• No results found

Plantafstandenproef met het winterbloemkoolras wiko, 1957 - 1958

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Plantafstandenproef met het winterbloemkoolras wiko, 1957 - 1958"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. f è> I Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A

5

K

94

L

A

Plantafstandenproef met het winterbloemkoolras wiko,1957 - 1958.

door: P.A.Kruyk.

(2)

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk.

PLANTAFSTANDENPROEF MET HET WINTERBLOEMKOOLRAS VIKO

P.Ns IV - 13 Plaats; kas 15

Jaar: 1957 - 1958

Inleiding

In deze proef werd nagegaan in hoeverre de plantafstand invloed heeft op de grootte van de kool en op de opbrengst.

Opzet en uitvoering

Beschikbaar was de helft van kas 15 die, indien noodzakelijk, vorstvrij gehouden kon worden. Gebruik werd gemaakt van de selectie uit 1955-'56. De andere helft van de kas werd gehouden voor een zaadteelt van winter-bloemkoolselecties.

De volgende plantafstanden werden aangehouden:

1. 50 x 47"!" cm (190 planten per oppervlakte)

2. 50 x 60 cm (150 planten per oppervlakte)

De afstand tussen de rijen was 50 cm.

Op 25 juli werd gezaaid in kistjes, op 21 augustus werd opgepot in stenen potten onder platglas.

Enige dagen voor het poten werd de kas 30 cm diep gestoomd, daarna ver­

dolven en opnieuw gestoomd. Dit werd gedaan ten behoeve van nieuw te planten perzikbomen.

Bij het uitpoten op 16 september bedroeg de grondtemperatuur op een diepte XJ

van 20 cm, 30°C. De beide objecten werden in tweevoud opgenomen. Bij het uitplanten kon niet worden geselecteerd op de zgn. gele harten. Dit werd gedaan op 18 september; de planten die een duidelijk geel hart hadden, werden vervangen door gezonde planten.

(3)

Op 20 november werd de stand van het gewas beoordeeld; deze was zeer goed hoewel het gewas toch iets welig aandeed.

De gewasontwikkeling bleef naar wens verlopen. Tijdens enige vorstdagen werd de kas licht gestookt. Half januari bleek het gewas iets harder geworden te zijn. In sommige planten kwamen aan de hartebladeren smeul-randjes voor t.g.v. de vorst.

Er was een kleine toename van bladvlekkenziekte te constateren. De aantas ting bleef echter van zeer lichte aard.

Resultaten

Het oogstverloop was als volgts

Tabel 1. Het percentage wekelijks geoogste kolen; begin oogst 26-2-'58, einde oogst 4-4-'58.

oogst t/m afstand

47.5 om

afstand 60 cm

1e week na begin oogst 3.7 7.4

2e week na begin oogst 18.2 31.6

3e week na begin oogst 58.8 59.2

4e week na begin oogst 88.8 91.4

5e week na begin oogst 100.0 99.5

6e week na begin oogst 100.0

Bij de ruimere afstand was de kool in de eerste 14 dagen van de oogst niet onbelangrijk vroeger; drie weken na het begin van de oogst was dit verschil echter vrijwel weer teniet gedaan.

Het percentage gele harten bedroeg 14.4$ in groep 1 en 9.4^ in groep 2. De sortering

Tabel 2. Verdeling van de sortering in percentages.

sortering afstand j afstand

47.5 cm 60 cm >25 cm 21-25 cm 16-20 cm 11-15 cm £.10 cm

5 O . O

i

57.0

4 1 . 4

! 38.5

5 . 0

i

3 . 7

1.8 ! 1.8 I 0.7

(4)

Het percentage van de diverse sorteringen werd berekend zónder de zgn. gele harten. Planten met geel hart blijven nl. achter in ontwikkeling en belem­ meren dus het uitgroeien van de kool.

Uit bovenstaande tabel is af te leiden dat het percentage van de grootste sortering bij de plantafstand van 50 cm iets groter was. De overige ver­ schillen waren zeer klein.

De kwaliteit

De kwaliteit van de kool was uitstekend. In enige kolen was iets beschadiging door pijpen-olie.

fussen de behandelingen kwamen geen verschillen voor.

Samenvatting

In een kasteelt werden 2 plantafstanden voor winterbloemkool beproefd.

Dit waren 47*5 60 cm °P öle rij; tussen de rijen was de afstand 50 cm.

In het eerste geval werden 190 planten op de beschikbare oppervlakte uit-gepoot, in het Irweede 150 planten op dezelfde oppervlakte.

De wat ruimer geplante kool was in de eerste 2 weken van de oogst iets vroeger. Na 14 dagen was bij de 60 cm afstand 31*6$ van het totale aantal geoogst, bij de 47*5 cm afstand 18.2$. Later (3-4 weken na het begin van de oogst) viel dit verschil vrijwel geheel weg.

Geen verschillen kwamen voor in sortering en kwaliteit.

Bij onderzoek naar de veilingprijzen bleek, dat in 1958 de hoogste prijzen werden betaald nâ half maart. De vroegheid van de ruime plantafstand leverde dus geen enkel financiëel voordeel op.

19 juli 1963. AvO-vB

De Proefnemer, P.A. Kruyk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(1986:10) hierdie werk as "(d)ie eerste en (by my wete enigste) volwaardig histories-kritiese uitgawe" beskou, kan dit om verskeie redes eerder as 'n Anglo-Amerikaanse

For this reason, the Botswana history syllabus has never articulated a need for teaching diverse histories, because the official view is that Botswana history is a

The quantitative research method and its functions and the different questionnaires used in this study, namely Psycones and Employer's perspective: Measure of psychological

Sommige planten zijn zelfs onder extreme omstandigheden in staat tot fotosynthese en de daarop volgende voortgezette assimilatie. CAM(Crassulacean Acid Metabolism)-planten

In Vlaanderen komt de soort vooral voor in de Kempen (Kalmthoutse Heide, Groot en Klein Schietveld, valleigebied van de Kleine en de Grote Nete, de heidegebieden

stengel (S), vrucht (V), bladeren (BL), zaden (Z), bloem (B) wortel (W), knollen (K). aardappel

Aan het begin van de proef werd weinig stikstof in het grondmonster aangetroffen (1,3 mmol NO3 + NH4 per 1 extract), maar waar het hier een gestoomde klei­ grond betreft moet het

• Bij steeds meer gewassen worden cultivars in- gedeeld in cultivargroepen, in plaats van in soorten of soorthybriden. Dit is in het belang van de gebruikers omdat