• No results found

De Farmall Cub

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Farmall Cub"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2fM

DE

FARMALL

CUB

D O O R P . E . D I N K L A

INSTITUUT VOOR TUINBOUWTECHNIEK

De Farmall Cub behoort, door zijn gewicht en motor-vermogen t o t de kleine 4-wielige trekkers. Deze Amerikaanse trekker is voornamelijk geconstrueerd voor de verpleging van de gewassen en licht vervoer op de weg. De hoge bouw- m a a k t het mogelijk, dat nog tussen tamelijk hoge gewassen kan worden ge-reden (vrije hoogte 50 cm).

De hartlijn van de motor valt niet samen met die van de wielen, zodat de bestuurder een goed zicht heeft op de aangehechte werktuigen.

De motor, versnellingsbak en differentieel vormen een vaste verbinding tussen de voor- en achteras. Dit is een principieel verschil met bijvoorbeeld een auto, waarbij de chassisbalken plus veren een min of meer starre verbinding vormen. Eerstgenoemde construc-tie is voor trekkers heel goed te gebruiken, omdat de stugheid een belangrijker factor is dan de vering.

De 4-cilinder motor ontwikkelt 9l/t pk bij een

relatief laag toerental van 1600 omw./min. Deze zij-klepmotor heeft een hoog opgevoerde compressie en dientengevolge bij gebruik v a n een goede kwaliteit benzine een hoog rendement.

De stalen krukas heeft een bepaald hardingsproces ondergaan, waardoor de oppervlakte hard en slijtvast is geworden, terwijl inwendig het materiaal zacht en dus trekvast is gebleven. De krukas wordt op drie plaatsen ondersteund door lagers. Deze lagers be-v a t t e n losse schaaltjes, die bij slijtage kunnen worden vernieuwd. De twee halfcirkelvormige schaaltjes be-staan uitwendig uit staal, waarin een witmetaallaagje van enkele m m dikte is aangebracht.

De drijfstangen hebben een I-vormige doorsnede, waardoor bij een zo laag mogelijk gewicht een maxi-mum aan sterkte wordt verkregen. De grote kop van de drijfstang is tweedelig en grijpt om de krukas (fig. 2). De twee bouten zorgen voor een hechte verbin-ding en moeten na eventuele reparaties met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden vastgezet en door de splitpen worden geborgd. Een losslaande drijf-stang kan door het carter „ s t a p p e n " en het gehele motorblok doen scheuren. Deze grote kop van de drijfstang heeft soortgelijke verwisselbare schaaltjes als de hoofdlagers.

De zuiger beweegt in de cilinder op en neer en brengt via de zuigerpen de druk over op de drijfstang

Farmall Cub

en krukas. De zuigerpen is aan de oppervlakte gehard en kan zowel in de zuiger als in de kleine drijfstang-kop draaien. I n de kleine drijfstang-kop v a n de drijfstang is een lagerbusje aangebracht, dat bij slijtage kan worden vervangen.

De cilinders en het motorframe vormen één giet-stuk. De cilindervoeringen zijn dus niet verwissel-baar. De nokkenas wordt aan de voorzijde van de motor aangedreven. De tandwielen hebben schuine tanden, waardoor een regelmatige ingrijping van de tanden wordt verkregen, met als gevolg een nagenoeg geruisloze overbrenging. Als algemeen nadeel van schuine tanden kan worden genoemd dat er zijde-lingse krachten optreden, die op de een of andere « ij/c moeten worden opgevangen. De tandwielen zijn van gehard staal, zodat een lange levensduur is ver-zekerd.

Nok, kiepstoter, afstelbout en moer, veerschotel, klc[>veer, klepleider en klep zijn weergegeven in fig. 2.

De klepafstelling kan geschieden na het wegnemen van de zijdelings aangebrachte plaat. Het verwijderen moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren, om de pakking niet te beschadigen. De cilinderkop bevat de verbrandingsruimte met de bougie en de holte voor het koelwater.

Aan de voorkant treedt het verlengde van de kruk-as uit de motor en deze kruk-as draagt de V-snaarschijf voor aandrijving van de ventilator.

De krukas, drijfstang en nokaslagers hebben druk-smering.

Hiertoe is onder het carter een tandwielpompje ge-plaatst, dat door middel van een verticaal staande as wordt aangedreven vanaf de nokas. De olie wordt naar de drie krukaslagers gepompt en stroomt door de doorboorde krukas naar de drijfstanglagers.

De stippellijnen in figuur I geven de oliekanalen weer. De zuiger, zuigerpen, tandwielen en klepmecha-nisme ontvangen hun smering door opspattende olie.

Het koelwater wordt bij deze trekker niet rondpompt, doch blijft door het verschil in soortelijk ge-wicht tussen koud en warm water steeds in circulatie, d a t is de zogenaamde thermosyphon-koeling.

De ontsteking wordt verkregen door een hoog-spanningsmagneet (fig. 1). De noodzakelijke

(2)

tand-aftakas en

riemschijf zitplaats versnellingsbak

differentieel

kogellagers

asaandrijving

voor-w i e l

Mieiaandrijving vanaf de krukas bewerkstelligt een jui.-te overeenstemming tussen vonk en zuigerstand. Deze hoogspanningsmagneet is voorzien van het be-kende afsnapsysteem, waardoor reeds bij laag toeren-tal een sterke vonk is gewaarborgd. In de hoogspan-ningsmagneet is namelijk een impulskoppeling ge-monteerd, waardoor het anker bij laag toerental — iets voor het eind van de compressieslag — stil blijft staan en dan op het juiste ontstekingsmoment, door een veer, m e t kracht wordt meegenomen. Bij hoog toerental valt de impulskoppeling uit, zodat dan als het ware een starre verbinding ontstaat. Links aan de hoogspanningsmagneet zijn de onderbreker en stroomverdeler aangebracht, terwijl rechts de régula-teur is geplaatst. De régularégula-teur wordt met de hand bediend.

Een vitaal motoronderdeel is verder de carburateur met inlaatspruitstuk. De carburateur zorgt voor het vormen van het brandbare mengsel, lucht en benzine-damp. W a t de constructie van dit apparaat aangaat beperken we ons hier t o t het noemen v a n het t y p e : Zenith.

De aangezogen lucht wordt gereinigd door een olie-badluchtfilter.

Het motorvermogen wordt door een enkele droge plaatkoppeling overgebracht op de versnellingsbak. De versnellingsbak vormt één geheel met het diffe-rentieelhuis.

De riemschijf en aftakas worden rechtstreeks aan-gedreven vanaf de koppeling.

Alle assen zijn gelagerd in kogellagers.

De technische gegevens v a n de Farmall Cub zijn:

Max. pk aan de riemschijf 9,25 pk. Max. pk aan de trekhaak 8 pk. Vooruit-versnellingen 3. Achteruit-versnelling 1. Vrije hoogte ^ 50 cm.

Straal van de draaicirkel met behulp van achterwiel-afremming 260 cm.

Spoorbreedteverstelmogelijkheid 1.00 m tot 1.40 m. Motor: boring en slag 2% x 2%.

Aantal cilinders 4. Aantal omw./min. 1600. Smering: carterinhoud 3

verversen na 120 uren. Ontsteking I H Model J 4 magneet. Luchtbanden: vóór 3—12 of 4—12.

achter 6—24, 7—24 of 8—24. Wielbasis 1,75 m, lengte 2,5 m, gewicht ^ 500 kg. Totale hoogte 4- 1,60 m. Bij ombouw is de hoogte terug te brengen tot ^ 1,10 m.

De ombouw gaat met enige moeilijkheden gepaard en kan slechts in een behoorlijk geoutilleerde werkplaats worden verricht. Bij de vooras moeten de fuseepen-nen worden ingekort. De tandwielkast v a n de wiel-aandrijving wordt 4 ; 90° gedraaid, doch dit is slechts mogelijk door het aanbrengen van vulringen. De constructie verliest hierdoor iets aan soliditeit.

L. P. DUIVESTEIN'S

Zaadteelt en Zaadhandel X. V.

Dillenburgstraat 2 Loosduinen

Telefoon 396656 Een goede raad gebruikt Duicenstein'ä zaad

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

¾ Herijking van ons buitenlands beleid naar vernieuwde waarden en normen is niet eens nodig.. We hoeven niet op zoek naar een nieuwe

Tenslotte is het een kwestie van nog maar een paar dagen; het moet dan maar, daar het me lullig voorkomt er niet mee door te gaan en niet in staat te zijn mijn tegenzin te overwinnen,

Een keer hoorde ik haar zeggen: ‘Ouders die hun kind moeten begraven: dat zou niet mogen zijn.’ Ze schreide en ik weet nog hoe triest ik dat vond.. Ik had haar nooit zien wenen,

Het moet vanaf het moment van inschrijven heel duidelijk zijn dat inschrijving en betaling in orde zijn, alsook is het ontzettend belangrijk dat de deelnemers op voorhand een

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,