• No results found

De strategische bekering van Joschka Fischer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De strategische bekering van Joschka Fischer"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

29

Europa: wereldmacht of superwelvaartsstaat? (4)

De strategische bekering

van Joschka Fischer

j e r o e n b u lt

Politici die charisma, visie en realisme in zich weten te verenigen en die het intellectuele dis-cours niet schuwen, zijn in Europa anno 2004 een zeldzaamheid. Eigenlijk kan alleen Joschka Fischer met enige regelmatig op zinnige en soms gewaagde bespiegelingen over de internationale betrekkingen worden betrapt. Duitslands popu-laire minister van Buitenlandse Zaken weet als één der weinigen de grijze middelmaat te ont-stijgen en voegt zich aldus in het gezelschap van mensen als Willy Brandt, Helmut Schmidt en Vá-clav Havel. Zo liet Fischer in een nu al legenda-risch vraaggesprek met de Berliner Zeitung, dat op 28 februari. verscheen, zijn gedachten gaan over de rol van Europa in de strijd tegen de cynistere, ongrijpbare vijand van de Westerse beschaving: het Al-Qaida netwerk van Osama Bin Laden. En-kele uitspraken die hij zich in dit interview liet ontvallen, mogen op zijn zachtst gezegd opzien-barend worden genoemd.

Fischer verbaasde vriend en vijand door de stelling te poneren dat de vorming van een kop-groep, een avantgarde, binnen de Europese Unie volkomen achterhaald zou zijn ¬ ‘Die klein-eu-ropäischen Vorstellungen funktionieren einfach nicht mehr. Damit kann unser Kontinent die strategische Dimension nicht ausfüllen’, aldus de minister.1Europa begon ooit als een econo-misch project, met als belangrijkste doel het

uit-bannen van de Frans-Duitse rivaliteit. Na de val van de Muur heeft het Westen echter veel te lang in een waas van optimisme geleefd. Deze euforie maakte datzelfde Westen blind voor nieuwe varen, zoals het zich in het door chaos ge-teisterde Afghanistan ontluikende fundamenta-listisch-islamitische terrorisme. De aanslagen van 11 september 2001 tonen aan dat men de strijd tegen deze op een totalitaire ideologie ge-baseerde bedreiging ‘nicht mehr ins Kellerge-schoss der internationalen Politik verbannen […] kann’.2eumoet haar strategische pijler dringend versterken, wil zij daadwerkelijk een (preven-tieve) bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de asymetrische conflicten in de wereld. An-dere continentale grootmachten, zoals de Vere-nigde Staten, Rusland, China en India, zouden hierbij als voorbeeld kunnen dienen.

vaste kern

Het contrast met de strekking van de befaamde rede die hij op 12 mei 2000 aan de Humboldt

Uni-versität in Berlijn uitsprak, kon nauwelijks groter

zijn. Fischer liet toen zijn gedachten gaan over de finaliteit van het proces van Europese eenwor-ding en kwam onder meer tot de slotsom dat de methode-Monnet, oftewel voorzichtige, stapsge-wijze integratie, door de verbreding der eu niet langer zal volstaan. Mocht een meerderheid van de lidstaten niet bereid zijn de integratie te ver-diepen en zich niet willen vastleggen op een grondwet ter legitimering van een Europese po-Over de auteur Jeroen Bult is historicus en publicist. Hij

schrijft o.a. voor de Estse krant ‘Eesti Postimees’

(2)

30

litieke federatie, dan zou een kleine groep lan-den, een Gravitationszentrum, het voortouw moe-ten nemen. De deelnemers zouden een afzonder-lijk verdrag moeten sluiten en een nieuw institu-tioneel kader, dat zowaar voorziet in een eigen president, regering en parlement, in het leven moeten roepen. De overige lidstaten zouden zich dan in een later stadium kunnen aansluiten.3

In de Duitse pers werd ogenblikkelijk een ver-gelijking gemaakt met het kopgroep-concept dat op 1 september 1994 door Wolfgang Schäuble en Karl Lamers gepresenteerd werd. Volgens deze twee invloedrijke cdu-parlementariërs rustte op een feste Kern, die in ieder geval uit Frankrijk, de Bondsrepubliek en de Benelux-landen zou moe-ten bestaan, de historische taak om als krachtig centrum tegenwicht te bieden aan de centrifu-gale krachten die de eu steeds meer dreigden te ondermijnen. Ook prominente (oud-) politici als Edouard Balladur, Jean-Luc Dehaene, Jacques De-lors, Pierre Moscovici, Romano Prodi, Helmut Schmidt en Valéry Giscard d’Estaing lanceerden plannen van deze strekking, ofschoon deze qua inhoud wel van elkaar verschilden.

In 2003 duidde niets erop dat minister Fi-scher zich zou distantiëren van zijn eigen geesteskind. Integendeel, hij opperde geen be-zwaren tegen deelname aan de op 29 april van dat jaar gehouden ‘Pralines’-top te Brussel, waar Duitsland, Frankrijk, België en Luxemburg in de schaduw van de Irak-oorlog overleg voerden over het versterken van de Europese coöperatie op de-fensiegebied. Op 15 september sneerde hij in actie op de negatieve uitslag van het Zweedse re-ferendum over de invoering van de euro dat ‘Eu-ropa’ niet valt tegen te houden en desnoods maar in de vorm van een pioniersgroep moet worden voortgezet. Kort voor aanvang van de eu-top in Brussel van 12 en 13 december waarschuwde Fi-scher dat in geval van het uitblijven van een be-slissing over de toekomstige stemverhouding in de Europese Raad, het scenario van Ein Europa der

zwei Geschwindigkeiten wel eens geactiveerd zou

kunnen worden (de regeringsleiders zouden er inderdaad niet in slagen overeenstemming te be-reiken).

Waarom is Fischer dan van gedachten veran-derd? De belangrijkste reden lijkt te zijn dat hij tot het oprechte inzicht is gekomen dat de toege-nomen terreurdreiging ¬ in november werd Istanbul opgeschrikt door een tweetal bomaan-slagen ¬ een hechtere en zo breed mogelijk ge-dragen Europese samenwerking vereist. Het bloedbad in Madrid (11 maart) zal hem in deze overtuiging hebben gesterkt. Maar Fischer gaat een stap verder. Hij stelt dat ook de opname van Turkije in de gelederen der eu onontbeerlijk is, omdat dit land een democratische voorbeeld-functie in de regio en in de islamitische wereld vervult en het mogelijk ook een constructieve bij-drage zou kunnen leveren aan de uitbouw van het Midden-Oosten-beleid van de eu. Nu is de re-gering-Schröder altijd al een verklaard voorstan-der van Turkse toetreding tot de Unie geweest, maar in de optiek van Fischer (die Ankara op 21 januari bezocht) is de noodzaak hiervan alleen maar groter geworden. Het aanhalen van de ban-den met Turkije veronderstelt natuurlijk wel dat de eu haar geopolitieke gezichtsveld verbreedt; debatten over een kern-Europa maken dan al snel een provinciaalse en gedateerde indruk.

Evenmin zal het Fischer zijn ontgaan dat de speculaties over het opstarten van een avantgarde binnen de eu maar weinig gevoelens van enthousiasme hebben losgemaakt. De Franse president Chirac liet zich direct na het misluk-ken van het overleg te Brussel ontvallen dat nu serieus moest worden overwogen het voor een pioniersgroep van bereidwillige landen mogelijk te maken het initiatief tot verdere integratie te nemen.4Chirac kreeg nauwelijks steun ¬ alleen de Belgische premier Verhofstadt en Commissie-voorzitter Prodi vielen hem bij. Het Europees Parlement, Ierland, dat op 1 januari het voorzit-terschap van de Unie overnam, maar ook andere kleine lidstaten zoals Nederland en Zweden rea-geerden vrij koel. Fischer heeft een signaal afge-geven in de richting van die landen die bevreesd zijn voor een tweederangs eu-lidmaatschap en zonder wier instemming de door hem zo vurig gewenste Europese Constitutie nooit tot stand zal komen. Ongetwijfeld zal de minister kennis

(3)

31 hebben genomen van het negatieve oordeel dat

oud-kanselier Kohl velde in de Frankfurter

Allge-meine. ‘Es wäre schädlich, ein Europa der zwei

Geschwindigkeiten zuzulassen. [...] Keines der neuen Mitglieder ist an einem Europa der zwei Geschwindigkeiten interessiert, das es zu Aus-senseitern degradiert’, aldus Kohl.5Dit kan Fi-scher, die zichzelf graag presenteert als toege-wijd beheerder van het Kohliaanse, Euro-idea-listische erfgoed binnen de Rood-Groene coali-tie, onmogelijk onberoerd hebben gelaten.

tegemoetkoming aan amerikanen

Twee andere factoren van meer structurele aard, die niet los van elkaar kunnen worden gezien, zijn van niet minder groot belang. Het vraagge-sprek met Fischer verscheen één dag na het be-zoek van kanselier Schröder aan het Witte Huis. De kanselier en president Bush benadrukten dat hun onenigheid over Irak definitief tot het verle-den behoort. Weliswaar heeft Berlijn geen af-stand genomen van zijn anti-oorlogsaf-standpunt en wijst het deelname aan de vredesmacht in Irak (ook in navo-verband) van de hand, maar het is vastbesloten de relatie met Washington te revitaliseren. Het opgeven van het kern-Europa-idee kan daarom ook worden opgevat als een voorzichtige tegemoetkoming aan de Amerika-nen. Deze hebben een Europese avantgarde altijd geïnterpreteerd als de opstap naar een door Frankrijk geleid politiek-militair blok dat hun mondiale machtspositie zou kunnen aantasten. Fischer lijkt de waarschuwing van de historicus Timothy Garton Ash en de socioloog Lord Dah-rendorf, dat men een verenigd Europa niet op anti-Amerikaanse sentimenten moet baseren, ter harte te hebben genomen.6Zijn begin febru-ari, tijdens de jaarlijkse veiligheidsconferentie in München gepresenteerde Neue transatlantische

Initiative für den Nahen und Mittleren Osten, waarin

hij een intensivering van de samenwerking tus-sen de vs en de eu bij de aanpak van de talloze problemen in deze zo instabiele regio bepleit, kon reeds als een verzoenend gebaar naar Was-hington worden gezien.7Een groter verschil met

de één jaar daarvoor gehouden conferentie, toen Fischer openlijk ruziede met de Amerikaanse minister Rumsfeld, is niet denkbaar.

Maar Fischer wil ook de scheidslijnen binnen Europa zelf slechten. In aanloop naar de oorlog tegen Saddam Hussein werd duidelijk dat de eu hopeloos verdeeld was. Duitsland volhardde in zijn verzet tegen een aanval op Irak ¬ Schröder maakte deze zelfs tot inzet van de Bondsdagver-kiezingen ¬ terwijl de Oost-Europese landen de V.S. onvoorwaardelijk bleven steunen in hun harde opstelling. Een aantal nieuwe lidstaten schoof aan bij de Vilnius Group, die op 6 februari 2003 haar adhesie aan president Bush betuigde, terwijl Polen, Tsjechië en Hongarije een week eerder al de brief van de zg. ‘Bende van Acht’ had-den ondertekend. Dit alles tot afschuw van de Franse president Chirac die de Oost-Europeanen prompt te verstaan gaf dat zij ‘een goede gelegen-heid voorbij hadden laten gaan om te zwijgen’. Deze ervoeren het uitblijven van een officiële re-actie van het Kanzleramt of het Auswärtiges Amt als niet minder kwetsend dan Chiracs misplaatste opmerking zelf.

Het heeft er alle schijn van dat minister Fi-scher het nog altijd niet helemaal weggeëbde ge-voel van onvrede onder de Oost-Europeanen de-finitief wil bezweren. Een gapende kloof tussen

Old en New Europe vormt nu eenmaal een groot

obstakel voor een voortvarende bestrijding van het terrorisme in eu-verband. Tevens lijkt Fi-scher te beseffen dat door het creëren van een kopgroep binnen de eu het wantrouwen van de Oost-Europese landen ten opzichte van Berlijn (en Parijs) eerder zal toe- dan afnemen. Nu deze landen zijn toegetreden tot de eu en de navo, kan Duitsland, dat immers het geografische hart van beide organisaties vormt, zich dit simpelweg niet meer veroorloven.

fischers strategisch europa

Fischers ommezwaai is in Duitsland niet onver-deeld positief ontvangen. Peter Glotz, die als in-vloedrijk denker op het gebied van internatio-nale politiek binnen de spd geldt, trok een

(4)

paral-32

lel met de bekering van de toenmalige fractie-voorzitter van zijn partij, Herbert Wehner, tot de

Westbindungspolitik van kanselier Adenauer.8

Wehner maakte op 30 juni 1960, tijdens een fa-meuze rede in de Bondsdag, tot veler verrassing bekend dat de spd haar verzet tegen Adenauers streven de Bondsrepubliek hecht en onomkeer-baar in de navo en de egks/eeg te verankeren, zou staken.

Volgens Glotz blaast Fischers bekering de tra-ditionele beginselen van Duitse Europa-politiek op en symboliseert deze ideologische wending ‘ein Abschied von der Idee der Selbstbehauptung Europas, der Verzicht auf ein Europa der engen, irreversiblen Verzahnung und ein eiskalter Was-serguss für Deutschlands wichtigsten Bündni-spartner Frankreich’.9 Wil de eu in de toekomst een rol van betekenis spelen op het mondiale to-neel, zo ook in de strijd tegen het terrorisme, dan is bovenal een verdere verdieping van de integra-tie vereist. Glotz laat doorschemeren dat hij wei-nig gelukkig is met de big bang die op 1 mei jl. heeft plaatsgevonden. Door deze overhaaste ver-breding zal de Unie onherroepelijk tot een kale interne markt verworden en kunnen de Ameri-kanen de diverse lidstaten eenvoudig tegen el-kaar uitspelen. Men kan zich afvragen, of Glotz er wel verstandig aan doet om zich in zulke badi-nerende bewoordingen uit te laten over de Oost-Europese nieuwkomers, omdat hij medio jaren tachtig als partijsecretaris een belangrijke initia-tor was van de bizarre neutralistische plannen die de spd in de oppositiebankjes uitbroedde en die onder meer voorzagen in een ‘kernwapen-vrije corridor’ in Midden-Europa, doch met geen woord repten over de communistische repressie aldaar.10Desalniettemin legt hij de vinger op de zere plek: Fischer is rijkelijk vaag als het gaat om de daadkracht en cohesie van een ‘strategisch Europa’.

Opmerkelijk is ook dat kanselier Schröder zich vooralsnog niet wenst te distantiëren van het kopgroep-idee. Tegen het persbureau dpa liet hij zich ontvallen dat het omwille van de dyna-miek van het integratieproces in de toekomst wellicht noodzakelijk is dat een beperkte groep

van landen het voortouw zal nemen.11Na het af-breken van de Europese top te Brussel refereerde hij, zij het op minder uitgesproken toon dan Chi-rac, reeds aan de mogelijke onvermijdelijkheid van de vorming van een revolutionaire voor-hoede binnen de eu. Ook in de toespraak, die hij op 13 april te Rotterdam hield, verwees de kanse-lier hier expliciet naar: ‘In den Bereichen, in de-nen das für die Fortführung der Integration not-wendig ist, sollten wir auch in Zukunft ganz pragmatisch nach Wegen suchen, die jeweils das Voranschreiten einer Gruppe von Mitgliedstaa-ten ermöglichen. […] Das VoranschreiMitgliedstaa-ten von einzelnen Mitgliedsstaaten oder auch von Grup-pen von Mitgliedsstaaten muss immer so ge-schehen, dass es offen ist für all diejenigen, die später nach einer Phase des Nachdenkens oder der politischen Entwicklung dazu kommen wol-len’.12Hoewel de pragmaticus Schröder de deur voor andere landen, in het bijzonder voor Groot-Brittannië, wil openhouden, geniet hij, para-doxaal genoeg, nu meer de reputatie een aanhan-ger van de kopgroep-gedachte te zijn dan Fischer. Is er soms sprake van een vervreemding tussen de kanselier en zijn minister van Buitenlandse Zaken?

Er valt echter meer af te dingen op Fischers analyse. De machtsovername door de eu-gezinde ps oein Spanje zal voor de voorstanders van een krachtig Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid als een geschenk uit de hemel zijn gekomen, zo ook voor Fischer. Het zal noch-tans meer moeite kosten om de Oost-Europese landen te overtuigen van de noodzaak van het gbvb. Zij zullen, om begrijpelijke redenen van historische aard, niet snel geneigd zijn hun loya-liteit aan Washington op te geven. Is het dan niet raadzaam een groep van grote lidstaten het ‘stra-gische Europa’ te laten aanzwengelen, bij voor-keur met inbegrip van Groot-Brittannië dat de sceptische nieuwe lidstaten over de streep zou kunnen trekken?13Vervolgens valt nog te bezien, of Turkije wel zo’n aanwinst zal zijn voor de eu. Gezien de sterk afwijkende historisch-culturele achtergrond van dit land, is het gevaar dat een dergelijke stap eerder tot verwatering van de

(5)

33 Unie zal leiden, bepaald niet denkbeeldig. Tot

slot moet de Europese Constitutie ¬ Fischer neemt aan dat deze er wel zal komen ¬ nog door alle 25 lidstaten worden geratificeerd. De Britse premier Blair heeft op 20 april aangekondigd dat zijn land een referendum zal organiseren over de Grondwet. Wat zullen de consequenties zijn als de eurosceptische Britten, om nog maar te zwij-gen van de rebelse Denen en Zweden, massaal ‘nee’ zullen aankruisen? Zal het kopgroep-draai-boek dan niet weer uit de kast moeten worden gehaald?

De ommezwaai van Fischer roept veel vragen op. Hij vertrouwt er te zeer op dat de andere eu-landen zijn wijze inzichten wel zullen delen. Maar er zal meer nodig zijn dan het bezigen van hoogdraverige taal om hen over de streep te trek-ken. Met uitspraken als ‘Der Druck wird so stark werden, dass die Geschichte die Dinge in die richtige Richtung schiebt’ en ‘Ein Scheitern kön-nen wir uns einfach nicht erlauben’14zal men in de praktijk niet ver komen. Friedbert Pflüger, de buitenlandwoordvoerder van de cdu, heeft de minister dan ook terecht opgeroepen zijn con-cept van een strategisches Europa zo spoedig mo-gelijk nader te concretiseren, vooral op het punt van de verdieping van de integratie.15Ook de

re-latie met de navo cq Washington en de militair-technische en financiële invulling behoeven toe-lichting.

Desalniettemin getuigt Fischers pleidooi van moed en visie. Het doet recht aan Duitslands en Europa’s belangen. De eu moet een vuist maken tegen het terrorisme, een onheil dat, zoals de aanslag te Madrid heeft laten zien, alle Europese landen boven het hoofd hangt. Bovendien kun-nen Fischers uitspraken als een indicatie worden opgevat dat de buitenlandse politiek van de Bondsrepubliek als zodanig aan een voorzichtige koerscorrectie onderhevig is. Naar het zich laat aanzien zal Duitsland zich, na alle hectische ge-beurtenissen in 2003, geleidelijk aan weer in zijn vertrouwde middenpositie op het continent, de

Mittellage, nestelen. Als het aan Fischer ligt, zal

Berlijn zijn klassieke, dubbele taak ¬ die van middelaar tussen Oost- en West-Europa en be-middelaar tussen Europa en de vs ¬ weer op zich nemen. Of de vrienden in Parijs, die een kopgroep als het middel bij uitstek beschouwen om een dominante rol in de eu te kunnen blijven spelen en die volledig geobsedeerd zijn door de vrees dat hun land zal verworden tot een weste-lijk randgewenst, daar bijzonder gelukkig mee zullen zijn, mag ernstig worden betwijfeld. Noten

1 Berliner Zeitung, 28 februari

2004. 2 idem.

3 J. Fischer, Vom Staatenbund zur

Föderation. Gedanken über die Fi-nalität der europäischen Integra-tion. Rede in der

Humboldt-Uni-versität in Berlin am 12. Mai 2000, Suhrkamp, Frankfurt a.M. 2000, pp.32-39.

4 nrc Handelsblad, 15 december 2003. De president borduurde hiermee voort op plannen die hij op 27 juni 2000, tijdens een toespraak in de Duitse Bonds-dag, wereldkundig had ge-maakt.

5 Frankfurter Allgemeine Zeitung,

22 januari 2004.

6 Le Monde, 9 juli 2003. In hun ar-tikel in deze krant zetten Gar-ton Ash en Dahrendorf zich af tegen de stelling van de filoso-fen Jürgen Habermass en Jac-ques Derrida dat de massale protesten tegen Bush’ oorlogs-plannen duidden op een ‘Euro-pese wedergeboorte’ (Frankfurter

Allgemeine Zeitung, 31 mei 2003).

7 International Herald Tribune, 9 fe-bruari 2004; Le Figaro, 9 fefe-bruari 2004.

8 Süddeutsche Zeitung, 5 maart 2004. Zie voor de koerswijzi-ging van de spd o.a.: P. Merse-burger, Willy Brandt, 1913-1992.

Visionär und Realist, dva,

Stutt-gart / München 2002, p.375 e.v.

9 idem.

10 T. Garton Ash, In naam van

Eu-ropa. Duitsland en het gespleten continent, Meulenhof / Kritak,

Amsterdam / Leuven 1993, pp.389-390.

11 Süddeutsche Zeitung, 16 april 2004.

12 Rede von Bundeskanzler Ger-hard Schröder an der Erasmus Universität, ‘World Leader Cy-cle’, am 15. April 2004 in Rotter-dam

(www.bundesregierung.de). 13 Zie ook: Die Zeit, no.14, 26 maart

2004.

14 Berliner Zeitung, 28 februari 2004.

15 Frankfurter Allgemeine Zeitung, 7 maart 2004.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The demands put on a greenhouse suited for culturing genetically modified plants for the production of nutraceuticals, functional foods and pharmaceuticals depend on both

Otherwise also the so called non aggressive trees will cause damage when the rootable soil volume is so small that tree roots simply are forced to escape from the planting

De resultaten van het monitorprogramma ten behoeve van de Nederlandse sportvisserij in 2004 laten zien dat in de Maas Keizersveer, de Roer bij Vlodrop en de Nieuwe Merwede een

The invasion risk is separated into the contributions of “background” introductions as a global, spatially implicit propagule source (used by all models, with a time trend for all

Het ‘uitproberen’ van een middel op een gezond lichaam teneinde de symptomen horend bij dat middel te ontdekken wordt.. Dit betekent dat een verkeerde diagnose en het geven van

3) Als ook de zoektocht naar extra grond niet tot resultaat heeft dat mestafvoer wordt voorkomen zal de veehouder de excre- tie zo veel mogelijk verder beperken, door het

5.2 Hanteringmeganismes van laat-adolessensie en die waargenome doeltreffendheid daarvan soos gerapporteer deur alle deelnemers op die huidige tydstip Volgens die resultate aangedui

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en