• No results found

Bedrijfsindeling vollegrondsgroente : systeembeschrijving en gebruikershandleiding bij het computerprogramma "Tuintype"

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bedrijfsindeling vollegrondsgroente : systeembeschrijving en gebruikershandleiding bij het computerprogramma "Tuintype""

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L A N D B O U W - E C O N O M I S C H INSTITUUT

Interne Nota 3 2 1

Ir, J.S. Buurma

<f i E i m i % ~

SIGNJ

L 5 ~ - 3 1 /

2 jg]j £ EX. NO; 4

.

HBUOIHEEK #

. MLV; ü6i£fOft-3

Bedrijfsindeling

vollegrondsgroente

Systeembeschrijving

en gebruikershandleiding

bij het

computer-programma "Tuintype"

Mei 1 9 8 6

NIET VOOR PUBLIKATIE - NADRUK VERBODEN

(2)
(3)

WOORD VOORAF

Het bedrijfs-economisch onderzoek op het LEI heeft een belangrijke taak in het verschaffen van inzicht in de bedrijfsontwikkeling in de verschillende takken van land- en tuinbouw. Om aan die taak te kunnen voldoen, dient die ontwikkeling eerst te worden vastgesteld. Voor de meeste takken gaat dat goed met de zgn. VAT-classificatie.

Voor de vollegronds-groenteteelt is het VAT-systeem echter minder geschikt. Probleem is, dat in het VAT-systeem betrekkelijk weinig aandacht aan gemengde bedrijven wordt besteed, terwijl die binnen de vollegronds-groenteteelt juist een belangrijke groep vormen.

Om aan dit euvel tegemoet te komen, is een verfijnde bedrijfsindeling voor de vollegronds-groenteteelt ontwikkeld. Daarin worden de bedrijven met vollegronds-groente allereerst ingedeeld naar bedrijfstak (glastuin-bouw, vollegrondsgroente, akker(glastuin-bouw, e t c ) . Daarna worden de gespeciali-seerde vollegrondsgroente-bedrijven nog eens ingedeeld naar hoofdgewas

(spruitkool, witlof, aardbeien, e t c ) .

Het bovenomschreven systeem is uitgewerkt in een computerprogramma, waarmee de stand van de bedrijfsontwikkeling bij de verschillende

Meitellingen kan worden vastgesteld. De werking en de besturing van het onderhavige computer-programma zijn in het volgende beschreven als handleiding voor de onderzoekers die van het systeem gebruik willen maken.

Bij de opstelling van het computer-programma is samengewerkt met de Afdeling Centrale Informatie Verwerking van het LEI. Vanuit die Afdeling heeft J.G.H. Spijkerman het functioneel ontwerp en de programmering ver-zorgd.

(4)

INHOUD Biz. WOORD VOORAF 5 1. INDELINGS-METHODE 7 2. BEDRIJFSONDERDELEN 10 3. SBE-NORMEN 11 4. PROGRAMMA-BESTURING 12 5. INDELINGS-RESULTAAT 15

(5)
(6)

1. INDELINGS-METHODE

De voorgestelde bedrijfsindeling sluit nauw aan op het VAT-systeem: Bij het VAT-systeem worden eerst de sbe-aandelen van de verschillende bedrijfsonderdelen in de bedrijfsomvang bepaald en vervolgens wordt het bedrijf ingedeeld en genoemd naar de grootste bedrijfsonderdelen. Binnen het VAT-systeem worden in eerste instantie drie bedrijfsonderdelen onderscheiden:

V = Veehouderij A = Akkerbouw T = Tuinbouw

In tweede instantie wordt binnen deze hoofdindeling nog onderscheid gemaakt naar specifieke produktie-richtingen (bv. melkveehouderij, graan-teelt, fruitteelt). Via deze sub-indeling mondt het VAT-systeem uitein-delijk uit in 37 bedrijfstypen.

Bij de voorgestelde bedrijfsindeling wordt eveneens een hoofdinde-ling en een subindehoofdinde-ling gemaakt. Voor de hoofdindehoofdinde-ling wordt echter van een groter aantal bedrijfsonderdelen uitgegaan:

C = Champignons G = Glastuinbouw B = Bloemisterij ogr H = Boomkwekerij ogr F = Fruitteelt ogr 0 = Groenteteelt ogr A = Akkerbouw V = Veehouderij

De indeling verloopt op dezelfde manier als bij het VAT-systeem: eerst worden de sbe-aandelen van de genoemde bedrijfsonderdelen in de bedrijfsomvang bepaald en vervolgens wordt het bedrijf ingedeeld en genoemd naar de grootste bedrijfsonderdelen. Overeenkomstig het VAT-systeem worden de bedrijven met 3^ 60% sbe in een bedrijfs-onderdeel als gespecialiseerd bedrijf aangemerkt (bv. glastuinbouw-bedrijven). Voor de indeling van de gemengde bedrijven wordt uitgegaan van de twee grootste bedrijfsonderdelen. Als deze beide onderdelen elk 20-60% sbe hebben en samen }/ 60% sbe, dan volgt indeling in het bijbehorende type

(bv. akkerbouw/veehouderij-bedrijven). Wordt niet aan deze voorwaarden voldaan, dan volgt indeling bij de "niet-nader-in-te-delen" bedrijven.

De bovenomschreven "BEDRIJFSTAKKEN-INDELING" omvat in totaal 37 bedrijfstypen, waarvan 8 gespecialiseerd, 28 gemengd en 1 rest. In figuur 1.1 is weergegeven, hoe deze bedrijfstypen voortvloeien uit de onderlinge koppeling van de verschillende bedrijfsonderdelen.

In de praktijk blijken bepaalde combinaties van bedrijfsonderdelen niet of nauwelijks voor de komen. Bij weglating van deze combinaties gaat zodoende weinig informatie verloren. Dit opent de mogelijkheid om de gespecialiseerde typen samen met de belangrijkste gemengde typen in een samenhangend verband te plaatsen. In figuur 1.2 is dit gebeurd voor de bedrijven met vollegrondsgroente. Met deze "honingraat" wordt de be-drijfsstructuur van de vollegronds-groenteteelt duidelijk zichtbaar.

Door het brede gewassenpakket van de vollegronds-groenteteelt kunnen nog allerlei vormen van gespecialiseerde vollegrondsgroente-bedrijven

(7)

F i g u u r 1.1 B e d r i j f s t y p e n a l s c o m b i n a t i e s v a n b e d r i j f s o n d e r d e l e n ( b e d r i j f s t a k k e n - i n d e l i n g )

GROEN GLAST BLOEM AKKER VEEHO BOOMK FRUIT CHAMP

O G B A V H F C GROEN GLAST BLOEM AKKER VEEHO BOOMK FRUIT CHAMP = 0 = G = B = A = V = H = F = C NIET NADER TOTAAI IN , AANTAL 00 OG OB OA OV OH OF OC TE GG GB GA GV GH GF GC DELEN BB BA BV BH BF BC AA AV AH AF AC GESELECTEERDE BEDRIJVEN VV VH VF VC HH HF HC FF FC CC NN TT F i g u u r 1.2 B e l a n g r i j k s t e b e d r i j f s t y p e n i n o n d e r l i n g verband ( b e d r i j f s t a k k e n - i n d e l i n g )

(8)

worden onderscheiden. Voor een verdere onderverdeling is van de volgende produktie-richtingen uitgegaan: 1 = aardbeien 2 = asperges 3 = augurken 4 = prei 5 = kropsla/andijvie/spinazie 6 = bloemkool

7 = sluitkool (vroeg + laat) 8 = spruitkool

9 = witlof (teelt + trek) 10 = rest vollegrondsgroente

Voor deze "HOOFDGEWASSEN-INDELING" zijn dezelfde rekenregels toe-gepast als bij de "bedrijfstakken-indeling". Eerst worden de bedrij-ven met \ 60% sbe in een produktie-richting als gespecialiseerd

bedrijf aangemerkt (bv. aardbeien-bedrijven). Vervolgens worden de bedrijven afgezonderd, waar de twee grootste produktie-richtingen elk 20-60% sbe en samen ^ 60% sbe hebben (bv.

aardbeien/augurken-bedrijven). De overblijvende bedrijven worden als "niet-nader-in-te-delen" beschouwd.

De bovenomschreven subindeling omvat in totaal 56 bedrijfstypen, waarvan 10 gespecialiseerd, 45 gemengd en 1 rest. In figuur 1.3 is

weergegeven, hoe deze bedrijfstypen voortvloeien uit de onderlinge koppeling van de verschillende produktie-richtingen.

In de praktijk blijken bepaalde combinaties van produktie-richtingen niet of nauwelijks voor te komen. Bij weglating van deze combinaties

gaat zodoende weinig informatie verloren. Dit opent de mogelijkheid om de gespecialiseerde typen samen met de belangrijkste gemengde typen in een samenhangend verband te plaatsen. In figuur 1.4 is

(9)

F i g u u r 1 . 3 : B e d r i j f s t y p e n a l s c o m b i n a t i e s v a n h o o f d g e w a s s e n ( h o o f d g e w a s s e n - i n d e l i n g )

ABE ASP AUG PRE BLG BLK SLK SPK WIT DIV

1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ABE ASP AUG PRE BLG BLK SLK SPK WIT DIV 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 11 21 31 41 51 61 71 81 91 01 22 32 42 52 62 72 82 92 02 33 43 53 63 73 83 93 03 44 54 64 74 84 94 04 55 65 75 85 95 05 66 76 86 96 06 77 87 97 07 88 98 08 99 09 00 NIET NADER IN TE DELEN

TOTAAL AANTAL VOLLEGRONDSGROENTE-BEDRIJVEN

&& 00

Figuur 1.4: Belangrijkste bedrijfstypen in onderling verband (hoofdgewassen-indeling)

(10)

2. BEDRIJFSONDERDELEN

De samenstelling van de bedrijfsonderdelen sluit nauw aan op de Indeling die het CBS op het Meitelling-formulier hanteert. Voor enkele rubrieken is de indeling echter niet bij voorbaat duidelijk. In

onderstaand overzicht is aangegeven bij welke bedrijfs-onderdelen de "onduidelijke" rubrieken zijn ondergebracht.

rubriek bedrijfsonderdeel tulpen-broeierij

narcissen-broeierij trekheesters

bolbloemgewassen ogr ov. bloemkwekerij ogr bloembollen + knollen

tuinbouwzaden minder dan 2 ha 2 ha of meer witloftrekkerij pit + steenvruchten klein fruit vaste planten blijvend grasland tijdelijk grasland G = glastuinbouw G = glastuinbouw B = bloemisterij ogr B = bloemisterij ogr B = bloemisterij ogr B = bloemisterij ogr B = bloemisterij ogr 0 = groenteteelt ogr 0 = groenteteelt ogr F = fruitteelt ogr F = fruitteelt ogr H = boomkwekerij ogr V = veehouderij V = veehouderij

Voor een volledig overzicht van de rubrieken-indeling wordt verwezen naar bijlage 1. Daarin worden per bedrijfsonderdeel de rubrieken genoemd die samen het desbetreffende bedrijfsonderdeel vormen.

Bijvoorbeeld: 41 t/m 51 = 52 (bloemisterij ogr) 61 t/m 64 = 65 (fruitteelt ogr)

In het pakket "snijbloemen" (variabelen 7 t/m 16) zijn twee "wissel-rubrieken" opgenomen. Deze "wissel"wissel-rubrieken" bevatten de snijbloemen-gewassen die bij de Meitelling met tussenpozen worden gevraagd. Het onderstaande overzicht toont de "inhoud" van beide rubrieken bij de achtereenvolgende Meitellingen. Meitelling t/m wisselrubriek 1 wisselrubriek 2 1981 1982 1983 1984 1985 anthuriums anthuriums alstroemeria strelitzia bouvardia snijgroen amaryllis amaryllis nerine gypsophila 11

(11)

SBE-NORMEN

Bij de toepassing van het computer-programma staan twee sbe-pakketten ter keuze: Meitelling-normen en Onderzoek-normen. Bij de Meitelling-normen wordt gebruik gemaakt van de sbe-berekeningen, zoals die in de Meitelling-banden van het CBS zijn opgenomen. De Onderzoek-normen wijken hiervan af door de bijstelling van een aantal vollegrondsgroente-normen en door de berekening van sbe's voor witloftrek, tulpen-broei en narcissen-broei. In samenhang hiermee worden in het Onderzoek-pakket tevens aangepaste areaal-grenzen gehanteerd voor het onderscheid tussen intensieve en extensieve teeltwijze bij de relevante vollegrondsgroente-gewassen. Onderstaand over-zicht toont de verschillen tussen beide pakketten:

activiteit tulpen-broei narcissen-broei tuinbouwzaden tuinbonen doperwten s tambonen spinazie andijvie kropsla bloemkool spruitkool schorseneren bos/waspeen winterpeen witlofwortelen witloftrek knolselderij plantuien zaaiuien ov. groenten aanduiding 1000 st 1000 kg bloemzaden groentezaden intensief extensief intensief extensief intensief extensief intensief extensief incl nateelt incl nateelt incl nateelt intensief extensief intensief extensief bospeen waspeen intensief extensief intensief extensief ha wortelen intensief extensief intensief extensief intensief extensief intensief extensief MEITELLING grens -<200 £200 <100 £100 -> 0 <100 £100 <200 £200 -<100 £100 < 50 £ 50 < 50 £ 50 <100 £100 <100 £100 -<100 £100

-£ 0

-£ 0

### -norm 0,0 0,0 22,0 22,0 17,0 2,5 -2,5 25,0 2,5 25,0 2,5 27,0 30,0 25,0 22,0 14,0 18,0 13,5 34,0 8,0 20,0 5,0 10,0 9,0 0,0 12,0 6,0 -8,0 -7,0 17,0 -ONDERZOEK grens -<200 £200 <150 £150 <100 £100 <150 £150 <200 £200 -### -<100 £100 < 50 £ 50 <150 £150 <100 £100 -<100 £100 <100 £100 <100 £100 <200 £200 norm 0,15 2,40 32,0 16,0 17,0 2,5 60,0 2,5 21,0 2,5 30,0 2,5 44,0 40,0 22,0 16,0 -18,0 13,5 77,0 17,5 24,0 5,0 10,0 9,0 25,0 12,0 6,0 15,0 8,0 11,0 7,0 23,0 5,0

Voor de volledigheid zijn bovenstaande grenzen en normen eveneens opgeno-men in bijlage 1. Als gevolg van de toegepaste gewassen-indeling staan de gegevens daar anders gegroepeerd.

(12)

4. PROGRAMMA-BESTURING

Om de toekomstige gebruiker bekend te maken met de toepassing van het systeem wordt in de resterende twee hoofdstukken een voorbeeld

uitgewerkt. In dit voorbeeld wordt verondersteld, dat de gebruiker inzicht wil hebben in de struktuur van de bedrijven met sluitkool in het

Geest-merambacht anno 1984. De eerste vraag is nu, hoe de benodigde gegevens met behulp van "TUINTYPE" uit Meitelling 1984 gehaald kunnen worden.

De oplossing van deze vraag ligt besloten in een vragenformulier voor de besturing van "TUINTYPE". Dit "vragenformulier" moet worden opgeroepen, ingevuld en afgeleverd met de Editor van de HP-computer (file-naam =

TUINKEUS).

Tabel 4.1 laat zien welke vragen gesteld worden en welke antwoorden nodig zijn om de gewenste gegevens over het Geestmerambacht te

verkrijgen.

Tabel 4.1. Vragenformulier voor de besturing van "TUINTYPE" JAAR? > 84 LAND-PROVINCIE-GEBIED? > LAAGSTE GEBIEDSNR? > HOOGSTE GEBIEDSNR? > PROVINCIENR? > GEBIEDSNAAM? > 2 63 63 7 GEESTMERAMBACHT SELECTEREN OP GEWASSEN? > 1 GEWASNRS? > 78 79 GEWAS(-GROEP)NAAM? > SLUITKOOL 0 0 S BE'S HERBEREKENEN? > 1 SBE-ONDERGRENS? > 100 SBE-BOVENGRENS? > 200 HOOFDGEWASSEN-INDELING? > 0 TEELTPLAN SPECIFICEREN? > 1 ONDERDEELNRS? > 0 0 ALLEEN PLUS-TABELLEN? > 1 ALLEEN TOTALEN+GEMIDD? > 0 0 0

N.B. Bij de beantwoording van de vragen geen slashes (/) gebruiken. Het systeem beschouwt dit teken als "einde regel", waardoor het vragenformulier niet meer goed gelezen wordt.

In het vragenformulier zijn vijf "hoofdstukken" te onderscheiden, waarmee het gewenste gegevens-pakket kan worden afgebakend:

1. meitelling-keuze 2. gebieds-keuze 3. gewassen-keuze 4. sbe-keuze 5. tabellen-keuze 13

(13)

De vragen uit deze vijf "hoofdstukken" worden hieronder toegelicht: meitellingkeuze

In dit hoofdstuk dient het jaartal (2-cijferig) van de gewenste Meitelling te worden opgegeven. Als gevolg van de beperkte vraagstelling

in bepaalde jaren zijn alleen de Meitellingen van 1975 en vanaf 1979 zin-vol te gebruiken.

gebiedskeuze

In dit hoofdstuk dient het te beschouwen gebied te worden omschreven. Eerst wordt een code voor het soort gebied gevraagd:

0 = Nederland 1 = een provincie 2 = een landbouwgebied

Bij "landbouwgebied" is de keus beperkt tot individuele of

aaneengesloten CBS-landbouwgebieden binnen een provincie. Als gebiedsnum-mers gelden de eerste twee cijfers van de CBS-gemeentenumgebiedsnum-mers (overzicht beschikbaar op LEI-Afd. SO). Voor de provincie-nummers wordt de gangbare volgorde aangehouden: 1 = Groningen, 11 = Limburg, 12 = Flevoland.

gewassenkeuze

In dit hoofdstuk moet de gebruiker aangeven of, en zo ja, op welk(e) gewas(sen) het programma moet selecteren. Wel of niet selecteren moet wor-den aangegeven met 1 of 0. Als met "1" wordt geantwoord, moet(en)

ver-volgens het (de) nummer(s) van de gewenste gewas(sen) worden opgegeven. Voor de gewas-nummers wordt verwezen naar bijlage 1. Bij deze

keuze-mogelijkheid kunnen maximaal vijf gewassen worden opgegeven. Een bedrijf wordt meegenomen zodra een van de opgegeven gewassen wordt aangetroffen.

sbe-keuze

In dit hoofdstuk staan de beide sbe-pakketten ter keuze en kunnen sbe-grenzen worden ingesteld voor een verdere afbakening van de populatie. Bij de afweging van beide sbe-pakketten moet worden bedacht, dat de

witloftrek pas vanaf 1983 in de Meitelling is opgenomen. Zodoende is her-berekening van de sbe's in vroegere jaren minder zinvol.

De keus voor een bepaald pakket moet worden aangegeven in code: 0 = geen herberekening (meitelling-pakket) 1 = wel herberekening (onderzoek-pakket)

De keus voor een bepaalde sbe-klasse kan worden aangegeven door bij ondergrens en bovengrens de gewenste waarden in te vullen. Indien geen bovengrens wordt gewenst, dan dient daarvoor een "0" te worden ingevuld.

Voor de goede orde wordt nog opgemerkt, dat de sbe-grenzen worden toegepast na een eventuele herberekening van de sbe's.

tabellen-keuze

In dit hoofdstuk moet de gebruiker aangeven welke gegevens hij van de geselecteerde bedrijven wenst te ontvangen. Allereerst wordt gevraagd of

(14)

de hoofdgewassen-indeling voor gespecialiseerde vollegrondsgroente-bedrijven moet worden toegepast. Bij de beantwoording van deze vraag moet worden overwogen, dat witloftrek in de jaren voor 1983 ontbreekt. Wel of geen hoofdgewassen-indeling aangeven 1 resp 0.

Vervolgens wordt gevraagd in hoeverre het teeltplan van de bedrijven moet worden gespecificeerd. Onder "specificeren" wordt hier verstaan het uitsplitsen van de oppervlaktes glastuinbouw, akkerbouw, etc. naar de samenstellende gewassen zoals die zijn opgenomen in bijlage 1. Indien een dergelijke specificatie van een of meer bedrijfsonderdelen gewenst wordt, moet deze vraag met "1" worden beantwoord.

Aansluitend moeten dan bij de volgende vraag de nummers van de te specificeren bedrijfsonderdelen worden opgegeven:

1 = champignons 5 = fruitteelt ogr 2 = glastuinbouw 6 = groenteteelt ogr 3 = bloemisterij ogr 7 = akkerbouw

4 = boomkwekerij ogr 8 = veehouderij

Wordt geen specificatie gewenst, dan kan worden volstaan met het invullen van een "0" achter "teeltplan specificeren".

Het programma biedt de mogelijkheid om naast de tabellen van de be-drijven met de gekozen gewassen (plus-tabellen) tevens tabellen te maken van de bedrijven zonder die gewassen (min-tabellen). Voor deze "min-tabel-len" gelden dezelfde gebieds- en sbe-grenzen als voor de "plus-tabel"min-tabel-len". De onderhavige "min-tabellen" kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld akkerbouw-bedrijven met en zonder vollegronds-groente met elkaar te verge-lijken.

Normaliter kan met "plus-tabellen" worden volstaan en dient de des-betreffende vraag met "1" te worden beantwoord. Om tevens "min-tabellen" te krijgen moet "0" worden ingevuld. Zeker bij het opvragen van "min— tabellen" dient men zich bewust te zijn van de hoeveelheid papier die daarmee gepaard kan gaan. Bij grote aantallen bedrijven kan deze hoeveel-heid aanzienlijk worden beperkt door alleen "totalen en gemiddelden" per bedrijfstype op te vragen.

Deze mogelijkheid ontstaat door bij de laatste vraag "1" in te vullen. Wordt deze vraag met "0" beantwoord, dan worden de individuele bedrijven per bedrijfstype onder elkaar gezet. Zij worden daarbij gerangschikt naar oppervlakte cultuurgrond.

(15)

5. INDELINGS-RESULTAAT

In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de gevraagde gegevens aan de

onderzoeker gepresenteerd worden. Tegelijkertijd worden enkele rapportage-mogelijkheden besproken. Voor beide doeleinden wordt het voorbeeld van de

sluitkoolteelt in het Geestmerambacht gebruikt. Daarmee wordt tevens de samenhang met de programmabesturing uit het vorige hoofdstuk zichtbaar gemaakt.

In bijlage 2 zijn teeltplan- en struktuur-gegevens opgenomen van vollegrondsgroente-bedrijven in het Geestmerambacht. Overeenkomstig de programma-besturing betreft het de bedrijven die bij Meitelling 1984 een bedrijfsomvang hadden van 100-200 sbe. Met de variablen "sbe-% groen-teteelt ogr" en "sbe's onderzoek-normen" kan worden gecontroleerd, dat de geselecteerde bedrijven inderdaad aan de gestelde grenzen voldoen.

Bijlage 2 geeft alleen een overzicht van de gespecialiseerde

vollegrondsgroente-bedrijven met sluitkool in het Geestmerambacht. Daar-naast levert het programma soortgelijke overzichten van de andere

bedrijfstypen met sluitkool. In figuur 5.1 zijn de geselecteerde bedrijven ingedeeld naar bedrijfstype.

Uit figuur 5.1 blijkt, dat de sluitkoolteelt in het Geestmerambacht geconcentreerd is op gespecialiseerde vollegrondsgroente-bedrijven. Deze vaststelling krijgt nog meer "kleur" bij beschouwing van variabele "sbe-% sluitkool" in bijlage 2: ruim 75% van de gespecialiseerde vollegronds-groente-bedri jven blijkt zich op sluitkool gespecialiseerd te hebben. De overige 25% hebben naast sluitkool een belangrijk aandeel aardbeien of witlof in het teeltplan.

De duidelijke soortgelijkheid van de bedrijven in bijlage 2 maakt het zinvol om over "het gemiddelde bedrijf" te spreken en daarmee tot een

"representatieve bedrijfsopzet" te komen. In tabel 5.1 wordt de

"representatieve bedrijfsopzet" van de onderhavige bedrijven in het Geest-merambacht geschetst.

Het gemiddelde bedrijf heeft + 8,5 ha cultuurgrond in gebruik, waar-van + 70% wordt beteeld met sluitkool. De bedrijfsomwaar-vang beloopt gemiddeld + 150 sbe. De vaste arbeidsbezetting omvat gemiddeld 1,5 ak en bestaat geheel uit gezinsleden. De opvolgingssituatie moet als zeer gunstig wor-den aangemerkt.

Tot zover het voorbeeld over de sluitkoolteelt in het Geestmer-ambacht. In dit voorbeeld wordt reeds met de bedrijfstakken-indeling een zodanige "soortgelijkheid" bereikt, dat de opstelling van een represen-tatieve bedrijfsopzet zinvol is. Bij de analyse van grotere gebieden en/of bredere gewassen-pakketten zullen de bedrijven eerst nader moeten worden ingedeeld met de hoofdgewassen-indeling.

(16)

Figuur 5.1: Aantallen bedrijven (100-200 sbe) met sluitkool In het Geestmerambacht bij Meitelling 1984

GROEN GLAST BLOEM AKKER VEEHO BOOMK FRUIT CHAMP O G B A V H F C GROEN = 0 GLAST = G BLOEM = B AKKER = A VEEHO = V BOOMK = H FRUIT = F CHAMP = C 26

-4

2

1

-NIET NADER IN TE DELEN

TOTAAL AANTAL GESELECTEERDE BEDRIJVEN 35

(17)

Tabel 5.1: Gemiddelde bedrijfsopzet van de gespecialiseerde vollegrondsgroente-bedrijven van 100-200 sbe in het Geestmerambacht (gegevens: Meitelling 1984) vroege sluitkool 1,50 ha late sluitkool 4,50 ha zaai-uien 0,50 ha poot-aardappelen 0,50 ha cons-aardappelen 1,50 ha CULTUURGROND 8,50 ha REGELM. ARBEID 1,50 ak BEDRIJFSOMVANG 150 sbe OPVOLGINGSGRAAD 92 % 18

(18)

BIJLAGE 1: Overzicht en indeling van de Meitelling-rubrieken

zoals opgenomen in Bedrijfsindeling Vollegrondsgroent MEITELLING ONDERZOEK grens norm grens norm 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 -C-PPB PPG PKP OPL P-P ROZ GER OCH STA TRA CHR 0V1 OV2 OVS OPS S-B TUB NAB LEB FRB B-B G-B CHAMPIGNONS POTPLANTEN-BLOEI POTPLANTEN-GROEN PERKPLANTEN OV. PLANTEN POT/PERK-PLANTEN ROZEN GERBERA'S ORCHIDEEËN STD.ANJERS TROSANJERS CHRYSANTEN WISSELRUBRIEK 1 WISSELRUBRIEK 2 OV. SNIJBLOEMEN OPKW. SNIJBLOEMEN SNIJBLOEMEN TULPEN-BROEI (1000 ST) NARCISSEN-BR.(100O KG) LELIE-BLOEMEN FRESIA-BLOEMEN BOLBLOEMEN GLASBOMEN 0.0 0.0 0.15 2.40 24 G-F GLASFRUIT 25 TMW TOMATEN-WARM 26 KKW KOMKOMMERS-WARM 27 ABW AARDBEIEN-WARM 28 PAW PAPRIKA'S-WARM 29 AUW AUGURKEN-WARM 30 OVW OV. GROENTEN-WARM 31 OPG OPKW. GROENTEN 32 G-W GLASGROENTE-WARM 33 TMK TOMATEN-KOUD 34 KKK KOMKOMMERS-KOUD 35 ABK AARDBEIEN-KOUD 36 PAK PAPRIKA'S-KOUD 37 AUK AUGURKEN-KOUD 38 OVK OV. GROENTEN-KOUD 39 G-K GLASGROENTE-KOUD 40 -G- GLASTUINBOUW 41 HYA HYACINTEN 42 TUL TULPEN 43 NAR NARCISSEN 44 GLA GLADIOLEN 45 LEL LELIES 46 IRI IRISSEN 47 OBY OV. BIJGOED 48 TRH TREKHEESTERS 49 BBL BOLBLOEMGEW. OGR 50 ZBL OV. BLOEMKW. OGR

(19)

Bijlage 1 ( l e vervolg)

51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 Ol .02 .03 BLZ -B-BHP LPB VRB ROS CON SHK VPL -H-APP PER OPS KFR -F-ABE ASP AUG TBI ERI SBI STB PRE SPI AND SLA BLK SLV SLL SKI SCI BOS WPI WWI WLT KNI PUI ZUI OVI 0-1 TBE ERE SBE SPE SKE S CE WAS WPE WWE KNE PUE ZU E ZIL TUINB.ZADEN BLOEMISTERIJ OGR BOS/HAAG-PLANTSOEN LAAN/PARK-BOMEN VRUCHT-BOMEN ROZESTRUIKEN SIERCONIFEREN SIERH./KLIMPL. VASTE PLANTEN BOOMKWEKERIJ OGR APPELEN PEREN OV. PIT/STEENVR. KLEIN FRUIT FRUITTEELT OGR AARDBEIEN ASPERGES AUGURKEN TUINBONEN ERWTEN STAMBONEN STOKBONEN PREI SPINAZIE ANDIJVIE KROPSLA BLOEMKOOL SLUITKOOL-VROEG SLUITKOOL-LAAT SPRUITKOOL SCHORSENEREN WASPEEN WINTERPEEN WITLOFWORTEL WITLOFTREK (HA W L W ) KNOLSELDERIJ PLANTUIEN ZAAIUIEN OV. GROENTEN GROENTETEELT-INT TUINBONEN ERWTEN STAMBONEN SPINAZIE SPRUITKOOL SCHORSENEREN WASPEEN WINTERPEEN WITLOFWORTEL KNOLSELDERIJ PLANTUIEN ZAAIUIEN ZILVERUIEN MEITELLING grens <200 <100 -<100 <200 <100 < 50 < 50 <100 <100 <100 -###

Uoo

>. o

fcioo

^200 ^100

X

50

>, 5 0

fcioo

^100 ^100

\

o

\

o

norm 22.0 17.0 -25.0 25.0 27.0 30.0 25.0 22.0 18.0 34.0 20.0 10.0 0.0 12.0 -17.0 2.5 2.5 2.5 2.5 14.0 13.5 8.0 5.0 9.0 6.0 8.0 7.0 ONDERZOEK grens <200 <150 <100 <150 <200 ### <100 < 50 <150 <100 <100 <100 <100 <200 ^150 *100

H50

^200

-fcioo

>, 5 0 £150 £100

UOO

£100 >,100 norm 32.0 17.0 60.0 21.0 30.0 44.0 40.0 22.0 16.0 18.0 77.0 24.0 10.0 25.0 12.0 15.0 11.0 23.0 2.5 2.5 2.5 2.5 -13.5 17.5 5.0 9.0 6.0 8.0 7.0 20

(20)

Bijlage 1 (2e vervolg)

104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 OVE GRZ O-E -0-PAA CAA FAA SKB GRA PEU HAN VOE -A-BGR TGR -V-BRA %AB %AS %AU %PR %BG %BK %SK %SP %WL %R0 INT EXT %CH %GL %BL %B0 %FR %G0 %AK %VE CBS LEI VAT CTG EIG PAG RAB RAG RAV KGL WGL OND OPV GEM OV.GROENTEN TUINB.ZADEN GROENTETEELT-EXT GROENTETEELT OGR POOT-AARDAPPELEN CONS-AARDAPPELEN FABR-AARDAPPELEN SUIKERBIETEN GRANEN PEULVRUCHTEN HANDELSGEWASSEN VOEDERGEWASSEN AKKERBOUW BLIJVEND GRASLAND TIJDELIJK GRASLAND VEEHOUDERIJ BRAAKLAND SBE-% AARDBEIEN SBE-% ASPERGES SBE-% AUGURKEN SBE-% PREI SBE-% SLA/AND/SPI SBE-% BLOEMKOOL »20 SBE-% SLUITKOOL VR+LT SBE-% SPRUITKOOL SBE-% WITLOF WO+TR SBE-% REST GROENTE SBE'S SBE'S GROENTETEELT-SBE-% CHAMPIGNONS SBE-% GLASTUINBOUW SBE-% BLOEMISTERIJ SBE-% BOOMKWEKERIJ OGR -INT -EXT OGR OGR SBE-% FRUITTEELT OGR SBE-% GROENTETEELT SBE-% AKKERBOUW SBE-% VEEHOUDERIJ OGR SBE'S MEITELLING-NORMEN SBE'S ONDERZOEK-NORMEN BEDRIJFSTYPE CULTUURGROND WV EIGEN VREEMD REGELM. ARBEID (3fc.20) WV GEZIN VREEMD KOUD-GLAS WARM-GLAS ONDERNEMER OPVOLGER GEMEENTE MEITELLING grens norm _ _ »200 22.0 ONDERZOEK grens norm »200 5.0 »200 16.0 21

(21)

Ui UI (J I-« o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o LU ca IJ I -o t - <J o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o LU 3 LU Û. o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o •-. co o LU l o m o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o \n CD Pw N i o co <r — co 2 | o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o LU Ü-U. I o o i o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o O I M I . G ü •§ 0) e CU O) o I O O O O O L O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O M o\ co CD m r^ su so in Z I OJ LU CL o Z N O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O o o LU - I > m o m I LU _J o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m m CO N CU o _ i o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o co - co 0 CU > Vi CU r u I CU u c CU o en c o CU o > a o co CU M V-i CU c O) i—I ca CU S-i CU •r-i X o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o co et Z h-LU Ct o C£ 'J- o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o LÜ CD o o T T o I LU •-> o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o •*• CD et i n ^o — co - • — •3- _J o o o o o o o CO ÜJ <T> _ l o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o O <X o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o O _i U CJ <£ LU CJ CL ï- et' o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o <r z 0 . LU _ l o o o o o i n o o o o o o o o o o o a o o o o o o o o o ro m O I - — <J M <I o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o O O LU > Q X z I O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O <f> x O o o o CJ CJ PO LU i ro ro ro — o > t - — -> X » t u et Œ l o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o CO O LU z i m •a a j Ui <z z t-t - — CM ro •» m so i»w o o a >-t; o — c j r o « m <-t; j ) N . œ o >-t; o ~ c j ro •»• t-t o >-t;o t-t - E Z CD — — — — — — — — — — < M C J O < C * C J C J C a O LU « LU Ct K CJ <r LU Z ' J 22

(22)

U »• o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o UI > OJ 04 i j o o. o h- >-i o o o o o o o o o m o o o o o o o o o o o o o o o o W 00 uj o m r- in tn u • - • N I M z X UJ >-l o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o — =5 a a. z O M o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o z (ft Z K- o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o U J _ I m « — m » e n (K 3 — — c* n <J o •-• o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o — 0 3 n n CM 3 »* o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o ro w a. in 10 o Z 3 -UI oc CJ Z (ft o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o UI o > ffl o OD I UI •— o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o co o (ft (ft o >-< o ^ — (O o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o (ft z UI cc QC UI a z o I UI m (ft _i o o o i n o o o o m o o i n o o m o o T j - i n o t n o o o o o * CJ _i o o i n o m « j i i i ) i f t i » o o m o o ( i i i o i f i i v o o r ) s o p ) i f t o o in ro (ft < M M ( M i n i » ' i . N r o ( M m m < M i n « « i n i n ' * i n i n r o ' * i n < M - * m > « « o «M •«• > o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m o o o o o in — _l O O m i n - * - O O O O C M O i M O O O 0 D » (ft CM rO — - M - - M M - M M M t t * >-10 ^r o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m o o _i m r\-m 0 0 in * CM t Œ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 co _i Cft (ft 0 0 0 o o O a o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o z u <r so UI CM a . > 1— 1-1 o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o (ft 60 r—I o > u > o. UI ui o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o CL 1 3 UI M 00 o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o O O UI (ft O) 1—I • f " ) • H pq ki O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O o z ffl ui (ft > h- -> X >-i '-> 02 <I M o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o O O o CD K UI E UI CD <t ui <x Z h-t- — C M n * i n « « i N - ( » < T v o . ^ c M i>o ^ ' 4 n « « i ^ ' » c r > o — CM r i •«• in ••o 1- z z (ft — — — — - - — — — — — CM CM CM CM CM CM CM o ui a ui oe t - <j <r UI z CJ C O C L C C 4 C «i J J J » J 23 > > >

(23)

UI > HI a ui <j a. o f-Ul 1-4 z z tu I-*. a z • • * o (0 1-4 v> z HI a w •v o o (M <z <r o a <r a. t o i Ui o N OC o UJ > o o o o m o o o o o m o o o o o o o o o o i n o o o o o IT) vo © — |\. m N o m r t i o m — o m IN- in o m o « N ID — r- ~ — n c i <- — c a w — M •* • * e\t ro ci o — o o o o o o o o o o o o o o o o o o i n o « in o m if) — — •*- — CM r> O O O O O 10 9> — ro o r i i n o i n o o o o m i o o i o o o m o o - v m o i n o o o o o o» a> N N i n o i n ^ i n o « N o i f l o o < A i n i n ^ o n N < - a > o o e «- 10 N C i i ' * - i f > i n t r i D > û < f > i o i n i o N r - o B < o r N . r s . i o œ i s . M s . o o ^ *- vo o o o o o o o o o o o o o o o o o o in in o in o o o o o o o o o o e CD c* o — m o r> in — - - 0J — — w o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o _J o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o (/) — Z N til et o Z UI o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o co UJ 3 o o o o c«) o in o N f ) > N — — -p. — — — . - _ CD o m I UJ UI O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O o o CD 3 « 0. o ui o o o o z X. o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o ui o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o in < 0 3 in in in — >* oi Z 3 — — — (4 SO UI a Q£ ui o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o UI CL O 3 z o UI (O o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m <x « 3 •t m o o o o o oo o 0*> W o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o II UJ CL >. t-Ul * V) UJ 0 . If) o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o «o CU LU o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m Ù0 I—I o > > m Ui o o o o o o o o o o UI o o o o o o o o o o o o o o o o o O O et Ui IM o UJ Ci t-I o a CD r <t CK UI E 1-co Ui UI 'J UJ ca h-1-4 1 O -ae z O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O o m i n o i n o o o o i n t n o t n o o i n o o ' 4 - i n o O T o o o o o o> NMnointoofloMninoo'OifiintoonNOfflinoo oo < M < M ' » i n ' * r o ' » > « o m i n r o i n r . i V ' 3 > i n ^ ) » ^ r ) r . N i n i v o o o o r> — — in — o i r o ' « - t o \ o N . c o O N o — < M r o - * i n > « N . < » o N o — c u r > * i n < o H — — — — — — —— — — — W O I C H O I N C X C « o o 0* in z UJ > -> • • 4 Of o UI CD E Z UJ <x 24

c •

(24)

> Ui (J Ui a CL o t-Ui i-* X x ill •H Û X w o CO i«-« W X Hi ce C3 \s O O (M »-X •-« O et N -I 3 X o. (rt *i * in X * m K N N o o o m o m o r o m o m m c o o o ^ - o o m m i T t o o o « M <r»cr.'» — o n j i M — r - c o m - ~ r v r o m c i i c j M r - c a ' « o } ' « - « o a > c D — N ro o o o o o o o j o o o c o o o o o o o o o o o o o t n o ro •»- ro ro ro N o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o ö o M> N o — N - « - - * <-tr> * ro >*> ~ N o o ro o a> CM n — co N N < J > « CD r o « M r - - o s r - r o ' O s û C D r v - * v o c o c o o r . c D N i n r - N . T r > i ) C D c o c o co * — N o o o o v o o o o o o o o o o o o o o o c r > o o o o o m o C3 o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o (0 CD X N Ui et

o

Z CK o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o Ui a. > N o m ui 3 o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o co <r CO M — N tf) o o o o o o o o o o o o o o o o o o o <r o o o o o o o o o CO ror^oooooooooooooooooooooooo o • to <t >o •*• — X ^ — UI a o cc cc o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o Ui cc o ca X o Ui l o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o CD > (0 I •j- i o o o m o o o o o n o o o o o o o o m o i n o o o o o o r*. co cc o^miflMno(voini«)in o - o M i n M n o i o o i n o o <r> i » . . - . - „ . » - . - . ^ o i t o c Y — — rocMCMio — ro^vcuro« * CM — 10 1—I o > u > m O ui o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o II > vO Ui CM a . > F— z o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o ro CC O O X — — o. Ili 3 o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o ui cc a. o Ui N <t o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o O CD Ui cc — - a (J N N X H * CO o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o z * Ui w > I - -> <u 00 o cc CC CC o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o CD CC U i r u. co <t CC _ l ui cc i - — N r o - » - m * r - - c o c r > o — N r o * i n < x > r < - c o c v o — N ro -«- m <« i - E X CO . . - - N W M C M M W N O Ui CC UI CC t - ' J <x UI X (3 25

(25)

o o II UJ a. UJ > Ui o _l o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o — o o o — o ui <J (J 3 o. o I- _l o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o ui o >-. ^ 2 UI > o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o w <r z <r •* W OL to 2 m , - — , - , - „ CM — — — CM ro CM — — CM o <M CM — CM — — « N N * O — UJ <z » a a: (J O CJ O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O o o <r cv a. 13 o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o CD •-• 2 UJ UJ or 2 o i n i » o o o m < = r o i o o o o o o o m o o c o o o o o — o o o CM so uj i - N N o N o - f j i n » o o o i < ) i D i D i f l « ( ) - r ) * i n \ c a ) i n o i n co r>-> O < M W * ' J ) N N N N N 0 0 ( D f f l m 0 0 ( » 9 r>-> C » O O O - — •— C\l 1») l"l N CD O — _ „ , _ , _ , - _ _ , - ( M ffl M 1 uj t~ inini/iminminininifimmminmininifiinifiminmmmin o m oa <r O * I ^ C M C M C M C \ J C M C M C M C \ I C \ I C M < M C M C M C M C M I : M C M C M C M C M C M C M C M C M m CM w > so o >-« N M f t ( M i n f i i < - i n o œ o o M n a ) i n o o t i o o » » M i n o o ro n o UJ o s i n - t f O s D r - o s c r i r v r ^ r o t ^ ^ - i n i n i n i n r o c v j C D s o r o — socviin CM as — _i o •» o — — s o o r o r o r « ) i r ) ' * ' * r » - * ' * ' * o o r o ' i ) r v i » o o r > - i T i O N co •«• ro « N M f l w i o f j ' - o o i n i n o v o f l o i n o N c o o M M s o o o o» »-co m ( M o i - o N - N c D O û - n r . t t m ^ v ) ' M W ( M B o r « ) ( B N i j ) ^ •* Uj — _ , - , . , _ , _ , - _ . - . , _ _ _ _ , _ , - _ . . _ „ _ , . . . . _ . . _ ^ «_ O & uj o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o UJ > Q N 2 o I UJ ^ o o N O j i e m M o i ) ^ » . os — i s - o j o m — co m N- i^- crs r>- — < M O O — C Q < I — — — — — c \ i » - r o — — — — — — o — •» o o m o — ro — M o o o - so CM — o - ^ - o o c M ' t s o r o o T C D r - c r i is- — CO CJ O | \ . | S . < X v 0 0 N C 0 M 5 ^ C 0 0 0 s D ^ 0 ' ' O r > . a > ^ v Û N 0 0 0 B h - 0 Ô 0 0 0 0 — co (JS îî -f~ CM ÛJ O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O o o u. *s O o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m sO Ol M 1—1 o > u > O) O) M ni « 1 -X o <I m s: a a UJ r t -0 ) UJ UJ 'J o ÎST I o .•s: »~ X UJ -OC 2 a. UJ o o — o o c s j o o o o o o o o o o o c D o s O O o o o o o r- (M O CM ca — — rs. oc O UJ N O T J - 0 0 0 0 0 » 0 0 0 _ O O O O O O O O O O N O O O IS. (M UJ (M <M CM N û O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O Z U) > ce o o o o o m i r ) o o o i / ) o o o o o o o T f O O o \ o i / ) o o ro so a r - M P o r - r o N N O o r s - f l o o r u o ^ u i — _ — — — (M OB - I <X I -— oj(v)'*iosor^(»sT'0 — M P i t m ^ N C O f f i o - f j n ^ m i e »- z 2 — — « — CM CM CM CM CM CM CM O UJ « K CJ <C 26

(26)

'J UI IJ CL O LU Z Z tu z o CO LU O o CM CO z ÜJ C3 Z Ui > o I LU CD CO CO z LU 'J OC ai a z o I LU CD CO 00 o o H <0 (M O > 0) > 0) 0) al E O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O u i r o r o r o r o f O ' «,r o * f « ) m - « - M r o r o r o r o r > w r o r O ' < » - - * ^ - r o r o r o o œ o D o o œ » — OD — œ œ — o o œ o o r o ' n œ r o c t i a ) — — — OOOIOCI r o r o r o r o r o t r r o ^ - r o r o ^ - r o r o r o r o r o r o r o r o r o ^ - ' v ^ - r o r o r o > © O O O O O O O O \ D - « - < T * û. ro ro CM CM — o o c 4 o o o o o o ^ ^ f o r o e ou n n n z « m z: <r a: tu z » -co LU LU C3 z n i n t i f l * o — » « ( M M O O N O - ^asoocoior>-<M — — •«• — — o «• •* • * -© ^» CM IO CM O r-CM ~ O 0* r> <n 00 •* a. LU O a o LU N lu a z 11 z Ui > -> *-• a: o LU m en z — c \ i r o - * i o > « r ^ 0 9 ( r > o — < M r o » m < o i ^ o o o,v o — c M r ) ^ i n < o — •— — — — • • - - - » - — • — CMCMCMCMCMCMCM E LU CJ Z <x 27

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

9) Heeft u problemen met andere regelgeving op het gebied van verkeer en vervoer?. O

de nota zienswijzen ontwerp-bestemmingsplan ‘Aan huis verbonden beroepen en bedrijven’ vast te stellen en ten aanzien van de ingediende zienswijzen te handelen zoals onder 1 tot en

De gemeente Velsen vraagt iedereen om kandidaten voor te dragen voor de ti- tel van Velsense Sportman, Sportvrouw, Sportploeg, Talent (tot 18 jaar), Master (vanaf 40 jaar)

Een voorbereidingsbesluit overeenkomstig artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening (&#34;Wro&#34;) te nemen door te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor

Een voorbereidingsbesluit overeenkomstig artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening (&#34;Wro&#34;) te nemen door te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor

&#34;Maar hoe kwam u in deze ongelegenheid?&#34; vroeg CHRISTEN verder en de man gaf ten antwoord: &#34;Ik liet na te waken en nuchter te zijn; ik legde de teugels op de nek van mijn

&#34;Als patiënten tijdig zo'n wilsverklaring opstellen, kan de zorg bij het levenseinde nog veel meer à la carte gebeuren&#34;, verduidelijkt Arsène Mullie, voorzitter van de

De betrokkenheid van gemeenten bij de uitvoering van de Destructiewet beperkt zich tot de destructie van dode honden, dode katten en ander door de Minister van