Verslag determinatiebijeenkomst Langenboom 11-1-2003 in het Natuurmuseum Rotterdam

AFZETTINGEN WTKG 24(1), 2003 8

Verslag determinatiebijeenkomst Langenboom

11-1-2003 in

het

Natuurmuseum Rotterdam

Frank

_Wesselingh

&

_Hansjorg

Ahrens*

Vervolgens

kwam het materiaal op tafel. Veel van het materiaalwas

afkomstig

vandeWTKG excursie

afgelo-pen zomer,maarook

reguliere

collecties kwamen ter ta-fel. We hebben veel mooie

dingen gezien.

Hetwasmooiomtezien dat veel verzamelaars zich niet alleen richten op de

haaientanden,

maarook botmateriaal

verzamelenendan niet alleen mooie hele

botten,

maar

ook

_fragmenten.

Ineen vande dozendieoptafelkwam

lagen

halveenhele wervels van eengrote

haai, mogelijk

Isurus hastalis. Dat is

bijzonder,

omdat wervelsvanhaaien

uit kraakbeen bestaanen

doorgaans

zelden fossiliseren.

De wervels uit de dooswaren echter deels verbeend

(gecalcineerd). Vogelbotten

gelden

ook als

zeldzaamhe-den, maar in

_Langenboom

vinden de

amateurpaleon-tologen

ze

opvallend

vaak.

_Kennelijk

hebbenweopdeze

vindplaats

te maken met

_bijzondere

fossilisatieomstan-digheden.

Ineen

luciferdoosje

teldenwemeer dan tien

botjes,

van verschillendesoorten

vogels.

Daaronder

ze-ker drie hele

_{exemplaren (een spaakbeen,}

een

ellepijp

en

een

kuitbeen),

zo dun alseen

naald,

maar o zo

gaaf.

Een klein voorwerp leek per

ongeluk

uiteenmeccanodoos tus-sen de fossielen terechtte

zijn gekomen.

Geen ideewat het kon

_zijn.

_{Tot opeens het}

_kwartje

viel:eenwervelvan een

schildpad

-weer een

diergroep

in

_{Langenboom erbij.}

Tussen het

_meegebrachte

materiaalbevond zich tenslotte

ookeenkies van eenhert, de eerst

gemelde

vondst uit

Langenboom.

Dan demollusken. De

_lijst

is verre van

compleet. Jaap

vander Voort lieteen

exemplaartje

vanPhasianema zelan-dica zien. Marleen Schouten had ondermeereen

prach-tige

Triviaen eenmooie

_Epitonium

subulatum in de

aan-bieding.

De collectievanPeter Markies

_{sloeg werkelijk}

alles. Naasteengrotevissenkom volmet

vrijwel

tot

punt-gave tandenvanIsurus hastalis zag ik talvan zeer

bijzon-dere mollusken. Een

_{Oligocene Tympanotonus,}

Miocene

Scaphella bolli,

een

_grote

Mitra

_{(cf. grateloupi?),}

een

_grote

Spirotropis,

enveelPliocenevondsten waaronder

Crasso-domamultistriata, Cirsotrema

fimbriosum,

Charonia,

Pyrgos

alveolatus, eenkleine Acamptogenotia intorta, Felaniella

_trigonula

astartea,

Pygocardia

rustica rustica

(naast

de veel

_algemenere

vorm

tumida),

en_nogveelmeer

moois. Ook heb ikeen

prachtige grote klep

vanLentidium

complanatum

inde collectie van

Trudy

Buntsma

_gezien.

De

_bijzonder

bolle Anadaravorm die

_typerend

is voor

Langenboom,

endiewenog niet

goed

opnaam

hebben,

heb ik inverschillendecollecties

_gezien.

Tenslotte meldde René

Fraaije (Museum

deGroene

_Poort)

medat

_hij

een

mogelijk

onbeschreven heremietkreeft

on-der ogen heeft

gehad.

De

_toegang

tot de

_vindplaats

is inmiddels

_{problematisch.}

Formeel is zoeken verbodendoor de_gemeenteper

no-vember 2002. Wemoetenafwachten hoe de situatie zich verderontwikkelt. Tot 2007

_loopt

de concessie duserzal

voorlopig

nog wel nieuw materiaal worden

geproduceerd.

Al metal hebbenwe een

_{prachtige bijeenkomst gehad,}

waarin verschillende

groepen

goed

aandeorde kwamen.

Dankzij

de

_inbreng

_vande vele deelnemers is heteen

ge-slaagd geheel geworden.

*F.P.

_Wesselingh

en

Hansjorg Ahrens,

NNM

_Naturalis,

Postbus

_9517,

2300RA, Leiden,

e-mail:

_{wesselingh@naturalis.nnm.nl}

en

e-mail:

ahrens@naturalis.nnm.nl

Een mooie volle bak ineen

prachtige

klassieke zaal. Deze

dag

stond in het tekenvan

lezingen

over en

kijken

naar

materiaalvan

Langenboom (Oost Brabant).

Hansjorg

Ahrens

_{(Naturalis) ging}

vanstart meteen

prach-tig exposé

overde

_{vindplaats Langenboom}

en over zoog-dierresten. Uit

_zijn

verhaal

_blijkt

dater_nogde

nodige

la-cunes bestaan over de

_{stratigrafische}

kennis van de

Langenboomput. Hansjorg

liet

prachtige afbeeldingen

van

tandenenbottenvanwalvissen,

zeehondachtigen

en

vo-gels

zien. Ook

_zijn

erenkele

meldingen

vancontinentale

dieren,

waarondereen

mogelijke tapir,

neushoorn of

mas-todont. In de tweede voordrachtbehandelde Frank

Wesselingh (Naturalis)

de

_{belangrijkste}

enmeest kenmer-kendemolluskensoorten.

_Zijn

verhaal werd door

onder-meerAnton Janse

aangevuld.

Er

zijn

verschillende

ouder-dom _{groepen in} het materiaal, te weten

_Oligoceen,

Mioceen,

Vroeg

Plioceen

(de bulk)

enLaatPlioceen.

Ten-slotte

_gaf

Hans

_Wijnstekers

een

_lezing

overde

haaien-tanden,

enmetnamehetvoorkomenvan een warmesoort

en overde

basisgrind afzettingen

waaruit demeeste

tan-den komen. In totaal maakte

_{hij melding}

van 22 soorten

voornamelijk

Miocene haaientandenen5 _{roggensoorten.}

Bij zijn voordracht,was

een kleine vitrine

_ingericht

met

daarin

_prachtige

vondsten van

Langenboom

enookvan