AFZETTINGEN WTKG22(2), 2001 34
Mollusken
enandere fossielen
uit
eenboring
in Sliedrecht
JoopBoele*
We zullennu de verschillende trajecten volgen van de
boringvanafhet maaiveldtot 156meter beneden NAP.
1 Westland Formatie
van0-11 meterbeneden maaiveld
In deboringbestaat deze formatie uitfijnevuilezanden, metkleilenzenen organisch materiaal(houtresten). Er komen ookschelpfragmenten invoor.
2 FormatievanKreftenhije 11-22meterbeneden maaiveld
Deze formatiebestaathoofdzakelijk uitgrijs matig grind-houdendzand.De FormatievanKreftenhije dagzoomtin
hetnoordelijkdeelvande Alblasserwaard in de zgn.
Don-ken(=ouderivierduinen).
3 Formatievan Sterksel
22-38meterbeneden maaiveld
Deze formatiebestaatvoornamelijkuitmiddelmatig
fijn-korrelige zandenmetkleilenzen.
4 FormatievanKedichem 38-80meterbeneden maaiveld
In de boring hoofdzakelijk bestaande uit eendik klei-pakket.
5 FormatievanTegelen (het Tiglien)
80-100meterbeneden maaiveld
Deze formatie is in deboringeenfluviatielekleiafzetting
meteenrijke inhoudaan fossielen afgezet ineen zoet-watermilieu.Plantenzaden, land-enzoetwatermollusken,
zoogdierresten, visresten(zoals wervels)etc.werden
aan-getroffen.
TijdenshetTigiien moeterin Sliedrechteenklimaat ge-heersthebben, dat iets warmer was dan het
tegenwoor-dige. Dit blijkt onder andere uit het voorkomenvan de
planten Vitissylvestris enChamaecypres
sp. (een soort
schijncypres).
Vandezoetwatermollusken werden de volgende soorten
aangetroffen:
Viviparus glacialis (Woord, 1874) Valvatagoldfussiana (Wüst, 1900) Stagnicola palustris (Müller, 1774)
Planorbisplanorbis (Linné, 1758)
Pisidium clesseni(Neumayer, 1875) (zie flg. 1,plaat 1)
Pisidium amnicum(Müller, 1774) Pisidiumspec.
Corbicula spec.
Devolgende landslakjes werdenaangetroffen:
Succineaelegans putris (Linné, 1758) Succineaoblonga (Drapemaud, 1801)
Pupilla muscorum(Linné, 1758)
In 1994 besloot de Sliedrechtsegemeenteraad
-nadiverse
politiekediscussies-om eennieuw zwembadtelaten bou-wen, met alsbijzonderheid dat heteen ‘Bronbad’ moest
worden. Medio november 1994ging deeerste paal de grond inenop 21maart1995 werd door de FirmaHaitjema B.V.teDedemsvaart deputgemaakt volgensdezuig-boor methode.
Nu,6jaar later,is het alzoverdatervergevorderde plan-nenzijnomhet bad uittebreiden;debeslissing in 1994 is dus geenmisstap geweest.Het zwembadstaatofficieelte boek als ‘Bronbad de Lookhorst’teSliedrecht.
Plaat 1: Molluskenuit deboringinSliedrecht.
1.Pisidium clesseni(Neumayer, 1875)
2. (Linné, 1758)
3.
Littorina littorea
Ringiculaauriculata ventricosa(JdeC.Sowerby, 1824)
35 AFZETTINGEN WTKG 22(2),2001
Valloniapulchella (Müller, 1774) Arianta arbustorum(Linné, 1758) Clausilia spec.
Aangetroffen werden dezoogdierrestenvan:
Mymomyscf.pliocaenicus Major1902(woelmuis) Desmana cf. thermalis Kormos 1930(watermol)
Devolgende plantenzaden,werdenaangetroffen: Stratiotes aloides(Linné)
Vitissylvestris (Gmelin)
Scirpuslacustris(Linné)
Carpinusbetulus(Linné) Ilexaguifolium (Linné)
Chamaecypres spec. Alnus spec.
6 Overgang van het Tiglien naar de Formatie van Maassluis
van100-125meterbeneden maaiveld
Inhet monsterwas nietnate gaanop hoeveelmeterde FormatievanMaassluisbegon. Ik vermoed op ongeveer
120meterbeneden maaiveld. In deboring werdenkiesjes van
Myntomys cf. pliocaeni-cus, een zaadjevan Thalictrum bauhini(Crantz) en een
takjevan Chamaecypres spec.aangetroffen.
Ook kwameneruithetmonster al mariene schelpfrag-menten,maardiewarenergversleten.
Devolgendesoorten warennogte traceren:
Euspiraspec. Spisula spec. Cerastoderma spec. Ensisspec. Yoldia spec Macoma spec.
7 FormatievanMaassluis
traject125-147meterbenedenmaaiveld
DeAfzettingen van Maassluis bestaanvoornamelijk uit
matig fijne schelphoudende zanden uiteenmarien niveau.
Hoe verder in deformatie,hoeschelprijker hetzand. Devolgendemollusken werdenaangetroffen: Acilla cobboldiae(J. Sowerby, 1817) Mactra corallina cinerea(Montagu, 1803)
Myaarenaria(Linné, 1758) Mytiluscf. edulis(Linné, 1758)
Mytilus trossulus
Ensisarcuatus(Jefffeys, 1865)
Macomapraetenuis (Leathes inWoodward, 1833) Corbulagibba gibba (Olivi, 1792)
Cyrtodariaangusta(Nyst&Westendorp, 1839) Turritella incrassata incrassata(J.Sowerby, 1814) Spisula subtruncata subtruncata(Da Costa, 1778) Scrobiculariaplana (Da Costa, 1778)
Nucella incrassata(JdeC.Sowerby, 1825)
Ringicula auriculata ventricosa(Jde C.Sowerby, 1824) Lucinomaborealis(Linné, 1767)
Cerastoderma cf. edule(Linné, 1758)
Alsmedeeenroggestekel en eenkrabbepoot c.q. schaar.
8 Formatie vanMaassluis
traject147-156meterbeneden maaiveld(tevens einde boring)
In dittrajectwerden de volgende mollusken
aangetrof-fen:
Littorina littorea (Linné, 1758) (zie fig. 2, plaat 1) Yoldiamyalis (Couthouy, 1838)
Yoldia semistriata(S.V. Woord, 1840) Lyropecten opercularis (Linné, 1758)
Pododesmussquamula (Linné, 1758) Lucinella
juttingae (Spaink, 1965)
? Laevicardium spec.
Cerastoderma cf. edule(Linné, 1758)
Macoma balthica(Linné, 1758)
Macomapraetenuis (Leathes inWoodward, 1833)
Macoma spec.
Abraprismatica (Montagu, 1803)
Arctica islandica islandica(Linné, 1758) Myaarenaria(Linné, 1758)
Peringia ulvae(Pennant, 1777)
Turritellaincrassata incrassata(J. Sowerby, 1814) Potamidestricinctus(Brocchi, 1814)
Euspira cf.catena(Da Costa, 1778)
Acteon levidensis(S.V.Wood, 1848)
Cylichna cylindracea (Pennant, 1777) Calyptraea chinensis(Linné, 1758) Acilla cobboldiae(J. Sowerby, 1817)
Ringicula auriculata ventricosa(Jde C.Sowerby, 1824)
(zie fig. 3, plaat 1) Mytilus cf. edulis(Linné, 1758)
Spisula subtruncata subtruncata(Da Costa, 1778) Spisula elliptica (Brown, 1827)
Ensisarcuatus (Jefffeys, 1865) Corbulagibba gibba (Olivi, 1792)
Tevens vond ik één visotoliet,een aantal foraminiferen
endezee-egel Echinocyamus pusillus (Müller).
Watmij opviel, was hetalgemeenvoorkomenvan Ringi-cula ventricosa, die in het schelpmateriaal van Zeeland
enAntwerpen eenzeldzameverschijning is. Maar liefst 17 exemplaren kwamentevoorschijn uit het laatste
ge-deeltevanhet monstervan147-156meter beneden
maai-veld!
Dank
Mijndankgaatuitnaardevolgendepersonen:
Dr. J.vanderBurgh (Universiteit Utrecht,Laboratorium
voorPaleobotanieenPalynologie) voorhetdetermineren vandeplantenzadenuit hetTiglien;Dr.M.vander Meulen (Universiteit Utrecht, Faculteit
Aardwetenschappen) en
Dr. Larsvan den Hoek Ostende(Nationaal
AFZETTINGEN WTKG22(2), 2001 36
dezoogdierresten uit het Tiglien; Drs. B.W. Zuurdeeg (VanGeochemresearch, Vianen) voorhet afstaanvande
boormonsters; TomMeyer voorde determinatievan de
zoetwatermollusken; FrankWesselinghvooradviesover eeneerdereversievanhetmanuscriptenJaapde Witvoor
het klaarmakenvandekopij.
Referenties
Bosch,J.H.A.enH.Kok, 1994, Toelichtingen bijde
Geo-logische KaartvanNederland 1:50.000. Blad Gorin-chem West(38 W). Rijks Geologische Dienst,Haarlem. Burg,J.vander & R.Zetter,1998. Review ofPaleobotany
andPalynology Plant mega- and microfossil
assem-blagestrom the Brunssumian of “Hamback” nearDü-ren,B.R.D.,pag. 209-256.
Gittenberger, E.enA.W. Janssen(red.),1998.De Neder-landse zoetwatermollusken.Recenteenfossiele week-dierenuit zoetenbrakwater.NederlandseFauna dl2.
Nationaal Natuurhistorisch MuseumNaturalis,KNNV
Uitgeverij & EIS Nederland, Leiden, 288blz, 12pl. Janssen, A.W., 1975.Systematische lijstvanNederlandse
recente enfossiele Mollusken.Mededelingen van de
WerkgroepvoorTertiaireenKwartiaireGeologie,Vol.
12: pag. 115-170.
Janssen,A.W.enL.van der Slik(1972).De fossiele
schel-penvande Nederlandse strandenenzeegaten. Basteria,
diverse Volumes.
Marquet, R., 1998. De Pliocenegastropodenfauna van
Kallo,Belg. Ver.Pal.,pag. 245.
*Joop Boele,Noordhoevelaan23,3319CHDordrecht,