• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Herinzaaiwijzer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Herinzaaiwijzer"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

Herinzaaiwijzer

Een botanisch verslechterde zode benadeelt de productiviteit, maar ook de

voederwaarde en de stikstofopname van gras. Graslandvernieuwing is duur en het is moeilijk vast te stellen wanneer herinzaai lonend is. Het Praktijkonderzoek-ASG heeft een Herinzaaiwijzer ontwikkeld waarmee een inschatting kan worden gemaakt of

graslandvernieuwing lonend is. De Herinzaaiwijzer is gratis te raadplegen is op www.asg.wur.nl.

Baten

De baten van graslandvernieuwing worden gevormd door een meeropbrengst na herin-zaai in de vorm van een hogere drogestofopbrengst, een hogere voederwaarde en een betere grasopname. Om de baten te kunnen vergelijken met de kosten wordt de netto meeropbrengst economisch gewaardeerd tegen de actuele voerprijzen voor VEM en DVE. De eiwitwaardering speelt alleen een rol wanneer een bedrijf te maken heeft met een eiwittekort. Zo zal bij een intensieve bedrijfsvoering op een droge zandgrond met veel snijmaïs de behoefte aan eiwit bij graslandvernieuwing zeker een rol spelen, in tegenstelling tot de vaak extensievere melkveebedrijven op klei en in de veenweidege-bieden.

Kosten en stikstofverlies

De kosten bij herinzaai hebben betrekking op loonwerk, middelen, grondonderzoek en bemesting. Naast de kosten is ook rekening gehouden met het 'verlies' van stikstof als het gevolg van het vrijkomen van stikstof door mineralisatie van de oude zode. In het voorjaar wordt deze hoeveelheid geschat op 150 kg N en in het najaar op 300 kg N per ha. In de jaren na herinzaai moet dit verlies gecompenseerd worden. De hoeveelheid stikstof die vrijkomt is niet per definitie een stikstofverlies, maar betreft ook vastlegging in de nieuw te vormen zode.

Saldo

Het saldo wordt in de Herinzaaiwijzer berekend als het verschil tussen de kosten en de te verwachten financiële meeropbrengst. Bij een positief saldo van gemiddeld 30 euro per jaar over vijf jaar wordt graslandvernieuwing geadviseerd. Voor verschillende situ-aties is uitgerekend bij welk percentage goede grassen inclusief klaver herinzaai geadvi-seerd wordt. In de berekening is onderscheid gemaakt tussen wel en geen eiwittekort op het bedrijf.

(2)

Tabel 1 Percentage landbouwkundig goed gewaardeerde grassen waarbij advies herinzaai een gemiddelde saldoverhoging geeft van € 30 per jaar in de eerste vijf productiejaren 1.

1 Voor zand (humeus dek dunner dan 30 cm) en klei is een gemiddelde stikstofjaargift aangehouden van

300 kg en voor veen een jaargift van 200 kg/ha. Overige aannames: klei en zand herinzaai vroeg in het voorjaar, veen herinzaai in het najaar, beperkt weiden, geen toepassing van beregening en een totaal kostenniveau van €

650,-Opvallend is dat het aandeel goede grassen waarbij herinzaai wordt aanbevolen sterk afhangt van de eiwitbehoefte op het bedrijf. Zonder een sterk eiwittekort moet de kwali-teit van de graszode zeer matig zijn, wil herinzaai economisch uit kunnen. Bij relatief gunstige groeiomstandigheden, zand en klei Gt IV en veen Gt III*, is herinzaai eerder rendabel, door de relatief hogere opbrengstmogelijkheden. Bij dezelfde kosten wordt de benodigde meeropbrengst relatief eerder gehaald dan bij minder gunstige groeiomstan-digheden. Graslandvernieuwing heeft dus ook meer nut als de groeiomstandigheden blij-vend verbeterd worden. Op veengrond speelt het risico op mislukken van herinzaai door verdroging een belangrijke rol en bovendien wordt de draagkracht tijdelijk sterk vermin-derd. Zodoende wordt op veengrond alleen bij uiterste noodzaak herinzaai toegepast, meestal in combinatie met het verbeteren van de vlakligging. Afgezien van de uitkomst van de Herinzaaiwijzer, moeten de risico's van mislukken in overweging genomen wor-den. Herinzaai is eerder rendabel wanneer de oorzaak van de slechte grasmat wordt weggenomen.

De Herinzaaiwijzer wordt in 2005 aangepast, zodat ook met de wetgeving vanaf 2006 (oa. gebruiksnormen en eisen aan tijdstip van scheuren) rekening kan worden gehouden. Daarbij worden de uitgangspunten herzien op basis van de uitkomsten van onderzoek naar graslandvernieuwing (programma 398-II).

Voor meer informatie:

Ir. I.E. (Idse) Hoving Informatieblad 398.71 mei 2005

Animal Sciences Group, WUR Programma;s 398-I, II,III

Praktijkonderzoek Gefinancierd door ministerie LNV

Postbus 65 8200 AB Lelystad www.mestenmineralen.nl

Idse.Hoving@wur.nl

De 'Herinzaaiwijzer' berekent wanneer grasland-vernieuwing lonend is (www.asg.wur.nl via de links Praktijkonderzoek/Producten/Software)

Grondsoort Zand Klei Veen

Gt IV VII IV VII III* II

Zonder eiwittekort 43 33 48 39 51 37

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

d) college: het College van Burgemeester en Wethouders van [NAAM GEMEENTE]:. e) presidium: Het presidium bereidt de raads- en commissievergaderingen voor door o.a. de kwaliteit

Een lijnstuk PQ met een lengte van π meter buitelt over een halve cirkel. In de figuur hieronder zijn de begin- stand, twee tussenstanden en de eindstand getekend.

P ligt op de rolcirkel, die in tegenwijzerrichting om O draait, de snelheidsvector die hier bij hoort is op t=0 in de richting van de positieve y-as gericht met grootte 2

[r]

[r]

[r]

- Belasting van groot oppervlak - - Vloeistof stroomt snel uit belast gebied - - Totale spanning wordt progressief naar de -. vaste fase

[r]