• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Verkenning van gevolgen van het nieuwe mestbeleid voor de nutriëntenbelasting van bodem en water met STONE2.2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Verkenning van gevolgen van het nieuwe mestbeleid voor de nutriëntenbelasting van bodem en water met STONE2.2"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

Verkenning van gevolgen van het nieuwe

mestbeleid voor de nutriëntenbelasting van bodem

en water met STONE2.2

Aanleiding

Het stelsel van verliesnormen (MINAS) wordt vervangen door een nieuw stelsel van gebruisnormen dat per 1 januari 2006 in werking treedt. Uitkomsten van STONE2.2 zijn gebruikt om een globale verkenning uit te voeren van de verwachte gevolgen van het nieuwe mestbeleid. Het komende mestbeleid bevat verder nog een aantal aanvullende maatregelen. Hiervan zijn in deze studie betrokken het vanggewas na maïs op zandgrond (met ingang van 2006 verplicht) en het uitrijverbod bij akkerbouw op klei (periode in najaar wordt met ingang van 2006 ingesteld op 2,5 maand en verlengd naar 4,5 maand in 2009).

Milieudoelen

Het onderzoek is verricht met het landelijke STONE-model. De uitkomsten zijn vergeleken met de milieudoelen zoals verwoord in de Memorie van Toelichting (MvT) bij het ontwerp tot wijziging van de Meststoffenwet. De milieudoelen van het nieuwe mestbeleid zijn:

• evenwichtsbemesting voor fosfaat, te bereiken in 2015;

• het bovenste grondwater onder landbouwgrond mag in 2009 niet meer dan 50 mg/l

nitraat bevatten. Voor het zandgebied wordt uitgegaan van een gewogen gemiddelde waarde voor uitspoelingsgevoelige (droge) en niet-uitspoelings-gevoelige (niet droge) zandgronden.

• de belasting van het oppervlaktewater met nutriënten moet in 2010 met 50%

gereduceerd zijn t.o.v. het niveau van 1985. In deze evaluatie is aangenomen dat deze doelstelling ook van toepassing is op de afspoeling van landbouwgronden.

Scenario's

Het ministerie van LNV heeft twee scenario's gedefinieerd voor de bodembelasting vanaf 2006 t/m 2015: een basisscenario en een streng scenario. Voor de jaren 2004 en 2005 is de bodembelasting constant gehouden op het niveau van 2003. De bodembelasting behorende bij de gebruiksnormen van 2006 en 2009 is gebaseerd op berekeningen door het LEI voor de raming van het landelijk mestoverschot in 2006 en 2009 (MAM model; De Hoop et al, 2004). In aanvulling daarop heeft het LEI een prognose gemaakt van de bodembelasting in 2015.

In het basisscenario is het vertrekpunt de bemesting in 2003 welke is doorgetrokken naar 2005. Vervolgens zijn de voorgestelde gebruiksnormen van 2006 en 2009 toegepast. Voor 2015 is uitgegaan van de indicatieve fosfaatnormen en daarvan afgeleide stikstofgif-ten. Het strenge scenario is identiek het basisscenario behalve dat het met ingang van 2009 uitgaat van een 10% lagere totaal-N norm.

Werkwijze berekeningen

N-bemesting mais op zand

150 160 170 180 190 200 210 220 230 240 250 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 kg /h a N

2003ref 2006_n 2009_n basis streng

Wijze waarop rekenvarianten zijn samengeteld t.a.v . N-belasting van de bodem. De referentie 2003 en de aanscherpingen in 2006 en in 2009 zijn afzonderlijk doorgerekend. De gebruiksnormen van 2015 leiden tot de scenario's 'basis' en 'streng'. Na 2015 is de bemesting constant gehouden tot 2030.

(2)

Voor meer informatie:

Ir. P. Groenendijk drs. W.J. Willems Informatieblad 398. 94 november 2005 Alterra, Postbus 47 Postbus 303 Programma;s 398-I, II,III

6700 AA Wageningen 3720 AH Bilthoven, Gefinancierd door ministerie LNV Tel. 0317-474784 jaap.willems@mnp.nl www.mestenmineralen.nl e-mail: piet.groenendijk@wur.nl

Nitraat in grondwater

Berekend wordt dat in 2009 onder cultuurgrond bijna wordt voldaan aan de 50 mg/l doel-stelling voor de nitraatconcentratie in het bovenste grondwater (56 mg/l). In droge zand-gebieden liggen de concentraties hoger, maar door de nitraatconcentraties van natte en droge zandgronden te middelen ontstaat het beeld dat aan de doelstellingen voldaan kan worden. Uit het kaartbeeld blijkt dat voor het gehele zuidelijk zandgebied (Noord Brabant en noord- en midden Limburg) gemiddeld over de jaren 2010-2015 nog nitraatwaarden hoger dan 50 mg/l worden verwacht (gem. ca 80 mg/l). Het effect van droge en natte jaren op de berekende nitraatconcentratie is groot. Het vanggewas na maïs op zandgrond heeft een groter effect op de nitraatconcentratie dan het aanscherpen van de gebruiksnorm.

Fosfaatophoping in de bodem

De evenwichtsbemesting voor fosfaat komt bij de indicatieve fosfaatnormen van 2015 binnen bereik. Uitgaande van de definitie voor evenwichtsbemesting

Gift = onttrekking + onvermijdelijk verlies

liggen de berekende fosfaatoverschotten (3 - 6 kg/ha) binnen de range van in de praktijk optredende 'onvermijdelijke' verliezen bij een fosfaattoestand voldoende tot ruim voldoende. Toepassen van evenwichtsbemesting doet geen recht aan gronden met fosfaattoestand 'hoog'. Hier zou de gift moeten worden afgestemd op de fosfaattoestand van de bodem. Op landelijke schaal komt de ophoping van fosfaat in landbouwgronden, als rekening wordt gehouden met afspoeling naar oppervlaktewater, vrijwel tot stilstand. Het basisscenario leidt vanaf 2015 tot een lager overschot dan het strenge scenario door de lagere stikstofgift bij het strenge scenario. Als gevolg hiervan neemt de afvoer van fosfaat via het geoogste gewas bij het strenge scenario af. De interactie tussen de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat behoeft nadere aandacht.

Afspoeling naar het oppervlaktewater

De afspoeling van stikstof en fosfor naar het oppervlaktewater reduceert onder invloed van het strenge scenario in vergelijking met de uitspoeling die zou plaatsvinden bij het conti nueren van de bemesting van 2003 met resp. 12% en 11%. Bij zandgronden is de reductie het grootst resp. 22% voor N en 18% voor P. De beoogde 50% reductie van de stikstof- en fosforafspoeling naar het oppervlaktewater in 2010 t.o.v. 1985 komt ook bij het strenge scenario nog niet binnen bereik. De berekende reductie is voor stikstof circa 25% en voor fosfor circa 13%. De afname van de stikstof- en fosfaatoverschotten komt maar ten dele tot uiting in de afname van de belasting van het oppervlaktewater.

Vervolg

De uitkomsten van deze voor-studie worden gebruikt om enkele aandachtspunten in het modelinstrumentarium te verbeteren zodat bij de ex-ante evaluatie van de Meststoffenwet in 2007 een volledige analyse kan worden uitgevoerd.

Het onderzoek is beschreven in:

W.J. Willems, A.H.W. Beusen, L.V. Renaud, H.H. Luesink, J.G. Conijn, H.P Oosterom, G.J. v.d. Born, J.G. Kroes, P. Groenendijk en O.F. Schoumans, 2005. Nutriëntenbelasting van bodem en water: evaluatie van de gevolgen van het nieuwe mestbeleid. Verkenning met het nutriëntenemissiemodel STONE. MNP/WUR-rapport 500031003. Uitgangspunten voor mestoverschotten in 2006 en 2009 zijn beschreven in: Hoop D.W. de, H.H. Luesink, H. Prins, C.H.G. Daatselaar, K.H.M. van Bommel & L.J. Mokveld (2004). Effecten in 2006 en 2009 van Mestakkoord en nieuw EU-Landbouwbeleid. LEI Rapport 6.04.23, Den Haag.

Procentuele verdeling van het areaal zandgrond met een gemiddelde nitraatconcentratie in het bovenste grondwater in de periode 2010 - 2015

Areaal zandgrond met nitraatconcentraties

(2010-2015) 62 59 54 22 25 24 16 16 22 0 10 20 30 40 50 60 70 ref2003 2009n 2009 % v an he t z an dg eb ie d 0-50 mg/l 50-100 mg/l >100 mg/l

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Fokkema vraagt zich in het naschrift bij Zichtbare steden zelfs af of zijn hoofdpersoon `ook maar één oorspronkelijke gedachte heeft gehad'.. Zijn roman is, net als De sater

those scientists who deify something within the cosmos that are in fact guilty of such  theologising.  Notwithstanding  its  wittiness,  this  reply  points  to 

This qualitative study focuses on creating a better understanding of the manifest role that the AU plays in promoting democracy and the intrinsically intertwined concept of human

The study contributed to existing knowledge on the socio-cultural and emotional roles of Sesotho texting as a mode of communication in the institution of marriage. It will

Sotho-Tswana lineages (descent groups) are connected to totems which seem to indicate that they were once hunters, cultivators and iron­ workers, their cattle complex

Keightley J furthermore maintained that the provisions contained in chapter 19 of the Children's Act do not explicitly make provision for instances where the commissioning parents

Prevalente patiënten lijken niet te zijn meegenomen in de berekeningen, terwijl deze wel voor deze behandeling in aanmerking zullen komen als het middel voor vergoeding in

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of