #S,k koi, b

4

1I.5 1 10. 1

H l t . l f

5

1k à i 10, % 1c 8. if &i.1 H i ^Oif

t

1

jolcutii

ic, ; S Hi. A S i l o hSt.1 kil 5 lo bi/,0

iûiCi 0 R

5.t.

CL.

tv'u ßlTV lluJ.

^

[

b

t

R.

1 ^ [lit

t

Oftj Jola,al fir AO <U),TV 1KJÜ\ Ocl

tç,Lc%

/U*fc

ôl oh M

ii. h

sk 15

il!à$,Sb

1 lo. k

H

lk

i

'i

k

!%

V

11, lo

1k. OH

H H . i t

10. 0 5

1, I>1

1.

H

l

. ° k

à, l L : 5. if 1

5 . 1 & : S . I f 1

b . l i : S. k l

y o. lo

7 o . l o

< 0 , 0 1

r

^

06jtct So M

ft

a

E

/)

î)

R et dit

Tojo

fo.aS

?C.C1

! ß

x>

E

A

I

Ski.ä,

S i l o

kSi.a,

k> i. s

lo. y

15, %

èCo

+ +

115. if

k i i l

++

kS, 1

++

1 0 $ , S

1

vof,

i

..

i t l i t

.

++

651. $

-"

1

t

5

k

5

n . i

i i . s

i s . f

i f - i

I t . S

l i . f

H , S

i l . o

ào, i

i S . Ï

H . o

k',

V

^ io a. n i a, e u i c L t.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

To induce parturition, different protocols, such as single administration of prostaglandins, double administration of prostaglandin with 6-hour interval (split-dose technique) and

Wat betreft dimensie 1, het zorgen voor behoud en herstel van biodiversiteit, wordt voorgesteld om te kiezen voor indicatoren voor biomassa ‘productiviteit’,

Indien gebruik gemaakt kan worden van het temperatuurverschil over de gehele asfaltlaag (bijvoorbeeld door een andere constructie van het Peltierelement in combinatie

Mijn moeder van tachtig heeft geen pro- bleem om een rotonde te passeren waar fi etsers voorrang hebben, maar ik denk dat ze dit kruispunt lastig zal vinden.’ Veenstra van de

Indien er geen grootschalig project is gepland dan worden de masten en armaturen in principe na de technische levensduur vervangen, respectievelijk na 45 jaar en

De arbeidsinspectiedienst “Toezicht sociale wetten” (TSW) van de FOD WASO is de enige inspectiedienst die bevoegd is voor het toezicht op de naleving van de federale

Hij associeert de informatie uit de verschillende bronnen met de wensen van de leidinggevende en creëert zo ideeën voor zijn ontwerp en hij voert een trendprognose uit en kijkt

Vermits in deze tijden van beperkte financiële middelen bewust een correcte toekomstige financiering wordt vooropgesteld, worden de inhaalbedragen voor het wegwerken van