Examenvragen Micro-economie
2014-2015
De cursusdienst van de faculteit Toegepaste
Economische Wetenschappen aan de Universiteit
Antwerpen.
Op het Weduc forum vind je een groot aanbod van samenvattingen, examenvragen, voorbeeldexamens en veel meer, bijgehouden door je medestudenten.
Examenvragen Micro-economie 2014-2015 Theorie
1) Wat verstaat men onder schaalopbrengsten? Hoe meet men deze?
Wat zijn schaalvoordelen? Geef aan dat wanneer een bedrijf schaalvoordelen heeft, het ook schaalopbrengsten heeft (verband schaalelasticiteit en elasticiteit van schaalvoordelen) Wat zijn leereffecten? Hoe meet men deze? Toon leereffecten grafisch aan.
Toon grafisch het verschil aan tussen schaalvoordelen en leereffecten. (3 punten)
2) De keuze tussen werk en vrije tijd (3,5 punten)
3) 2 bedrijven die op prijs concurreren en homogene producten. Hoe komt evenwicht tot stand? (grafisch en uitleg erbij)
(3,5 punten) OEFENINGEN
1) 100 identieke bedrijven, met perfecte concureentie
2) 1 bedrijf die op 2 markten verkoopt tegen verschillende prijzen. Met TC =
q1= 18 – 0,1 p1
q2= 32 – 0,4 p2
a) Bepaal hoeveel het bedrijf in elke markt verkoopt en tegen welke prijs.
b) Indien prijsdiscriminatie 3de graad verboden is, en de prijs in elke markt gelijk is, hoeveel
produceert de producent in elk segement dan?
3) Er bestaat een markt met één domninant bedrijf en 400 competitieve fringe bedrijven. Marktvraag: Q= 50000 – 2000P
De totale kost van een fringe bedrijf wordt gegeven door: TC(q) = 100 + 2q + 2q²
a) Bepaal alle marktuitkomsten
Reeks 2 Theorie:
1. Leg uit substitutie elasticiteit en illustreer dit grafisch.
Toon aan dat de vraag naar arbeid inelastisch is bij beperkte substitueerbaarheid.
2. -Bewijs dat de elasticiteit van de vraag m.b.t. reclame en de prijselasticiteit van de vraag het optimale reclame budget bepalen.
-Leg uit waarom de prijselasticiteit van de vraag bepalend is voor reclame -Illustreer grafisch wat er gebeurd met de prijs als de het reclamebudget wordt vergroot.
Oefeningen:
Een bedrijf is actief op een markt met perfecte concurrentie. TC(q) = q³ - 60q² + 1500q
Marktvraag: Q = 4800 -0,5P
a) Bepaal het marktevenwicht, verhandelde hoeveelheid en het aantal bedrijven op de markt.
b) Illustreer het marktevenwicht en het individuele evenwicht grafisch op 1 grafiek. Een duopolistische markt heeft als kenmerken:
TC1 = 0,05q² + 2q
TC2 = 0,025q² + 2q
Marktvraag Q = 500 – 10P
Bepaal het marktevenwicht als ze beide simultaan hun output bepalen. Bepaal het marktevenwicht als ze samenwerken als een kartel.