• No results found

Een pteropode nieuw voor het Plioceen van Estepona (Spanje)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een pteropode nieuw voor het Plioceen van Estepona (Spanje)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFZETTINGEN WTKG 31 (3),2010 62

Een

pteropode

nieuw

voor

het Plioceen

van

Estepona

(Spanje)

Arie+W. Janssen*

In oktober 2008 hebben enkele ledenvan onze

vereniging

opnieuw

in

Estepona

verzameldenin meivandit

j

aar

kreeg

ikvanAndré Jansenmateriaalvanvier locaties

bij Estepona

terdeterminatie. Diemonstersbevatten geen

heteropoden

ennegensoorten

pteropoden,

waarvan eracht al in

mijn

2004artikel over

Estepona

werden

genoemd.

Eén

exem-plaartje echter, nauwelijks

anderhalve millimetergroot, be-hoorttoteensoortdievandie locatie nog niet bekendwas,

namelijk

Limacina atlanta

(Mörch, 1874) (zie fig.).

Limacina atlanta is eenuit het Noordzeebekken

beschre-vensoort,die door Mörch

(1874,

p.

298)

meteen

korte,

in het

Latijn gestelde beschrijving

enzonder

afbeelding

werd

geïntroduceerd

uit

Sylt,

het

noordelijkste

Duitse Wadden-eiland

(vrijwel

zeker uit de laat-miocenekleivanhet

Mor-sum

Kliff).

Hoewel ik

jaren geleden

in

Kopenhagen

grondig

heb ge-zocht naarhet

type-exemplaar

van dezesoortkwam het niet bovenwater.

Vermoedelijk

is het

exemplaar

tenoffer

gevallen

aan

pyrietverwering.

Door de

typelocatie

is het echter toch

duidelijk

welkesoort door Mörch werd

be-doeld,

wantLimacina atlanta is de

enige pteropode

van de familie Limacinidae dievan

Sylt

bekend is

geworden.

Vooral in de laatste decenniais het voorkomenvan deze

soortook

vastgesteld

in

talrijke ontsluitingen

en

boringen

in

Denemarken, Duitsland, Nederland, België

en

Engeland,

hoewel denaamL. atlantatenonrechte ook werd

gebruikt

voor een

oudere,

midden-miocene soort,

namelijk

L. mio-rostralis

Kautsky,

1925

(o.a.

door

Anderson,

1964).

Om

eenideetegevenvande

algemeenheid:

in de RGM col-lectie

zijn

243monsters vanLimacina atlanta aanwezig.

Van Limacina

atlanta,

die zich vooral onderscheidt door de

planorboide schelpvorm

ende in bovenaanzicht

onregelma-tig verlopende windingsspiraal,

wordt aangenomen dathet de laatstestapis ineen

ontwikkelingsreeks

die

loopt

van-af L. valvatina

(Reuss,

1867),

viasoorten als L.

ingridae

Janssen, 1989enL. wilhelminaeJanssen, 1989. Hoewel destamsoortL. valvatinaal uit het Chattien

(Laat

Oligo-ceen)

bekend

is,

vindt deze

ontwikkeling

pas

plaats

in het latereMioceen.Inmiddels is het voorkomenvanL.

atlan-ta in het Noordzeebekken

vastgesteld tijdens

hetGramien

en

Syltien (=

Mioceen;

Tortonien/Messinien)

enhet

Kat-tendijkien

enScaldisien

(=

Plioceen:

Zanclien/Piacenzien)

(Gürs

&

Janssen, 2002)

envormtdaar de indexsoortvan

Pteropode

Zone 21. Het is

bijvoorbeeld

ook de

enige

ptero-pode

diebekendisuitde sedimentinhoudvangrotere

gas-tropoden,

zoals

Scaphella

en

Neptunea,

die

verspeeld

aan

de Nederlandse kust enin dezeegatenworden

gevonden.

Wood

(1842, 462, pl.

5,

fig.

12),

in

zijn ‘Catalogue

of the Shells ffomthe

Crag’

beeldt dezesoortalafen

beschrijft

haar,

zonderer een naam aante

verbinden,

als ‘a very

mi-nutesinistral shell...’. In

zijn

latere

publicaties

komt Wood echter niet

opdezesoortterug.In de ‘Fossielenatlas’

(van

(Mörch,1874). Estepona(Malaga, Spanje),Velerln Antena(‘helling’); Plioceen,Piacenzien. Coll. RGM570 234(leg. A.F.J. Jansen,oktober2008;don. A.F.J.Jansen,juni 2010). Anadditionalpteropod species,Limacina atlanta(Mörch, 1874)

(Mol-lusca,Gastropoda,Euthecosomata)is recordedbyasingle specimen

from the Pliocene(Piacenzian,accordingto theholoplanktonicmollusc assemblage) deposits outcroppingin theenvironments ofEstepona (provinceof Malaga,Spain).The species is knowntooccur during the interval Tortonian-Piacenzian,and therefore does not contribute

to thediscussion ontheageassignment (ZanclianorPiacenzian)of thesedeposits.Asinglespecimenof theheteropodAtlantasp. is in-sufficiently preservedtoacknowledgeare-identification asA.plana Richter, 1972 of twospecimensof Atlanta sp.publishedearlier from

Esteponaand ishesitatinglylabeled as,Atlanta?peroniiLesueur,1817.

In 2004

publiceerde

ik in Palaeontoseen

systematische

beschrijving

vande

holoplanktonische

molluskensoorten

uit het Plioceenvande beroemde

vindplaats Estepona,

in de

provincie Malaga (Spanje).

Hoewel ikernooit zelfben

geweest,

kreeg

ikvanverscheideneverzamelaars hun

he-tero- en

pteropodenmateriaal

ter

bewerking

en, voor een

deel,

teropnamein de RGM-collecties. Niet minder dan 18soortenbleken

aanwezig

te

zijn,

waarvandrie

heteropo-denen15

pteropoden. Erg

interessant in dit materiaalwas de

aanwezigheid

vanenkele

bathypelagische

soorten,wat

verklaard werd door deaanname van

‘upwelling’:

uit

die-pereniveau’s

opstijgend

koudwater,dat ook door de

aan-wezigheid

vandebenthische

koudwatergastropode

Patella

pellucida L.,

1758 werd

aangetoond (da

Silvaet

al., 2006).

(2)

AFZETTINGEN WTKG31 (3),2010 63

Regteren

Altenaet

al.,

1964,p.7,

pi.

22,

fig. 212)

wordt deze soort als ‘wellicht nieuw’ vermeldvanhet‘O.Plist.’

vande Westerschelde onder denaam

Spiratella

sp. In het Middellandse

Zee-gebied

is dezesoort inmiddels ook bekendvan eenaantal

vindplaatsen

in het Tortonien

enMessinien

(Mioceen;

Noord

Italië;

Janssen, 1995;RGM

collecties)

enhet ZanclienenPiacenzien

(Plioceen;

Noord

Italië, Frankrijk;

RGM

collecties).

Voor

Estepona

is dezesoort, zoals

gezegd, nieuw,

maar ze levert helaasgeen

bijdrage

in de discussie of de

Este-pona fauna’snuZanclien of Piacenzien in ouderdom

zijn.

In

tegenstelling

totde

ouderdomsinterpretatie (Zanclien

-‘lower’

Piacenzien)

vandemeesteauteurs die benthische mollusken

beschrijven

van

Estepona (zie bijv.

Landauet

al., 2007,

p.

64)

sluiten de

pteropoden

eenZanclien

ouder-dom absoluut uit.

Nadat dit

artikeltje

al was

ingezonden

voor

Afzettingen

hoorde ikvanAndré dat nog tweeanderesoorten uitz’n materiaal

tevoorschijn

waren

gekomen, namelijk

Clio

cus-pidata

en eenAtlanta sp. De Clioisonmiskenbaar,dus die

naamis beslist

goed.

De Atlanta

echter,

wilde ik wel graag

zien,

wantdaarvan

zijn

maartwee

exemplaartjes

bekend

van

Estepona, destijds gedetermineerd

als Atlanta

sp.,maar

inmiddelsna

enige aarzeling

toch wel herkend als Atlanta

plana Richter,

1972. De

aarzeling

werd veroorzaakt doorde groottevanhet

exemplaar, 4,7

mm,

aanzienlijk

groterdan

recente

exemplaren

van diesoort,maarbovendien door-datA.

plana

uitsluitend uit het Pacifisch

gebied

bekend is. Maar

helaas,

André’s nieuwe

exemplaar

wasdaarvan geen

bevestiging.

Meteendiametervanomstreeks 4mm

lijkt

het wel

op de eerdere twee,maarhelaas

zijn

de

embryo-nale

windingen

niet bewaardendus is nietvast testellen hoeveel

windingen

er

oorspronkelijk

waren enkan ook de

microsculptuur

niet worden beoordeeld. Verder is in dit

schelpje

de laatste

winding

losvande

voorgaande,

wat

bij

A.

plana

ook niet bekend is. Ik determineer dit

exemplaar

derhalvemeteendik

vraagteken

als Atlanta

peroni

Lesueur,

1817,

eensoortdieinderdaadbekendis uit de Atlantische

enMediterrane

regionen.

André’s materiaalkomtvanvier locaties in Velerin Antena

(zie

tabel

hieronder).

Deze locaties

liggen kennelijk

dicht

bij

elkaar in of

bij

Velerin Antenaen

zijn

niet allemaal

duidelijk

teidentificerenmetde

vindplaatsen genoemd

in

mijn Estepona

artikel uit 2004. Locatie 1 wordt door An-dré

aangeduid

als

‘helling’,

locatie 2 als

‘wegberm’ (1c

in

mijn verhaal,

enVA in Vera Pelaezetal.,

1995, fig. 1),

lo-catie 3 als

‘conglomeraat’ (la

in

mijn verhaal,

CO in Vera Pelaezet

al.)

enlocatie 4 als ‘zandlens’

(1c

in

mijn

ver-haal,

SA in Vera Pelaezet

al).

Opvallend

in deze collectie

zijn

degroteaantallen Cuvie-rinaastesana.In 2004 noemde ikvandiesoortveel min-der

exemplaren, namelijk

57,

aangetroffen

in het materiaal

vanvier verzamelaars. EengrootdeelvanAndré’smonsters

vandiesoortis helaas

ffagmentair

endaarom kan het heel

goed zijn

dateendeelervantot C. ludbrooki

behoort,

die pas echt

goed

teonderscheiden isaan

complete exemplaren.

Het betreffende

exemplaartje

vanLimacinaatlanta

is,

met

nogmaals

dankaanAndré

Jansen,

opgenomenin de

holo-Materiaal uit de vier locaties in Velerin Antena: locatie1 locatie 2 locatie 3 locatie4

Atlanta ?peroni Lesueur,1817 1 - -

-Heliconoides inflata

(d'Orbigny,

1835)

- - 1

-Limacina atlanta

(Mörch, 1874)

1 - -

-Cuvierina

(C.)

astesana

(Rang, 1829)

5 c.200 c.130 48,15f

idem, ‘inflated form’

-36-Cuvierina(C.)ludbrooki(Caprotti, 1962) - 3

-

-Clio

(Bellardiclio) cuspidata (Bosc, 1802)

1 - -

-Clio(C.) pyramidata L,1767 f. lanceolata(Lesueur,

1813)

41 8 65 36

Diacria

trispinosa (Blainville, 1821)

1,44f 3,1f 1 4,11f

Cavolinia floridanaCollins, 1934 2 2,2f - 2,30f

Peraclebispinosa Pelseneer, 1888 4 - - 2

Parade thacantha

(Fischer, 1882)

8,12f - - 4f

Materiaal uit de vier locaties in Velerin Antena: locatie 1 locatie 2 locatie 3 locatie 4

Atlanta ?peroni Lesueur,1817 1 - -

-Heliconoides inflata(d’Orbigny,

1835)

- - 1

-Limacina atlanta

(Mörch, 1874)

1 - -

-Cuvierina

(C.)

astesana

(Rang, 1829)

5 c.200 c.130 48,15f

idem, ‘inflated form’ - 3 6

-Cuvierina

(C.)

ludbrooki

(Caprotti, 1962)

- 3

-

-Clio(Bellardiclio) cuspidate (Bosc, 1802) 1 - -

-Clio

(C.) pyramidata

L, 1767 f. lanceolate(Lesueur,

1813)

41 8 65 36

Diacria

trispinosa (Blainville, 1821)

1,44f 3, 1f 1 4, 11f

Cavolinia floridanaCollins, 1934 2 2,2f - 2,30f

Peracle

bispinosa

Pelseneer, 1888 4 - - 2

(3)

AFZETTINGEN WTKG31 (3),2010 64

planktonische

molluskencollectievanNCB Naturalismet

registratienummer

RGM 570 234.

Literatuur

Anderson,

H.-J.,

1964. Die miocane Reinbek-Stufe in Nord- und Westdeutschland und ihre

Molluskenfau-na.- Fortschritte in der

Geologie

vonRheinland und

Westfalen,

14; 31-368.

Gürs,

K.,

& A.W.Janssen,2002. Revised

pteropod

bio-stratigraphy

for the Miocene of the North Sea Basin. In: K. Gürs

(ed.).

Northern

European

Cenozoic

Strati-graphy.

-

Proceedings

of the 8th biannual

meeting

of

the

RCNNS,

RCNPS.

Flintbek,

Landesamt fur Natur und Umwelt

Schleswig-Holstein,

pp. 117-131. Janssen,

A.W.,

1995.

Systematic

revision of

holoplankto-nic Mollusca in thecollectionsof the

‘Dipartimento

di Scienze dellaTerra’atTorino,

Italy.

- Museo

Regionale

di Scienze

Naturali,

Torino,

Monografie,

17,pp. 1-233. Janssen,

A.W.,

2004.

Holoplanktonic

molluscan

assem-blages (Gastropoda, Heteropoda,

Thecosomata)

ffom the Pliocene of

Estepona (Spain, Malaga).

-

Palaeon-tos, 5: 103-131.

Landau, B., R. Houart. & C.M. daSilva, 2007. The

Ear-ly

Pliocene

Gastropoda (Mollusca)

of

Estepona,

Sout-hern

Spain.

Part 7: Muricidae.-

Palaeontos,

11: 1-87.

Mörch,

O.A.L., 1874.

Forsteningeme

i

Tertiaerlagene

i Danmark. In: Meddelelse paa det 11teskandinaviske Naturforskermode i

Kjobenhavn

1873.

Kjobenhavn

(Schultz),

pp. 274-298.

Regteren Altena,

C.O. van,A. Bloklander & L.P.

Poude-royen, 1964. De fossiele

schelpen

vande Nederlandse strandenenzeegaten,6.- Basteria,

28(1-2);

1-9.

Silva,

C.M.

da,

B.M.

Landau,

R. Domènech & J.

Martinell,

2006. Pliocene Atlanto-Mediterranean

biogeography

of Patella

pellucida (Gastropoda, Patellidae):

Palaeocea-nographic implications.

-

Palaeogeography,

Palaeocli-matology, Palaeoecology,

233: 225-234.

Vera-Pelaez,

J.L.,M.C.

Lozano-Francisco,

R.

Muniz-Solis,,

C.

Gili,

J.

Martinell,

R.

Domènech,,

P.

Palmqvist

& A.

Guerra-Merchan,

1995. Estudio

preliminar

de la

ma-lacofauna del Plioceno de

Estepona (Malaga, Espana).

-Iberus,

13:93-117

Wood, S.V.,

1842. A

catalogue

of shells from the

Crag

(continued).

- The Annals and

Magazine

of Natural

History,

9: 455-462.

*Arie W.Janssen,12

Triq

tal

'Hamrija, Xewldja

XWK

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een van de belangrijkste conclusies uit dit onderzoek is dat niet alleen het type kansspel (short odds) samenhangt met problematisch speelgedrag, maar vooral ook het

Lezen is al te vaak iets waar vooral aandacht aan besteed wordt bij kinderen die het goed kunnen (en er zelf dus al interesse voor hebben) of die het net minder goed kun- nen (of

Grofweg betekent dit dat iedereen deze code mag gebruiken en delen, zolang deze niet voor commerciële doelein- den wordt gebruikt. Indien er een signatuur van de maker in de

Deze vragenlijst is samengesteld, omdat bij het kopen en verkopen van een woning (onroerende zaak) op de koper een eigen onderzoeksverantwoordelijkheid rust om zich zo op een

In deze economisch moeilijke tijden en vooral met het oog op een goede concurrentiepositie voor de toekomst is het van belang dat bedrijven in een zo optimaal

Hier wordt aangegeven welke organisatorische aanpassingen JGZ-organisaties nodig zijn om ervoor te zorgen dat JGZ-professionals de richtlijn kunnen uitvoeren of welke knelpunten

We zien dus onze eerdere globale waarneming b i j het spiegel- probleem hier bevestigd: het zijn vooral de (soms impliciete) basisconcepties die de ontwikkeling richten. En dat

Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar te zoeken... Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar