• No results found

Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt wél een kwartje Een onderzoek naar het medisch-psychologische narratief van KOPP in Wees onzichtbaar en Alleen met de goden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt wél een kwartje Een onderzoek naar het medisch-psychologische narratief van KOPP in Wees onzichtbaar en Alleen met de goden"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt wél een kwartje

Een onderzoek naar het medisch-psychologische narratief van KOPP in Wees onzichtbaar en Alleen met de goden

Naam: Janke Nieske Mulder Studentennummer: s12385751

Faculteit: Geesteswetenschappen Letteren Specialisatie: Moderne Letterkunde Onderdeel: Masterscriptie

Scriptiebegeleider: dhr. dr. G.E.H.I. Franssen Datum: Amsterdam, juni 2019

(2)

Voorwoord

Voor u ligt de masterscriptie ‘Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt wél een kwartje’. Het onderzoek voor deze scriptie is uitgevoerd aan de Universiteit van Amsterdam. Deze scriptie is geschreven in het kader van de afronding van de opleiding Nederlandse taal en cultuur

(Neerlandistiek) en is het resultaat van een vier maanden durende afstudeerperiode. Het schrijven van de scriptie was voor mij een proces. Een proces van vallen en opstaan, waarbij uiteindelijk alle puzzelstukjes op zijn plaats zijn gevallen. Een proces dat gepaard is gegaan met een lach en wat stress.

Bij dezen wil ik graag mijn scriptiebegeleider Gaston Franssen bedanken voor zijn heldere commentaren, enthousiasme en fijne samenwerking.

Ik wens u veel leesplezier toe.

Janke Nieske Mulder

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding...3 2. Theoretisch kader………...7 2.1. Medisch-psychologisch onderzoek………...7 2.2. De Bildungsroman………...9 2.3. Ideologie………...12

3. Analyse Alleen met de goden.……….16

3.1. Het medisch-psychologische narratief: Alex Boogers- Alleen met de goden………..……….16

3.2. Het narratief van de Bildungsroman: Alex Boogers- Alleen met de goden……….24

4. Analyse Wees onzichtbaar………...37

4.1. Het medisch-psychologische narratief: Murat Isik- Wees onzichtbaar……….…37

4.2. Het narratief van de Bildungsroman: Murat Isik- Wees onzichtbaar………..46

5. Conclusie………...54

(4)

1. Inleiding

De titel van de inleiding van het tijdschrift Nederlandse Letterkunde in 2018 luidt: De taal der ziekte: literaire perspectieven op geneeskunde, psychosomatiek en psychiatrie. In dit themanummer staat de wisselwerking tussen onderzoek naar literaire productie enerzijds en de geneeskunde,

psychosomatiek en de psychiatrie anderzijds centraal.1 Geneeskunde en letterkunde lijken op het eerste gezicht misschien een opmerkelijke combinatie. Toch blijken de disciplines goed samen te gaan en dit kan resulteren in nuttige inzichten. Artsen kunnen literatuur bijvoorbeeld gebruiken om meer inzicht te krijgen in het perspectief van de zieke. Verder zou literatuur het empathische vermogen van artsen kunnen versterken. Daarnaast kan literatuur dienen als steun voor patiënten. Wat opvalt, is dat literatuur in deze gevallen de medische wereld dient. De functies van literatuur laten zien “wat de studie van literatuur in het algemeen kan betekenen voor inzichten uit de geneeskunde, de

psychosomatiek en de psychiatrie.”2 In dit onderzoek analyseer ik de wisselwerking tussen enerzijds de Bildungsroman als artistieke vorm en anderzijds het medisch-psychologische narratief in de roman. Ik richt mij zowel op de overeenkomsten tussen beide vermogens als op het afwijkende perspectief dat literatuur kan bieden ten opzichte van reële medische inzichten. Ik doe dit aan de hand van twee recent verschenen romans, namelijk Wees onzichtbaar (2017) van Murat Isik en Alleen met de goden (2015) van Alex Boogers.

In dit onderzoek ligt de focus onder andere op de literaire representatie van geestelijke ziektes in literatuur. Er wordt met een letterkundige blik gekeken naar de relatie tussen literatuur en geneeskunde. Er duiken al sinds jaar en dag romans op waarin personages met een mentale afwijking centraal staan. Er is dan ook een grote rol weggelegd voor geestesziektes in literatuur, denk aan de krankzinnige personages van Shakespeare uit de zeventiende eeuw. In 1964 schreef Simon Vestdijk een boek over ziektebeelden in literatuur. In De zieke mens in de romanliteratuur besteedt hij “voornamelijk aandacht aan de manier waarop in de roman ziekten en de lijdende mens worden beschreven.”3 Vestdijk analyseert in zijn betoog romans waarin een duidelijk ziektebeeld naar voren komt, zoals De Toverberg en Doctor Faustus van Thomas Mann. Ook in het themanummer van maart 2018 staan in het tijdschrift Nederlandse Letterkunde teksten centraal waarin verslag wordt gedaan van een erkende ziekte. Zo onderzoekt Anne-Fleur van der Meer in haar bijdrage het autobiografische Kikker gaat fietsen. In deze roman doet hoogleraar Franse letterkunde Maarten van Buuren verslag van een periode in zijn leven waarin hij met depressieve episodes kampte.4 In dit onderzoek wordt er

1 Franssen en van Geelen, 2018, p. 3. 2 Franssen en van Geelen, 2018, p. 6. 3 Verwey, 2003, p. 5.

(5)

gekeken naar romans waarin geen psychiatrische diagnose is vastgesteld bij de personages. De geestelijke aandoeningen zijn op een impliciete manier aanwezig. De personages kampen wel met klachten die passend zijn voor psychische stoornissen, maar er is geen arts die de ziektes

daadwerkelijk heeft vastgesteld.

Dat ik Alleen met de goden en Wees onzichtbaar als onderzoeksobjecten neem, heeft nog een aantal redenen. Ten eerste vertonen de hoofdpersonages in de romans ziektesymptomen als gevolg van het disfunctioneren van de ouders. De ouders hebben last van mentale problemen die het disfunctioneren kunnen verklaren. Daarnaast groeien ze op in een omgeving die op alle gebieden onveilig en onvoorspelbaar is. In het gezin van Aaron Bachman, het hoofdpersonages in Alleen met de goden, ontbreekt iedere vorm van empathie. Zijn agressieve stiefvader belandt in de gevangenis en hij blijft achter in een slechte buurt met een moeder die zich amper om hem bekommert. Ze heeft klachten van depressie en ontwikkelt een alcoholverslaving. Het hoofdpersonage in Wees

onzichtbaar, Metin Mutlu, groeit op in de Bijlmer waar veel criminaliteit voorkomt. Zijn vader drinkt veel en heeft last van woede-uitbarstingen waarbij hij zijn vrouw en kinderen regelmatig slaat. Zijn zoon lijdt onder het narcistische en gewelddadige gedrag van zijn vader. Aaron en Metin zijn op zichzelf aangewezen en leven voortdurend in angst voor een volgende crisis. De situatie in Alleen met de goden en Wees onzichtbaar lijken overeen te komen met medisch-psychologische onderzoeken naar gezinnen en kinderen die zich vandaag de dag bevinden in vergelijkbare situaties. De romans resoneren dus met kennis van reële kinderen die leven onder dit soort omstandigheden. De kinderen behoren tot wat ze in de medische wereld KOPP noemen. Deze Kinderen van Ouders met

Psychiatrische Problemen vormen een duidelijke risicogroep in de geestelijke gezondheidszorg.5 Verder zijn beide titels psychologische romans die verhalen over de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de hoofdfiguren gedurende de overgang van jeugd naar volwassenheid. Deze omschrijving laat zien dat de romans behoren tot het literaire genre van de Bildungsroman. Er is bewust gekozen voor romans met een fictief karakter in plaats van bijvoorbeeld een memoires, levensverhaal of autopathografie. In het artikel Een wandelende anomalie omschrijven Gaston Franssen en Stefan van Geelen dit laatste genre als “een door een auteur zelf op schrift gesteld en voor een specifiek publiek bedoeld verslag van een ziekteproces.”6 Een autobiografisch verslag heeft vaak sterke overeenkomsten met de werkelijkheid, terwijl een fictief verhaal hier veel meer van kan afwijken. Een autobiografie over leven met een ouder met een mentale stoornis is op een andere manier opgebouwd dan een Bildungsroman die het medisch-psychologische narratief van KOPP bevat. Het literaire karakter van de Bildungsroman brengt namelijk bepaalde constructies en kenmerken met zich mee die passend zijn voor dit genre en die kunnen afwijken van de reële

5 Van Doesum en Weikamp, 2005, p. 458. 6 Franssen en van Geelen, 2018, p. 43.

(6)

medisch-psychologische kennis. De roman is met andere woorden “geconstrueerd door een auteur, die daarbij gebruik heeft gemaakt van allerlei narratologische, retorische en stilistisch-metaforische kunstgrepen, met de bedoeling een bepaald effect bij de lezer te sorteren.”7 In dit onderzoek kijk ik wat er gebeurt wanneer twee verschillende narratieven met elkaar gecombineerd worden. In dit geval het medisch-psychologische narratief van KOPP en het narratief van de Bildungsroman. Uitgangspunt is dus het idee dat fictieve verhalen zoals Wees onzichtbaar en Alleen met de goden af kunnen wijken van de werkelijkheid, omdat ze de betekenisscheppende constructie van de

Bildungsroman kiezen.

In dit kader is er iets opvallends aan de ontwikkeling van de hoofdpersonages in de romans. Er wordt over het algemeen een negatief toekomstbeeld geschetst voor de KOPP-kinderen. Medisch-psychologische handboeken tonen aan dat deze kinderen vaak gedragsproblemen vertonen en op latere leeftijd ontsporen. Handboek jeugdzorg deel 1 vermeldt: “De gevolgen van de ziekte van de ouder kunnen van grote invloed zijn op de ontwikkeling van een kind en op de rest van het volwassen leven.”8 Hoe ernstig de gevolgen zijn voor de latere ontwikkeling wordt ook bepaald door

aanwezigheid van risicofactoren en beschermde factoren. Ook dit belooft niets goeds voor de

hoofdpersonages in beide romans. Op jonge leeftijd komen Aaron en Metin al in aanraking met onder andere huishoudelijk geweld en financiële problemen. Ze groeien op in slechte buurten en hebben een niet adequaat sociaal netwerk. De kinderen hebben te maken met een cumulatie van de risicofactoren en een beperkte aanwezigheid van beschermende factoren. Naast de psychiatrische ziektes van de ouders en de daar bijkomende crisis, kampen de hoofdpersonages met problemen in de sociale en ruimtelijke omgeving. Er wordt dan ook verwacht dat ze zich op een negatieve manier ontwikkelen. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. Aan het eind van de romans, wanneer Aaron en Metin volwassen zijn, lijken de problemen uit hun jeugd geen negatieve invloed meer te hebben op hun levens. Dit is opmerkelijk te noemen, omdat het botst met de resultaten uit

medisch-wetenschappelijke studies. Het bovenstaande brengt mij tot de volgende hoofdvraag van dit onderzoek: bevestigt de literaire representatie de gevolgen van opgroeien met een ouder met psychiatrische problemen (zoals we die kennen uit de medisch-psychologische literatuur) of biedt de literatuur juist een ánder, afwijkend perspectief daarop?

Om de bovenstaande vraag te beantwoorden plaats ik de vragen die Wees onzichtbaar en Alleen met de goden opwerpen in een algemener kader van onderzoek naar de

medisch-psychologische inzichten van KOPP-kinderen, de Bildungsroman en ideologie. Daarna volgt een ideologiekritische analyse waarin ik het emotionele palet waarmee de hoofdpersonages worden gepresenteerd en de structuur van de Bildungsroman bestudeer. Enerzijds worden de

medisch-7 Franssen en van Geelen, 2018, p. 43. 8 Van Doesum en Weikamp, 2005, p. 459.

(7)

psychologische kenmerken in de romans onder de loep genomen en anderzijds worden de teksten geanalyseerd in het licht van het literaire karakter van de ontwikkelingsroman en de

betekenisverschuiving die dat met zich meebrengt.

(8)

Om mijn hoofdvraag te kunnen beantwoorden maak ik gebruik van medisch-psychologische onderzoeken naar het begrip KOPP. Ik probeer door middel van een romananalyse de narratieve dimensie van KOPP in kaart te brengen voor Wees onzichtbaar en Alleen met de goden. Om dit te kunnen doen is het van belang een medisch-psychologisch kader te schetsen dat inzicht geeft in de ontwikkelingen rondom KOPP-kinderen. Daarnaast richt ik mij op theorie over het karakter van de Bildungsroman. Dit genre bevat vaak een overwinningsnarratief waarbij het hoofdpersonage zijn ellende en obstakels overwint en hierdoor een evenwichtige levenshouding vindt. Deze structuur kan afwijken van de ongunstige voorspellingen voor de toekomst van de KOPP-kinderen die naar voren komen in medisch-wetenschappelijke onderzoeken. Ten slotte komen er in de romans verschillende wereldbeelden naar voren. De personages geloven bijvoorbeeld dat zij nooit kunnen ontsnappen aan hun achtergrond en dus nooit hoger kunnen opklimmen binnen de bestaande maatschappelijke verhoudingen. Hiervoor baseer ik mij op de theorie die gaat over ideologie en macht.

2.1. Medisch-psychologisch onderzoek

Het landelijk Nederlands kennisinstituut voor onder andere de geestelijke gezondheidszorg

rapporteert dat er in Nederland jaarlijks 1.6 miljoen kinderen onder de 22 jaar zijn van een ouder met een psychische stoornis of verslavingsprobleem. Deze Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen, afgekort met KOPP, vormen 38,5% van het totaal aantal kinderen in Nederland. Ze hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van geestelijke gezondheidsproblemen. “Bij deze kinderen zijn vaak al op jonge leeftijd symptomen van gedragsproblemen aanwezig. Deze symptomen verhogen het risico op persistente gedragsproblemen en psychopathologie op latere leeftijd,”9 aldus het Trimbos-instituut. In de romans Alleen met de goden en Wees onzichtbaar behoren de

hoofdpersonages tot de groep van KOPP-kinderen. De ouders van Metin en Aaron lijken last te hebben van meerdere stoornissen. Ze vertonen bijvoorbeeld symptomen van depressie, maar kampen ook met agressieproblemen en alcoholverslavingen. Het tegelijkertijd voorkomen van meerdere aandoeningen of stoornissen bij één persoon wordt ‘comorbiditeit’ genoemd en is een veelvoorkomend probleem in KOPP-situaties.10

Niet alle kinderen binnen de risicogroep zijn even kwetsbaar. De mate waarin kinderen problemen kunnen ondervinden van de psychiatrische aandoening van de ouder is mede afhankelijk van risico- en beschermingsfactoren.11 Ten eerste spelen factoren bij het kind zelf een rol. Hierin is onder andere de leeftijd van het kind van belang. Over het algemeen geldt: hoe jonger het kind in aanraking komt met de problemen van de ouders, des te groter het risico. Erfelijkheid speelt bij

9 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 7. 10 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 7. 11 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 9.

(9)

sommige aandoeningen ook een rol. Psychiatrische stoornissen zijn volgens onderzoek 30-85% genetisch bepaald.12 Verder verhogen bepaalde eigenschappen van het kind de kans op het ontwikkelen van psychiatrische problemen. Kinderen met bijvoorbeeld een moeilijk temperament, negatieve emotionaliteit of negatieve gevoelens van eigenwaarde zijn kwetsbaarder dan

veerkrachtige kinderen. 13 Veerkracht is een beschermende factor en hieronder vallen kinderen met onder andere zelfvertrouwen en sociale en cognitieve competenties. Daarnaast draagt een goed begrip van de problemen van de ouder bij aan de bescherming van het kind tegen psychische problemen. De bovenstaande risicofactoren die te maken hebben met het kind zelf zijn van toepassing op Metin en Aaron. Het zijn kwetsbare kinderen die al op jonge leeftijd in aanraking komen met problemen van hun ouders en hebben dus een verhoogde kans op het ontwikkelen van psychische stoornissen.

Naast de omstandigheden van het kind zelf vormen de ouders een belangrijke factor. De ernst en chroniciteit van de ouderlijke psychopathologie blijken grote invloed te hebben op de

ontwikkelingsrisico’s bij KOPP-kinderen. “Comorbiditeit (met bijv. een persoonlijkheidsstoornis) is vaak een voorkomende oorzaak van deze ernst en chroniciteit en kan bijdragen tot de mate waarin de problematiek interfereert met het ouderlijk functioneren.”14 Daarnaast speelt de leeftijd waarop de ouder de stoornis krijgt een rol. Het risico is vaak groter als de aandoening zich ontwikkelt vóór de leeftijd van dertig. Verder hangt de kwaliteit van de opvoeding samen met de ontwikkeling van gedragsproblemen bij een kind. Een zieke ouder functioneert doorgaans minder goed dan een gezonde ouder. Het verstoorde opvoedingsgedrag wordt gekenmerkt door weinig verzorging en veel autoritaire controle van de ouder richting het kind. Zieke ouders maken zich bovendien vaker schuldig aan ongevoelige reacties, lage betrokkenheid, agressie en kindermishandeling.15 Andere voorspellers binnen deze categorie zijn huwelijksproblemen, alleenstaand ouderschap en gebeurtenissen tijdens de zwangerschap.16 De opvoeding van de ouders in Alleen met de goden en Wees onzichtbaar wordt gekenmerkt door lage betrokkenheid en ongevoelige reacties. Ook worden de kinderen geestelijk en mentaal mishandeld en dit verhoogt de kwetsbaarheid van Metin en Aaron.

Een derde en laatste indicator is de omgevingssituatie. De school kan een beschermende factor zijn indien het zorgt voor afleiding en positieve ervaringen bij het kind. Het wordt een

risicofactor wanneer het kind hiervan stress ondervindt. Verder is een niet adequaat sociaal netwerk een factor die het risico voor het kind verhoogt.17 Dit geldt ook voor familieconflicten, huishoudelijk geweld, financiële problemen en slechte stressvolle leefomstandigheden. De beschikbaarheid van 12 Van Doesum en Weikamp, 2005, p. 462.

13 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 10. 14 Clercq en van Vreckhem, 2008, p. 236. 15 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 14. 16 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 15. 17 Van Doesum en Weikamp, 2005, p. 462

(10)

een vertrouwenspersoon of een vriend(in) wordt gezien als beschermde factor.18 De omgeving van Aaron en Metin is tevens ongunstig, omdat ze onder andere opgroeien in armoede met weinig voorzieningen. Op school worden de jongens gepest en binnen het gezin zijn er veel conflicten. Onderzoek wijst uit dat de verschillende factoren een onderling versterkende werking te hebben. “Het effect van samen voorkomende risicofactoren blijkt aanzienlijk groter te zijn dan de loutere optelsom van de effecten van afzonderlijke risicofactoren.”19 Of zoals het Trimbos-instituut vermeldt: “Hoe meer risicofactoren er aanwezig zijn, hoe groter de kans dat kinderen zich minder gunstig ontwikkelen.”20 De risicofactoren van de drie categorieën (het kind, de ouders en de omgeving) blijken allemaal ongunstig voor Aaron en Metin. Zij hebben dus een extreem hoge kans op het ontwikkelen van blijvende gedragsproblemen of psychiatrische aandoeningen.

De bovenstaande uitkomsten van medische onderzoeken zijn van toepassing op de

hoofdpersonages van Alleen met de goden en Wees onzichtbaar. In de situatie van Aaron en Metin zijn veel risicofactoren aanwezig en weinig protectieve. De voorspellingen voor de toekomst zijn ronduit beroerd. Toch ontwikkelen de hoofdpersonages zich op een positieve manier en lijken de problemen aan het eind van de romans volledig te zijn opgelost. De verhalen bevatten dus een overwinningsnarratief met een verlossend einde. Om dit te verklaren maak ik gebruik van de theorie van de Bildungsroman.

De Bildungsroman

De Bildungsroman of vormingsroman in het Nederlands stamt uit de negentiende eeuw. De term is rond 1820 bedacht door de Duitse filoloog Karl Morgenstern. Tegenwoordig zien we dit genre als een ontwikkelingsroman die verwijst naar de groei van het hoofdpersonage tot een evenwicht dat pas bij volwassenwording wordt bereikt.21 De definitie van het Algemeen letterkundig lexicon luidt: “roman waarin de opvoeding (Du. Erziehung) en karakterontwikkeling van de hoofdpersoon centraal staat. Het gaat daarbij om de vorming (Du. Bildung) van de held door zijn omgeving.”22 Het hoofpersonage wordt in dit kader vaak gevormd door een brede culturele context en de persoonlijke ervaringen met familie en vrienden. In het proces van volwassenwording is er sprake van bewustwording van de eigen identiteit en zijn positie in de wereld. Ondertussen krijgt hij te maken met obstakels en conflicten, maar weet deze te accepteren of te overwinnen. Jaap Grave, verbonden aan de vakgroep Nederlands van de Freie Universität Berlin, is van mening dat dit een onbevredigende omschrijving is. Volgens hem is de definitie enkel gebaseerd op de negentiende-eeuwse visie en niet aangepast aan

18 Clercq en Vreckhem, 2008, p. 237. 19 Clercq en Vreckhem, 2008, p. 236. 20 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 17. 21 Grave, 2012, p. 11.

(11)

de ontwikkelingen daarna.23 Groei zonder invloed van buiten is volgens de definitie van het Algemeen letterkundig lexicon namelijk niet mogelijk. In Alleen met de goden en Wees onzichtbaar groeien de hoofdpersonages op onder erbarmelijke omstandigheden met veel conflicten. Eenmaal volwassen weten ze de nare ervaringen achter zich te laten en worden uiteindelijk een beter mens. In dat opzicht kunnen we de romans dus rekenen tot het genre van de Bildungsroman zoals het Algemeen letterkundig lexicon het beschrijft. De ontwikkeling en groei van de personages worden echter niet enkel mogelijk gemaakt door invloeden van instituten en personages uit de omgeving. De groei van Metin en Aaron wordt dus niet van buiten veroorzaakt, zoals de gangbare definitie doet vermoeden. Zoals hieronder zal blijken speelt literatuur een belangrijke rol voor de hoofdpersonages.

In Na de roes, Over verbeeldingskracht en utopieën in de literatuur, vertrekt Jaap Grave vanuit Hegels omschrijving van de traditionele Bildungsroman. Jongeren zijn volgens de Duitse filosoof “’nieuwe ridders’ die de burgerlijke maatschappij, de staat en de wetten bestrijden omdat ze een belemmering vormen bij het bereiken van hun idealen.”24 De jongeren zetten zich af tegen de realiteit die hen in een model probeert te persen. Eenmaal volwassen leggen ze zich uiteindelijk neer bij de bestaande verhoudingen. De personages geven toch toe aan de ideologie waartegen zij zich in hun vroegere jaren verzetten en worden opgenomen in de maatschappij. Het einde van de rebelse jaren van de personages vormt in Hegels betoog “het begin van een kleinburgerlijk leven dat één grote ontluistering is.”25 Deze voorstelling van de Bildungsroman is niet representatief voor de romans die in dit onderzoek centraal staan, waarin de personages zich niet neerleggen bij de bestaande

verhoudingen. De schijnbare onmogelijkheid om het doel van een individuele positieve ontwikkeling te bereiken wordt wél gerealiseerd in Wees onzichtbaar en Alleen met de goden.

De vraag rijst hoe de Bildungsroman in Nederland wordt benaderd. Aagje Swinnen heeft met haar dissertatie, Het slot ontvlucht. De 'vrouwelijke' Bildungsroman in de Nederlandse literatuur, uitgebreid aandacht besteed aan het genre in de Nederlandstalige literatuur. Volgens Grave doet Swinnen in haar nauwkeurige analyse onvoldoende pogingen om de kenmerken van het genre uit te breiden. In Na de roes, Over verbeeldingskracht en utopieën in de literatuur wil Grave de omschrijving van het genre van de Bildungsroman aanvullen met enkele kenmerken die afkomstig zijn uit studies van literatuurwetenschappers Wilhelm Voßkamp en Karl Heinz Bohrer. Grave maakt onder andere gebruik van het begrip “utopie” en stelt: “Het streven naar een andere, betere wereld is utopisch. […] Verder wijken ze [utopieën] sterk af van de realiteit en construeren ze een andere wereld.”26 In de Bildungsroman is het streven naar geluk een belangrijk element en daarom kan het genre volgens Grave worden beschouwd als een “een bijzondere vorm van de literaire tijdutopie, een individueel

23 Grave, 2012, p. 11. 24 Grave, 2012, p. 13. 25 Grave, 2012, p. 13. 26 Grave, 2012, p. 19.

(12)

psychologische tijdutopie. In beide genres wordt in meer of mindere mate een ideale maatschappij beschreven.”27 In Alleen met de goden en Wees onzichtbaar streven de personages ook te allen tijde naar een andere en betere wereld, een utopie dus.

Wees onzichtbaar en Alleen met de goden sluiten aan bij het karakter van de twintigste-eeuwse Bildungsroman. Er staan vanaf dan kwetsbare en ontspoorde personages centraal die niet goed kunnen functioneren in de maatschappij en in de marge proberen te overleven.28 Er is geen sprake meer van strijdlustige nieuwe ridders die zich afzetten tegen de huidige stand van zaken. Toch streven de personages wel degelijk naar rust en harmonie. Het betekent dus dat ze hun utopieën niet opgeven, wel dat ze die niet kunnen verwezenlijken door hun omstandigheden. Hier introduceert Grave het begrip van Bohrer dat ook van belang is voor dit onderzoek, namelijk het utopische

‘ogenblik’.29 Als het toekomstige geluk voor de personages niet meer mogelijk is, dan is het alleen nog in de individuele momenten te ervaren. Het veroorzaakt een extase van geluk, waarin de realiteit niet meer als utopisch veranderbaar wordt voorgesteld.30 Voßkamp gebruikt in dit kader de term

‘(utopische) voorstellingen’ of ‘verbeeldingskracht’.31 Hij laat zien dat de Bildungsroman op twee manieren gebruik kan maken van deze beelden: via een picturale of literaire verwijzing. In Alleen met de goden en Wees onzichtbaar zorgen literaire werken er inderdaad voor dat de personages inzichten krijgen die van belang zijn voor hun ontwikkeling. Literatuur speelt voor het hoofdpersonage in Alleen met de goden een belangrijke rol. Zijn nare ervaringen schrijft hij op in schriften om ze te verwerken en lezen helpt hem te ontsnappen aan de werkelijkheid. Op de momenten dat hij leest of schrijft ervaart hij een gevoel van puur geluk geconcentreerd in één ogenblik: “Ik las de zinnen en was heel even volmaakt gelukkig. Ik moest lachen en huilen tegelijk, ”32 aldus Aaron. Dit is precies een individuele extase zoals Bohrer dit beschrijft. Aan het eind van de roman wordt Aaron zelfs een schrijver. In dat opzicht is Alleen met de goden een kunstenaarsroman waarin kunst als remedie voor het hoofdpersonage centraal staat.

Het bovenstaande laat onder andere zien dat het genre aan verandering onderhevig is. De twintigste-eeuwse Bildungsroman wijkt af van de voorgaande eeuwen. “Maatschappijen veranderen en Bildungsromans zijn van oudsher nauw verweven met de tijd waarin ze verschenen.”33 Hegels omschrijving van de Bildungsromans past bij de context van zijn tijd, waarbij het ging om pessimisme en bescheiden, kleinburgerlijke verwachtingen. De Bildungsroman kan met andere woorden dus iets zeggen over de tijd waarin het werk is verschenen. De hoofdpersonages in dit onderzoek zijn

27 Grave, 2012, p. 19. 28 Grave, 2012, p. 20. 29 Grave, 2012, p. 20 30 Grave, 2012, p. 21. 31 Grave, 2012, p. 22. 32 Boogers, 2017, p. 336. 33 Grave, 2017, p. 25.

(13)

voorbeelden van kwetsbare personages, zoals ze voorkomen in de twintigste-eeuwse Bildungsroman, die verlangen naar rust en liefde. Metin en Aaron streven te allen tijde naar een betere wereld en blijven hiervoor vechten, ondanks hun situatie die het moeilijk maakt om hun verlangens te

verwezenlijken. Jaap Grave introduceert het begrip ‘utopie’ om het streven naar een andere wereld, die afwijkt van de realiteit, uit te leggen. De literaire verwijzingen in de Bildungsroman naar utopische voorstellingen zorgen voor individuele ontwikkeling. De groei die de personages doormaken wordt dus niet enkel veroorzaakt door externe invloeden, zoals het Algemeen letterkundig lexicon

suggereert. Individuele en naar binnen gerichte ervaringen van geluk door bijvoorbeeld literatuur zijn van belang voor de ontwikkeling. Ik zal een nauwkeurige analyse maken van beide romans om dit perspectief bloot te leggen en te onderzoeken wat er gebeurt als een medisch-psychologisch narratief, zoals KOPP, gecombineerd wordt met het narratief van de Bildungsroman.

Ideologie

In Modernist Studies and the Bildungsroman: A Historical Survey of Critical Trends geeft, hoogleraar Duits aan de Universiteit van Notre Dame, Tobias Boes een overzicht van de historische en recente ontwikkelingen rondom de Bildungsroman. Het artikel is voor dit onderzoek van belang, omdat Boes verschillende theorieën aanhaalt die de Bildungsroman in verband brengen met ideologie. Zo stelt hoogleraar Marc Redfield dat de Bildungsroman “a mere construct of aesthetic ideology”34 is. Volgens de Duitse filosoof Wilhelm Dilthey is het genre sterk verbonden met sociale omstandigheden. Hij beschouwt het type roman “as the poetic expression of the Enlightenment concept of Bildung. […] To this aesthetic precondition of the genre, Dilthey added an ideological one. The nineteenth-century Bildungsroman, he suggested, is a product of sociological circumstances.”35 In Duitsland verkondigt de twintigste-eeuwse Bildungsroman een andere boodschap dan in bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk. Het genre is dus verbonden met zijn omgeving en de daarbij horende ontwikkelingen. Met andere woorden: ideologieën in een samenleving hebben invloed op de wereldbeelden die de

Bildungsroman uitdraagt. Ook recente ontwikkelingen bevestigen de link tussen het genre en ideologie, zoals feministische kritiek waarbij de aandacht uitging naar “the link between aesthetics and ideology.”36

Hoe de wereldbeelden en ideologische standpunten geconstrueerd worden in romans leggen Gaston Franssen en Stephan Besser uit in Literatuur in de wereld: handboek moderne letterkunde. Zij stellen dat literatuur schrijven een vorm van strijd leveren is, omdat de auteur niet zomaar recht van spreken heeft. In het hoofdstuk over macht stellen Franssen en Besser dat schrijvers te maken

34 Boes, 2006, p. 230. 35 Boes, 2006, p. 232. 36 Boes, 2006, p. 234.

(14)

hebben met “de dwang van verwachtingspatronen, morele conventies en stilzwijgend aangenomen omgangsregels. […] Hij [de schrijver] is altijd ingebed in netwerken van macht en claims op kennis, die zijn uitlatingen mogelijk maken, maar ook bepreken.”37 Dit heeft gevolgen voor wat de schrijver kan zeggen en hoe hij dat kan zeggen. De auteur voert hierbij een strijd om te bewijzen dat zijn literaire betekenis ‘belangrijker’ of ‘aannemelijker’ is dan elke andere, mogelijke betekenis.38 Om betekenissen van de strijd bloot te leggen moet de lezer scherp en met het nodige wantrouwen naar een tekst kijken om signalen te ontdekken die erop wijzen dat er iets als vanzelfsprekend wordt voorgesteld, “terwijl dat ‘iets’ in feite de inzet van een strijd is.”39 De auteur speelt in dit hoofdstuk dus een belangrijke rol, omdat hij degene is die deze signalen in een tekst verstopt.

Franssen en Besser proberen de relatie tussen macht en literatuur te beschrijven met behulp van de term ‘ideologie’ en verwijzen hierbij naar verschillende standpunten van wetenschappers. De meningen over de verhouding tussen literatuur en macht lopen sterk uiteen en dit levert felle discussies op waarin de positie van de schrijver een belangrijke rol speelt. Volgens sommigen dient een literaire schrijver zich te conformeren aan de status quo. Er zijn ook theoretici die van mening zijn dat de schrijver een uitzonderingspositie inneemt en de spreker is van een tegendiscours.40 Al deze theoretici hebben één ding met elkaar gemeen: ze nemen de klassieke ideologiedefinitie van Marx en Engels als uitgangspunt.41 In de achttiende eeuw verwees verlichtingsfilosoof Antoine Destutt de Tracy met de term ‘ideologie’ naar een algemene filosofie van het denken.42 In de negentiende eeuw gebruiken Marx en Engels de term om kritiek te leveren op het kapitalisme en daarbij behorende specifieke arbeidsverdeling. De arbeider wordt volgens hen structureel uitgebuit en onderdrukt. Hoe kan een dergelijk oneerlijk systeem toch standhouden? “Het geheim van het kapitalistische succes […] is dat deze ‘Produktionsweise’ niet alleen voortdurend goederen (re)produceert, maar ook alle overtuigingen, sociale conventies en beleidsvormen die het kapitalistische systeem vormgeven en legitimeren. Dit abstracte en wijdverspreide geheel aan opvattingen en overtuigingen, waarmee we voor onszelf een voorstelling maken van de wereld, noemen Marx en Engels een ideologie.”43 Deze voorstelling van de wereld is volgens hen een vertekenende of valse weergave en er is dan ook een belangrijk verschil tussen de werkelijke condities en de condities zoals we die voor onszelf

representeren.44 37 Franssen en Besser, 2013, p. 166. 38 Franssen en Besser, 2013, p. 166. 39 Franssen en Besser, 2013, p. 166. 40 Franssen en Besser, 2013, p. 167. 41 Franssen en Besser, 2013, p. 168. 42 Franssen en Besser, 2013, p. 168. 43 Franssen en Besser, 2013, p. 169. 44 Franssen en Besser, 2013, p. 169.

(15)

In het inleidende stukje van dit theoretische kader werd duidelijk dat Wees onzichtbaar en Alleen met de goden bepaalde visies uitgedragen. De hoofdpersonages geloven dat ze nooit zullen ontsnappen aan hun achtergrond. Dit is een voorbeeld van een vertekenend of vals wereldbeeld. In werkelijkheid is het immers wel mogelijk om je te bevrijden van de lage stand waarin je geboren bent. Iemand die gelooft dat hij voor een dubbeltje geboren is en dus nooit een kwartje zal worden, “zit gevangen in een ideologische illusie of in een vals bewustzijn,”45 aldus Besser en Franssen. Dit soort ideologische illusies komen letterlijk terug in de romans die in dit onderzoek centraal staan. De hoofdpersonages gaan gebukt onder een vals bewustzijn en bestaande verhouding worden volkomen geïnternaliseerd. Ze zijn niet in staat om een realistische voorstelling te maken van hun

bestaanscondities en zien hun positie als vanzelfsprekend. Hier is een relatie te zien tussen de marxistische interpretatie van ideologie als vals bewustzijn en literatuur. Alleen met de goden en Wees onzichtbaar lijken hiermee een ideologie uit te dragen die wordt bevestigd door het narratief van KOPP dat inderdaad een negatief en uitzichtloos toekomstbeeld voor de personages schetst.

De bovenstaande benadering van het wereldbeeld dat geschetst wordt in Wees onzichtbaar en Alleen met de goden lijkt het idee te bevestigen dat er in literaire werken altijd een ideologie verstopt zit. Als lezer moet je ervoor waken dat je de wereldbeelden niet zomaar voor lief neemt. De visies worden als vanzelfsprekend gepresenteerd en daarom moet de lezer alert blijven. De

uitspraken van Marx en Engels over literatuur zijn schaars en helaas niet erg consequent. De ene keer stellen zij dat kunst per definitie ideologisch is, omdat het zich in de bovenbouw afspeelt. “Dat impliceert dat literatuur niets meer kan zijn dan een verkapte vorm van propaganda, die het wereldbeeld van de machthebbende klasse verspreidt en bevestigt.”46 Dit is in strijd met hun idealistische kunstopvatting die stelt dat kunst toch een niet-vertekend beeld kan geven van een maatschappelijke conflict. Aan de andere kant kan ideologie individuen blijkbaar ook bewuster maken, in plaats van juist minder bewust. Deze contradictie brengt een literatuurwetenschappelijke meningsverschil voort waarin de inconsistentie van Marx en Engels op verschillende manieren is benaderd. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de concrete beschouwing van een gedicht of een roman door theoretici.47

Naast het ideologische karakter dat literatuur volgens Engels en Marx heeft, kan een literair werk zélf ideologiekritisch van aard kan zijn.48 Dit sluit meer aan bij de visie dat kunst mensen bewust kan maken van hun situatie. Er wordt dan wel een ideologie verwoord in deze romans, maar tussen de regels door wordt er voortdurend gezinspeeld op de werkelijke situatie. Dit geldt ook voor Alleen met de goden en Wees onzichtbaar waarin ideologieën worden gepresenteerd, waar de schrijvers 45 Franssen en Besser, 2013, p. 170.

46 Franssen en Besser, 2013, p. 171. 47 Franssen en Besser, 2013, p. 171. 48 Franssen en Besser, 2013, p. 173.

(16)

impliciet kritiek op geven. In het volgende hoofdstuk zal de tweedeling in de romans aan bod komen. Aan de ene kant schuilt er een ideologie in de boeken, aan de andere kant wordt er ook kritiek gegeven op de ideologie. Franssen en Besser verklaren: “Wie een ideologiekritische analyse van een literair werk wil maken, blijkt tot uiteenlopende conclusies te kunnen komen: literatuur kan ideologie verbloemen, maar evengoed aan de kaak stellen.”49 Dit onderzoek is ideologiekritisch van aard en analyseert literatuur in het licht van sociale emotionele ontwikkelingen. Aan de ene kant bevestigt de literatuur het medisch-psychologische beeld van kinderen van ouders met psychiatrische problemen. Aan de andere kant verzet de roman zich hier juist tegen.

3. Analyse Alleen met de goden

In dit hoofdstuk analyseer ik Alleen met de goden door de roman op twee verschillende manieren te lezen. In het eerste deel van de analyse onderzoek ik of de roman inzichten biedt in de ziekte-ervaring. Aan de hand van fragmenten uit de roman leg ik het KOPP-narratief bloot. In het tweede deel van dit hoofdstuk lees ik de roman in termen van het genre van de Bildungsroman waarbij ik mij vooral richt op de zelfontstijging van het hoofdpersonage en de presentatie van ideologische

standpunten. Er wordt dus een duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds het medisch-psychologische narratief en anderzijds het narratief van de Bildungsroman.

(17)

3.1. Het medisch-psychologische narratief: Alex Boogers- Alleen met de goden

Om het medisch-psychologische narratief van KOPP in kaart te brengen, bestudeer ik de sociale omstandigheden en de persoonlijkheidskenmerken van het hoofpersonage. Ik onderzoek in hoeverre de situatie van Aaron overeenkomt met de ontwikkelingen van reële KOPP-kinderen. Hiervoor volg ik de voorschriften van verschillende medisch-psychologische handboeken. Er is een centrale rol weggelegd voor de kenmerken van de psychische zieke ouder en de daarbij horende opvoeding. Daarnaast onderzoek ik andere factoren die de ontwikkeling van een kind van ouders met psychiatrische problemen bepalen. Aan de hand van een aantal criteria kunnen artsen inschatten welke kinderen meer of minder risico lopen op een ongunstige ontwikkeling. “De mate waarin kinderen en jongeren problemen kunnen ondervinden van de psychiatrische problemen van een of beide ouders is mede afhankelijk van de risico- en beschermingsfactoren, ”50 aldus het Trimbos-instituut. Deze factoren worden ingedeeld in drie categorieën, namelijk factoren bij het kind zelf, de ouders en de omgeving. In deze analyse vergelijk ik per categorie de situatie in de roman met de werkelijke situatie van KOPP-kinderen uit medisch-psychologische onderzoeken.

3.1.1. Risicofactoren kind

Alex Boogers opent zijn roman met een citaat van Charles Bukowksi: “If there is light, it will find you.”51 Het is een hoopvolle en positieve boodschap. Op de volgende pagina, waar het eerste deel van de roman begint, klinkt een tegenstrijdig geluid van John Fante: “I was God’s most miserable creature, forced even to torturing myself. Surely upon this earth no grief was greater than mine.”52 Het is een citaat dat een gevoel van zelfmedelijden en uitzichtloosheid oproept. Dit motto is kenmerkend voor het leven van het hoofdpersonage dat wordt beschreven in het eerste deel van Alleen met de goden. Het is geen toeval dat Boogers juist Bukowski en Fante aanhaalt. Dit zijn controversiële schrijvers die de gevestigde literatuur uitdagen. Het zijn dwarsdenkers die zich niet vormen naar de gangbare standaard. Dit is iets dat Boogers zelf ook doet. Hij zet zichzelf neer als vechtende schrijver die niks heeft met het ‘literaire wereldje’. Een cultschrijver leidt vaak een even ongewoon bestaan als zijn personages. Het leven van het hoofdpersonage in Alleen met de goden vertoont sterke overeenkomsten met dat van Boogers zelf. Een rauw en hard leven waar geknokt moet worden voor erkenning en literatuur uiteindelijk het reddingsmiddel is. In dit opzicht behoort Boogers inderdaad tot een buitencategorie. Het verhaal van Alleen met de goden start met de volgende woorden:

50 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 9. 51 Boogers, 2015, p. 6.

(18)

De eerste keer dat mijn moeder merkte dat ik ’s nachts niet kon slapen zei ze: ‘Je ligt toch niet met je piemel te spelen, hè?’ Ze had het licht onder de kier van de deur gezien en zwaaide hem open. ‘Ga je nu verdomme slapen?’ Ik was negen jaar, knipte het licht van mijn

bureaulamp uit en zag de gloeiende kegel van haar shaggie oplichten. […] Daarna sloeg ze de deur hard dicht. Ik was eraan gewend geraakt dat mijn moeder altijd boos leek over iets.53

Dit fragment maakt al het een en ander duidelijk over de miserabele situatie van Aaron. Hij heeft last van slapeloosheid, zijn rokende moeder spreekt grof en ze is kennelijk vaak boos. Later blijkt dat Aaron vaak bezweet in bed ligt met hartkloppingen, omdat hij nachtmerries heeft. Zijn moeder kampt met depressieve gevoelens: “’Er zijn momenten geweest dat ik overwoog om een breinaald in mijn dikke buik te steken. Ik was moe en boos en ik kon alleen maar janken. Ik wilde het niet meer, ’”54 aldus Aarons moeder. Zijn vader heeft agressieproblemen en beide ouders drinken te veel alcohol.

De ouders van Aaron kampen met verslavingen en andere problemen die erfelijk kunnen zijn. Onderzoek naar depressie vond een erfelijkheid tussen 29-42% en voor angststoornissen ligt dit percentage tussen de 30-50%. “Wat hierbij opgemerkt moet worden is dat mensen met een verhoogd genetisch risico op een psychische stoornis een verhoogde kans lijken te hebben op het doormaken van stressvolle negatieve gebeurtenissen,”55 aldus het Trimbos-instituut. Mensen met een verhoogd genetisch risico op depressie blijken bijvoorbeeld vaker hun baan te verliezen en hebben moeite met menselijke verhoudingen. Ondanks het feit dat Aaron niet gediagnostiseerd is, vertoont hij wel kenmerken van angst- en depressiestoornissen net als zijn ouders. Bovendien kan Aaron inderdaad moeilijk sociale relaties aangaan en onderhouden. De factor erfelijkheid lijkt hier van toepassing op het personage.

Aaron valt onder de zogenaamde groep KOPP-kinderen (Kinderen van Ouders met

Psychiatrische Problemen). Volgens Handboek jeugdzorg groeien deze kinderen doorgaans op onder moeilijke omstandigheden. Zij zijn op zichzelf aangewezen en leven voortdurend in angst.56 Volgens het Trimbos-instituut is de leeftijd of levensfase van het kind ook een specifieke risicofactor. “In het algemeen geldt dat een kind kwetsbaarder is naarmate het jonger is.”57 Kinderen van 0-5 jaar lopen het grootste risico op het ontwikkelen van onder andere emotionele en gedragsproblemen.

Als baby komt Aaron al in aanraking met het stoornisgerelateerde gedrag van zijn ouders. Zij namen hem mee naar de kroeg, waar hij huilde tot hij in slaap viel. Door de vroege blootstelling aan stressoren kampt Aaron inderdaad met passende klachten, zoals angstig gedrag, verminderde spontaniteit en een moeilijk temperament. Bovendien is Aaron vaak bang en leert hij op jonge leeftijd 53 Boogers, 2015, p. 9.

54 Boogers, 2015, p. 493.

55 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 12. 56 Van Doesum en Weikamp, 2005, p. 457. 57 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 9.

(19)

voor zichzelf te zorgen, zoals het Trimbos-instituut voorspelt. Op zesjarige leeftijd gaat hij al volledig zijn eigen gang en speelt hij tot laat buiten. Zijn moeder komt hem nooit zoeken, omdat ze altijd druk is met haar eigen bezigheden.58 De leeftijdsfactor zorgt wederom voor een verhoogde kans op een negatieve ontwikkeling.

Naast erfelijkheid en leeftijd zijn er ook eigenschappen van het kind die een verhoogde kwetsbaarheid veroorzaken. Het Trimbos-instituut noemt onder andere negatieve emotionaliteit, stress reactiviteit, onveilige hechting, negatief gevoel van eigenwaarde en parentificatie59 waarbij een kind de rol overneemt van de ouder. Vaak voelen kinderen zich verantwoordelijk voor de ellende. Al deze kenmerken zijn van toepassing op Aaron. Hij vindt dat hij niks waard is en wil de problemen als kind oplossen. De komende paragrafen zullen dit verduidelijken aan de hand van fragmenten. Het bovenstaande toont aan dat het KOPP-narratief in Alleen met de goden rijmt met de medisch-psychologische onderzoeken naar KOPP. Naast de categorie van het kind zelf spelen de omgeving en de ouders met de opvoeding een rol voor de ontwikkeling van een kind. Er zal hier en daar overlap zijn tussen de categorieën, omdat ze nauw met elkaar verbonden zijn. Zo is een verstoorde relatie tussen de ouders een omgevingsfactor, maar beïnvloedt deze ook het opvoedgedrag.

3.1.2. Risicofactoren omgeving

Op de eerste pagina van Alleen met de goden wordt tevens een beeld geschetst van Aarons omgeving. Hij groeit op in een achterstandswijk, die zijn vader het naamloze gat noemt, onder erbarmelijke omstandigheden: “Veel huizen stonden schots en scheef, er zaten gaten in de weg en als het hard geregend had, dan stroomde het water onze gang binnen. De Turkse buren riepen elke dag om een man die Allard heette, mijn moeder schold papa Leeuw kapot als hij weer eens te laat thuis kwam.”60 Naast ouders met psychiatrische problemen en de risicofactoren van het kind, leeft Aaron dus op een onveilige plek waar de sfeer onvoorspelbaar is. Een slechte leefomgeving verhoogt het risico op een slechte ontwikkeling van het kind. De leefomgeving van een kind heeft vaak te maken met de sociaal-economische status van de ouders. Het Trimbos-instituut stelt: “Een lager

inkomensniveau met weinig opleidingsniveau levert meer stressfactoren en minder weerbaarheid voor de jongere op dan een gezin met ouders met een hoog inkomen en hoge opleiding.”61 Aarons vader heeft een laagopgeleide baan in de haven van Rotterdam en zijn moeder is analfabeet zonder diploma’s. Wanneer zijn vader in de gevangenis belandt, blijft Aaron met zijn moeder achter met enorme schulden. De economische situatie van het gezin gaat hierdoor nog meer achteruit.

58 Boogers, 2015, p. 9.

59 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 10. 60 Boogers, 2015, p. 9.

(20)

Andere omgevingsrisicofactoren zijn familieconflicten en huislijk geweld. De ouders van Aaron hebben vijandig contact met alle familieleden. Zijn vader heeft het contact met zijn ouders verbroken en zijn moeder heeft een problematische band met haar familie. Ook binnen het gezin is er geen sprake van harmonie en rust. “Conflicten tussen ouders blijken een voorspeller voor psychische problemen bij het kind op de lange termijn, ”62 aldus het Trimbos-instituut. Het volgende fragment laat zien dat Aaron te maken heeft met ruziënde ouders waarbij er ook alcohol in het spel is:

Ik lag op bed en hoorde mijn moeder brullen: ‘Je stinkt naar drank! Waar kom je vandaan? Je hing zeker weer in de kroeg met een van je sletjes! Geef maar toe! Zeg het dan!’ Mijn vader werd heel sentimenteel als hij gedronken had en dan had hij het over liefde die hij voelde voor mijn moeder.63

Sociale netwerken kunnen cognitieve, emotionele en praktische steun bieden aan kinderen.64 Echter, zij kunnen ook een risicofactor worden wanneer een kind juist stress ondervindt van bijvoorbeeld school en vrienden. Ook op dit gebied doet Aaron geen positieve ervaringen op. Op de basisschool wil niemand bij hem spelen, omdat zijn ouders bekend staan als asocialen. Hij wordt in deze periode al hardnekkig gepest, waardoor Aaron last krijgt van woedeaanvallen. Peter en andere jongens op het schoolplein pesten Aaron en zijn enige vriend Gerald elke dag. Wanneer zijn vader in de gevangenis zit, gaat er een knop om bij Aaron. Hij pikt het getreiter niet meer en denkt dat de enige oplossing is om zelf van zich af te bijten. Het volgende fragment laat zien dat hij verzeild raakt in een vechtpartij met jongens op het schoolplein. Tijdens de vechtpartij lijkt Aaron niks meer te verliezen te hebben en dit is gevaarlijk in combinatie met zijn eenzaamheid en boosheid.

Ik begon op Peter en de andere jongens in te slaan. Ik zag armen, benen, en ik voelde vuisten en trappen tegen mijn lichaam en hoofd. Ik trok aan haren en hijgde en spuugde als een wild beest. Ik was niet bang meer en voelde alleen maar woede. Pure woede. Ik kon ze aan. Ik was klaar voor ze. Ik was klaar voor iedereen. Niks deerde me meer.65

Gerald heeft als enige goede invloed op Aaron, maar ze verliezen elkaar uit het oog wanneer ze naar de middelbare school gaan. Als puber gaat het wederom niet goed op school. Hij haalt lage cijfers en vindt geen aansluiting met zijn klasgenoten. Tijdens deze periode hangt hij met nieuwe vrienden uit de buurt op straat, omdat ze niet thuis en niet op school willen zijn. Deze personages hebben veel problemen, blowen veel en slaan geregeld iemand in elkaar. De sociale kringen hebben in Alleen met de goden een negatief effect op het gedrag van het hoofdpersonage. Weer lijkt het KOPP-narratief in de roman overeen te komen met medisch-psychologische onderzoeken.

62 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 17. 63 Boogers, 2015, p. 130.

64 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 16. 65 Boogers, 2017, p. 86.

(21)

3.1.3. Risicofactoren ouders en opvoeding

Naast factoren van het kind zelf en de omgeving, zijn de ouders en het opvoedgedrag van belang. Aaron heeft pech dat beide ouders niet functioneren waardoor hij op niemand in het gezin kan terugvallen. Een psychiatrische zieke ouder beschikt doorgaans over verminderde

opvoedingscapaciteiten. Vaak is er onder andere sprake van weinig verzorging van het kind.66 Aaron krijgt van zijn ouders inderdaad amper liefde en emotionele ondersteuning en loopt rond in kapotte kleren. Verder krijgt hij geen normen en waarden mee van zijn ouders. Hij leert enkel dat hij niet over zich heen moet laten lopen. Papa Leeuw leert hem brullen en zijn moeder zegt dat hij zijn klauwen moet gebruiken, omdat niemand anders dit voor hem zal doen. In het volgende fragment spreekt zijn vader Aaron toe met de volgende woorden:

’Ik ben alleen,’ zei hij. ‘Jij bent alleen. We zijn allemaal alleen. Luister, Tijgerwelp. Er is niemand met je bezig. Niemand bekommert zich om je, niemand geeft om je. Je moet het helemaal alleen doen. Ik weet dat het een kloteboodschap is, maar wen er maar aan.’67

Dit is een boodschap die vaak herhaald wordt in de roman en hiermee draagt Alleen met de goden een bepaalde visie uit, namelijk: je staat er in het leven altijd alleen voor. Het is een beeld van de wereld waaraan het hoofdpersonage zich vasthoudt. Aaron gaat met andere woorden gebukt onder de boodschap van zijn vader en internaliseert deze. Hij krijgt van zijn ouders te horen dat hij nooit kan ontsnappen aan zijn achtergrond, want wie voor een dubbeltje wordt geboren zal nooit een kwartje worden.68 Dit soort boodschappen in Alleen met de goden onderstrepen het KOPP-narratief dat inderdaad een negatief toekomstbeeld voor Aaron schetst.

Naast de kwaliteit van de opvoeding is er bij gezinnen met een ouder met psychische problemen vaak sprake van een ongezonde en verstoorde ouder-kindinteractie. “Psychopathologie vergroot de kans op ongevoelige reacties, lage betrokkenheid bij het kind, weinig monitoren, agressie en kindermishandeling.”69 In het volgende fragment is Aaron bang voor zijn moeder, terwijl hij haar steun erg hard nodig heeft:

’s Nachts, na de nachtmerries en de beelden die ik uitbraakte, vond mijn moeder me soms kotsend in bed. Ze werd er wakker van. ‘Jézus chrístus! Kun je niet gewoon naar de wc lopen? Voel je het dan niet aankomen? Je klinkt als een speenvarken. Je denkt zeker dat het door m’n eten komt? Daarom eet je niks!’70

66 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 13. 67 Boogers, 2015, p. 22.

68 Boogers, 2015, p. 158.

69 Romijn, de Graaf en de Jonge, 2010, p. 13 70 Boogers, 2015, p. 17.

(22)

Zijn moeder heeft depressieve gevoelens en is vaak verdrietig door problemen uit haar verleden. Ze laat haar zachte en kwetsbare kant nooit zien en accepteert geen hulp. Aaron is bang voor de reactie van zijn moeder en houdt daarom veel voor zich. Uit het volgende fragment blijkt dat zijn

angstgevoelens niet onterecht zijn. Wanneer hij zijn moeder gerust probeert te stellen tijdens het eten reageert ze boos:

Ik durfde nooit naar haar te kijken als ik at, en al helemaal niet als ik zag dat ze verdrietig was. Ik wist dat ze zich niet liet troosten, want dat had ik geprobeerd, en het enige wat ze toen zei was: ‘Rot op naar je kamer, wat weet jij nou eigenlijk?’ […] ‘Het was beter geweest,’ zei ze, ‘voor iedereen, zelfs voor jou, als je er niet was geweest.’71

Zijn moeder zegt vaker dat ze wilde dat Aaron nooit geboren was en dat hij haar leven verpest. Door hem zou ze nooit meer een toekomst hebben en daardoor is hij voor haar de nagel aan haar

doodskist. Dit is een vorm van geestelijke mishandeling, maar soms loopt de situatie dusdanig uit de hand dat zijn moeder ook fysiek geweld gebruikt:

Mijn moeder sloeg me met de vlakke hand in mijn gezicht. Mijn wang gloeide. Ik wilde eraan voelen, maar toen kwam ze wild zwaaiend met haar armen op me afgestormd. […] ‘Hoe durf je pleurisjong!’ Ze sloeg me op mijn knieën en op mijn handen. Ze bleef maar schreeuwen en slaan.72

Ook zijn vader zorgt niet voor veiligheid. Als Aaron elf jaar is hij getuige van een vreselijk ongeluk. Zijn vader slaat een man neer in de deuropening met een dodelijk afloop. Vlak voor zijn vader wordt meegenomen door de politie, spreekt hij zijn zoon nog toe:

Ik zat op de rand van mijn bed en papa Leeuw knielde voor mij neer. […] Ik had papa nog nooit zien huilen maar nu werden zijn ogen vochtig, en daarna glazig. ‘Het spijt me, Aaron,’ zei hij. ‘Hoor je me, Tijgerwelp? Het spijt me zo.’ Ik had de indruk dat mijn vader de problemen in zijn leven precies zo oploste als hij wilde. Hij schold veel, vooral tegen mijn moeder en tegen zijn collega’s, en hij schold op de regering en op de buitenlanders, en nu had hij die man bij ons in de deuropening neergeslagen.73

Het zien van dergelijke gewelddadige aanval kan voor een kind traumatische gevolgen hebben. De classificatiecriteria van een posttraumatische-stressstoornis uit het Handboek voor de classificatie van psychiatrische stoornissen zijn inderdaad van toepassing op Aaron. “Het hoofdkenmerk van de posttraumatische-stressstoornis (PTSS) is de ontwikkeling van kenmerkende symptomen na blootstelling aan een of meer psychotraumatische gebeurtenissen.”74 Aaron heeft last van

71 Boogers, 2015, p. 33. 72 Boogers, 2015, p. 172. 73 Boogers, 2015, p. 26. 74 Hengeveld, 2014, p. 395.

(23)

persisterende negatieve overtuigingen over zichzelf en schaamt zich voortdurend. Dit komt onder andere naar voren wanneer hij een vriendinnetje krijgt, Nadine: “Ik kon níét alleen zijn met Nadine zonder me schuldig te voelen. Zij verdiende iemand die haar kon verheffen in plaats van iemand die haar mee de modder in sleepte.”75 Verder kampt hij met gevoelens van angst en boosheid, voelt hij zich vaak verdrietig en eenzaam: “Ik bleef van binnen onrustig en woest en alleen.”76 Dit zijn

kenmerkende symptomen voor kinderen met een traumastoornis. Aaron heeft het gevoel dat hij moet zorgen voor een beter leven voor zijn moeder. Hij belooft dat hij haar uit de schulden krijgt: “‘Ma, hoor je me?’[…] ‘Ik maak het goed,’ zei ik. ‘Ik meen het, ik regel het wel.’”77 Hiervoor begint hij met kickboksen. Volgens Handboek jeugdzorg is deze rolomkering of parentificatie een

veelvoorkomend probleem. Kinderen nemen dan de zorg van de ouder op zich.78

De bovenstaande analyse laat zien dat Aaron veel problemen ondervindt van twee ouders met psychiatrische problemen en dat verklaart zijn vele lichamelijke en mentale klachten. Verder is aangetoond dat de drie categorieën van de risicofactoren uit medisch-psychologische handboeken overeenkomen met de situatie van het hoofdpersonage in Alleen met de goden. Aaron komt vanaf zijn geboorte in aanraking met de problematiek en is zelf erfelijk belast. Bovendien bevindt hij zich in een onveilige omgeving met een laag sociaal-economische status. De opvoeding van zijn ouders wordt gekenmerkt door geweld en desinteresse: “Ze [moeder] interesseerde zich niet voor mijn schoolresultaten en had nog nooit een rapport ingekeken, ”79 aldus Aaron. Door de situatie raakt hij ervan overtuigd dat hij niks waard is, dat niemand om hem geeft en dat verandering niet mogelijk is.

3.1.4. Beschermende factoren

Tot nu toe heb ik gekeken naar de mate waarin Alleen met de goden een KOPP-narratief is.

Risicofactoren van de ouders, het kind en zijn omgeving zijn aan bod gekomen. Het is nu zaak om te kijken naar de beschermende factoren. Handboek jeugdzorg vermeldt: “Deze factoren kunnen als buffer dienen tegen de ongunstige omstandigheden die een risico vormen om later zelf ook

psychiatrische problemen te krijgen.”80 De beschikbaarheid van een empathisch vertrouwenspersoon is hier een voorbeeld van. Aarons oma is in dit licht een belangrijk personage, omdat zij de enige is die naar hem luistert en bij wie hij zich op zijn gemak voelt. Verder bouwt Aaron een band op met een verwaarloosde Pittbull tijdens het werken in een asiel. Hij noemt hem Otis, vernoemd naar zijn muziekheld Otis Redding. Volgens de eigenaar is de hond gevaarlijk en daarom mag hij niet uit de kooi. Aaron gaat toch regelmatig met Otis naar buiten en herkent het wantrouwende gevoel van het 75 Boogers, 2015, p. 432.

76 Boogers, 2015, p. 432. 77 Boogers, 2015, p. 225.

78 Van Doesum en Weikamp, 2005, p. 462. 79 Boogers, 2015, p. 222.

(24)

dier: “De wonden van Otis waren geheeld, maar hij vertrouwde niemand meer. Ik durfde nog wel mensen te vertrouwen, maar ik wist ook dat de meeste mensen weinig goeds van plan waren.”81 Wanneer Aaron in de eerste klas van het voortgezet onderwijs zit, overlijdt zijn oma. Dit is een grote klap voor hem. Hij verliest een stabiele factor en daardoor wordt hij steeds vaker bewust van zijn situatie. Het volgende fragment toont het verdriet van Aaron, maar ook het verlangen naar een andere plek zonder ellende. “Oma is dood! […] Ik huilde en huilde en huilde, en ik hoopte erop dat ik ooit weg kon gaan, hier, uit dit huis, uit deze kamer, uit dit verschrikkelijke gat.”82 Na haar dood slaapt hij bijna niet meer en zijn emotieregulatiesysteem raakt verder ontregeld. Ook Otis dient niet lang als beschermende factor. Tijdens een wandeling komt Aaron jongens tegen die hij met zijn vrienden op een avond in elkaar hebben geslagen. Ze zijn van plan Aaron een lesje te leren, maar Otis valt de beide jongens aan waardoor ze in het ziekenhuis belanden. Otis moet worden afgemaakt en dit is wederom een traumatische ervaring voor Aaron.

Verder zou een goed inzicht in de problemen van de ouders bijdragen aan een positieve ontwikkeling van een kind. Aaron heeft echter geen enkel idee wat er met zijn moeder gebeurd is waardoor zij zo verdrietig en woest in het leven staat. Hetzelfde geldt voor de ruzies in de familie en het ongeluk waar zijn vader bij betrokken is. Hij wordt volledig buitengesloten en wanneer Aaron vragen stelt over de situatie, krijgt hij te horen dat hij zich hier niet mee moet bemoeien.

De factoren die voor bescherming zouden moeten zorgen, worden voor Aaron juist risicofactoren. Toch heeft zijn oma bijgedragen aan een belangrijk proces dat Aaron op de beent houdt. Zij is degene die hem voor het eerst in aanraking brengt met literatuur. Ze heeft een leesmap met stripverhalen van Marvel Comics waar Aaron uren in kan lezen en wegdromen. Op deze manier ontsnapt hij even aan de ellende om hem heen. Literatuur wordt gedurende het boek steeds vaker een bron waar Aaron kracht uit kan putten. Hier zal ik in de paragraaf over de Bildungsroman uitgebreid aandacht aan besteden.

Aaron is gedetermineerd door sociale, genetische en economische omstandigheden. Hij groeit op in een slechte leefomgeving met disfunctionerende ouders. Als puber komt Aaron erachter dat de man van wie hij dacht dat het zijn vader was zijn echte vader heeft gedood. Hij is getuige geweest van moord, zijn oma en Otis zijn overleden en zelf is hij slachtoffer van verwaarlozing en mishandeling. De omstandigheden maken dat hij een negatief beeld heeft van de wereld. Hij gelooft dat hij niet aan de ellende kan ontsnappen. De factoren maken dat Aaron volgens

medisch-psychologische handboeken een extreem hoog risico loopt op enerzijds emotionele en

gedragsstoornissen en anderzijds psychosociale problemen. Uit de analyse blijkt het KOPP-narratief in de roman dit te bevestigen. Het sluit aan bij de verschillende ideologieën die in de roman verstopt

81 Boogers, 2015, p. 117. 82 Boogers, 2015, p. 138.

(25)

zitten. Dit zijn boodschappen als: niemand zit op je te wachten, je staat er altijd alleen voor in het leven en wie voor een dubbeltje geboren wordt, zal nooit een kwartje worden. Toch lijkt de roman zich hier ook tegen te verzetten. Aan het einde van het verhaal zijn de problemen uit zijn jeugd volledig opgelost en hij ondervindt hier geen problemen meer van. Dit botst zowel met de medisch-psychologische voorspellingen als met de ideologie die de roman uitdraagt. Om dit te verklaren moet er worden ingezoomd op het genre van de roman en de bijbehorende kenmerken. De volgende paragraaf zal dan ook in teken staan van Alleen met de goden als Bildungsroman.

3.2. Het narratief van de Bildungsroman: Alex Boogers- Alleen met de goden

In deze paragraaf breng ik het narratief van de Bildungsroman in kaart voor Alleen met de goden. Voor de structuur van dit hoofdstuk baseer ik mij op het proefschrift Het slot ontvlucht. De

'vrouwelijke' Bildungsroman in de Nederlandse literatuur van Aagje Swinnen. Centraal hierin staat het idee dat de ontwikkeling van het hoofdpersonage het handelingsverloop van de Bildungsroman bepaalt.83 Het genre voldoet volgens haar aan een aantal kenmerken die ze onderverdeelt, volgens Diltheys canonieke definitie, in drie categorieën: inhoud, vorm en modaliteit. “Wat de semantiek (inhoud) van het genre betreft, staat in zijn beschrijving de ontwikkeling van een held centraal, die gekenmerkt wordt door het conflict tussen de eigen drijfveren en de druk van de werkelijkheid,”84 aldus Swinnen. Daarnaast wordt de vorm van de Bildungsroman gekarakteriseerd als trapsgewijze ontwikkeling naar volwassenheid: “de balans tussen de innerlijke aspiratie van de protagonist en de verwachtingen van de maatschappij ligt binnen bereik.”85 De modaliteit ligt in het feit dat het genre thema’s bezit, zoals de zelfontstijging van het personage. Hierbij krijgt niet alleen het personage inzichten, ook de lezer maakt een ontwikkeling door. Het genre stamt uit de tijd van de Verlichting en draagt dus vaak een opvoedkundige boodschap uit. Swinnen verklaart: “De Bildungsroman als de literaire verbeelding van de Bildung van een protagonist dient als instrument voor de Bildung van de lezer, wat de pragmatiek (modaliteit) van het genre uitmaakt.”86

In mijn analyse volg ik de drie categorieën, maar voeg hier een vierde aan toe, namelijk de kunstidentiteit. Alleen met de goden vertoont kenmerken de Künstlerroman, waarbij

“hoofdpersonages vluchten naar een innerlijke wereld vanuit maatschappelijke vervreemding. Maar kunst biedt de hoofdpersonages de mogelijkheid de dood te omzeilen.”87 Jaap Grave introduceert in zijn boek Na de roes, Over verbeeldingskracht en utopieën in de literatuur een aantal begrippen die nuttig zijn voor dit onderzoek naar de kunstidentiteit. Het gaat om de begrippen: utopische

83 Swinnen, 2006, p. 15. 84 Swinnen, 2006. p. 13. 85 Swinnen, 2006. p. 13. 86 Swinnen, 2006. p. 13. 87 Swinnen, 2006, p. 134.

(26)

voorstelling en utopisch ogenblik afkomstig uit studies van Wilhelm Voßkamp en Karl Heinz Bohrer. Hierbij biedt literatuur de personages in de Bildungsroman de mogelijkheid om uit de werkelijkheid te ontsnappen waarbij ze tijdens het lezen een extase van geluk ervaren.

3.2.1. Inhoud

Zoals de analyse van het medisch-psychologische narratief weergeeft, verhaalt Alleen met de goden over een hoofdpersonage dat opgroeit in een omgeving waar continu conflicten zijn. Ondanks de uitzichtloze situatie streeft Aaron te allen tijde naar een andere wereld en daarom gaat hij de strijd aan met de ellende. Telkens blijkt het verzetten zinloos, omdat de situatie het niet mogelijk maakt om zijn verlangens te realiseren. Hierdoor zit Aaron voortdurend klem tussen zijn innerlijke behoeftes en de realiteit. Dit is kenmerkend voor de Bildungsroman waarbij het conflict tussen de eigen drijfveren en de druk van de werkelijkheid centraal staat. Aaron wil ontsnappen aan de nare situatie en heeft behoefte aan rust. Op het moment dat Aaron zijn vader een bezoek brengt in de gevangenis wordt de worsteling zichtbaar:

Ik kon moeilijk tegen hem zeggen dat er bijna geen geld was, en dat mijn moeder nog maar heel soms eten maakte. Ik kon niet zeggen dat ik bijna nooit thuis was, en dat mijn moeder elke avond huilde en dat Gerald nog altijd in elkaar geslagen werd op school. […] De gesprekken die we hadden waren toneelspelletjes. […] Er waren momenten dat ik aan het tafeltje bij mijn vader zat en hem wilde vastpakken. […] Ik kon hem niet omarmen.88

Aaron hunkert naar liefde en aandacht, maar de werkelijke situatie zorgt ervoor dat hij dat niet krijgt. Het fragment maakt duidelijk dat hij van alles aan zijn vader wil vertellen, maar doet dit niet. De roman staat vol met fragmenten waarin Aaron verzeilt raakt in een innerlijke strijd tussen wil en werkelijkheid. Hij is van nature een gevoelig en lief jongentje dat veel nadenkt over zijn leven, maar de omstandigheden maken dat hij dingen doet die niet bij hem passen. Hij wil bijvoorbeeld niet roken, maar doet dit toch onder druk van zijn vrienden. Verder raakt Aaron regelmatig betrokken bij vechtpartijen, terwijl hij helemaal niet wil vechten. Het volgende fragment laat zijn gedachtegang zien na een gewelddadige vechtpartij:

We zaten allemaal onder het bloed. […] We raakten er allemaal opgewonden van, maar ik voelde me achteraf schuldig. Ik had nog nooit iemand echt in elkaar geslagen, maar ik had eraan meegedaan en ik had ook nooit geprobeerd om het te voorkomen. Volgens mij ben je het moedigst als je een gevecht probeert te voorkomen, want dan hang je niet de populaire jongen uit en denk je er niet aan wat je vrienden van je vinden als je de heilige uithangt. Er waren maar weinig jongens die zoveel moed hadden.89

88 Boogers, 2015, p. 82. 89 Boogers, 2015, p. 161.

(27)

Het fragment maakt duidelijk dat Aaron heel goed weet dat hij verkeerd bezig is. Hij is zich ervan bewust hoe het wel zou moeten. Zijn gedachten zijn in strijd met het handelen. Dit komt ook naar voren op het gebied van literatuur. Wanneer Aaron onrustig is, pakt hij een schrift en begint te schrijven. Het helpt hem bij het verwerken van nare gebeurtenissen, toch wil hij niet aan de schrijfdrang toegeven.

Ik wilde helemaal niet schrijven. Waarom deed ik het? Het leek een kinderachtige bezigheid. […] Niemand hoefde het te weten. Ik bleef onrustig en werd elke dag onrustiger.90

Het zou beter voor Aaron zijn als hij wel zou schrijven, maar hij schaamt zich. Zijn ouders hebben hem geleerd dat jezelf uiten via kunst een teken van zwakte is. Aaron onderdrukt zijn behoeftes, omdat zijn opvoeding hem heeft gevormd tot wie hij is. De rol van literatuur in de roman komt later nog uitgebreid aan bod.

De bovenstaande fragmenten maken duidelijk dat het handelen van het hoofdpersonage voortkomt uit druk van de situatie. In deze paragraaf heb ik aangetoond dat de inhoud van Alleen met de goden de ontwikkeling van een held beschrijft, die gekenmerkt wordt door het conflict tussen de eigen drijfveren en de druk van de werkelijkheid. Zijn drijfveren zijn onder andere het verlangen naar rust en zelfstandigheid. Veder heeft Aaron de behoefte om zijn emoties te uiten door te

schrijven. De roman volgt hier het narratief van de Bildungsroman en de inhoud toont de verlangens van het hoofdpersonage naar een betere situatie.

3.2.2. Vorm

Naast inhoudelijke eigenschappen, brengt de Bildungsroman bepaalde vormaspecten met zich mee. De roman telt 519 pagina’s en is onderverdeeld in vier delen. In deze paragraaf zal ik aantonen dat Alleen met de goden qua vorm een typische afspiegeling is van een trapsgewijze ontwikkeling naar maturiteit. Het verhaal begint als Aaron negen jaar is en eindigt wanneer hij drieëntwintig en dus volwassen is. Niet alleen in leeftijd maakt hij een ontwikkeling door, Aaron groeit ook op emotioneel en intellectueel vlak. Dit komt onder ander naar voren in de veranderende houding van Aaron richting de activiteiten van zijn vriend, Gerald. Sinds de basisschool zijn de twee beste vrienden, maar wanneer ze naar de middelbare school gaan, raakt Aaron langzaam vervreemd van zijn beste vriend. Gerald besluit het over een andere boeg te gooien en wil niet meer op straat hangen en vechten. Hij sluit zich aan bij een socialistische jongerenbeweging en komt in aanraking met kunst en literatuur, terwijl Aaron nog altijd stilstaat: “Gerald was boeken aan het lezen over het socialisme en over Malcolm X. Hij zat op het lts, maar voelde zich een echte slimmerik. Ik had geen idee wie Malcolm X

(28)

was.”91 Gerald moedigt Aaron aan om ook een ander pad te kiezen, maar hier wil hij in het begin niks van weten. Hij vindt dat Gerald sinds de komst van de boeken de heilige uithangt: hij was immers altijd zelf onderdeel van het straatleven. Met Aaron blijft het slecht op school gaan en steeds vaker baalt hij hiervan. Hij wordt zich ervan bewust dat er op deze manier niks zal veranderen. Dit maakt dat zijn houding richting de ontwikkeling van Gerald verandert. Aaron krijgt respect voor de manier waarop hij weer grip op zijn leven krijgt: “Ik had bewondering voor Gerald. Hij voelde zich voor niks te dom of te onhandig. Als hij iets wilde weten, dan ging hij erachteraan en probeerde hij er zo veel mogelijk over te lezen.”92

Niet alleen verandert Aarons houding richting Gerald, ook over zijn ouders gaat hij anders denken. Hoe ouder Aaron wordt, hoe meer hij zich gaat afzetten tegen zijn ouders. Hij trekt de lessen die hij van hen heeft meegekregen steeds vaker in twijfel en beseft dat de ellende mede veroorzaakt wordt door zijn ouders. Hij heeft lang in de waan geleefd dat zijn ouders het bij het rechte eind hadden, maar als puber twijfelt Aaron over de manier waarop hij is opgevoed. Dit blijkt ook uit het moment dat Aaron nadenkt over de bijnaam die zijn vader hem heeft gegeven:

Papa Leeuw was niet meer papa Leeuw. Dat was een kinderachtige naam. Een en al

aanstellerij. Het was gewoon mijn vader, die in de gevangenis zat, en ik was geen Tijgerwelp. Ik leefde alleen met een wanhopige moeder. Zo zag de situatie eruit. Ik wist niet precies hoe of waarmee, maar ik was vastbesloten ervoor te zorgen dat niets bleef zoals het was.93

Het citaat laat zien dat Aaron in een proces zit waarbij hij op zoek is naar een eigen identiteit. De kritiek die hij heeft op zijn ouders spreekt hij niet nog uit. Zijn denkpatroon verandert, maar hij handelt hier nog niet naar. Hij gaat steeds minder vaak op bezoek bij zijn vader in de gevangenis, omdat hij zich daar ongemakkelijk voelt. Dit blijkt ook uit het moment dat zijn vader hem tijdens een bezoek in de gevangenis de les wil lezen: “Ik vond het nogal vreemd dat ik door hem verhoord werd terwijl hij in de gevangenis zat. Ik liet het niet blijken, maar ik begon me steeds meer aan hem te ergeren.”94

Aaron wil niet accepteren dat zijn situatie nooit zal veranderen. Het is opvallend dat hij, ondanks de torenhoge berg aan ellende, te allen tijden blijft verlangen naar een betere situatie. Hij is vastbesloten om te zorgen dat niks blijft zoals het is. Hij droomt vaak over reizen naar verre oorden en vraagt zich af waarom het eigenlijk niet mogelijk voor hem is om te vertrekken naar een andere plek. Op dit moment droomt Aaron hier enkel nog van, maar wanneer hij gaat kickboksen blijken de innerlijke aspiraties binnen bereik te liggen. Kickboksen is voor hem de enige manier om vooruit te

91 Boogers, 2015, p. 132. 92 Boogers, 2017, p. 153. 93 Boogers, 2015, p. 74. 94 Boogers, 2015, p. 144.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

~an 2 am dik sacht aluminium toegepaat in koabinatie eet een elastische plooihouder van 4 me dik superba rubber. Of schoon het bij deze dikte geen enkele

This study focussed on the Malawian tea industry, and aims to: (a) analyse the material streams, processes and flows within tea production system; (b) determine

Bij de getopte en ongetopte planten in de tweede teelt is het verschil tussen deze behandelingen opgevangen door bij de getopte planten 2 druppelaars per plant te gebruiken..

Zij is verbonden aan de katholieke hogeschool Vives in Kortrijk en stond binnen het project Ouders als Onderzoekers onder andere in voor het ondersteunen van

Als het gewenst is dat de scholen in Westerpak ‘gemengd’ zijn of blijven – en dus niet worden bezocht door homogene groepen kinderen van ofwel vooral lager opgeleide ouders

The first FOCAC meeting in 2000 agreed on a three year action plan to boost Sino-African trade and investments; cancelling African countries debts to China; increasing

When various wine yeast strains ferment- ed Beaujolais grape juice under static conditions, the highest glycerol levels were found at 20°C, whereas under agitated

[r]