• No results found

De invloed van een scheiding op de mentale gezondheid : de veranderende rol die de steunervaring van vrienden hierbij speelt als gevolg van het individualisatieproces

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van een scheiding op de mentale gezondheid : de veranderende rol die de steunervaring van vrienden hierbij speelt als gevolg van het individualisatieproces"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De invloed van een scheiding op de

mentale gezondheid.

De veranderende rol die de steunervaring van vrienden hierbij

speelt als gevolg van het individualisatieproces.

Bachelor scriptie

Naam: Corinne Tol

Studentnummer: 10375864

Emailadres: corinne.tol@hotmail.com Opleiding: Sociologie

Beoordelaars: Katya Ivanova & Levi van den Bogaard Datum: 4-8-17

Abstract

Dit onderzoek gaat over de relatie tussen al dan niet gescheiden zijn en de mentale gezondheid. Hierbij wordt uitgegaan van het moderatie-effect van sociaal ervaren steun van vrienden. Dit betekent dat de negatieve mentale gevolgen van een scheiding zwakker zijn wanneer iemand veel steun ervaart uit de omgeving. De sociale omgeving is door individualistische tendensen

veranderd. Dit blijkt uit het feit dat steun van vrienden een groter effect heeft voor mensen die na 1955 geboren zijn.

(2)

1

Inhoudsopgave

Bladzijde

Introductie

2

1. Literatuur

3

2. Probleemstelling

5

3. Methode

6

4. Operationalisatie

4.1 Mentale gezondheid

4.2 Sociaal ervaren steun

4.3 Controlevariabelen

4.4 Geboortejaar

7

8

9

10

11

5. Resultaten

5.1 Mensen geboren voor 1955

5.2 Mensen geboren na 1955

6. Samenvatting, conclusie en discussie

13

13

16

18

Bronnenlijst

21

(3)

2

Introductie

Het is niet vanzelfsprekend om gelukkig getrouwd te zijn. Wellicht is het nooit vanzelfsprekend geweest, maar pas nadat het ideaaltype van het gezin als hoeksteen van de samenleving zijn populariteit verloor, werd het steeds meer sociaal geaccepteerd om te gaan scheiden wanneer men niet meer samen door één deur kon. Mensen gaan dan ook steeds vaker uit elkaar. In 1980 was het percentage huwelijken dat strandde 24% (vóór 1980 vond een scheiding zelden plaats), maar in 2015 was dit opgelopen tot 39% (CBS, 2016). Omdat mensen steeds vaker gaan scheiden en de kans groot is dat het aantal huwelijken dat ontbonden wordt blijft toenemen, wordt het onderwerp steeds relevanter.

In dit onderzoek wordt het effect van scheiden op de mentale gezondheid in kaart gebracht. Hierbij wordt gekeken naar het moderatie-effect van de sociale steun die mensen ervaren van vrienden. Het is mogelijk dat de mate van dit moderatie-effect in de loop der jaren beïnvloed is door

maatschappelijke veranderingen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat hoe jonger mensen zijn, hoe vaker zij iemand die geen familielid is als beste vriend beschouwen. Dit duidt op een trend waarbij familie steeds meer plaats maakt voor vriendschap en de rol van vriendschap interessanter maakt (Pahl & Pevalin, 2005).

Door de invloed van scheiding op de mentale gezondheid nader te onderzoeken en in kaart te brengen hoe de sociaal ervaren steun van vrienden hierbij van invloed is, kunnen de negatieve mentale gezondheidseffecten van individuen in Nederland beperkt worden. Het onderzoeken van deze relatie is daarom relevant.In het hoofdstuk over het theoretisch kader zal literatuur besproken worden die gerelateerd is aan dit onderzoek om dit onderwerp in een breder kader te plaatsen.

(4)

3

1. Literatuur review

Het ondergaan van een scheiding heeft grote gevolgen voor een individu. Naast het feit dat het leven drastisch verandert, gaat deze transitie ook vaak gepaard met mentale gezondheidsproblemen. Mensen die gescheiden zijn ervaren veel meer psychologische stress dan mensen die gehuwd zijn. Dit resulteert niet alleen in angstige- en ongelukkige gevoelens, maar ook in een verhoogde kans op psychische problemen en -ziekten (Booth & Amato, 1991).

Wanneer mensen gaan scheiden, heeft dit tevens gevolgen voor het hele sociale netwerk. Men zal bijvoorbeeld de schoonfamilie of gezamenlijke vrienden minder vaak zien. Hierbij zullen de individuen de steun van de ex-partner en die van bekenden uit de omgeving moeten missen. Het scheiden van een partner is, naast het overlijden van een familielid, een van de grootste stressbronnen die een slechte mentale gezondheid veroorzaken (Shinn et al., 1984). Deze stress leidt vaak tot een minder goede mentale gezondheid.

Bij het ondergaan van een scheiding speelt de sociale omgeving een grote rol. De laatste decennia is de Nederlandse maatschappij aanzienlijk veranderd. Deze is meer individualistisch en minder traditioneel geworden. Nederland wordt gezien als één van de meest progressieve en liberale landen en als gevolg hiervan is in dit land de trend van detraditionalisatie, waarbij de familie steeds minder belangrijk wordt, veel prominenter dan in andere landen. Hierbij heeft de ontwikkeling van de verzorgingsstaat een grote rol gespeeld. Doordat er een sterk sociaal vangnet was, zijn mensen minder afhankelijk geworden van hun familie. Verder zien we dat de ‘nuclear family’ (een tweeoudergezin met of zonder kinderen) steeds zeldzamer wordt. Waar in 1970 nog 89% van de mensen getrouwd was, is dit in 2004 slechts 69%. Daarnaast daalt ook het aantal stellen dat samenwoont (De Beer, 2007).

Door deze verschuiving zijn families er heel anders uit gaan zien. Dit heeft de manier waarop mensen elkaar steunen en deze steun ervaren, veranderd. Er wordt in de literatuur ook gebruik gemaakt van het begrip ‘fictive kin’. Mensen kiezen steeds meer met wie zij omgaan en gaan vrienden als familie beschouwen, omdat familie steeds minder bepaald wordt door traditie of bloedbanden (Gazso & McDaniel, 2015). Vriendschappen worden steeds vaker ‘gekozen’ en een beste vriend is steeds vaker iemand die niet tot dezelfde familie behoort. Mensen kiezen hun vrienden op basis van het feit of zij elkaar aardig vinden, op grond van gezamenlijke interesses en gezamenlijke waarden (Pahl & Pevalin, 2005).

(5)

4

Bij het onderzoek naar de ervaren steun van vrienden speelt subjectieve sociale steun een grote rol, onafhankelijk van hoe sterk het sociale netwerk objectief is. Mensen die het gevoel hebben steun te ervaren, genezen sneller van mentale gezondheidsproblemen. De ervaren steun is belangrijker dan de mate van sociale interactie en de instrumentele support (George et al., 1989). Verder wordt gesproken over het stress-buffering effect van sociale banden. Dit houdt in dat mensen die veel steun van de omgeving ervaren, beter in staat zijn om stressvolle gebeurtenissen het hoofd te bieden (Kawachi & Berkman, 2001). Verder blijkt dat het hebben van een sterk sociaal netwerk de negatieve mentale gevolgen van stressvolle situaties kan verlichten. Een bijkomend effect van sociale steun is dat mensen met sterkere sociale banden elkaar motiveren om goed voor zichzelf te zorgen en als gevolg hiervan gezonder gedrag vertonen zoals gezond eten, sporten, weinig roken en gematigd omgaan met alcohol. Naast dat mensen steun ervaren, zorgt dit gezonde gedrag er ook voor dat mensen minder stressvol reageren op ingrijpende levensgebeurtenissen (Choenarom & Williams, 2005).

In de sociale omgeving spelen zowel vrienden als familieleden een belangrijke rol. Er zijn alleen

verschillen wat het door hen geboden soort support betreft. Van de familie krijgt men vaker instrumentele support, bijvoorbeeld het bieden van onderdak of het lenen van geld. Uit vriendschapsrelaties haalt men vaker kameraadschap, sociale verbondenheid en zelfvertrouwen. Dit is meer vergelijkbaar met de

ervaring van steun (Huxhold et al., 2013). Instrumentele steun heeft een minder groot positief effect op de mentale gezondheid dan ervaren steun. Vrienden geven vaker sociale steun en familie biedt vaker

instrumentele hulp (George et al., 1989).

Om deze redenen is er in dit onderzoek voor gekozen om de steun van vrienden en niet de steun van familie te onderzoeken.Er wordt dus onderzocht wat het mediatie-effect van de sociaal ervaren steun van vrienden is in relatie tot de verschillen op het gebied van de mentale gezondheid. Hierbij worden de mentale gezondheid en de sociale steun die gescheiden en getrouwde mensen ervaren, met elkaar vergeleken.

Verder is het effect van steun van familie vaak ambigue, zoals blijkt uit het volgende citaat: “One interesting study carried out in the USA over twenty years ago exploring the role of social support in adjusting to marital separation showed that having a social network dominated by relatives produced as much stress as support, because interactions with them tended to include a lot of commentary on the failure of the marriage.”

(6)

5

2. Probleemstelling

Het onderwerp wordt in onderstaande figuur schematisch weergegeven. Er wordt gemeten wat het effect van gescheiden zijn is op de mentale gezondheid. Deze relatie wordt beïnvloed door de ervaren sociale steun.

Figuur 2.1: Moderatie-effect van ervaren sociale steun op de mentale gezondheid bij gescheiden en

getrouwde mensen.

Uit de literatuur volgen de volgende hypothesen:

H1: Een scheiding heeft een negatieve correlatie met de mentale gezondheid.

H2: Het effect van H1 is zwakker bij grotere ervaren steun van vrienden.

Scheiding

Ervaren sociale steun

Mentale

gezondheid

(7)

6

3. Methode

Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van kwantitatieve data analyse. Er zal onderzocht worden wat de relatie tussen de mentale gezondheid en al dan niet gescheiden zijn is. De gebruikte dataset is de NKPS, de Netherlands Kinship Panel Study. Dit is een kwantitatieve dataset verkregen op basis van onderzoek naar familiebanden in Nederland. De dataset voor deze studie is verzameld door middel van de afname van computer geassisteerde interviews onder 7448 mannen en vrouwen tussen de 18 en 79 jaar oud. De dataset vormt een random sample van de Nederlandse bevolking. De respondenten hebben ook een questionnaire ingevuld met een response-rate van 45%. De NKPS is een longitudinaal onderzoek betreffende familiebanden van Nederlandse respondenten. Dit betekent dat het onderzoek meerdere malen herhaald is met dezelfde respondenten om te zien hoe mensen veranderen. Elk jaarlijks onderzoek wordt een wave genoemd en elke wave bevat dezelfde respondenten. De bedoeling hiervan is dat er telkens gemeten wordt hoe respondenten veranderen bij elk volgend onderzoek. In dit onderzoek is alleen gebruik gemaakt van de eerste wave. In dit onderzoek is ervoor gekozen om niet meerdere malen dezelfde personen mee te nemen in de analyse, omdat het hier niet gaat om de verandering die de respondenten hebben doorgemaakt. Wanneer dezelfde personen wel meerdere malen zouden worden meegenomen in de analyse, zou er bij elke respondent sprake zijn van een gecorreleerde error en zou dit het resultaat vertekenen.

De NKPS dataset is uniek, omdat er veel gegevens beschikbaar zijn over de contacten die

respondenten met hun familie en vrienden hebben. In deze scriptie, waarbij gebruik is gemaakt van de eerste wave, zijn alleen de mensen geselecteerd die getrouwd of gescheiden zijn. Er zijn

gegevens van 4884 respondenten gebruikt. Door het grote aantal respondenten die random

geselecteerd zijn, kunnen de resultaten gegeneraliseerd worden en leent deze dataset zich dus goed voor een kwantitatieve analyse. Hierbij wordt de mentale gezondheid van gescheiden en getrouwde mensen in verband gebracht met de rol die de steun van vrienden hierbij speelt. De verwachting is dat gescheiden mensen een minder goede mentale gezondheid hebben dan getrouwde mensen en dat deze effecten kleiner zijn voor mensen die veel sociale steun van vrienden ervaren.

Eerst zijn door middel van literatuuronderzoek de theoretische aspecten die samenhangen met dit onderwerp in kaart gebracht. Hierbij gaat het met name om mentale gezondheid en sociaal ervaren steun. Deze zijn vervolgens aan de data gelinkt. De data werd met behulp van SPSS geanalyseerd. De NKPS dataset is zeer geschikt omdat in deze dataset niet alleen vragen zijn gesteld over de respondent zelf, maar ook over de contacten met familie en vrienden. Zo kan de dimensie van sociaal ervaren steun van vrienden zichtbaar en meetbaar gemaakt worden.

(8)

7

4. Operationalisatie

In dit onderzoek worden mensen die getrouwd zijn en mensen die gescheiden zijn met elkaar vergeleken. In de dataset is gevraagd naar de burgerlijke staat van mensen, maar hier worden alleen de getrouwde en gescheiden mensen meegenomen in de analyse. Hierbij gaat het om twee

categorieën die duidelijk afgebakend zijn. De begrippen ‘mentale gezondheid’ en ‘sociaal ervaren steun’ zijn echter vager en daarom worden deze nader toegelicht. Het concept ‘mentale

gezondheid’ wordt gedefinieerd als een staat van gezondheid waarbij het individu bewust is van zijn of haar mogelijkheden, om kan gaan met de stressvolle situaties in het leven, productief kan werken en in staat is om iets bij te dragen aan zijn of haar omgeving (Brugha, 2015). Sociaal ervaren steun wordt omschreven als de mate van sociale steun die een mens gelooft te krijgen tijdens stressvolle of moeilijke perioden. Het gaat hierbij dus om de perceptie van het individu en niet om de daadwerkelijke steun die iemand krijgt (Howard et al., 2017, p. 70).

In de analyse is gekeken naar de controlevariabelen geslacht en inkomen. De controlevariabelen zijn variabelen die op zichzelf een sterk effect hebben en de resultaten kunnen vertekenen. In dit onderzoek is gekozen voor geslacht en inkomen, omdat deze in hoge mate correleren met de mentale gezondheid (Boelhouwer et al., 2015). Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat het inkomen invloed heeft op het feit of mensen gaan scheiden en dus indirect de mentale gezondheid beïnvloedt. Het toevoegen van de variabelen voor geslacht en inkomen dient als

controlemechanisme om een ‘puur’ effect voor scheiding op de mentale gezondheid te laten zien en deze variabelen zijn voorts niet primair belangrijk in dit onderzoek.

(9)

8

4.1 Mentale gezondheid

Om de mentale gezondheid te meten is gekeken naar de antwoorden die respondenten gaven op de volgende vragen:

- Hoe vaak voelde u zich gedurende de afgelopen vier weken erg zenuwachtig?

- Hoe vaak voelde u zich gedurende de afgelopen vier weken zo in de put dat niets u kon opvrolijken? - Hoe vaak voelde u zich gedurende de afgelopen vier weken kalm en rustig?

- Hoe vaak voelde u zich gedurende de afgelopen vier weken somber en neerslachtig? - Hoe vaak voelde u zich gedurende de afgelopen vier weken een gelukkig mens?

Bij deze vragen waren er 6 mogelijke antwoordcategorieën: altijd, vaak, regelmatig, soms, zelden en nooit. Aan de hand van deze vijf variabelen is een schaal ontwikkeld waarbij mensen die hoog scoren een goede mentale gezondheid hebben en mensen die laag scoren een slechte mentale gezondheid hebben. Van items die positief geformuleerd zijn, zijn de waarden omgedraaid. Zo wordt bij elke variabele het verband dezelfde kant op gemeten en meet elk item een negatief gevoel. Een score van 1 betekent dat men dit negatieve gevoel altijd heeft en een score van 6 betekent dat men dit gevoel nooit heeft. Bij de schaalconstructie is de gemiddelde score van de afzonderlijke items berekend. In deze schaal zijn de missende waarden op de items niet

meegenomen. Dit betekent dat wanneer iemand op alle vragen geen antwoord heeft gegeven, de score van deze respondent niet als een score van 0 (zeer slechte mentale gezondheid) wordt geregistreerd. Deze schaal heeft een Crohnbach’s alpha waarde van .859. Dit betekent dat aan de hand van de afzonderlijke vragen hetzelfde onderliggende concept wordt gemeten. De mentale gezondheid wordt gemeten op een schaal van 1 (slecht) tot 6 (goed), met een range van 5. In de volgende tabel worden de gemiddelde mentale gezondheid en standaarddeviatie weergegeven.

Tabel 4.1

Gemiddelden en standaarddeviatie op de schaal voor mentale gezondheid

Burgerlijke staat n Score mentale gezondheid

M SD min max

Getrouwd 4013 4.87 0.72 1.4 6

Gescheiden 781 4.58 0.94 1 6

In bovenstaande tabel is te zien dat mensen die getrouwd zijn gemiddeld 0.29 punt hoger scoren op mentale gezondheid op een schaal van 1 tot 6. Bij de groep gescheiden mensen is de

(10)

9

4.2 Sociaal ervaren steun

Vanwege de ambigue relatie met familieleden, is er in dit onderzoek specifiek gekozen om te focussen op relaties met vrienden. Om de sociaal ervaren steun van vrienden te meten zijn de volgende items samengevoegd tot een schaal die een Crohbach’s alpha waarde van .928 heeft:

- Ik kan mijn problemen bespreken met vrienden. - Ik kan vertrouwen op mijn vrienden.

- Ik kan voor hulp bij mijn vrienden terecht. - Ik kan rekenen op mijn vrienden.

Bij deze vragen waren er vijf mogelijke antwoordcategorieën: heel erg mee eens, eens, neutraal, oneens, heel erg oneens. De steun van vrienden is gemeten door een schaal te maken waarop men 1 tot en met 5 kan scoren. Dat betekent dat de range 4 is. Hoe hoger de waarde, hoe meer steun van vrienden iemand ervaart.

Tabel 4.2

Gemiddelden en standaarddeviatie op de schaal voor steun van vrienden

Burgerlijke staat n Score steun vrienden

M SD min max

Getrouwd 3998 3.86 0.71 1 5

Gescheiden 764 3.91 0.83 1 5

In deze tabel ervaren gescheiden mensen gemiddeld 0.05 punt meer steun op een schaal van 1 tot 5 en ook hier is te zien dat de standaarddeviatie voor gescheiden mensen hoger ligt, wat betekent dat er meer variatie is tussen de individuele scores.

(11)

10

4.3 Controlevariabelen

De verschillen tussen de mentale gezondheid van mannen en die van vrouwen worden steeds kleiner, doordat mannen en vrouwen tegenwoordig even actief zijn met het volgen van een opleiding en dezelfde kansen krijgen op de arbeidsmarkt (Boelhouwer et al., 2015). In dit onderzoek is er voor gekozen om het geslacht als controlevariabele mee te nemen, omdat er ook veel mannen en vrouwen in deze dataset zijn opgenomen die in eerdere perioden zijn opgegroeid, waardoor geslacht hier wel een effect zou kunnen hebben. In de NKPS staat bij de variabele geslacht een 0 voor man en 1 voor vrouw, dus in dit onderzoek geldt het effect van geslacht op mentale gezondheid alleen voor vrouwen.

Uit eerder onderzoek van Boelhouwer et al. (2015) blijkt dat over het algemeen mensen met een hoger inkomen gelukkiger zijn. Hier wordt gekeken naar de verschillen tussen de laagste en hoogste 20% van de inkomens. Het effect van inkomen op de mentale gezondheid is groter dan het effect van het opleidingsniveau. Vaak blijkt uit onderzoek dat hoger opgeleiden gelukkiger zijn, maar wanneer gecontroleerd wordt voor inkomen, vervalt dit effect (Boelhouwer et al., 2015). Naar aanleiding van dit het onderzoek van Boelhouwer et al. is in dit onderzoek gekeken naar het effect van inkomen door onderscheid tussen drie inkomensgroepen te maken: laag, gemiddeld en hoog. Hierbij is een ‘laag’ inkomen alles wat onder het gemiddelde is en dat was in het geval van de NKPS alles tot €1400. Tot deze groep behoort 53% van de respondenten. Vervolgens is ervoor gekozen om bij een ‘hoog’ inkomen te kiezen voor de hoogste 20% en dit is de groep met een inkomen van €2200 of hoger. Alles wat hier tussenin zit (van 1401 tot 2199) wordt gekenmerkt als een gemiddeld inkomen. In de volgende grafiek is het verschil voor mentale gezondheid naar inkomensgroepen waar te nemen. Wanneer deze variabelen werden toegevoegd aan de regressieanalyse bleek het verschil van een laag, gemiddeld of hoog inkomen voor de mentale gezondheid echter verwaarloosbaar en bovendien niet significant. Om deze reden is in dit

onderzoek besloten om inkomen niet mee te nemen als controlevariabele, hoewel er wel een klein waarneembaar effect is.

Figuur 4.3: Mentale gezondheid per inkomensgroep.

4,6 4,7 4,8 4,9 5 0 - 1400 1401 - 2199 2200 - 120 000

(12)

11

4.4 Geboortejaar

Vaak wordt leeftijd als controlevariabele gekozen. In de NKPS dataset bleek het effect van leeftijd op de mentale gezondheid verwaarloosbaar en om deze reden is deze variabele niet meegenomen in de analyse. Er bleek wel een effect van het geboortejaar te zijn op de ervaren steun van vrienden. Dit effect is niet van toepassing op de mentale gezondheid, maar wel op de invloed van de steunervaring van vrienden.

Figuur 4.4: Gemiddelde ervaren steun van vrienden per cohort.

Naar aanleiding van de trend in bovenstaande tabel is er in dit onderzoek voor gekozen om onderscheid te maken tussen mensen die vóór 1955 zijn geboren en mensen die na 1955 zijn geboren. De onderliggende reden voor deze trend waarbij de steun van vrienden een sterker effect krijgt, zou kunnen zijn dat vrienden belangrijker zijn geworden door de veranderende

maatschappij. Deze verandering wordt ook wel de individualisering of detraditionalisering genoemd die vooral plaatsvond vanaf de jaren zeventig (Van Dam, 2011). Uit de literatuur blijkt dat mensen in hun late tienerjaren en begin twintiger jaren de meest relevante sociale relaties aangaan die hun hele leven prominent blijven (Yerbury, 2010). Dit betekent dan ook dat mensen die na 1955 zijn geboren na 1970 deze relaties zijn aangegaan, wat tevens betekent dat hun sociale netwerk beïnvloed is door een maatschappij die gekenmerkt wordt door detraditionalisering.

3,4 3,5 3,6 3,7 3,8 3,9 4 4,1

Steun vrienden

Steun vrienden

(13)

12

Verder is bij de individualiseringstrend is de overgang van ‘zware gemeenschappen’ naar ‘lichte gemeenschappen’ prominent. Deze ontwikkeling begon geleidelijk op te komen na de tweede wereldoorlog en manifesteerde zich in de jaren ’70. Deze ontwikkeling had als gevolg dat mensen meer individualistisch werden en meer keuzevrijheid ervoeren. Hierdoor veranderde het sociale leven, waarbij het gezin en de familie als hoeksteen van de samenleving zijn macht verloor (Van Dam, 2011). Om deze redenen zijn de verschillen tussen mensen geboren vóór 1955 en de mensen na 1955 het meest prominent. In de NKPS dataset bestaat de groep mensen die voor 1955 geboren is uit 53% van de respondenten. De tweede groep respondenten, dus mensen die later geboren zijn, bestaat uit 47% van de respondenten.

Het is interessant om te onderzoeken hoe het effect van de ervaren sociale steun op de mentale gezondheid door de jaren heen verandert. Deze ontwikkeling kan in verband worden gebracht met de maatschappelijke veranderingen ten gevolge van de individualiseringstrend. Het moderatie-effect van de sociale steun van vrienden op de mentale gezondheid kan verschillen voor mensen die opgegroeid zijn voordat Nederland meer individualistisch werd en nadat deze ontwikkeling

plaatsvond. Daarom wordt in dit onderzoek onderscheid gemaakt tussen mensen die voor 1955 en na 1955 zijn geboren. De eerste groep is opgegroeid in een Nederland waarin het gezin de

hoeksteen van de samenleving was en de familie een grote rol speelde. De tweede groep bestaat uit mensen die meer waarde hechten aan vriendschappen dan aan familie. Zij hebben een meer

individualistische levensstijl waarbij zij vrienden kiezen die dezelfde opvattingen hebben (De Beer, 2007).

(14)

13

5. Resultaten

Er is gebruik gemaakt van regressie analyse. De resultaten zijn in vier modellen weergegeven. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de mensen die vóór 1955 zijn geboren en de mensen die hierna zijn geboren. Model 1 laat de relatie zien tussen de mentale gezondheid en de controlevariabelen. Model 2 voegt hier het gescheiden zijn aan toe. Model 3 combineert de mentale gezondheid met de burgerlijke staat en met de ervaren steun van vrienden. In model 4 wordt de interactie tussen ervaren steun van vrienden en het gescheiden zijn toegevoegd. Met de interactie-variabele kan gemeten worden hoe de ervaren steun een ander effect heeft bij gescheiden dan bij getrouwde mensen. In alle modellen wordt de controlevariabele geslacht toegevoegd.

5.1 Mensen geboren voor 1955

Tabel 5.1

Samenvatting van het effect van een scheiding en de ervaren steun van vrienden op de mentale gezondheid bij mensen geboren voor 1955 (N = 2146)

Variabele

Model 1 Model 2 Model

3 Model 4 B SE B β B SE B Β B SE B β B SE B β Constante 4.986** .022** 5.029** .022** 4.52** .077** 4.629** .088** Geslacht -.218** .03** -.142** -.197** .03** -.128** -.219** .03** -.143** -.218** .03** -.142** Gescheiden -.278** .038** -.143** -.288** .038** -.147** -.74** .182** -.379 Steun vrienden .137** .02** .134** .108** .023** .106** Gescheiden * steun vrienden .117* .046* .24* R² .02** .04** .058** 0.06* ΔF 51.237** 52.523** 47.349** 6.486* *p < .05 **p < .01.

De waarde van R² geeft de totaal verklaarde variantie weer. De R²-waarde van 0.06 in model 4 laat zien dat dit model met de variabelen geslacht, gescheiden, steun vrienden en het interactie-effect tezamen 6% van de mentale gezondheid verklaart. Dit lijkt heel weinig, maar bij de sociale wetenschappen spelen heel veel factoren mee, bijvoorbeeld zaken als woonomgeving en

opvoeding, die voor elk individu heel erg verschillen. Omdat er bij sociologisch onderzoek geen experimentele omgeving is waarbij de overige omstandigheden gelijk blijven, zal een model dat volgt uit regressieanalyse nooit 100% van de werkelijkheid kunnen verklaren.

(15)

14

Verder laat de F-waarde zien of een variabele significant genoeg is om toegevoegd te worden aan het model. De variabele van het interactie-effect, dus gescheiden vermenigvuldigd met ervaren steun van vrienden, heeft de laagste F-waarde en een minder sterke significantie. Deze is echter met een p-waarde van kleiner dan 0.05 toch opgenomen in het model.

Het bovenstaande model representeert de lineaire vergelijking 𝑦 = 𝑎 + 𝑏𝑥. In dit geval wordt model 4 gebruikt als voorbeeld, omdat dit het meest accurate model is. Deze heeft immers de hoogste waarde van R². De B-waarde voor de constante representeert 𝑎 en de β-waarden van de variabelen representeren 𝑏. De vergelijking die uit dit model volgt is: 𝑦 ̂ 𝑚𝑒𝑛𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑔𝑒𝑧𝑜𝑛𝑑ℎ𝑒𝑖𝑑 = 4.629 − .142𝑥𝑔𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 − .379𝑥𝑔𝑒𝑠𝑐ℎ𝑒𝑖𝑑𝑒𝑛+ .106𝑥𝑠𝑡𝑒𝑢𝑛 𝑣𝑟𝑖𝑒𝑛𝑑𝑒𝑛+ .24𝑥𝑖𝑛𝑡𝑒𝑟𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒

De constante geeft de score op mentale gezondheid weer voor iemand die op alle b-waarden 0 scoort. Dit zou een getrouwde man zijn die geen steun van vrienden ervaart en deze scoort dus 4.629 op mentale gezondheid. Bij geslacht zijn alleen de waarden 0 (man) en 1 (vrouw) mogelijk. Wanneer iemand 0 scoort op geslacht, betekent dit dat het om een man gaat. Bij gescheiden betekent een score van 0 dat de respondent getrouwd is en een waarde van 1 dat deze persoon gescheiden is. De variabelen voor steun van vrienden en dus ook het interactie-effect, steun vrienden vermenigvuldigd met gescheiden, variëren van 1 tot en met 5.

Bij het volgende figuur is de bovenstaande vergelijking gebruikt om de verwachte scores voor verschillende categorieën respondenten te berekenen. Er is bij ervaren steun van vrienden in dit figuur alleen onderscheid gemaakt tussen een score van 0 en een score van 5 voor een versimpelde weergave.

(16)

15

Figuur 5.1: Mentale gezondheid bij mensen geboren vóór 1955.

Uit figuur 5.1 blijkt dat gescheiden mensen zonder steun minder mentaal gezond zijn dan

getrouwde mensen zonder steun. Verder is duidelijk te zien dat bij gescheiden mensen de steun een groter positief effect heeft op de mentale gezondheid. Dit effect wordt groter naarmate de steun toeneemt en is bij een score van 5 op de variabele ervaren steun van vrienden heel sterk. Uit tabel 4.2 in het vorige hoofdstuk was af te lezen dat de gemiddelde score voor steun van vrienden bij getrouwde mensen 3.86 is en bij gescheiden mensen 3.91. Dit betekent dat voor de meeste mensen, die onder 5 scoren op ervaren steun, het verwachte positieve effect van ervaren steun op de mentale gezondheid kleiner is dan in het voorbeeld uit de grafiek.

Het effect van de ervaren steun van vrienden is bij gescheiden mensen groter. Zo is te zien dat getrouwde mensen over het algemeen gelukkiger zijn, maar gescheiden mensen met veel steun gelukkiger zijn dan alle getrouwde mensen. Dit komt door het buffer-effect van de sociale steun. Dit houdt in dat veel ervaren steun ervoor zorgt dat iemand beter om kan gaan met stressvolle gebeurtenissen, zoals een scheiding. Toch is het opvallend dat gescheiden mensen met veel steun gelukkiger zijn dan getrouwde mensen in het algemeen. Uit een voorgaande studie blijkt dat het mogelijk is dat een scheiding tot een gelukkiger leven leidt. De keuze om een huwelijk te ontbinden is een rationele keuze waarbij mensen de voor- en nadelen afwegen. Toch zijn mensen de eerste paar jaar naar de scheiding over het algemeen veel ongelukkiger, maar daarna zijn ze gelukkiger dan getrouwde mensen (Gardner & Oswald, 2006).

0 1 2 3 4 5 6

getrouwde man getrouwde vrouw gescheiden man gescheiden vrouw

(17)

16

5.2 Mensen geboren na 1955

Tabel 5.2

Samenvatting van het effect van een scheiding en de ervaren steun van vrienden op de mentale gezondheid bij mensen geboren na 1955 (N = 1915)

Variabele

Model 1 Model 2 Model

3 Model 4 B SE B β B SE B Β B SE B β B SE B β Constante 4.89** .027** 4.92** .027** 4.286** .092** 4.322** .1** Geslacht -.189* .034* -.12* -.18* .033* -.114* -.201** .033** -.127** -.2** .033** -.127** Gescheiden -.284** .048** -.126** -.289** .047** -.128** -.534* .258* -.237* Steun vrienden .164** .023** .151** .155** .025** .142** Gescheiden * steun vrienden .062 .064 .111 R² .014** .03** .053** .053 ΔF 31.728** 35.486** 51.603** .935 *p < .05 **p < .01.

Model 4 uit tabel 5.1 heeft een R²-waarde van 0.053 wat betekent dat dit model 5.3% van de mentale gezondheid verklaart. Verder is de F-waarde voor model 4 laag en niet significant. Dit komt omdat het interactie-effect niet significant is. Net als bij het model van de eerdere geboortejaren volgt uit dit model een regressievergelijk waarmee de mentale gezondheid voorspeld wordt: 𝑦 ̂ 𝑚𝑒𝑛𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑔𝑒𝑧𝑜𝑛𝑑ℎ𝑒𝑖𝑑 = 4.322 − .127𝑥𝑔𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 − .237𝑥𝑔𝑒𝑠𝑐ℎ𝑒𝑖𝑑𝑒𝑛+ .142𝑥𝑠𝑡𝑒𝑢𝑛 𝑣𝑟𝑖𝑒𝑛𝑑𝑒𝑛+ .111𝑥𝑖𝑛𝑡𝑒𝑟𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒

Bij het volgende figuur is de bovenstaande vergelijking gebruikt om de verwachte scores voor verschillende categorieën respondenten te berekenen. Er is bij ervaren steun van vrienden onderscheid gemaakt tussen een score van 0 en een score van 5.

(18)

17

Figuur 5.2: Mentale gezondheid bij mensen geboren na 1955

Na het gebruik van de bovenstaande regressievergelijking volgt figuur 5.2. Hier is te zien dat getrouwde mensen zonder steun van vrienden gemiddeld een betere mentale gezondheid hebben dan gescheiden mensen die geen steun ervaren. Bij de mensen die veel steun ervaren, is dit effect sterker voor gescheiden mensen. Omdat de steunervaring bij gescheiden mensen een groter positief effect heeft dan bij getrouwde mensen, is ook hier sprake van een buffer-effect. Bij vergelijking van figuur 5.1 en 5.2 valt op dat een scheiding bij de groep respondenten die na 1955 is geboren een kleiner negatief effect heeft op de mentale gezondheid. Verder is bij de respondenten die na 1955 zijn geboren de ervaren steun van vrienden meer van invloed op de mentale gezondheid, maar is het interactie-effect kleiner. Deze bevindingen worden meer uitgebreid besproken in de

conclusie. 0 1 2 3 4 5 6

getrouwde man getrouwde vrouw gescheiden man gescheiden vrouw

(19)

18

6. Samenvatting, conclusie en discussie

Naar aanleiding van de analyse worden de resultaten besproken en teruggekoppeld naar de literatuur.Bij vergelijking van de regressievergelijkingen die uit tabel 5.1 en tabel 5.2 volgen zijn interessante effecten waar te nemen. De constante is gedaald van 4.629 naar 4.322. Dit betekent dat mensen die na 1955 geboren zijn gemiddeld iets minder gelukkig zijn. Een interessante

ontwikkeling is dat het negatieve effect van vrouwen gedaald is van 0.142 naar 0.127, wat betekent dat de verschillen tussen mannen en vrouwen kleiner zijn geworden voor de respondenten die na 1955 zijn geboren. Verder is het negatieve effect van een scheiding gedaald van 0.379 naar 0.237, wat er op wijst dat de verschillen voor mentale gezondheid tussen getrouwde en gescheiden mensen die na 1955 zijn geboren kleiner zijn geworden.

Bij vergelijking van tabellen 5.1 en 5.2 is duidelijk te zien dat het effect van de ervaren steun van vrienden groter is geworden voor de respondenten die na 1955 zijn geboren. Dit is gestegen van 0.106 naar 0.142. Het interactie-effect is echter voor de respondenten die na 1955 zijn geboren kleiner en is gedaald van 0.24 naar 0.111. Dit betekent dat alle mensen, getrouwd en gescheiden, over het algemeen meer steun ervaren, terwijl het buffer-effect van ervaren steun bij gescheiden mensen kleiner is voor de respondenten die na 1955 zijn geboren.

De eerste hypothese was dat een scheiding een negatief effect zou hebben op de mentale

gezondheid. Deze was opgesteld naar aanleiding van het onderzoek door Booth en Amato (1991). Er is uit de analyse gebleken dat er verschillen zijn tussen gescheiden mensen en getrouwde mensen met betrekking tot de mentale gezondheid, waarbij gescheiden mensen lager scoren. Hiermee is hypothese 1 bevestigd.

De tweede hypothese was dat de negatieve mentale gezondheidseffecten zwakker zouden zijn bij grotere ervaren steun van vrienden (George et al., 1989). Uit de resultaten blijkt dat mensen die veel steun ervaren een aanzienlijk betere mentale gezondheid hebben dan mensen die geen steun ervaren. Bij gescheiden mensen heeft de sociale steun een groter effect. Gescheiden mensen hebben over het algemeen een minder goede mentale gezondheid, maar gescheiden mensen die veel steun van vrienden ervaren, zijn mentaal gezonder dan getrouwde mensen. In de vergelijking is dit te zien aan de interactie-variabele die alleen bij gescheiden mensen geldt. Omdat ervaren steun bij

gescheiden mensen een sterker positief effect heeft, is er sprake van een buffer-effect. Dit betekent ook dat mensen met veel steun van vrienden beter om kunnen gaan met stressvolle levenssituaties, in dit geval de scheiding. De tweede hypothese kan voorts bevestigd worden.

(20)

19

Het feit dat gescheiden mensen die veel steun ervaren gelukkiger zijn dan getrouwde mensen met veel steun zou een interessant onderwerp zijn voor vervolgonderzoek. Hierbij kan gekeken worden hoe de sociale omgeving van een individu verandert na een scheiding en welke rol de contacten spelen bij de mentale gezondheid. Uit de theorie van Gardner & Oswald (2005) blijkt dat een scheiding op de lange termijn ook positieve effecten op de mentale gezondheid kan hebben. Een tekortkoming in deze scriptie is dat er niet gekeken is naar hoe lang geleden de scheiding heeft plaatsgevonden.

Uit dit onderzoek blijkt dat de ervaren steun van vrienden een grote rol speelt. Dit impliceert dat de sociale omgeving heel erg belangrijk is. Wanneer men wil dat de samenleving mentaal gezond is, is het voorts nuttig om zich meer te verdiepen in de steunervaring van individuen. Er kan geconcludeerd worden dat het zeer interessant is om de sociaal-ervaren steun van vrienden te onderzoeken in een samenleving die steeds meer individualistisch wordt. Vooral omdat blijkt dat de steun van vrienden voor de respondenten die na 1955 zijn geboren een groter effect heeft, kan geconcludeerd worden dat vrienden belangrijker zijn geworden in de samenleving. Uit de analyse blijkt echter ook dat het interactie-effect van ervaren steun bij gescheiden mensen kleiner is bij mensen die na 1955 zijn geboren dan bij mensen die voor 1955 zijn geboren. Het is mogelijk dat de verschillen tussen getrouwde en gescheiden mensen kleiner zijn geworden, omdat er mogelijk minder conservatief gedacht wordt over echtscheiding.

Dit onderzoek geeft een goed beeld van het buffer-effect van de steun van vrienden op de mentale gezondheid en de verschillen tussen gescheiden en getrouwde mensen. Tevens brengt het onderscheid tussen mensen die vóór 1955 zijn geboren en mensen die na 1955 zijn geboren, nuttige inzichten. Opvallend is dat het algemene positieve effect van steun van vrienden gedurende het tijdperk van individualisering sterker is geworden, maar dat het interactie-effect en daarmee het buffer-effect voor gescheiden mensen kleiner is geworden. Voor vervolgonderzoek is het interessant om het buffer-effect en de verandering ervan door de tijd heen beter te onderzoeken.

Verder waren in dit onderzoek de verschillen tussen de inkomensgroepen niet significant. Omdat de dataset respondenten uit Nederland bevat, kan het ontbreken van dit effect te maken hebben met de grote inkomensgelijkheid in Nederland ten opzichte van andere landen. Het onderscheid tussen

inkomensgroepen betreffende de mentale gezondheid zou in andere landen interessanter kunnen zijn, omdat hier de verschillen tussen arm en rijk groter kunnen zijn.

(21)

20

Uit de resultaten blijkt tevens dat vrouwen, ook voor de respondenten die na 1955 zijn geboren, minder mentaal gezond zijn. Dit is in strijd met de verwachting vanuit de literatuur waarin werd gesteld dat de verschillen tussen mannen en vrouwen de laatste decennia verdwenen zijn (Boelhouwer et al., 2010). Dit effect kan uiteenlopende redenen hebben. Het is interessant om bij vervolgonderzoek in te gaan op het effect dat de emancipatietendens heeft op de mentale gezondheid van mannen en vrouwen bij een scheiding. Verder is het interessant dat gescheiden mensen met veel ervaren steun gelukkiger zijn dan getrouwde mensen met veel ervaren steun. Dit zou wellicht verklaard kunnen worden door het feit dat het sociale netwerk verandert na een scheiding. Mensen die gescheiden zijn hebben mogelijk opnieuw een kans om sociale contacten aan te gaan en vrienden te vinden die dezelfde interesses hebben. Dit zou betekenen dat een scheiding niet altijd een negatieve invloed hoeft te hebben op de mentale gezondheid.

(22)

21

Bronnenlijst

Boelhouwer, J., Kraaykamp, G., & Stoop, I. (2015). Nederland in

Europees perspectief (pp. 14-23). Den

Haag: SCP.

Booth, A., & Amato, P. (1991). Divorce and psychological stress.

Journal of Health and Social Behavior,

396-407.

Brugha, T, (2015). Mental health.

International Encyclopedia of the Social & Behavioral Sciences , 15

187-192.

CBS. (2016). Huwelijksontbindingen;

door echtscheiding en door overlijden.

Retrieved from: http://statline.cbs.nl/Statweb/publicatio n/?VW=T&DM=SLNL&PA=37425N ED&D1=3- 9&D2=5463&HD=170610-1951&HDR=G1&STB=T

Choenarom, C., Williams, R. A., & Hagerty, B. M. (2005). The role of sense of belonging and social support on stress and depression in individuals with depression. Archives

of Psychiatric Nursing, 19(1), 18-29.

Connidis, I.A. (2009). Building on Strength and Breaking New Ground: Reflections on the Netherlands Kinship Panel Study and the “The Ties That Bind” Research Programme, 1-19. Dam, P. V. (2011). Een wankel vertoog. Over ontzuiling als karikatuur. BMGN-Low Countries

Historical Review, 126(3), 52-77.

De Beer, P. (2007). How

individualized are the Dutch? Current

sociology, 55(3), 389-413.

Gardner, J., & Oswald, A. J. (2006). Do divorcing couples become happier by breaking up? Journal of the Royal

Statistical Society: Series A (Statistics in Society), 169(2), 319-336.

Gazso, A., & McDaniel, S. (2015). Families by choice and the

management of low income through social supports. Journal of Family

Issues, 36, 372-395.

George, L. K., Blazer, D. G., Hugher, D. C., & Fowler, N. (1989). Social support and the outcome of major depression. The British Journal of

Psychiatry, 154(4), 478-485).

Howard, S. (2017). Perceived social support predicts lower cardiovascular reactivity to stress in older adults.

Biological Psychology, 125, 70-75.

doi:10.1016/j.biopsycho.2017.02.006 Huxhold, O., Miche, M., & Schüz, B. (2014). Benefits of having friends in older ages: Differential effects of informal social activities on well-being in middle-aged and older adults. The

Journals of Gerontology Series B: Psychological Sciences and Social Sciences, 69(3), 366-375.

Kawachi, I., & Berkman, L. F. (2001). Social ties and mental health. Journal

of Urban health, 78(3), 458-467.

Pahl, R., & Pevalin, D. J. (2005). Between family and friends: a

longitudinal study of friendship choice.

The British Journal of Sociology, 56(3), 433-450.

Yerbury, H. (2010). Who to Be?: Generations X and Y in Civil Society Online. Youth Studies Australia, 29(2), 25.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nieuw online platform Sterk door Werk voor mentale gezondheid Verlenging registratieduur doelgroepregister banenafspraak en mogelijkheid voor uitschrijving.. Mensen aan het werk

De bredere set aan kenmerken wordt vervolgens door alle deelnemers (zowel de eerdere deelnemers vanuit het jeugdveld als de nieuwe deelnemers uit het bredere mentale gezondheidsveld)

— voltooide studie in de sociologie; van hen die nog niet zijn gepromoveerd w ordt de bereidheid verwacht to t het schrijven van een proefsch rift dat bij voorkeur is

Mentale gezondheid beslaat namelijk meerdere gebieden van welbevinden: emotioneel welbevinden (geluk, ook wel subjectief welbevinden genoemd, en positieve emoties),

Positieve attitude: seksuele gezondheid als recht voor iedereen, professioneel hanteren van eigen normen en waarden. Bevorderen van Seksuele Gezondheid Dank voor

Pijler 1: Een stevig fundament voor alle kinderen en jongeren Pijler 2: Preventie op maat en vroegsignalering Pijler 3: Versterken van de eerste lijn.. Pijlers van preventief

Als organisatie of hulpverlener kan je deze structurele drempels weliswaar niet alleen of letterlijk weg- werken, maar door maatschappelijk of politiserend te handelen kan je

Op zoek naar informatie, belandde hij bij vzw Het Grote Plein, een vor- mingsorganisatie in Mechelen voor volwassen personen met een verstandelijke beperking.. „Personen met