• No results found

Mollusken uit de Zanden van Berg, Groeve Roelants, Lubbeek: een eerste indruk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mollusken uit de Zanden van Berg, Groeve Roelants, Lubbeek: een eerste indruk"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

97 afzettingen wtkg 39 (4), 2018

Mollusken uit de Zanden van Berg, Groeve Roelants, Lubbeek:

een eerste indruk

Rudi Hessel 1 Inleiding

Voor het eerst in lange tijd kon er op 23 maart 2018 verza-meld worden in Groeve Roelants te Lubbeek, België. De stratigrafie van deze groeve is eerder beschreven door Van den Bosch en Janssen (1984). In de groeve zijn ook anno 2018 de door hen onderscheiden formaties ontsloten, name-lijk van onder naar boven: Zanden van Kerkom, Zanden van Berg en Klein van Boom. Figuur 1 laat deze verschillende formaties zien. Van den Bosch en Janssen (1984) noem-den ook nog de Zannoem-den van Heide, maar onderscheidnoem-den die niet als een aparte lithostratigrafische eenheid. Daarom heb ik deze zanden in figuur 1 niet apart vermeld. Een inventarisatie van de molluskenfauna in de Klei van Boom werd uitgevoerd door Janssen (1984). Janssen be-steedde echter geen aandacht aan de molluskenfauna van de Zanden van Berg.

Verzamelwijze

In de Zanden van Berg bleken tijdens de excursie drie dunne banden voor te komen met mollusken. De banden wer-den van elkaar gescheiwer-den door enkele decimeters steriel zand. Deze banden werden gedomineerd door kleppen van Arctica islandica rotundata (Agassiz, 1845) (plaat 1, fig. 1). Schelpen in alle drie de banden bleken ook erg fragiel, aangezien ze deels ontkalkt zijn en tevens vaak gebarsten. Het aantal soorten leek in de vindplaats zeer gering. Ik heb het meest verzameld in de middelste band, omdat deze iets dikker leek en tevens het best toegankelijk was. Aan de boven kant van deze band komt op veel plekken een ver-kitte bruinige laag voor. Deze laag kan in brokken verwij-derd worden, vaak levert dit onmiddelijk één of meer dere Arctica’s op. Naast Arctica is ook Polymesoda subarata convexa (Brongniart, 1822) (plaat 1, fig. 3) in de groeve te vinden, maar andere soorten waren schaars en werden tijdens het bezoek aan de groeve zelden gevonden. Beide

Zanden van Kerkom

Zanden van Berg

Klei van Boom

Zanden van Kerkom

Zanden van Berg

Klei van Boom

Fig. 1: Overzicht van Groeve Roelants, met de in de groeve ontsloten formaties.

(2)

98 afzettingen wtkg 39 (4), 2018 1 Plaat 1 2 3 5 11 10 9 8 6 4a 4b 7

(3)

99 afzettingen wtkg 39 (4), 2018

soorten konden het beste verzameld worden door een blok uit te snijden en dit thuis te prepareren. Het uitsnijden van blokken met meerdere exemplaren van Arctica bleek daar-bij lastig, omdat de grotere blokken gemakkelijk uit elkaar vielen. Uitsnijden van blokken met één Arctica was wel goed mogelijk.

Ik heb ook gezocht in het onderste van de drie dunne banden, maar hierin heb ik naast Arctica geen andere soorten aange-troffen. Thuis bleek het meegenomen materiaal (naar schat-ting 80 kilo) uit de middelste band echter toch in totaal zo’n 20 soorten mollusken te bevatten. De overige soorten vond ik met name door de meegenomen blokken eerst te drogen en vervolgens voorzichting te borstelen met een penseel. De best geconserveerde schelpen vond ik daarbij ónder de klep-pen van de Arctica's. Om de schelklep-pen uit het blok te kunnen halen was het in vrijwel alle gevallen nodig om ze eerst te verstevigen (zie Van Nieulande & Vervoenen, 1999).

Resultaten

Arctica komt massaal voor. Plaat 1, figuur 11 laat een blok zien uit de middelste band, met drie hele exemplaren. Dat de schelpen zo dicht op elkaar liggen is zeker niet ongebrui-kelijk, het is eerder de regel. Ik heb uiteindelijk een stuk of tien exemplaren kunnen verzamelen, waaronder een incom-pleet doublet. Het op naam brengen van de overige soorten is niet eenvoudig, ten eerste omdat het materiaal vaak frag-mentarisch is, en ten tweede omdat ik slechts beperkt de be-schikking heb over literatuur over de Zanden van Berg. Ik heb daarom vooral gebruik gemaakt van Albrecht en Valk (1943), Geys en Marquet (1983), Glibert (1957) en Mar-quet et al. (2008). Van de ongeveer 20 soorten die ik gevon-den had (waaronder 1 scaphopode en 2 gastropogevon-den), kon ik ongeveer de helft met enige zekerheid op naam brengen. De plaat laat een aantal van deze soorten zien. De overige soorten waren te slecht geconserveerd en te fragmentarisch om ze te kunnen determineren.

De fauna wordt gedomineerd door pelecypoden. Van gastro-poden vond ik slechts enkele fragmenten. Dit kan deels lig-gen aan de slechte conservering, maar daarnaast lijkt de fau-na toch ook veel minder gastropoden te bevatten dan die van andere mij bekende locaties waarin de Zanden van Berg ont-sloten waren (Vliermaal en Borgloon).

Dankwoord

Ik bedank Jef De Ceuster voor het organiseren van de ex-cursie, de eigenaar van Groeve Roelants voor toestemming voor de excursie en Jos Lenaerts voor commentaar op een eerdere versie van dit artikel.

L i t e r a t u u r

Albrecht, J.C.H & W. Valk, 1943. Oligocäne Invertebraten von Süd-Limburg. – Mededeelingen van de Geologische Stichting Serie C-IV-1 (3): 1-163.

Geys, J.F., & R. Marquet, 1983. Veldatlas voor Cenozoische fossielen van België. Deel 2 Paleogeen. Publicatie van Belgische Vereniging voor Paleontologie 3, Backhuys & Brill, Leiden, 203 p.

Glibert, M., 1957. Pélécypodes et gastropodes du Rupé-lien Supérieur et du Chattien de la Belgique. – Insti-tut Royal des Sciences Naturelles Mémoire 137: 1- 98. Janssen, A.W., 1984. Rapport betreffende de molluscen-fauna uit de Boom Klei Formatie, onsloten in de Groeve Roelants te Heide-Boskant, Gemeente Lubbeek (Bel-gië, Prov. Limburg). – Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie, Rapport 102: 10 p.

Marquet, R., J. Lenaerts, C. Karnekamp & R. Smith, 2008. The molluscan fauna of the Borgloon Formation in Bel-gium (Rupelian, Early Oligocene). – Palaeontos 12: 1-99. Van den Bosch, M. & A.W. Janssen, 1984. Oligocene afzet-tingen ontsloten in Groeve Roelants te Heide-Boskant, Gemeente Lubbeek (Belgie, Prov. Limburg). Profiel-opname en lithostratigrafische interpretatie. – Rijksmu-seum voor Geologie en Mineralogie, Rapport 100: 11 p. Van Nieulande F. & M. Vervoenen, 1999. Het kunstma-tig verstevigen van fragiele fossiele en recente schel-pen, egels, kreeftachtigen, zoogdierresten en zee-bodems. – Afzettingen van de Werkgroep voor Ter tiaire en Kwartaire Geologie 20 (3): 47-49.

1

Rudi Hessel, Stichting Schepsel Schelp, www.fossilshells.nl Plaat 1

1. Arctica islandica rotundata (Agassiz, 1845), breedte 110 mm. 2. Pecten sp., breedte 19 mm.

3. Polymesoda subarata convexa (Brongniart, 1822), breedte 24 mm. 4. Astarte henckeliusiana Nyst 1836, breedtes a 17 mm en b 14 mm. 5. Lentidium nitidum (J.Sowerby, 1822), breedte 9 mm.

6. Corbula gibba subpisum (d’Orbigny, 1852), breedte 5 mm. 7. Cyclocardia orbicularis omaliana (Nyst, 1843), breedte 6 mm. 8. Thyasira nysti Philippi, 1846, breedte 4 mm.

9. Nuculana gracilis (Deshayes, 1860), breedte 5,5 mm. 10. Dentalium kickxi Nyst, 1845, lengte 16 mm.

11. Blok met drie exemplaren van Arctica islandica rotundata, breedte 23 cm.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de wet verderven als een werkverbond. En dan de wet der liefde, en het levengevend gebod des Evangelies, op haar puinhopen oprichten. Het gebod van Sion en het gebod

noch zal de gelukkige bezitter daarvan ooit genade vinden in de ogen der wereld of in de ogen van vleselijke belijders. Ik heb iemand gekend te Thames Ditton, die een grote

Nu, wanneer een mens met zijn zonde in zulk een staat is, dat er een heimelijk welgevallen van die zonde, die de meester in zijn hart speelt, bij hem gevonden wordt en dat

Uit dit alles besluit ik, dat liegen en de leugen lief te hebben; dat alle bedrieglijkheid en leugenwonderen; alle verachting en woede tegen God en zijn

Het leven, handelen en wandelen van een begenadigde ziel, gelijk het een voorwerp van Gods verkiezing en gekochte door het bloed van de Zaligmaker betaamt, betonende

Hij die spreekt over liefde tot alle mensen, die zegt dat God de mens nooit gemaakt heeft om hem te verdoemen, maar dat alle mensen zalig zullen worden door de algemene verzoening,

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

Laat zien dat er in een groep van zes personen altijd drie personen zijn die of elkaar onderling alle kennen of onderling helemaal onbekend zijn..